Goede God, vandaag wil ik eraan denken hoe broos ik ben, geen dag zeker van mezelf, stof en as, gemaakt om uiteen te vallen.
Maar in die broosheid hebt Gij Uw adem geblazen, opdat ik zou leven en beeld zijn van U, voor altijd.
Laat mij vandaag geloven, dat ik nooit zal ten onder gaan in onmacht, ziekte of dood, maar dat ik door alles heen in U kan blijven leven, door Jezus, mijn Helper.
Amen.
Dit gebed heb ik zowat overal meegesleurd, af en toe verborgen onder andere paperassen, maar telkens fris en zo echt wanneer ik het ter hand neem om het weer een tijdlang onder mijn ogen te leggen.
|