Je hebt een vriend die Parkinson heeft en nog relatief jong is. Je hebt een buurman die verpleegkundige is, die daarnaast nog vrijwilliger is in een rescue-team.... En dan gebeurt dit:
Mijn vriend, die een attest heeft zodat hij zelfstandig een wagen mag besturen en die dat dan ook zeer goed doet, komt bij me langs. Maar na zekere tijd verstijft hij volledig. Normaal gaat dat over binnen de twintig minuten. Deze keer echter niet en hij vreest dat het nog lang zal aanhouden. Maar hij moet wel thuis geraken. Ik denk meteen aan mijn buurman, en ook hij noemt op zelfde moment de naam van de buurman. Ik ga dus aanbellen met de vriendelijke vraag of hij mijn vriend naar huis kan brengen, eventueel met de wagen van de vriend. Ik zie twijfels in zijn ogen. Hij vraagt waar hij woont, en als hij hoort dat het binnen de stad is, lijkt hij toe te happen. Hij zegt zich klaar te maken, kijkt nog even naar buiten en vraagt dan of hij niet met zijn eigen wagen mag rijden. Voor ons geen probleem. Dus ik terug naar mijn woning tot ik hoor dat hij me naroept met volgende: Ik zal het niet doen, want zopas nog maar drie gin-tonic gedronken, en hij slaat de deur toe. ...Ik zou ook niet toelaten dat iemand die gerdronken heeft acher het stuur kruipt, maar dit was duidelijk een goedkope uitvlucht. Hij zou het meteen gezegd hebben ...
Ik weet nu dat ik nooit meer op mijn buurman moet rekenen! En die vriend, is op eigen krachten naar huis gereden van zodra het hem een beetje beter ging. Ik zat natuurlijk met de schrik. Maar eind goed, al goed, al kan dat niet van de buurman gezegd worden.
|