Bovenstaande titel en gezegde zal ik dus wel moeten beamen. Het is een medeblogger die me deed denken aan hoe inderdaad mijn vader, die in oktober negentig jaar wordt, maar misschiien deze gezegende leeftijd bereikt door het eten van zijn dagelijkse portie appelen. Ja, in het meervoud.
In het verleden was er niets anders dan hoogstammige fruitbomen, maar hoe meer hij zich toelegde op zijn tuin, en in het bijzonder op zijn fruiit, besefte hij dat laagstammen wel heel aantrekkelijk waren. Je had geen ladder meer nodg om de vruchten te plukken, dus ook minder verlies. En van één paar laagstammen werden het algauw tachtig boompjes, zowel appels als peren.
De oogst was jaar op jaar zo groot, dat we voor een winter verder konden, dat wij als zijn kinderen, zelfs met bakken appels elk naar zijn huis ging, al dan niet om te eten of er appelmoes van te maken.
Ja, tot op vandaag probeert hij er nog het beste van te maken, maar moet met lede ogen aanzien dat het niet meer was zoals toen. De boompjes worden oud, net als vader, maar het is vooral zijn ziek-zijn het voorbije jaar dat er toe bijgedragen heeft, dat hij minder aandacht kan besteden aan de appelen en peren. Er staat zelfs een appelboom die een speciale betekenis kreeg, want wijlen mijn broer gaf hem voor vaders verjaardag, een nieuwe soort, als geschenk, het laatste kado voor zijn pa alvorens ons onverwacht te velaten. Zo leeft mijn broer verder, zelfs in de appelboom.
ECHTE FOTO!
|