De Baureihe E 69/169 bestaat in totaal uit slechts vijf exemplaren. Opvallend voor zo’n kleine serie is dat de locs daarbij onderling ook nog eens flink van elkaar verschillen voor wat betreft het uiterlijk en de techniek.
De vijf locs zijn onlosmakelijk verbonden met de lijn Murnau-Oberammergau in Beieren. In 1900 werd deze 24 km lange lijn door de 'Aktiengesellschaft Elektrizitätswerke' geopend. Maar na slechts een jaar ging de maatschappij al failliet vanwege de economische crisis en grote technische problemen. Voor de lijn had men namelijk gekozen voor draaistroom (3 fasen wisselstroom), een techniek die op dat moment nog niet goed uitvoerbaar was. De 'Bayerische Staatbahn' nam de lijn over en probeerde er een nieuwe koper voor te vinden. In 1904 werd de 'Localbahn Aktiengesellschaft' (LAG) de nieuwe eigenaar. Na overleg met Siemens werd nu gekozen voor éénfase wisselstroom. Nadat de eerste treinstellen reden, wilde de LAG ook goederen gaan vervoeren. Daarvoor werd in 1905 een kleine twee-assige locomotief besteld, de LAG 1. De loc reed in 1906 zijn eerste ritten en voldeed prima in de praktijk. Vanwege het succes van deze eerste loc, werden in 1909 en 1912 al twee nieuwe locs in bedrijf genomen. De LAG 2 en LAG 3 gingen de treinstellen vervangen, die tot dan toe het reizigersvervoer hadden gedaan. De nieuwe locs leken weliswaar op de LAG 1, maar waren sterker en ook in technisch opzicht anders. Later kwamen er nog de LAG 4 en 5.
In 1936 werd de LAG overgenomen door de staat en zo kwamen de 'Oberammergau Bahn' en de vijf locs terecht bij de 'Deutsche Reichsbahn'. De locs kregen toen ook een nieuwe bouwserienaam: E 69. Kort voor de Tweede Wereldoorlog, die de locs overigens zonder problemen overleefden, werden de 01, 02 en 03 gemoderniseerd en kregen sterkere motoren. Omdat de 'Oberammergau Bahn' nog over een apart stroomsysteem beschikte, werd in 1954 de lijn aangepast aan de rest van Duitsland: 15000 volt en 16 2/3 Hz. Om de locs nog verder te kunnen gebruiken, besloot de 'Bundesbahn' om de 02, 03, 04 en 05 om te bouwen De locs kregen echter steeds weer opnieuw aanpassingen en onderhoud om ze rijdend te houden, zodat ze tot op heden als museumlocs nog steeds te zien zijn.
Het model op de foto is van Brawa en is uitgerust met een digitaaldecoder. De loc heeft goede rijeigenschappen maar de trekkracht is beneden peil. Meer dan één of twee goederenwagens is voldoende om de loc te laten doorslippen op hellingen. Da's wel jammer voor een overigens mooi en duur model.
23-04-2019 om 08:35
geschreven door Roger
Categorie:Rollend materiaal
|