Ook stokoude ouders blijven niet eeuwig leven. Al is het soms moeilijk om je dat te realiseren.
Twee ouders hebben van boven de 90 is lang niet iedereen gegeven. Ik tel dus mijn zegeningen. Maar ik weet ook dat er een dag komt waarop eerst de ene en dan de andere de stap in de eeuwigheid zal zetten.
Zo volg ik deze week door een mij onbekend ziekenhuis een roze pijl. Die slingert om hoeken en kanten, jaagt mij de lift in naar de tweede verdieping en trekt mij daarna nog een paar gangen door.
Aan het einde van die roze pijl ligt mijn vader in een ziekenhuisbed.
Met een zuurstofmasker op zijn gezicht en een paar slangetjes in zijn lijf. Het ademen valt hem zwaar. Gekleurde lijntjes kruipen op een scherm af en aan. Ik ken ze alleen uit de medische series en kan nog niet helemaal geloven dat ze nu echt zijn.
‘Ik ben hier hoor’, toetert mijn moeder in het oor van mijn vader. ‘Ik blijf hier en ik zorg voor jou.’ Hij stoot een onbestemd geluidje uit, een soort instemming vanuit het onderbewuste. Ik aai over zijn slappe arm.
Als zorgende engelen wapperen verpleegsters, verplegers en dokters in en uit. Ze verschuiven een knopje, herschikken een buisje, spreken hem toe. Soms meten ze iets wat ons niet duidelijk is en schrijven dat op.
Ik kan alleen wachten en denken aan wat was en wat komt.
En hopen dat God met ons mee wacht, met zijn armen wijd open.
bron: kerknet
maar het kon even goed over mijn eigen vader of moeder gaan,
die vroeg of laat zelfde kant opgaan....
|