Marleen De Smet - vijfde Galmaardse dorpsdichter - anno 2011
Vijfde dorpsdichter - anno 2011
Wie: Marleen De Smet
Geboren:Brakel, 12 oktober 1959
Wonende:Geraardsbergen
Vooruit vertel
Vanuit moeders schoot kroop Marleen De Smet over het Brakelse grondgebied naar de wijde velden van Lierde. Daar liep ze school, onthoofdde ze poppen, plaagde ze broer en hond en huppelde ze onbezonnen en zorgeloos doorheen de seizoenen. Later zou blijken dat details en gewaarwordingen haar niet ontgingen.
Studies en verder
Na de lagere en middelbare klassen hield Marleen het voor bekeken. De keuze tussen een vaste baan of de studierichting boekhouding werd snel gemaakt. In 1980 schoot ze wortel in Geraardsbergen.
En het schrijven?
Als kleindochter van wijlen Charles De Clercq (de in de Brakelse omgeving bekende volksschrijver, roepnaam Laerkieze Charles), kwam Marleen vroeg in aanraking met poëzie en ruilde ze op haar veertiende het springtouw en de onthoofde poppen in voor pen en papier.
Het plaatselijk maandblad 'De Lierdebode' publiceerde gedurende enkele jaren een aantal van haar gedichten. Met de tekst "Het getal 40" behaalde zij in 1997 de eerste prijs bij een literatuurwedstrijd uitgeschreven door de NMBS. Daarna bleef het jaren stil tot ze in 1992 er weer zin in kreeg.
In juli 2002 publiceerde ze haar eerste dichtbundel'Groeipijnen - van veertien tot eenenveertig'.
Groeien doe je niet zomaar, dat doe je beetje bij beetje en dat doet soms pijn, zegt zij. We leven nu eenmaal in een carrousel van menselijke bezigheden. Dus, vroeg of laat lopen wij tegen die ellendige dwarsbalken. We raken ontmoedigd en worden kwetsbaar. Kortom, ons rustig, ingeblikt leventje lijkt als zeepbellen uit elkaar te spatten. En toch, bij elk onverzoenlijk ogenblik van opstandigheid, angst en verdriet, groei je een beetje. Geen groeien zonder gewaarwordingen in lichaam en geest. Het gaat hier niet zozeer om het ondergaan, maar om het beleven van een proces, een evolutie in het denken en handelen van de mens omringd door de natuur en zijn medemensen.
En zo evolueerde ook de poëzie van Marleen. Wat zij verdringt gaat dringen. Dan zoekt zij haar plaats in het alomvattende land van het woord waar rijmelarij uitgroeide tot intense verwoordingen. Sommige gevoelens en boodschappen zijn nauwelijks bedwingbaar en worden verwoord in een op het eerste zicht onsamenhangend en ondoorgrondelijk maar verzorgde en beeldende woordkeuze.
Met haar debuutbundel loodst ze je graag door een wereld van groeipijnen, waarin verwante zielen zich beslist zullen herkennen.
Haar eerste boek 'De verborgen oorlogsliefde' (gepubliceerd in november 2002- een roman, gebaseerd op waar gebeurde feiten, naar het manuscript van haar grootvader) beschrijft het leven van een arbeidersgezin tijdens de tweede wereldoorlog. Zij heeft het verhaal niet alleen op een fijngevoelige manier herschreven in een meer modernere taal, met respect voor het taaleigen van de personages op het ogenblik dat die zelf aan het woord zijn, maar geeft ook aan het hele werk een poëtische dimensie, wat een veredeling betekent van het werk van Charles De Clercq, de volksverteller. De ruwe kanten, eigen aan het volksverhaal werden gepolijst om tot een harmonisch geheel te komen. De poëtische beschrijvingen die erin voorkomen, vormen een leidraad en een bindmiddel tussen de directe realistische taal van de personages. Het werd een verhaal van angst en miserie, maar ook en vooral een verhaal van geloof, hoop en liefde.
(Ludwig De Temmerman voorzitter Heemkundige kring Triveriusgenootschap
Een tweede en derde dichtbundel Vreemd hoe het gaat, Tussen schaduw en schittering vullen het rijtje aan, zo ook de dichtbundels in beperkte oplage 'Fata Morgana' en 'Brakel en Geraardsbergen gaandeweg'.
Verschillende gedichten werden opgenomen in bloemlezingen, verzamelbundels en diverse magazines. Twee gedichten zijn permanent te lezen in de poëtische steegjesroute van Geraardsbergen. In 2008 werd zij één van de 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee.
In 2011 werd Marleen aangesteld als dorpsdichter(es) van Galmaarden.
BIBLIOGRAFIE
Reeds uitgegeven:
Groeipijnen van veertien tot eenenveertig (dichtbundel 2002)
De verborgen oorlogsliefde (historische roman 2002)
Vreemd hoe het gaat (dichtbundel 2005)
Tussen schaduw en schittering (dichtbundel Demer Uitgeverij 2010)
Fata morgana (dichtbundel bij schilderijen van Rudy Baeten 2010 beperkte oplage)
Verzamelbundel Liebe in Flandern und Holland (Nederlands en Duits) samengesteld door Fred Schywek. (World internet books Duisburg am Rein Antwerpen - 2010)
Verzamelbundel Van alles 1+1 (uitgave Demer Uitgeverij 2012)
Digitale verzamelbundel De Vallei V.
Verzamelbundel 'Dichter bij mijn stad" van stadsdichters en junior stadsdichters uit Nederland en Vlaanderen, ter gelegenheid van de 7e Nationale Stadsdichterschap in Lelystad 2011.
Verzamelbundel tweede jaarboek Dichter, uit de hemel gevallen meteoriet de 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee (december 2011).
Verzamelbundel Facebook en andere gedichten (uitgave Demer Uitgeverij - 2012)
Verzamelde gedichten over de schilderijen van Jan Van Riet (uitgave Demer Uitgeverij - 2012)
Inleiding in de dichtbundel Laaiend Licht van de dorpsdichter van Lierde Gaby De Smyter (uitgeverij De Draak 2012)
Verzamelbundel Acht dichteressen uit Nederland en Vlaanderen Perpetuum Mobile (uitgave Demer Uitgeverij - 2012)
Literaire tijdschriften
e-zine Meander (oktober 2005)
Literair tijdschrift Opspraak (uitgave 2008)
De Auteur
Schoon schip
Vanaf 2000 nam zij deel aan:
-5de Jubileumtentoonstelling Parnassos te Lierde in de Kartuizerkerk te Sint-Martens-Lierde (Pinksteren 2000)
-Tentoonstelling Parnassos Lierde te Ronse (2000)
-Causerie met Paul De Wispelaere (Vlaamse romancier, essayist en criticus). Voorlezen uit zijn boeken afgewisseld met eigen poëzie in de Baronie van Boelare te Geraardsbergen (8 november 2000)
-Vertelavond van de Landelijke gilde Gooik in de schuur De Cam (17 maart 2001)
-Streekboekbeurs Stichting Herman De Croo te Brakel (10 november 2002). Voordragen uit eigen werk onder muzikale begeleiding van pianist/componist Christiaan Goetgeluck.
-11-juliviering Halle Halle dicht (dichters verdedigen Vlaanderen in woord en daad)een initiatief van Casita de la soledad-stichting (11 juliviering 2003)
-Vertelavond van de Landelijke gilde Gooik in de schuurDe Cam (8 maart 2003)
-Voorlezen deelnemende gedichten en uit eigen werk tijdens de 11-juliviering te Lierde (2003)
-11-juliviering te Geraardsbergen (2003)
-Kiezen voor kunst initiatief van Curieus - voordragen uit eigen werk op muziek Arjaantheater te Geraardsbergen (februari 2004)
-Tentoonstelling Vrouwen in de kijker initiatief van Curieus in het Koetshuis Sint Adriaansabdij te Geraardsbergen
-Groepstentoonstelling Home Art Kunstenaarsroute initiatief van Curieus (1 2 mei 2004)
-Kasseifeesten te Zegelsem-Brakel. Tentoonstelling Kunst en Koers - initiatief van Curieus (17-18 september 2005)
-Inhuldiging 200ste plunje Manneke Pis (klein Robke)te Geraardsbergen ter ere van kunstschilder Rob Delange voorlezen gelegenheidsgedicht (juli 2005)
-Groeptentoonstelling Home-Art initiatief van Curieus in het Koetsenhuis Abdijsite te Geraardsbergen (29 1 november 2005)
-Expo 60 jaar vrede initiatief van Curieus - voordragen oorlogsgedichten (20 29 mei 2005)
-De magische nachten van Geraardsbergen te Geraardsbergen in Koffie- en Theehuis De Erfzonde (december 2005 januari 2006)
-Kiezen voor Kunst in de Kerk van Paemele te Oudenaarde initiatief van Curieus (2 - 5 juni 2006)
-11 juli viering 2006 n.a.v. feest van de Vlaamse Gemeenschap in gemeentehuis te Brakel i.s.m. Freek De Meester en Skrin Van de Walle (gitaar en saxofoon). Voordragen uit eigen werk.
-Tentoonstelling rond Mijnwerkers uit onze streek - initiatief van de Geschied- en heemkundige kring Triverius (1 december 2006)
Kunst-kersttentoonstelling -initiatief van het Handelscentrumvzw Geraardsbergen (december 2006 - januari 2007)
-De magische nachten van Geraardsbergen te Geraardsbergen in Koffie- en Theehuis De Erfzonde (december 2006 januari 2007)
-Gedichtendag school Cor Mariae voordragen uit eigen werk (januari 2007)
-Gedichtendag te Geraardsbergen in zaal gRood Verzet een initiatief van Curieuze (januari 2007)
-Tentoonstelling Kunst en Koers in het Centrum van de Ronde van Vlaanderen De Flandrien te Oudenaarde initiatief van Curieus voordragen uit eigen werk (9 maart 2007)
-Tentoonstelling over Ronde van Vlaanderenwinnaar Emiel Faingnaert en zijn tijd in de Sint-Martinuskerk (Kartuizerkerk) en de Openbare bibliotheek te Lierde voordragen uit eigen werk (20 maart 2007)
-Musette en Kunst en Koers in het Groot verzet initiatief van Curieus - voordragen uit eigen werk (7 april 2007)
-Gedichten rond Kunst en Koers te Geraardsbergen initiatief van Curieus - in het gRood Verzet (7 april 2007)
-Deelname aan de expo de vrouw bewoord & bezongen in de Nudes Gallery, Ajuinlei 12 Gent (centrum) (van 22 april tot 27 mei 2007)
-Tentoonstelling Yves Poelman en Frank Delbeke voorwoord en voordragen gelegenheidsgedicht (28 april 2007)
-2de Poëzieroute steegjesroute van Geraardsbergen (25 mei 2007)
-Muzikale en poëtische boottocht op de Dender van Geraardsbergen naar Aalst initiatief van Curieus (18 augustus 2007)
-Internationaal draaiorgelfeest Hooghuysfestival te Geraardsbergen (9 september 2007)
-Gedichtendag te Geraardsbergen in zaal gRood Verzet een initiatief van Curieus (januari 2008)
-Lovendegemse kunstenaarsroute LovArte(26 april 2008)
-Burgemeesters tegen alle vormen van geweld. Voordragen gelegenheidsgedicht bij het hand van Rudy Baeten in het stadhuis van Geraardsbergen (23 september 2008)
-Kiezen voor kunst initiatief van Curieus - voordragen uit eigen werk te Goeferdinge (14 november 2008) en te Geraardsbergen (28 november 2008).
-Poëzie te beluisteren via een powerpointpresentatie van Steven De Schuiteneer tijdens de culturele hoogdagen, tentoonstelling Op het Spoor in het station van Zandbergen (september 2008).
-Voordracht gedicht bij overhandiging één van 85 handen tegen iedere vorm van geweld. (Geraardsbergen, november 2008)
-Op 3 december 2008 werd ik één van de 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee. (Initiatief van Thierry Deleu, dichter/schrijver).
-Tentoonstelling WielerExpoCultuur op verschillende locaties doorheen Vlaanderen. 25 poëten bij fotocollectie van 61 fotos van bekende wielrenners door Stefaan Vanfleteren (begint in februari 2009 tot eind 2009)
-Op 29 januari 2009 genomineerde bij poëziewedstrijd Symbiose te Dendermonde.
-Gedichtendag te Geraardsbergen in de Oude Hospitaalkerk een initiatief van Curieus (29 januari 2009).
-Literair salon 12b Antwerpen: Poorten van de avondzon - (12 december 2009)
- Gedichtendag te Geraardsbergen Over de grens in het Koetshuis (29 januari 2010). Voordragen uit eigen werk samen met zoon Jason.
-Klein festival van de Europese dichtkunst in de Permekebibliotheek te Antwerpen (18 september 2010). Voordragen uit eigen werk onder begeleiding van zang Sofie Vander Heyden (mezzo-soprane)
-Kunst van eigen bodem - Moeder kind en de dood -(organisatie van Sofie Vander Heyden i.s.m. Curieus) in de Priorij van Hunnegem te Geraardsbergen (29 oktober 2010)
-Gedichtendag Geraardsbergen Nacht in het Koetshuis (januari 2011). Voordragen uit eigen werk begeleid door gitarist Stefan De Smet)
-De drie stadsdichters poëzie uit de Denderstreek Organisatie van Marnixring Ninove Restaurant Kalvaar 27 april 2011)
- Voorleesmoment i.s.m. Martine De Reyst tijdens de grote boekenmarkt aan de Kaaien te Geraardsbergen t.g.v. Vlaanderen Feest 2011 (10 juli
- Voorleesmoment i.s.m. Okra Deftinge uit de Schone uren van Begijntje Symforosa
-Voordragen poëzie en korte inleiding tijdens opening tentoonstelling Poëzie en Kunst in het Baljuwhuis te Galmaarden 1 oktober 2011
-Inleiding bij de voorstelling van de 7deroman van Thierry Deleu Niets is wat het lijkt in de Koksijdse kokpit september 2011.
-Gedichtendag te Geraardsbergen Stroom in het Koetshuis (27 januari 2012).
-Voorleesmoment tijdens poëziepodium het Nationaal kunstenproject Met vlerkdunne armen beroer ik de taal van het landschap in Taverne De Kleine Notelaar, Vlassenbroek te Baasrode/Dendermonde (28 januari 2011).
-Voorleesmoment tijdens in het Baljuwhuis van Galmaarden bij opening tentoonstelling Poëzie en Kunst (1 oktober 2011)
-Voorleesmoment tijdens voorstelling en uit de dichtbundel Laaiend Licht van Gaby Desmyter in zaal De Lier (20 april 2012)
-Permanente plaatsing van het Galmaards dorpsgedicht Schering en inslag aan de tuinmuur van het Baljuwhuis (29 april 2012)
-Home Art in Concert Voordracht onder begeleiding van klassieke zang met Sofie Vander Heyden) Arjaantheater te Geraardsbergen - 13 mei 2012
-Gedicht bij schilderij tijdens tentoonstelling die kadert in het project Notelaarse Kunst- en Poëziedagen. Doorlopend tentoonstelling in de kleine notelaar tijdens de maanden juni/juli/augustus/september 2012Vlassenbroek 222, 9200 Dendermonde/Baasrode.
-Vlaanderen feest! 2012, Speakers corner aan de Dender (georganiseerd door Martine De Reyst op 8 juli 2012)
-Voordracht Vlassenbroek (29 september 2012)
-Opening biZARroute te Geraardsbergen (6 gedichten permanent te lezen), 30 september 2012)
-Gedichtendag 2013 thema muziek (donderdag 31 januari 2013). Luscomar (Sofie Vander Heyden (zang) Luc Haelterman (muziek) Marleen De Smet (voordracht) met het programma wat zingt, klinkt. Koetsenhuis te Geraardsbergen.
Een gedicht
oh moeder
mijn moeder, jouw handen, moeder
hebben me parmantig
onder hoogzwanger gewelf
in vruchtwater gedragen
oh mijn god, mijn moeder
haar hart
wiegde melodietjes terwijl ik
ritmisch tegen gezwollen borsten
op gebaarde schoot deinde
jouw woorden, mijn moeder
vertelden dat je weinig wist
maar wat je sprak was gerijpt, zo wijs
oh god, mijn moeder
haar armen
zemen mijn tranen
die zij kneedt
tot kleurige regenbogen
tot wie ik ben
jouw volharding, mijn moeder
onvermoeid moeder te zijn
druipt ongezien verdriet
waar niemand het ziet
oh God, mijn moeder
als ik bij jou ben
vloeit jouw bloed
in stroom door mijn nerven
de navelstreng nooit doorgeknipt
wie is het kind van wie
oh God, mijn moeder en ik
(uit de dichtbundel Groeipijnen tussen veertien en eenenveertig)
Categorie:Marleen De Smet Tags:Marleen De Smet, Galmaardse dorpsdichter 2011
10-06-2011
Rik Wouters - vierde dorpsdichter Galmaarden 2010 - Deel 1
Vierde dorpsdichter Galmaarden - anno 2010
Wie: Rik Wouters
Geboren:Halle, 2 april 1956
Wonende:Halle
Vooruit vertel
Rik Wouters is Vlaams dichter, prozaschrijver en literair criticus, plastisch kunstenaar en geschiedkundige.
Studies en verder
Hij behaalde het diploma van regent Nederlands-Engels-geschiedenis. Hij werkte 25 jaar bij de federale overheid.
En het schrijven?
Rik Wouters is een buitenschools dichter die in het literaire dichterswereldje rondgekeken, ondergaan en ervaren heeft. Zijn poëzie is dan ook een synthese van de vooroorlogse traditionele dichters die W.O. II overleefden, de Vijftigers en Vijfenvijftigers en hun existentialisme en gecondenseerde taal, de derde experimentele generatie en haar maniëristische, bijna barokke taalgebruik, de Nieuw-realisten en hun verstaanbaarheid, de harde kern van de Nieuw-realisten en hun engagement en de Neo-romantici en hun vlucht uit of misschien zelfs in een andere werkelijkheid. Slechts van het Post-modernisme en Neo-symbolisme heeft hij niets overgenomen.
Zijn themata komen uit de maatschappij waarin hij met beide voeten staat en die tot de tegenstelling tussen liefde en haat, dé 2 elementen die leven determineren, kunnen herleid worden. Vaak wordt de link met de poëzie gelegd zodat vele gedichten niets anders dan de dichterlijke verwoording van zijn ars poetica zijn.
Zijn themata worden meestal verdicht in het kader van zijn leefomgeving: Halle en Catalonië. Halle waarmee hij een liefde-haatverhouding heeft, staat symbool voor verloedering, egoïsme, gebrek aan contact en lawaai. Catalonië, door de dichter Catalunya genoemd, biedt rust en stilte, soms zelfs bijna stilstand.
Geregeld komt zijn Vlaamsgezindheid of flamingantisme dat niets met extreem-rechts en fascisme te maken heeft en niet verwonderlijk is voor een taalgrensbewoner, naar boven. Hij noemt zichzelf en wordt door kennissen in Catalunya ook catalanista of catalanist, het Catalaanse equivalent van een flamingant. Hieruit blijkt zijn liefde voor Catalonië en voor de strijd die die streek gedurende eeuwen tegen het Castiliaans-Spaanse imperialisme gevoerd heeft en nog voert.
De laatste jaren lijkt zijn poëzie zachter, Catalaanser dus, te zijn geworden. Toch komen lange gedichten over Barcelona waarin hij duidelijk zijn weerzin voor het Spaanse centralisme en imperialisme, het franquisme en de extreem-rechtse Partido Popular verwoordt, ongemeen hard over.
Het woord hertalen en Tien jaargetijdengedichten en Wat stilte genoemd wordt en Cataloniëgedichten [dubbeldichtbundel], Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek, 1996 (kaftontwerp: Rik Wouters).
Steeds heimwee en stilten vol hedonisme en Bij doeken van René Devedeleer, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek, 1997 (brochure).
Een tweekoppig wezen ben ik; verschenen in: Wanders, Andreas en Wouters, Rik. Het verboden evangelie van de dichter, samen met een essay over de poëzie van Rik Wouters, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek, 1999.
Xamego en Klaagliederen van een Catalaanse Brabander, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek en Upsilon, Halle, 1999 (kaftontwerp: Rik Wouters).
Gebruik maken van woorden en ongedateerde brieven en Is dit de stad van komen en blijven?, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek, 2000.
Poëzie en proza
Elke klank heeft zich tot een drein verlangzaamd en Herinneringen aan ooit en nog, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek, 1998 (kaftontwerp: Hans Claus).
Zeg niet en dat democratie voorgoed dood is, Xarnego, Halle, 2003 (kaftontwerp: Rik Wouters).
Literaire essays
De niet-conforme conformist en een monografie over de Halse dichter Ghislain Laureys; verschenen in: Ghislain Laureys en Rik Wouters. De lokstem van het leven / De niet-conforme conformist, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek en Upsilon, Halle, 1995.
De doorlichter van woorden die anders betekenen en Bedenkingen bij hedendaagse poëzie van Hallenaars uit de periode (1992-1997), Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek, 1997.
Schaamteloos en puur als ik ben en Over de dichtbundel "Jagen" van Nicole Van Overstraeten, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek, 1997.
Woord én daad van Guy van Hoof en Zijn apocriefe evangelie, Upsilon, Halle, 2005.
Andere literaire publicaties
samensteller van: Ghislain Laureys, De lokstem van het leven en Een bloemlezing; verschenen in: Ghislain Laureys en Rik Wouters. De lokstem van het leven / De niet-conforme conformist, Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek en Upsilon, Halle, 1995 (poëzie en essay).
samensteller van: DDAA. 2000 babelutten en mastellen , Upsilon, Halle, 2000 (poëzie).
samensteller van: DDAA. Ghislain Laureys 60, Kofschip-Kring, Zellik, 1984 (essays en poëzie).
Literaire publicaties in literaire tijdschriften en bloemlezingen
Poëzie in literaire tijdschriften
Actietribune, Appel, Art04, Bocari, Brutaal, Casita de la soledad-stichting, Creare, De Koofschep, De Wulpse Wesp, Dietsche Warande & Belfort, Duizend Dromen, Eigen, Gierik / Nieuw Vlaams Tijdschrift, Gist (Nederland), Het Prieeltje, Het Verboden Evangelie van de Dichter, Initiatief, Kiezel, Litera, Paraula, Plinius, Portulaan, Tijd Schrift (Nederland), 't Kofschip, Verba, Vlaanderen, Weirdo's en Yang.
Literaire artikels en kritiek in literaire tijdschriften
Het Verboden Evangelie van de Dichter, Iambe (Nederland), Kiezel, Litera, Paraula, 't Kofschip, Vernieuwd Actietribune en Zefier.
Reisoogst (samenstellers: Ton Luiting en Gie Luiten), Kofschip-Kring, Zellik en Hilversum, 1980.
Spectraal-kunst-poëzieboek (samenstellers: Lisette en Marcel De Backer), Spectraal, Gent, 1981.
Verloren paradijs (samenstellers: Ton Luiting en André Polfliet), Kofschip-Kring, Zellik en Hilversum, 1981.
Denken(d) aan Vlaanderen, (samensteller: Ton Luiting), Kofschip-Kring, Zellik en Hilversum, 1982.
Eigen-liefde, Verzenboek over de liefde (samensteller: Thierry Deleu), Uitgeverij Het Schaap, Harelbeke, 1982.
Met vriendelijke groet, Iambe, Molenhoek, 1982.
Vlaamse dichters over Leningrad (samenstellers: Clara Haesaert en Daniël Van Ryssel), Yang, Gent, 1982.
Een cel is maar twee meter lang, Thematische verzenbundel over gevangenschap en vrijheidsberoving (samenstellers: Ton Luiting en Albert Middendorp), Kofschip-Kring, Zellik en Hilversum, 1983.
Aalterse nacht van de poëzie 1984, A. Vermeylenkring, Aalter, 1984.
Verzeild, Bloemlezing uitgegeven ter gelegenheid van de derde Poëtische Nachtwake Beringen 1984 (samensteller: Gie Luiten), Uitgeverij Litera, Leopolodsburg, 1984.
Tweede Aalsterse nacht van de poëzie, Vermeylenkring, Aalter, 1985.
Met vriendelijke groet 3, Iambe, Molenhoek, 1985.
De Nieuwe Tachtigers, (ik ben gevangen in de korst van ellende) (inleidende teksten en samensteller: Hubert Van Eygen), literair tijdschrift Initiatief en Uitgeverij Clumsy, Lier.
Met vriendelijke groet 4, Iambe, Molenhoek, 1986.
Parkpoëzie, Liedekerke, 1992.
Met gemengde gevoelens 6, Poëzievriendenkring 't Kandelaartje Hasselt, Hasselt, 1997.
Spijt, 13de Poëzieprijs van de Stad Tongeren 1997, Stad Tongeren, Tongeren, 1997.
Stilte, Thematische verzenbundel Jeanne Vande Putteprijs 1997, (samenstellers: Edith Oeyen en Ugo Verbeke), geen gegevens vermeld, 1997.
Literaire kalender 1999, met de beste gedichten uit de Gouden Gids, Uitgeverij Manteua en Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1998
Poëzie en muziek, uit Halle, Mouvaux, Werl en Leopoldsburg, Stad Halle, Halle, 1998.
Jan Matthijs Winterprijs, Genk 1998-1999, Cultureel Centrum Genk, Genk, 1999.
Met niet minder dan zoveel woorden, Modus Vivendi, Antwerpen, 1999.
Ook wij waren winnaars, Sportgedichten uit Nederland en Vlaanderen, De Geus, Breda en Poëziecentrum, Gent, 2005.
Een plaats onder de maan, Bloemlezing ter gelegenheid van vijfendertig jaar Café Den Hopsack - Antwerpen Modus Vivendi vzw,, Vriendenkring Houtland, Torhout en literair café Den Hopsack, Antwerpen, 2007.
periodieken: Alibi, Ars Toeristica, Gazet van Halle, Hallensia, Samen en Zennegroen.
boek: Het heeft geen naam!
Literaire artikels en kritiek
Hallensia en Zuidwest-info.
Literaire carrière
Prijzen
Erediploma Spectraal van Poëzieprijs Spectraal, Gent, 1980 met het gedicht ""De Hoop"".
Eerste Onderscheiding van Poëzieprijs Kulturele Raad Halle, 1984 met de gedichten "meter,", "Grootmoeder" en "slechts je stem is eeuwige echo eentonig". De prijs zelf werd wegens inflatie in de kulturele wereld niet toegekend.
Eerste-Litera-onderscheiding van Poëzieprijs Stad Beringen, 1984 met het gedicht "meter,".
Eerste Prijs van Poëzieprijs Stad Tongeren, 1997 met het gedicht "De vader".
Tweede Prijs van Poëziewedstrijd Stad Halle,2003 met de cyclus "Stilte spreekt sluimerend" die de gedichten "gebakken aarde", rijpende mestvaalten" en "vreemdelingen vinden" bevat.
Hij was of is hoofdredacteur en/of redactiesecretaris en/of gewoon redactielid van Vernieuwd Actietribune (1980), t Kofschip (1981-1985), Zefier (1985-1987), Kiezel (1991-1994), Casita de la soledad (1995), Het verboden evangelie van de dichter (2000) en Paraula (vanaf 2005).
Hij publiceerde gedichten in literaire bloemlezingen in Vlaanderen en Nederland, onder meer in "Ook wij zijn winnaars" (2005). Hij publiceerde gedichten op affiches, almanak, L.P. en prentkaarten in Vlaanderen.
Hij publiceerde literaire kritieken en recensies in de literaire tijdschriften Casita de la soledad, Het verboden evangelie van de dichter, Kiezel, Litera, Paraula, t Kofschip, Vernieuwd Actietribune en Zefier in Vlaanderen en Iambe en "Meander Klassiekers" in Nederland.
Poëzie en literaire recensies en kritieken verschenen ook in niet-literaire publicaties in Vlaanderen.
Optredens
Hij las uit zijn poëzie voor in Beringen, Dilbeek, Ekeren, Hombeek (Mechelen), Kuurne, Lembeek, Schriek, Sint-Pieters-Leeuw, Tongeren en Torhout en diverse malen in Aalter, Antwerpen, Brussel, Galmaarden, Gent, Halle, Liedekerke en Strombeek in Vlaanderen en Lelystad in Nederland. Anderen lazen uit zijn poëzie voor in Blankenberge en diverse malen in Halle en op radio- en tv-stations. Hij praatte verscheidene keren over zijn en andere poëzie in Antwerpen en Halle. Hij las in Halle verscheidene keren voor uit de poëzie van andere dichters.
Hij had in de tachtiger jaren van vorige eeuw een literair programma op de Halse "Radio Victoria": Ik heb geen geld om een eiland te kopen. Hij organiseerde in Halle tal van activiteiten rond poëzie en andere literatuur en haalde Vlaamse en Nederlandse letterkundigen naar Halle.
Voordrachten
Hij geeft voordrachten over de poëzie van Guy van Hoof, zijn eigen poëzie, poëzie in het algemeen en literaire tijdschriften.
Allerlei
Hij was de initiatiefnemer van de poëzieprijs van "Halle 2000" die later de tweejaarlijkse "Poëzieprijs van de Stad Halle" werd. Hij is de verantwoordelijke voor "Halle in de literatuur door Rik Wouters" (http://blog.seniorennet.be/halle_literatuur_door_rik_wouters) waarin een poging wordt ondernomen om te archiveren, te verklaren en te interpreteren met een bijzondere aandacht voor de poëzie en "Recht van spreken van Rik Wouters" waarin zijn literatuur centraal staat.
Critici over Wouters poëzie
In 1984 noemde Frits Crombez (zie bibliografie) hem de ik-dichter van de werkelijkheid die echter niet zo opdringerig is, dat ons lezers geen eigen interpretatie meer wordt gelaten Hij accentueerde vooral de meerduidigheid van de dichter.
In 1986 bracht Hubert Van Van Eygen (zie bibliografie) de dichter onder bij de Nieuwe Tachtigers. Zijn poëzie is immers "de vermenging van alle poëtische verworvenheden van de laatste 30 jaar. Velen ( ) combineren het taalgerichte dichten van de experimentelen met de onderwerpen die door onder meer het neo-realisme en de neo-romantiek ingang hebben gevonden in onze poëzie. ( ) De gedichten staan niet meer los van de omgeving waarin ze ontstaan, maar rapporteren erover, spelen erop in en trachten een oplossing (?) te bieden voor de erbarmelijke toestand van onze maatschappij."
In 1999 schreef Andreas Wanders (zie bibliografie) dat Wouters als poëet beperkt is. Het valt niet te loochenen dat Wouters steeds en alleen maar over zichzelf in de meest brede zin van het woord schrijft. Door deze beperking heeft hij een bewuste keuze gemaakt. Hij wil zíjn werkelijkheid in woorden vatten. Wanders heeft Wouters ( ) een 'veelkoppig' wezen genoemd. Een complex wezen dat steeds en rechtuit en onverbloemd zijn mening verkondigd heeft en verkondigen zal. Wouters maakt het zijn omgeving niet moeilijk. Het is wel zo dat wie niet voor hem is, slechts tegen hem kan zijn. Om voor hem te zijn, moet men alleen maar zeggen wat men meent, niet meeheulen met de zwijgende meerderheid en zich niet, nooit bezondigen aan achterklap.
In 2002 stelde Guy van Hoof (zie bibliografie) dat er een samenhang is tussen al wat hij schrijft, dus poëzie, proza, essays en kritieken. Dat betekent dat een bundel moet gelezen worden in relatie met andere uitgaven. Wouters stelt zich niet tevreden met af en toe een vluchtig succesje, nee, hij bouwt een oeuvre uit dat boeiend is om mee te beleven. De lezer dient zich open te stellen om zijn zoektocht in de vorm van gedrukte woorden te volgen.
Andere
Plastisch kunstenaar
Hij maakt schilderijen op papier en hout waarbij hij gebruik maakt van gouache en/of houtskool. Hij maakt constructies zonder voorliefde voor welk materiaal dan ook. Zijn werk werd nog niet tentoongesteld. Op de kaften van zijn dichtbundels Het woord hertalen en Wat stilte genoemd wordt [dubbeldichtbundel, 1996] en Xamego [1999] en van het geschiedkundige werk De voorouders van de zwarte madonna [2002] is werk van hem afgebeeld.
Geschiedkundige
Hij publiceerde talrijke bijdragen over geschiedenis, kunst(geschiedenis) en kunst.
Voordrachten
Hij geeft voordrachten en organiseert in Halle wandelingen rond 'Brabants fauvist' Louis Thevenet. Hij geeft voordrachten rond de Guerra Civil of de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en het franquisme of Spaanse fascisme.
Allerlei
Hij was voorzitter van de cultuurraad van Halle. Hij was bestuurslid van "Halle 2000" dat tal van activiteiten rond de millenniumwissel organiseerde.
Hij is de verantwoordelijke voor "UPV-kern Halle (Zennevallei)" dat algemeen-culturele activiteiten in de vorm van voordrachten, wandelingen en bezoeken organiseert. UPV is een initiatief van de VUB.
Niet-literaire publicaties
Boekvorm (vette titels en cursieve ondertitels)
De voorouders van de zwarte madonna en Halle en haar prenatale fase, Casita de la soledad-stichting, Halle, 2002 (kaftontwerp: Rik Wouters).
Louis Thevenet: onbegrepen schilder van een oeuvre vol dagdagelijkse voorwerpen en Over zijn vrijwillige ballingschap in Halle van 1916 tot 1930, Xarnego, Halle, 2007.
"Kleur-rijk", over het schilderwerk van Willie Cools.
Beknopte bibliografie
In onderstaande lijst zijn enkel bijdragen die over meer dan één bundel handelen en verschenen zijn in tijdschriften of in boekvorm, opgenomen.
essay
Hubert Van Eygen. De Nieuwe Tachtigers en Ik ben gevangen in de korst van ellende. Clumsy, Lier en Initiatief. 1986.
Andreas Wanders. Kwetsbaar en verstoten tussen brokstukken en Het ontnomen woord en de doorgelichte dichter. Verschenen in: Andreas Wanders en Rik Wouters. Het verboden evangelie van de dichter. Casita de la soldad-stichting, Ruisbroek. 1999.
Guy van Hoof. Recht van spreken en De poëzie van Rik Wouters. VKH, Torhout; Modus Vivendi, Antwerpen; El Gato Negro, Torhout. 2002.
artikel
Frits Crombez. Rik Wouters, ik-dichter van de werkelijkheid. Verschenen in: Initiatief, jg. 3, nr. 18, mei 1984.
Frits Crombez. Rik Wouters in zijn poëtische eigen tijd. Verschenen in: Hallensia, jg. 6, nr. 4, oktober-december 1984.
Andries Dhoeve. Rik Wouters: een veelbelovende jonge dichter uit Halle. Verschenen in: Hallensia, jg. 6, nr. 4, oktober-december 1984.
Rik Wouters - Galmaardse dorpsdichter 2010 - deel 3
Een gedicht
BARCELONA
EN STEEDS (WEER) OPSTAAN
NA DE VAL
voor Lluís Companys, Francesc Maciá en Josep Tarradellas, Emérita Arbonés, Laia Berenguer Puget, Francesc Gelada Terma, Enriqueta Gallinat Ramán, Eduard Pons Prades en Víctor Torres Perenya die toch nog hun naam behouden hebben, en de honderdduizenden die naamloos in de strijd voor democratie ten onder zijn gegaan
Rik Wouters - Galmaardse dorpsdichter 2010 - deel 4
vervolg alleenspraak:
zacht catalunya
vaderland van mijn hart
wanneer ik me van jou verwijder
sterf ik van nostalgie
net als toen heulen de aaseters
van de kerk
ook nu
weer
mee. ze grijpen aznar bevredigend
machtsgeil in het verdorven kruis
dat al opvolgers heeft voortgebracht
de paus van rome die christus
altijd opnieuw
kruisigt en verkoopt voor nog minder
dan een handvol zilverlingen verheft
priesters en nonnen
die de beesten hielpen om mensen
af te slachten
in de kerkelijke adelstand. weet dat
hun zaligheid
hun wandaden nooit
zal kunnen doen vergeten. indien de hel
zou bestaan zou
branden
hun eeuwige straf zijn
het kruis dat
verdomme
met de rechterhand die stinkt
gemaakt wordt. de hand
die onverstoord
nee
met sadistisch genoegen
de trekker overhaalt
de mond snoert
fascisten uit spanje
fascisten aller landen
rol jullie matten en hoepel op.
weet dat de president
die jullie zonder rechtspraak
vermoord hebben
niet dood is
nooit dood zal gaan.
fascisten
ik spuw op jullie
alleenspraak:
zacht catalunya
vaderland van mijn hart
wanneer ik me van jou verwijder
sterf ik van nostalgie
zeg niet dat híj dood is.
zeg alleen maar dat de president
rust in moederlijke armen.
zeg alleen maar dat hij de mond gesloten houdt
om beter te kunnen luisteren
naar het gezang van het gras
en zijn volk
ik herinner me: ik mag niet zeggen
dat híj dood is
dat hij dood is
hij is aarde geworden
en die aarde ben jij
en ben jij
en ben jij
en ik
AANTEKENINGEN
Opdracht:
-Francesc Maciá i Llussá (1859-1933) was de honderdeenentwintigste president van de Generalitat van 1932 tot 1933. De Generalitat is het Catalaanse parlement dat voor de eerste keer zetelde in 1359. Van 1714 tot 1932 werd het onder de Borbòs en van 1939 tot 1980 onder Franco officieel verboden. Van 1939 tot 1977 verbleef de president ervan in het buitenland;
-Lluís Companys i Jover (1882-1940) was de honderdtweeëntwintigste president van de Generalitat van 1934 tot 19340. Hij werd op 15 oktober 1940 in de slotgracht van het kastel van de berg Montjuïc in Barcelona door de Franquisten gefusilleerd;
-Josep Tarradellas i Joan (1899-1988) was de honderdvierentwintigste president van de Generalitat van 1954tot 1980. Hij was de derde president van de Generalitat in ballingschap;
-Emérita Arbonés, Laia Berenguer Puget, Francesc Gelada Terma, Enriqueta Gallinat Ramán, Eduard Pons Prades en Víctor Torres Perenya: een zeer kleine selectie van namen van Catalaanse vrijheidsstrijders ontleend aan: PAGÉS I BLANCH, Pelai en PÉREZ PUYAL, Alberto. Aquella guerra tan llunyana i tan propera (1936-1939). Testimonis i records de la Guerra Civil a Catalunya. Pagés editors,Lleida, 2003.
Strofes 1, 30, verzen 2-3, en 39. Vertaling door mezelf van het verzen uit het gedicht Lemigrant van de Catalaanse dichter Jacint Verdaguer i Santaló (1845-1902).
Strofe 4, 14 en 40. Vertaling door mezelf van verzen uit het gedicht El president no és mort van de Catalaanse dichter Ventura Gassol i Rovira (1894-?).
Strofe 11. De eeuu, normaal als EEUU geschreven, is het Castilaanse letterwoord voor de USA.
Strofe 28. Vertaling door mezelf van verzen uit het gedicht Els segadors van de Catalaanse dichter Emili Guanyabéns i Jané (1960-1941).
Strofe 30, verzen 5-6. Vertaling door mezelf van verzen uit het gedicht Les tombes flamejants van de Catalaanse dichter Ventura Gassol i Rovira (1894-?).
Strofe 32:
-Verzen 3-4. Vertaling door mezelf van verzen uit het gedicht La pátria van de Catalaanse dichter Serafí Pitarra, pseudoniem van Frederic Soler i Humbert (1839-1895);
-Verzen 6-7. Vertaling door mezelf van verzen uit het gedicht La santa espina van de Catalaanse dichter Ángel Guimerá i Jorge (1894-1961).
Categorie:Rik Wouters
28-05-2011
Jan Heyvaert - derde dorpsdichter Galmaarden 2009
Derde dorpsdichter Galmaarden - anno 2009
Wie: Jan Heyvaert
Geboren:Sint-Agatha-Berchem, 1961
Wonende:Galmaarden
Vooruit vertel
Jan Heyvaert zag van jongsaf alvast één lijn in zijn leven: studierichtingen kiezen met zo weinig mogelijk wiskunde. En liefst zo veel mogelijk taal.
Studies en verder
Latijn-Griekse humaniora dus, gevolgd door een vertalersopleiding Engels-Russisch. Was er een schoolblad, dan schreef hij er wel voor. Als hij al niet in de redactie zat. Idem voor de periodieken van de verenigingen waar hij actief was en is, veelal van natuurliefhebbende of milieumilitante aard of beide: hij was ooit nationaal voorzitter van de Jeugdbond voor Natuur en Milieu en hoofdredacteur bij wat nu Natuurpunt heet (daar deed hij ook zijn burgerdienst).
Sindsdien vergleed zijn belangstellingssfeer langzaam maar zeker naar het culturele, onder meer door op relatief late leeftijd (bas)klarinet te leren spelen en daarmee enkele muziekmaatschappijen onveilig te maken. In 2003 raakte hij samen met zijn vrouw in de ban van het zingen bij het koor Gaudicanto in Grimminge, waarvan hij inmiddels voorzitter is. In de cultuurraad van Galmaarden vormt hij met voorzitter Elie Herregodts een tandem die zich vast heeft voorgenomen hun gemeente cultureel weer op de landkaart te zetten, onder meer door kwalitatief hoogstaande concerten te programmeren en van Galmaarden een poëziedorp te maken. In 2009 richtte hij met een handvol gelijkgestemden de sociaal-ecologische uitgeverij De Draak op.
En het schrijven?
Beroepshalve is hij zelfstandig vertaler en copywriter. Als zodanig vertaalde hij een tachtigtal non-fictie boeken uit Frans, Engels en Duits en schreef en redigeerde hij tientallen brochures, folders, artikels De onderwerpen die daarbij het meest aan bod komen zijn natuur en milieu, medische themas, tuinieren en andere hobbys, consumentenzaken en reisgidsen.
Hij was mede-auteur van de boeken De mooiste natuurreservaten van België (Readers Digest), Kwarteeuw Kliekske (Heemkundige Kring Gooik) en Rarekiek, een verrassende kijk op Limburg (Limburgs Landschap). Op verzoek van de Zuid-Nederlandse Uitgeverij schreef hij Onvergetelijke natuurwandelingen in Vlaanderen (2000), met een twintigtal thematische wandelingen. In 2006 bundelde de Heemkundige Kring van Gooik in De Plantenklapper een paar tientallen stukjes over planten waar een verhaal achter zit (medicinaal gebruik, folklore, legende, naamgeving ). Met zijn zoon Stijn als fotograaf maakte hij in 2011 Beelden in het Pajottenland en iets meer verschenen bij De Draak. In 2012 is een boek gepland over creatief hergebruik. Een verhalenbundel en een komische roman behoren ook nog tot zijn toekomstdromen, evenals een bundel met gedichten rond muziek.
In 1987 kreeg hij van de Vlaamse Club Brussel de prijs voor het beste cursiefje, in 1996 werd De Legende van de Woestijnkapel, zijn stuk voor stangpoppentheater, met de eerste prijs bekroond door de Volksmuziekgilde. In 2009 was hij dorpsdichter in Galmaarden. Pendula was zijn laatste gedicht in die functie, bedoeld als bijdrage om het beschermen van de imposante treures in de tuin van het Baljuwhuis te helpen afdwingen.
Enkele gedichten
Pendula
Bomen treuren niet.
Waarmee k bedoel: niet echt.
Een boom weet niet wat droefheid is.
Hij laat geen zweem van tranen
als de bijl zijn buurboom velt.
Bomen treuren niet.
Zij tonen niet hun leed.
Dat neerwaarts neigen heet slechts zo,
omdat hun lekend lover
als verdriet wordt voorgesteld.
Bomen treuren niet.
Hun smart is nep, door ons:
wij snoeien en veredelen zo
dat hun waterval van twijgen
als een kostbaar erfgoed geldt.
Mensen treuren wel.
Bij een verlies, of zo.
Als iemand hen bedrogen heeft
of, in machteloze deernis,
als hun treures wordt geveld.
kleuren
wit ligt het land van kerk en knotwilg wit licht verblindt de winterse blik de sneeuw stilt de schreeuw van lelijke tekens onder een mantel van liefde waarmee de hemel de aarde bedekt
zwart is de man en zwart zijn koude vrouw die hij tracht te warmen met een lach die stolt in loden tranen de zuiderzon is in hun zinnen ijziger dan dit wilgenland
grauw zijn de gebouwen die gauw de luiken sluiten waar harde witte harten wonen de kille kikkers die vergeten zijn in hun herberg zonder plaats voor zwarte zwervers zonder haat
rood gloort hun hoop en groot wordt weer hun droom bij het blauwe huis de groene deur de gastvrije mond naar een open haard waar vlammend geel het vooroordeel vergaat tot as
Albert Schrever - Tweede dorpsdichter Galmaarden 2008
Tweede dorpsdichter Galmaardenanno 2008
Wie: Albert Schrever
Geboren:Geraardsbergen, 5 oktober 1945
Wonende:Geraardsbergen
Vooruit vertel
Albert Schrever werd in Geraardsbergen geboren op 5 oktober 1945 als vijfde kind van Julia Gelan, winkelierster, en Jules Schrever, zelfstandige drukker van wie hij de liefde en het respect voor talen meekreeg.
Studies en verder
Na de lagere klassen en de Grieks-Latijnse humaniora in het plaatselijk Sint-Catharinacollege studeerde hij Germaanse filologie aan de KULeuven (1964-1968) waar hij zijn einddiploma haalde met een scriptie over "De Geraardsbergse persoonsnamen in 1374 en 1417".
Van 1968 tot 1976 onderwees hij de vakken Nederlands, Engels en Duits in de hogere klassen van het Middelbaar Onderwijs eerst in het Sint-Catharinacollege en daarna in het Technisch Instituut Sint-Jozef in zijn geboortestad. Intussen was hij in 1971 gehuwd met Marie-Jeanne Merckx die hem twee kinderen schonk. In datzelfde jaar nam het echtpaar de zaak van zijn ouders over.
En het schrijven?
Eind 1977 ging hij in op het voorstel van de VUM om lokaal correspondent te worden van "Het Nieuwsblad" (HN, tot 1992). Ook "De Beiaard" (1982...), Radio 2 Oost-Vlaanderen (1986-1992) en "Het Spuwerke" (1994-2007) nodigden hem uit voor hen te schrijven.
Enkele data waar hij trots op is:
-in 1981 verzorgde hij de taalkundige eindredactie van de studie "900 jaar St.-Adriaansabdij Geraardsbergen" van Geert Van Bockstaele, Martine Pieteraerens, Freddy De Chou en Robert en Michel Muylaert,
-op 6 oktober 1986 publiceerde hij in HN een artikel onder de titel: "De M van Geraardsbergen" wat stilaan een gevleugelde slogan is geworden,
-op 14 juli 1987 bewees hij in HN en voor Radio 2 dat de Vlaamse missionaris Pieter van Gent (ca. 1480-1572) niet werd geboren in Gent (waar hij een standbeeld heeft) maar in Idegem waar in 1992 een gedenkplaat tegen de kerkmuur werd aangebracht. Onder de leiding van Joris Capenberghs en Sander Spanoghe en samen met Julien Borremans en een aantal specialisten (prof. dr. em. John Everaert, prof. dr. Jan De Vos, Marc Colpaert...) werkt hij mee aan een publicatie over Pieter van Gent die wellicht in Idegem een standbeeld zal krijgen,
-op uitnodiging van de plaatselijke VVV schreef hij in 1988 een boekje over "Louis Bert-de l'Arbre en de neogotiek in Geraardsbergen",
-op uitnodiging van onze provincie en samen met kunsthistorica Martine Pieteraerens schreef hij in 2000 het werkje "Neogotisch Geraardsbergen de realisaties van Louis-Bert-de l'Arbre" dat verscheen in de kleine Cultuurgidsen van de provincie Oost-Vlaanderen,
-samen met kunsthistoricus Marc Van Gysegem schreef hij in 2000 het rijkelijk geïllustreerde werk over "Notaris-fotograaf Désiré Declercq (1842-1923) pictorialist-documentarist", uitgegeven door onze stad,
-in 2004 gaf onze stad zijn studie uit over "Geraardsbergen zijn taalgebruik en zijn taaleigen",
-in 2008 werd hij aangesteld als Galmaardse dorpsdichter en
-de historische vereniging "Gerardimontium" besliste hem op 9 oktober 2011 het "Eremerk Graaf Boudewijn" uit te reiken uit waardering voor zijn culturele inzet voor zijn stad.
Enkele gedichten
Ik kan hem niet meer missen, mijn trouwe gsm
Sonnet met volta tussen strofe 2 en 3
Ik kan hem niet meer missen, mijn trouwe gsm,
mijn boezemvriend en bondgenoot,
door wie mijn wereld zich ontsloot:
ik kan niet leven zonder hem!
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
bel ik naar ieder die ik ken.
Ik gsm en dus ik ben
en blijf zo uren aan de praat.
Maar als de avond is gevallen
ben ik dat hels getater moe: mijn ogen vallen toe
na al dat telefonisch lallen.
Nu mag ook hij wat rusten, mijn trouwe gsm,
vermoeide vriend en lotgenoot, mijn uitgeputte duizendpoot.
Ik ga nu slapen... zonder hem!
juni 2005
Er lag een duif dood in de Duivenstraat
Aandoenlijk, sober en veelzeggend!
In 't midden van de Duivenstraat
lag er een duifje dood,
alleen en zonder toeverlaat,
vol bloed, met een gebroken poot.
zomer 2005
Van roken komt mij kleine bate:
de artsen raden mij dat ik het late...
Een sigaret is als een spook:
van buiten wit, gehuld in smook.
Dat spook omarmt je onverwacht
maar doet iets anders dan je dacht.
Er zijn er die 't niet willen weten:
de rookstok geeft fatale beten!
Hij krijgt je langzaam in zijn macht
totdat hij je totaal ontkracht.
Roken brengt aan niemand baat:
stop liefst wat vroeger dan te laat.
Maar wie er nooit is mee begonnen
heeft hier bij voorbaat al gewonnen.
Van roken komt maar kleine bate...
december 2005
Naar aanleiding van een poëtisch happening
Onze stad is rijk aan poëten
Er wonen poëten bij ons in de stad:
ze pleegden al menig gedicht.
En wie hen ooit kruiste op hun pad
werd door hun woorden verlicht.
Dichters verwoorden wat iedereen voelt;
ze zijn dat al eeuwen gewend.
Wat door jouw of mijn hoofd soms eens woelt
krijgen zij zó neergepend.
Dichters zijn als filosofen:
over alles denken ze na
en, al dan niet in strofen,
verwoorden ze hun aha.
Een dichter is als een idool
wiens boodschap ons versterkt.
Poëzie is als een school
die ons met woorden bewerkt.
Onze stad is rijk aan poëten:
ze vinden voor alles een woord
En zonder dat ze het weten
hebben ze ons bekoord.
december 2005
Elk poogt wel eens te dichten
Scripta manent
Elk poogt wel eens te dichten
om zijn lot wat te verlichten
of zijn gedachten weer te geven
over de dingen van het leven:
een eindeloze thematiek
van ontroering tot kritiek;
een vat vol inspiratie
over lelijkheid of gratie.
Een dichter zingt zoals hij is gebekt:
zijn lied zij kort of 't zij gerekt.
Naar iets streeft hij in elk geval:
een inhoud die steeds blijven zal.
We horen vaak dat hij die schrijft
dankzij zijn tekst in leven blijft.
Maar pas wanneer hij toppen scheert
wordt hij in eeuwigheid geerd.
augustus 2005
Panta rhei: alles is voortdurend in beweging
Lyrische bedenkingen over de seizoenen van het leven
Roland Bourgoignie - Eerste dorpsdichter Galmaarden 2007
Eerste dorpsdichter Galmaardenanno 2007
Wie: Roland Bourgoignie
Geboren:Gent, 6 januari 1948
Wonende:Galmaarden
Vooruit vertel
De vader van Roland Bourgoignie was licentiaat Germaanse talen op de Rijksnormaalschool in Gent waarbij hij toekomstige regenten Nederlands en Duits doceerde. Zijn moeder was regentes snit en naad, maar besloot na haar huwelijk om zich als huisvrouw te concentreren op haar gezin.
Tot aan haar dood woonde Roland enkele maanden bij zijn overgrootmoeder in een afgedankt achterhuisje te Sint-Amandsberg bij Gent. Voor haar schreef hij onderstaand gedicht:
Nog maar eens een babyboomer in zijn eerste huisje
Gevoed dank zij wat bonnetjes omdat de melk niet te betalen was, als hoop van grootoma, nog wat in leven net toen de vrede drie jaar oud was.
Onbewust van wat kwam en wat toen komen ging, alsof ook weer een interbellum aanbrak.
Onbewust van het lidmaatschap van wat men een halve eeuw later de babyboomers zou gaan noemen.
Exponent van hoop, geloof en liefde die nog straffeloos konden gepromoot worden in de heilige Kerk van paus Pius twaalf van Rome, ver van bed, werk en zin voor realiteit.
Gevoed dank zij de nonnetjes omdat de dokter niet te betalen was.
In het derde leerjaar schreef Roland zijn eerste gedichtjes. Jaren later als toekomstig onderwijzer op observatie- stelde hij tot zijn verbazing vast dat in datzelfde derde klasje jaar na jaar een van zijn gedichten aan de leerlingen werd aangeleerd.
Studies
Roland volgde Latijns-wetenschappelijke humaniora in het Sint-Gregoriuscollege te Ledeberg, en deed daarna een eerste kandidatuur Germaanse Filologie aan de universiteit van Gent.
Omdat het schrijven van een roman zijn voorkeur genoot, hield hij die studies na een jaar voor bekeken. Intussen had hij in het KSA zijn belangstelling getoond voor het entertainen en opvoeden van jongere kinderen. In die mate dat zijn vader hem voorstelde te studeren voor onderwijzer. Door het tekort aan leerkrachten kon je destijds in één slopend jaar het onderwijzersdiploma behalen met meer dan veertig lesuren per week.
In 1968 stond hij in Melle voor het eerst tussen het schoolbord en de leerlingen. Na acht jaar muteerde hij naar het Sint-Catharinacollege in Geraardsbergen.
In 1971 huwde Roland en verhuisde in 1978 naar Tollembeek.
Ondertussen adopteerden hij en zijn vrouw twee schatten van kinderen. Tot op heden is het echtpaar Bourgoignie van oordeel dat zij hierdoor de kinderen een betere toekomst konden geven en werden zij al drie keer fiere grootouders.
En het schrijven?
Tijdens die periode schreef Roland merkelijk minder gedichten maar werkte degelijk aan een aantal jeugdboeken en een paar romans die helaas nooit werden gepubliceerd. Mede door de grote werkdruk in het onderwijs verdween het schrijven helemaal naar de achtergrond.
Maar
In 2006 sloot hij de schoolpoort achter zich. In 2007 schreef hij, zonder hoop op zege, vier gedichten voor zijn deelname aan de wedstrijd gebonden aan de titel van Dorpsdichter van Galmaarden. Tot zijn verrassing werd hij verkozen tot eerste dorpsdichter van Galmaarden.
Veel van zijn tijd gaat naar het verzorgen van zijn vijf blogs op seniorennet. Op de blog 'Frankie' plaatst hij wekelijks vijf gedichten en op 'Zondag' geeft hij op een kritische, relativerende, cynische of satirische manier een persoonlijke commentaar op onderwerpen uit het nieuws.
Enkele gedichten
Rusten in de tuin om half vijf
De knoppen van mijn appelboom barsten geluidloos open en de takken tekenen netten op de zachte hemel, en dan davert een tractor voorbij
Zachtjes komt de wieg tot stilstand na het neuriën van de moeder die haar hoofd laat rusten bij de lichte adem van haar kind tot een quad hun slaap verscheurt
Een grasmachine spuwt knetterende rook en begeleidt het snijdend snoeien van een woeste motorzaag en de pendelaars in hun auto's die naar huis rijden op zoek naar rust
Opluchting
De lucht zat vol blizzards die me toegrijnsden toen ik de deurknop deed trillen van angst met mijn stervende vingers.
De media spuiden rampen die me dreigden eer ik besloot de deur naar de lusttuin te verkennen tegen beter weten in.
De cumulus van mijn gedachten explodeerde in een fraaie regenboog die zachtjes landde in de harten die mijn ritme slaan.
De dageraad van toen is weg na vandaag sinds de zon mijn deur laat openstaan en ik haar opvang in mijn handpalm.
Oude baksteen
Met een rake slag van snedig nijdig staal op het houten handvat van mijn oud truweel lost de mortel die verdwaalde baksteen kaal, verpulvert zandig stof dat stuift als meel
Dan dringt de baksteen brandend in mijn brein, als hellevuur dat klei verhardt met rook en stoom en zie ik zwetend' handen die er niet meer zijn maar konden bouwen aan een nu vergane droom
Roland Bourgoignie
mds
Categorie:Roland Bourgoignie Tags:Eerste dorpsdichter Galmaarden, Roland Bourgoignie
14-05-2011
Beelden in het Pajottenland - Jan en Stijn Heyvaert (door Rik Wouters)
Beelden in het Pajottenland - Jan en Stijn Heyvaert
In 1845 verscheen in Den Vaderlander, een Gentse periodiek, een vervolgverhaal met als titel 't Payottenland gelyk als het van ontyds gestaen en gelegen is van een zekere Twyffelloos. In 1849 verscheen het in boekvorm. In 1852 verscheen onder 't Payottenland zoo als het van onheugelyke tyden gestaen en gelegen is, een gewijzigde titel en een verminderde en verbeterde uitgaef.
Zoek deze plaatsen niet via een zoekrobot op. De meeste zal je niet vinden: bovenstaande tekst is immers in oud-Nederlands gesteld. Sommige plaatsen bestaan zelfs niet meer of zijn in 1977 met andere gefusioneerd.
Ze hebben twee dingen met elkaar gemeen. Ze liggen ten zuidwesten van Brussel. Ze maken deel uit van het vermaerde Payottenland. Die landelijke streek die nu nog als een grote tuin kan beschouwd worden, was rond het midden van de negentiende eeuw helemaal niet zo bekend. Integendeel zelfs, in 1845 was de naam van de streek, waarover ik het in een andere bijdrage zal moeten hebben, pas door Twyfelloos, pseudoniem voor advocaat Gronckel uit Lennik in de toenmalige Belgische provincie Brabant, nu Vlaams-Brabant, uitgevonden.Hij heeft zijn werk echter gepubliceerd onder het pseudoniem Franciscus-Josephus Twyffelloos.
Het gaat om een verhaal vol fantasie. Dit blijkt onder meer uit het begin van het boek waar Twyfelloos iedereen de toelating geeft om zijn werk na te drukken en dit staaft door die verklaring te ondertekenen, met de analfabetische X. Deze verklaring wordt door de handtekening van de Gronckel als echt verklaard.
Jan Heyvaert woont in Galmaarden in het Pajottenland. Hij was in 2009 officiële dorpsdichter van die gemeente. Hij heeft opgemerkt dat zijn streek rijk is aan beelden. Hij heeft er 35 geteld en heeft zich daarbij beperkt tot driedimensionale beelden in openbare ruimtes. In Kijkgebod, een woord vooraf, heeft hij het over hoofdzakelijk beelden die een verhaal vertellen ( ): een brok lokale geschiedenis, een aspect van het plaatselijke leven, een traditie, een stukje verdwenen cultuur of folklore , kortom dat wat een buitenstaander de kans biedt om de streek en niet zelden de geschiedenis van de gewone man meer dan zomaar oppervlakkig te leren kennen.
Urbain Servranckx, beter bekend als Urbanus en zelf een Pajottenlander, prijst in zijn voorwoord het boek als volgt aan:
Waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men een postuurken tegen.
Of het Nederlands hiermee een Zuid-Nederlandse uitdrukking rijker is, zal de toekomst uitwijzen. Urbanus schrijft verder:
Daarom raad ik iedereen aan, neem dit boek van Jan Heyvaert ter hand en zoek ze één voor één op, de mooie beelden van het glooiende Pajottenland. Aanschouw ze met de verwondering van een kind, neem uw hoed af, ontbloot uw bovenborst en zing een volkslied, maakt niet uit van welke parochie, maar toon respect voor ons dierbaar patrimonium.
Jan heeft aan Urbanus woorden gedacht en ervoor gezorgd dat men de beelden kan bewonderen. Zijn zoon Stijn heeft de beelden in fotos die niet zelden in details analyseren, tot leven gebracht. De plaatsen waar de beelden staan, zijn weergegeven, niet alleen met straat- en gemeentenaam, maar ook met GPS-coördinaten en vermelding van de plaats op toeristische fietsroutes. Niet voor niets is Jan een fanaticus van natuur en natuurbeleving.
Het boek valt uiteen in 6 hoofdstukken: Geschiedenis in beeld, Onvergankelijke folklore, Plechtig vereeuwigd, Mensen van steen en brons, Kunst om de kunst en Een buitenbeentje. Jan heeft bij elk van de beelden relatief korte teksten geschreven. Ze lezen vlot en zijn tweeledig: geschiedkundige wetenswaardigheden die op een duidelijke manier verwoord zijn, worden afgewisseld, met eigen beschouwingen. Niet zelden wordt er poëzie - en wat is dichtkunst anders dan beelden uit woorden in plaats van uit steen, brons of klei - geciteerd van onder meer zijn voorlopers en opvolgers als dorpsdichter(es) van Galmaarden. Vooral de eigen bedenkingen en de literatuur zorgen ervoor dat dit geen geschiedkundig werk in de strikte en niet zelden (te) afstandelijke betekenis van het woord is.
Sta me toe om iets nader op het hoofdstuk Geschiedenis in beeld in te gaan. In Strenge volharding in arduin heeft Jan het over het kartuizerklooster van Herne. De bijdrage begint onverwacht:
Met een alcoholpercentage tussen veertig en eenenzeventig percent is Chartreuze geen drank voor doetjes. Die kruidenlikeur wordt gemaakt met meer dan honderd verschillende soorten kruiden, andere planten en specerijen ( ).
In dat klooster dat in 1314 werd gebouwd, werd in de tweede helft van de veertiende eeuw de eerste Middelnederlandse bijbelvertaling gemaakt. In 1503 werd het hart van Margaretha van York, tweede vrouw van Karel de Stoute, er bijgezet.
In Een vrouw om op (terug) te vallen leert hij de lezer Angela van Leeuw kennen. Hij is verwonderd over informatie van de lokale heemkring: Zo vinden zij het ook niet merkwaardig dat Angela haar domein niet schenkt aan het bisdom Kamerijk of Cambrai in Frankrijk (alsof een leek weet waar dat precies lag), of aan de abdij van Nijvel of Nivelles, niet ver van Sint-Pieters-Leeuw, maar aan een kapittel in Keulen. Brabant was immers volgens de auteurs ook op het Rijnland afgestemd ( ).
In Klein monument voor een groot exportproduct en Drie ton brons op brede hoeven wordt de lezer bijna letterlijk geconfronteerd met het Brabants, ook Belgisch genoemd, trekpaard, een dier dat gebruikt werd voor werk in bossen en havens, land- en mijnbouw en industrie. In het begin van de twintigste eeuw was het hét Belgische exportproduct. Het werd onder meer uitgevoerd naar Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland, Rusland en de Verenigde Sgtaten. De tweede bijdrage handelt over Prins, een Brabants trekpaard én standbeeld op de Markt van Sint-Kwintens-Lennik, dat het meest-monumentale of grootste beeld in de streek is. Maar wat is groot: hoog, breed, lang of zwaar? Op Prins, 4.30 meter hoog en 3.000 kilo zwaar, zijn eigenlijk de vier adjectieven van toepassing.
In Honderd jaar slavenwerk kaart Jan één van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van de streek aan. Hij citeert een fragment uit een gedicht van mezelf:
in het hoofd van de mijnwerker is meunier / binnengeslopen. zijn zwarte huid is / brons geworden. aan het station blijft / hij zwoegen. onzichtbaar bijna. on- / hoorbaar. eindelijk leert hij de seizoenen / kennen. eindelijk is hij thuis, voor altijd.
Die fossemannen, dialect voor mijnwerkers, gingen in Wallonië, het zuidelijke, Franstalige deel van België, in erbarmelijke omstandigheden werken: hoewel uitbuiting en discriminatie er enorm was, waren de lonen er veel hoger dan in Vlaanderen. In het begin van vorige eeuw gingen meer dan 1.600 Pajottenlanders meestal met de trein naar het Walenland zwoegen: er werd speciaal daarvoor een spoorlijn aangelegd.
Geloof echter niet dat slechts in bovenvermeld hoofdstuk geschiedenis aan bod komt. Elders wijdt Jan uitgebreid uit of heeft hij het terloops over onder meer de champetter of lokale politieagent, kantwerken, het kaatsspel dat ook in Nederland gespeeld wordt, de Ronde van Vlaanderen waarvan de aankomst in Meerbeek in het Pajottenland ligt, de heilige Pauwel die de pest bestreed, Makrallen of heksen, hop dat gebruik wordt bij de bereiding van geuze dat het enige bier dat niet gebrouwen wordt, is, José Martí, de Cubaanse vrijheidsheld vóór Che en Fidel, En in Nobeler dan een bloot meisje met een kieken of een kip natuurlijk over het bizarre en lachverwekkende Urbanusstandbeeld te Tollembeek, naar een ontwerp van de komiek zelf ontworpen.
Jan heeft zich bij het bedenken van de titel van zijn boek nederig opgesteld. De titel luidt immers: Beelden in het Pajottenland. Hiermee lijkt hij eer te bewijzen aan zijn zoon die voor de fotos gezorgd heeft. Toch is hij zichzelf niet vergeten. Met de ondertitel en iets meer dat uiteraard kleiner dan de titel afgedrukt is, verwijst hij zijn enige twijfel naar zijn teksten die als poëtisch proza kunnen omschreven worden..
Een boek vol beelden dus en erbij aansluitende teksten. Of is het andersom? Kortom, een lees- én kijkboek over elementen van een nog grotendeels ongerepte streek die om bezoek smeekt..
Dit boek is te bestellen bij uitgeverij De Draak: www.dedraak.org
Beelden in het Pajottenland - Jan en Stijn Heyvaert ISBN: 9789490738037 Uitgever: De Draak 216 pagina's Prijs: 18.95
Categorie:Rik Wouters Tags:Rik Wouters, www. historiek.net, Pajottenland, Jan en Stijn Heyvaert
12-05-2011
Beelden uit het Pajottenland en iets meer - Jan en Stijn Heyvaert (door Albert Schrever).
De Ronde van Vlaanderen en Meerbeke in "Beelden uit het Pajottenland... en iets meer"
door Albert Schrever
In het Baljuwhuis van Galmaarden vond vorige zondag de voorstelling plaats van de fraaie publicatie over "Beelden in het Pajottenland... en iets meer" van de hand van Jan Heyvaert, dorpsdichter van Galmaarden 2009, en vakkundig verlucht met knappe foto's van zijn zoon Stijn.
Hoewel Meerbeke met de eindmeet van de Ronde van Vlaanderen de enige Oost-Vlaamse gemeente is die in het werk voorkomt zal elke lezer plezier beleven aan het hele werk, niet alleen om de knappe beschrijving en de kunstige foto's van ruim dertig beelden in het naburige Pajottenland maar ook om het "ietsje meer" dat de auteur aan zijn lezers meegeeft. Het werk (215 pag.), met een voorwoord van Urbanus uit Tollembeek, is grafisch en typografisch toebereid en verlucht door Bernard Vanderheijden.
Toen de Koninklijke Bond der Oost-Vlaamse Volkskundigen in 1994 het werk "Eigentijdse straatbeelden" van de Zottegemse volkskundige Renaat van der Linden (1918-1999) uitgaf was dit niet alleen een actueel maar ook een selectief inventaris van ruim 150 beelden die de voorbije dertig jaar "langs de straat" een plaats hadden verworven in onze Vlaamse provincies. Na een uitvoerige inleiding en een klassificatie zoals alleen Renaat dat kon organiseerde de auteur per provincie een défilé van de geselecteerde beelden. Op de hem eigen wijze wist Renaat ieder beeld te beschrijven en te illustreren met foto's, tekeningen, archiefstukken...
Toen ik dit werk, na bijna twintig jaar, opnieuw ter hand nam wist Renaat me weer te boeien, van het begin tot het einde... Zowel de teksten als de foto's en andere illustraties maken de lezer nieuwsgierig naar die onvoorstelbare rijkdom die Renaat in het boeiend Vlaamse volksleven wist te ontdekken en bekend te maken.
Anders maar daarom niet minder waardevol is het werk over "Beelden in de straat Zij vertellen hun verhaal Kleine monumenten in Oost-Vlaanderen" van de hand van Lut Bavay en Annelies Van den Bruele en in 2004 uitgegeven door Heemkunde Vlaanderen: een inventaris van 364 Oost-Vlaamse kleine monumenten "die een band hebben met de plaatselijke gemeenschap. Zo ontmoet de lezer een plejade van Oost-Vlaamse geleerden, kunstenaars, politici, industriëlen, helden van allerlei allooi... Ook zijn er tal van beelden en beeldjes opgenomen over verdwenen en bedreigde ambachten, over folkloristische onderwerpen als spotnamen, volksspelen, gebruiken, volksliedjes... Van elk ervan kunnen we een fragment van de lokale geschiedenis aflezen en dat maakt ze telkens boeiend". We mogen hier niet spreken van een saaie opsomming maar van een spannende exploratie door onze provincie die de beelden en hun volkskundige betekenis tot leven weet te brengen.
Jan Heyvaert (rechts) neemt zijn boek in ontvangst
Beelden in het Pajottenland
Het jongste (en naar we hopen niet het laatste) werk van vader en zoon Heyvaert verschilt van de vorige twee publicties in de eerste plaats wat het beperkt aantal (34) beelden betreft. Die selectie is echter geen beperking want ze biedt de auteurs de kans ieder kunstwerk uitvoerig te behandelen en aspecten te ontrafelen die getuigen van ernstig onderzoek.
De stukken over het Trekpaard -Brillant in Vollezele en Prins in Lennik- schetsen ons in nauwelijks enkele, fraai geïllustreerde bladzijden de geschiedenis van het Brabants Trekpaard wiens stamvader het levenslicht zag in... het Oost-Vlaamse Grimminge. Bijzonder waardevol vinden we het feit dat de auteur zijn keurig geschreven verhaal vaak literair aanvult en afwisselt met vakkundig gekozen stukjes poëzie.
We kunnen het niet nalaten hier "den Dikken van Pamel", een man met mythologische proporties, even aan bod te laten komen. Sinds we dit imposante beeld aan de Denderoever in Pamel een paar jaar geleden ontdekten bleef dit gigantisch meesterwerk in onze geest leven. Het Heyvaertduo motiveert: je kunt niet enkel een parallel trekken met Piere de Beeste van Willem Vermandere maar je zal ook vaststellen dat de beeldhouwer zich beperkte tot de essentie: "een openhangende vest en een enorme broek waarvan de bovenste knoop niet dicht kan, maar geen lichaam, geen hoofd. Doordat de handen nonchalant in de broekzakken zijn gestopt, zie je werkelijk niets lijfelijks terwijl juist dat omvangrijk lichaam van Viktor De Klercq toch zijn faam heeft gemaakt".
Zoals bij alle overige beschrijvingen weet de fotograaf ook hier aandacht te vestigen op onopvallende -maar daarom niet minder betekenisvolle- details. Het "En iets meer" uit de titel ligt daar en op iedere pagina van het werk verborgen.
Jan Heyvaert samen met Urbanus. Urbanus schreef het voorwoord.
En iets meer
Voor wie uit is op "weetjes om mee uit te pakken op recepties..." geeft de auteur aan zijn lezers ook een leuke reeks interessante gegevens mee. Zo is Prins, het meer dan vier meter hoge trekpaard in Lennik, het grootste beeld terwijl het kleinste, een gedenkteken naar aanleiding van 50 jaar Chiro, te kijk staat voor de kerk van Kokejane. In Galmaarden staan niet minder dan zeven beelden, het record in de reeks terwijl Pepingen het moet stellen zonder ook maar één beeld! Het oudste beeld, de Galmaardse arts Limbourg in Anderlecht, is precies een eeuw oud terwijl het jongste pas vorig jaar tot stand kwam: de zonnewijzer in Kokejane.
De beeldhouwer die het grootste aantal kunstwerken leverde is Koenraad Tinel (Gooik) met vier stuks: Prins in Lennik, Urbanus in Tollembeek, en de Larf in Gaasbeek en in Vollezele. Ook Geraardsbergen, in de Vlaamse Ardennen en niet in het Pajottenland, heeft hier zijn verdienste: de grootvader van Koen Tinel (°1959) was de Geraardsbergse kunstenaar Frans Tinel (1895-1964). Hij sculpteerde en exposeerde ook een aantal beelden en hij ontwierp enkele vooroorlogse kermisaffiches voor de Oudenbergstad. De Tinels waren ook verwant met de bekende beeldhouwersdynastie D'Haese met o.m Roel, Begga, Reinhoud, kinderen van de Geraardsbergse Bert d'Haese en van Paula Tinel, nicht van Edgar, componist en pianovirtuoos.
Blijvend eerbetoon
De wielerliefhebbers kennen beslist het rennersduo nabij de kerk van Meerbeke, een aandoenlijk monument aan het eindpunt van de heroïsche Ronde van Vlaanderen die ook dit jaar nog haar apotheose kende op Oost-Vlaams grondgebied. Wat ook de toekomst moge zijn van de finale van de Ronde het kunstwerk van Dierik Potvlieghe is er een blijvend eerbetoon aan onze Flandriens.
Ieder beeld uit het Pajottenland dat vader en zoon Heyvaert ons met de pen en met de camera presenteren getuigt van vakmanschap. Jan en Stijn vormen een artistiek duo en we hopen dat ze hun kijkende lezers in de toekomst nog vaak op gelijkaardige en gelijkwaardige prestaties mogen vergasten.
Belangstellenden kunnen hun werk, uitgegeven door "De Draak" in Begijnendijk, rechtstreeks bestellen via de website van de uitgeverij: www.dedraak.org.
Het boek kost 18.95 EUR en thuisbezorging kost geen cent meer dan de winkelprijs.
Albert Schrever
Categorie:Albert Schrever Tags:Jan Heyvaert, Stijn Heyvaert, Albert Schrever, Beelden uit het Pajottenland en iets meer
11-05-2011
Nieuw dorpsgedicht op de binnenkoer van het Baljuwhuis
Nieuw dorpsgedicht op de binnenkoer van het Baljuwhuis
Op zondag 8 mei 2011 tijdens de streekproductenbeurs Pajotternijen in het Baljuwhuis werd op de binnenkoer mijn nieuw dorpsgedicht voorgesteld. Dit gedicht zal het hele jaar op de binnenkoer te lezen zijn.
Nectar en ambrozijn
Tot waar de boomgaard, de melkboer met paard,
de scharensliep en de buikige beenhouwer
blauw van kou maar kwiek als een bliek?
Tot daar de hoefslagen en het kloefgeweld in sporen
van horen vertellen. Ze klepperen na in kronieken
van slaven in t veld met erre, erre de kreunende kerre.
Vertel de kinderen -verkrampt in duimtaal- over het stoeien
in het lome loof en het soezen op schommelschoot met
wangen bloedrood in de gloed van de Leuvense stoof.
Gelukkig nog d ouden van dagen bewerend bij hooi en bij gras
hoe goed maar hoe hard het was. Ze wentelen in muziek
uit de jaren, stilletjes drinkt zij kriek, hij lambiek.
Tot nu zijn de moeders, geurend naar mekkermelk en halve
maan, de nectar en de ambrozijn. Eromheen tjilpt de ringmus
het Pajotse landlied. O ja, wat hier is bewaard, sterft niet.
Marleen De Smet
Categorie:Marleen De Smet Tags:Nectar en abrozijn, Pajotternijen, dorpsdichter Galmaarden, Marleen De Smet
10-05-2011
Rik Wouters, een vierde grote broer beklom de muur van het Baljuwhuis
Rik Wouters krijgt een permanente plaats in de tuin van het Galmaardse Baljuwhuis
Tijdens de Pajotternijen op zondag 8 mei 2011 werd in de tuin van het Baljuwhuis een nieuw gedicht Galmaardse Stilte van Rik Wouters, dorpsdichter 2010, onthuld.
De voorbije jaren plaatste de gemeente al drie gedichten van o.a. Albert Schrever, Albert Bourgoignie en Jan Heyvaert.
Galmaarde stilte van Rik Wouters (2010)
passer montanus van Jan Heyvaert (2009)
Stilte van Albert Bourgoignie (2008)
Galmaarden met je duizend gezichten van Albert Schrever (2007)
Zicht op de muur die mijn vier grote broers beklommen. De gedichten zijn permanent te bezichtigen en te lezen.
In 2012 bind ik de pedaalriempjes aan voor de loodrechte klim tegen de muur. Hopelijk wordt het geen chasse patate en sluit ik de gaten in het kielzog van mijn voorganger tot ik het heerschap vooraan kan bereiken. Ach, bezieling geeft me vleugels...
... en er werd me gezegd dat het geeuwend vuilbakje zal worden verplaatst.
Albert Schrever uit Geraardsbergen is genomineerd voor het Eremerk Graaf Boudewijn. Dat is een prijs die Gerardimontium jaarlijks uitreikt. De vereniging, die zich bezig houdt met lokale geschiedenis, reikt de prijs al voor de 5de maal uit. Graaf Boudewijn is de stichter van de stad Geraardsergen. De oorkonde wordt jaarlijks uitgereikt aan mensen of verenigingen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt of maken door de verspreiding van de kennis van het lokaal verleden of voor het behoud van ons cultuurhistorisch erfgoed.
Albert Schrever levert sinds jaren een betekenisvolle bijdrage voor het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed, onder meer door zijn talrijke publicatie over lokale geschiedenis en taalkunde. Zo maakte hij in 2004 een studie over Geraardsbergen, zijn taalgebruik & zijn taaleigen.
Categorie:Marleen De Smet Tags:Marleen De Smet, Gaby Desmyter, Willie Verhegghe, Marnixring, stadsdichter, dorpsdichter, Kalvaar
14-04-2011
De curieuzeneuzemosterpot van Albert Schrever
Tekst van Albert Schrever zoals die werd opgenomen in het Dialectenboek 11 verschenen naar aanleiding van de elfde Dialectendag dit eind vorige maand plaatsvond in het Nederlandse Delft.
Curieuzeneuzemosterpot: springlevend dialect
Wanneer kinderen al te nieuwsgierig zijn en vervelende vragen stellen krijgen ze vaak (een gedeelte van) de toenaam curieuze(neuze)(mosterpot), een dubbele samenstelling waarvan iedereen begrijpt wat ze betekent. Toch lijkt het ons de moeite even dieper in te gaan op die nogal lange samenstelling.
Waar men gaat langs Vlaamse wegen komt men een 'postuurken' tegen, schrijft Urbanus in het voorwoord van Beelden in het Pajottenland .
Zijn dorpsgenoot Jan Heyvaert vertelt hierin het verhaal achter de 'postuurkens' in onze streek. Maar niet in de vorm van een droge brok geschiedenis of cultuur zoals ze al in heel wat andere boeken te lezen valt. Hij maakt er veelal persoonlijke verhalen van en verweeft de culturele, historische, folkloristische of artistieke bestaansreden van elk beeld met humor, filosofische bedenkingen, kritische noten over de mensheid, bespiegelingen omtrent taal, poëzie van dichters uit de streek. Zijn zoon Stijn tekent voor de originele kleurenfoto's.
Beelden in het Pajottenland (21x22,5 cm, 216 blz.) wordt voorgesteld ter gelegenheid van de Pajotternijen, op 8 mei om 10.30 uur in het Baljuwhuis.
Wil je erbij zijn, mail dan naar de uitgeverij (lut.desmet@dedraak.org) met hoeveel personen je komt. Het boek is er (ook de rest van de dag) te koop voor 16,95 euro i.p.v. 18,95 euro.
Categorie:Jan Heyvaert Tags:Beelden in Pajottenland, Jan Heyvaert, Stijn Heyvaert, Uitgeverij De Draak
25-02-2011
Filmmoment
Uitreiking van de Bronzen Urbanus en de voorstelling van de dorpsdichter(es) 2011.
De cultuurraad van Galmaarden wil nog meer initiatieven om de gemeente te laten uitgroeien tot een poëziedorp.
De cultuurraad starten met een werkgroep die moet bekijken hoe de gedichten van de vijf dorpsdichters een stek kunnen krijgen op verschillende plaatsen in de gemeente. Een paar maanden geleden werd van elke dorpsdichter al een gedicht geplaatst langs de tuinmuur van Het Baljuwhuis. Maar voorzitter Elie Herregodts van de cultuurraad wil poëzie nog meer promoten.
'De gedichten in de tuin van het Baljuwhuis krijgen goede kritiek', zegt Elie Herregodts. 'Gedichten moeten ook kunnen op andere locaties, zoals het stationsplein of het dorpsplein in deelgemeenten.'Jan Heyvaert, dorpsdichter van 2009 en ondervoorzitter van de cultuurraad, ziet ook mogelijkheden langs wandelwegen zoals de Andries Dhoevewandeling en de Walgraevewandeling.