Een geesteszieke werd behandeld
door een excentrieke psycho-analist.
Na drie jaar analyse zei de zieke tegen een vriend:
“Deze man verkeert in grotere moeilijkheden dan ik,
want ik praat en praat maar, en hij zegt niets.
In drie jaar heeft hij noch ja noch nee gezegd,
hij zit daar maar. Wat moet ik doen?”
De vriend raadde aan: “Hou er mee op.”
Maar ophouden kon hij niet.
Het probleem werd nog groter toen de psychiater stierf.
Weer sprak de man zijn vriend aan:
“Ik zit met een nieuw probleem.
Eerst was het die man die nooit iets zei
en waarvan ik niet weet of hij me aanvaardde of niet,
of ik gelijk had of niet. Ik praatte. Hij luisterde.
Nu hij dood is, zit ik met de vraag: Wat nu?”
Toen zijn vriend opperde:
“Wat maakt het uit, als hij toch niets zei,
ga dan gewoon door met praten”,
reageerde de man met:
“Iets zeggen deed hij niet, maar hij luisterde!”
|