Derde dorpsdichter Galmaarden - anno 2009
Wie: Jan Heyvaert
Geboren: Sint-Agatha-Berchem, 1961
Wonende: Galmaarden
Vooruit vertel
Jan Heyvaert zag van jongsaf alvast één lijn in zijn leven: studierichtingen kiezen met zo weinig mogelijk wiskunde. En liefst zo veel mogelijk taal.
Studies en verder
Latijn-Griekse humaniora dus, gevolgd door een vertalersopleiding Engels-Russisch. Was er een schoolblad, dan schreef hij er wel voor. Als hij al niet in de redactie zat. Idem voor de periodieken van de verenigingen waar hij actief was en is, veelal van natuurliefhebbende of milieumilitante aard of beide: hij was ooit nationaal voorzitter van de Jeugdbond voor Natuur en Milieu en hoofdredacteur bij wat nu Natuurpunt heet (daar deed hij ook zijn burgerdienst).
Sindsdien vergleed zijn belangstellingssfeer langzaam maar zeker naar het culturele, onder meer door op relatief late leeftijd (bas)klarinet te leren spelen en daarmee enkele muziekmaatschappijen onveilig te maken. In 2003 raakte hij samen met zijn vrouw in de ban van het zingen bij het koor Gaudicanto in Grimminge, waarvan hij inmiddels voorzitter is. In de cultuurraad van Galmaarden vormt hij met voorzitter Elie Herregodts een tandem die zich vast heeft voorgenomen hun gemeente cultureel weer op de landkaart te zetten, onder meer door kwalitatief hoogstaande concerten te programmeren en van Galmaarden een poëziedorp te maken. In 2009 richtte hij met een handvol gelijkgestemden de sociaal-ecologische uitgeverij De Draak op.
En het schrijven?
Beroepshalve is hij zelfstandig vertaler en copywriter. Als zodanig vertaalde hij een tachtigtal non-fictie boeken uit Frans, Engels en Duits en schreef en redigeerde hij tientallen brochures, folders, artikels
De onderwerpen die daarbij het meest aan bod komen zijn natuur en milieu, medische themas, tuinieren en andere hobbys, consumentenzaken en reisgidsen.
Hij was mede-auteur van de boeken De mooiste natuurreservaten van België (Readers Digest), Kwarteeuw Kliekske (Heemkundige Kring Gooik) en Rarekiek, een verrassende kijk op Limburg (Limburgs Landschap). Op verzoek van de Zuid-Nederlandse Uitgeverij schreef hij Onvergetelijke natuurwandelingen in Vlaanderen (2000), met een twintigtal thematische wandelingen. In 2006 bundelde de Heemkundige Kring van Gooik in De Plantenklapper een paar tientallen stukjes over planten waar een verhaal achter zit (medicinaal gebruik, folklore, legende, naamgeving
). Met zijn zoon Stijn als fotograaf maakte hij in 2011 Beelden in het Pajottenland
en iets meer verschenen bij De Draak. In 2012 is een boek gepland over creatief hergebruik. Een verhalenbundel en een komische roman behoren ook nog tot zijn toekomstdromen, evenals een bundel met gedichten rond muziek.
In 1987 kreeg hij van de Vlaamse Club Brussel de prijs voor het beste cursiefje, in 1996 werd De Legende van de Woestijnkapel, zijn stuk voor stangpoppentheater, met de eerste prijs bekroond door de Volksmuziekgilde. In 2009 was hij dorpsdichter in Galmaarden. Pendula was zijn laatste gedicht in die functie, bedoeld als bijdrage om het beschermen van de imposante treures in de tuin van het Baljuwhuis te helpen afdwingen.
Enkele gedichten
Pendula
Bomen treuren niet.
Waarmee k bedoel: niet echt.
Een boom weet niet wat droefheid is.
Hij laat geen zweem van tranen
als de bijl zijn buurboom velt.
Bomen treuren niet.
Zij tonen niet hun leed.
Dat neerwaarts neigen heet slechts zo,
omdat hun lekend lover
als verdriet wordt voorgesteld.
Bomen treuren niet.
Hun smart is nep, door ons:
wij snoeien en veredelen zo
dat hun waterval van twijgen
als een kostbaar erfgoed geldt.
Mensen treuren wel.
Bij een verlies, of zo.
Als iemand hen bedrogen heeft
of, in machteloze deernis,
als hun treures wordt geveld.
kleuren
wit ligt het land van kerk en knotwilg wit licht verblindt de winterse blik de sneeuw stilt de schreeuw van lelijke tekens onder een mantel van liefde waarmee de hemel de aarde bedekt
zwart is de man en zwart zijn koude vrouw die hij tracht te warmen met een lach die stolt in loden tranen de zuiderzon is in hun zinnen ijziger dan dit wilgenland
grauw zijn de gebouwen die gauw de luiken sluiten waar harde witte harten wonen de kille kikkers die vergeten zijn in hun herberg zonder plaats voor zwarte zwervers zonder haat
rood gloort hun hoop en groot wordt weer hun droom bij het blauwe huis de groene deur de gastvrije mond naar een open haard waar vlammend geel het vooroordeel vergaat tot as
Jan Heyvaert
Categorie:Jan Heyvaert
Tags:Jan Heyvaert, Galmaardse dorpsdichter 2009
|