De Film van Ome Willem was een kinderprogramma, uitgezonden door de VARA tussen 1974 en 1990, met liedjes en kleine voorstellingen. In 2004, 2007 en 2008 werden de shows in de ochtenduren herhaald op Nederland 3 door Z@ppelin.
Ome Willem, gespeeld door Edwin Rutten, liet allerlei voor kinderen zeer herkenbare items de revue passeren. Steeds terugkerende zaken zijn de uitspraak lust je soms een broodje poep? in de door Rutten gezongen en op het drumstel begeleide begintune en het liedje deze vuist op deze vuist aan het eind van het programma. Tevens was de poppenkast met Jan Klaassen en Katrijn een regelmatig terugkerend onderdeel verzorgd door Pieke Dassen.
De muziek van het programma werd verzorgd door het combo van Harry Bannink die als hoofd-geitebreier van het orkestje jarenlang achter de piano zat, met Ome Willem op het drumstel. De overige geitebreiers waren Harry Mooten (de grote grijze geitebreier) en Frank Noya (de papjesgeitebreier).
In de voorstellingen speelden de acteurs Jennifer Willems (Teun), Aart Staartjes (Toon) en Pieke Dassen (August). Ook spraken zij de stemmen van de poppen in, Jennifer Willems leende haar stem voor Katrijn, Pieke Dassen de zijne voor Jan Klaassen en Aart Staartjes die van hem voor Jantje. Een schrijverscollectief van Willem Wilmink, Karel Eijkman, Hans Dorrestijn, Ries Moonen, Fetze Pijlman en Jan Riem leverde belangrijke tekstuele bijdragen aan het programma.
Na 1986 verdwenen Toon en Teun van de voorgrond en bleven, behalve de geitebreiers, alleen August en Ome Willem over. Aart Staartjes (Toon) bleef echter wel actief achter de schermen als regisseur en sprak tevens de stemmen van Katrijn en Jantje in.
August Pieke Dassen is op 18 april 2007 in Maastricht op 80 jarige leeftijd overleden.Hij was al een geruime tijd ziek.
De Fabeltjeskrant was een dagelijks terugkerende korte uitzending juist voor kinderbedtijd op de Nederlandse televisie over de gebeurtenissen in het Grote Dierenbos. Het nieuws werd voorgelezen door meneer de Uil (Jacob). Ook in Vlaanderen groeide een hele generatie op onder de vleugels van Meneer de Uil... echt waar? Echt waar! In 2005 werd het programma in Nederland verkozen tot beste kinderprogramma ooit.
Eerste serie Het brein achter de Fabeltjeskrant was Leen Valkenier, het programma werd geproduceerd door Thijs Chanowski. De eerste poppen werden met de hand gemaakt door Joke Aletrino. De Fabeltjeskrant werd voor het eerst uitgezonden op 29 september 1968. De eerste fabels en personages waren geïnspireerd op de verhalen van Jean de La Fontaine, maar al snel ging het programma meer op het 'echte leven' lijken. In de vier jaar waarin de eerste serie op de TV was ontwikkelde de Fabeltjeskrant zich tot het best bekeken programma van die tijd. Het aantal kijkers lag tussen de één en twee miljoen per dag. Vertaalde versies van de Fabeltjeskrant waren ook buiten het Nederlandstalig gebied zeer in trek.
Ogenschijnlijk was het programma bedoeld voor kleuters, maar door allerlei toespelingen op de landelijke politiek was het ook voor veel volwassenen een leuk programma. Zo werkte bijvoorbeeld in een periode dat Joop den Uyl minister-president was van Nederland, een Meneer de Uil die uit de Fabeltjeskrant voorlas op vele lachspieren. Na vier jaar en 1041 afleveringen kwam er in 1973 een einde aan de Fabeltjeskrant.
Tweede Serie In 1985 kwam producent Loek de Levita met een nieuwe reeks afleveringen, die meteen weer een groot succes werden. Het brein achter de serie was wederom Leen Valkenier. Inmiddels was Nederland veranderd in een multiculturele samenleving en dat is terug te zien in de nieuwe serie, waarin veel exotische dieren voorkomen. Deze dieren komen in het Dierenbos terecht vanuit het Derde Dierenbos (lees: de Derde Wereld) en elk hebben ze zo hun eigen problematiek. Voorbeelden van deze uitheemse dieren zijn o.a. Zaza Zebra, Chico Lama en Mister Maraboe. Tijdens verkiezingen voor een nieuwe burgemeester van Fabeltjesland werd Chico Lama door de kijkbuiskindertjes verkozen. De tweede serie eindigde in 1989. Het totaal aantal afleveringen van de Fabeltjeskrant kwam hiermee op 1640. Nadat de publieke omroep de Fabeltjeskrant had stopgezet kocht het nieuwe RTL 4 de serie en zond de krant uit tot 1992. Gevolg hiervan was wel dat er wat sluikreclame in de serie sloop. Zo bouwde Willem Bever op een gegeven moment een schotelantenne zodat hij ook RTL 4 kan ontvangen omdat ze geen kabeltv hebben in het bos.
In de jaren zeventig verscheen als een soort spin-off de serie De Woefs en de Lamaars, waarvan enkele dieren zoals Woef Hector, Snoes Poes en Woefdram in de tweede serie van de Fabeltjeskrant hun opwachting maakten.
Het merendeel van de stemmen werd gedaan door Frans van Dusschoten, Ger Smit en Elsje Scherjon met daarnaast bijdragen van Aart Staartjes, Philippine Ackerlin, Trudy Libosan en Bert Plagman.
De personages met hun gevleugelde uitspraken (op alfabetische volgorde, de dieren uit het Nijverdal (Woefdram, Woef Hektor, Hondje Woef en Lamaar Snoespoes) staan gerangschikt op hun eigennaam):
Orm de Aap, een brutale aap die graag Droes de Beer uitdaagt Droes de Beer, een humeurige beer (in het begin nog boosaardig genoemd) Wasa de Beer, de vriendelijke broer van Droes Ed en Willem Bever, rasechte sleutelaars met hun waterpomptang Blinkert de Bliek Marius de Bok, zeer goedgelovig en hier wordt door Lowieke de Vos vaak dankbaar gebruik van gemaakt Margaretha Bontekoe Borita, dochter van Bor de Wolf en Oléta Vulpecula, vriendinnetje van Greta 2 en Hondje Woef Melis Das, de das met zijn reusachtige burcht en zijn bloemenverzameling Woefdram Wip de Eekhoorn Frija Forel Greta 2, dochter van Teun Stier en Margaretha Bontekoe Zoef de Haas (zoefzoef) de gezusters Hamster, Martha en Myra Woef Hector Timme de Hond Pepijn de Kater Plons de Kikvors Cas de Kraai, krast graag door het gezang van Flora Nachtegaal Irma de Krekel, de vrolijke buurvrouw van Truus de Mier Chico Lama Arthur de Leeuw, baas van het dierenbos, althans dat denkt hij zelf Harry Lepelaar, de eerste geliefde van juffrouw Ooievaar, vriend en gabber van Piet de Pad Hondje Woef, het vriendje van Greta 2 Juffrouw (Truus) Mier (tuut-tuut-tuut-tuut) Mister Maraboe, de tweede geliefde van juffrouw Ooievaar Jodokus de Marmot, die altijd op zijn nagels bijt Momfer de Mol (mmf,mmf,ik neem wel een sigaartje) Mia de Muilezel, vervoerde zakken met geld voor koning Arthur de Leeuw Maup de Muis Stokebrand de Mug, vindt zichzelf een zeer goedgebouwde mug Flora Nachtegaal, een goede vriendin van meneer de Raaf Toeter de Olifant Juffrouw (Kato) Ooievaar, die het als een echte juffrouw altijd beter wist (laten wij de handen ineen slaan) Meindert het Paard, de dierenarts van het Grote Dierenbos Piet de Pad, verkoper van patat met smots en hete honden Isadora Paradijsvogel Gerrit de Postduif (Ome Gerrit) Meneer (Crox) de Raaf Arie de Rat, een onbetrouwbare rat, jegens koning Arthur de Leeuw zeer onderdanig Tijl Schavuit Sjefke Schelm Lamaar Snoespoes Stoffel de Schildpad (ik voel me appelig) Asa de Spin Teun Stier Kirreke de Tortelduif, vormt een stel met Koer, geen familie van Ome Gerrit de Postduif Koer de Tortelduif, vormt een stel met Kirreke, geen familie van Ome Gerrit de Postduif Meneer (Jacob) de Uil (Dag lieve kijkbuiskinderen, oogjes dicht en snaveltjes toe) Gies de Vlieg Rocus de Vrije Vogel Lowieke de Vos (Hatsikidee, smikkelen en smullen) Oléta Vulpécula, het vriendinnetje van Bor de Wolf George de Wezel, eet altijd veel te veel Bor de Wolf (beukenootjes en Hoea, ik ga wel naar het Enge Bos), de kroegbaas Zaza Zebra
Het andere oog van Meneer de Uil Aan het einde van elke aflevering wenste meneer de Uil de kijkbuiskinderen een goede nachtrust toe. Hij deed dit door middel van een omgekeerde knipoog (een open knipoog, waarbij de ogen gesloten zijn) met zijn rechteroog (voor de kijkers links). Af en toe kwam er in de jaren zeventig een aflevering voorbij, waarbij hij juist een omgekeerde knipoog gaf met zijn linkeroog (voor de kijkers rechts). Ofschoon de samenstellers dit als een bewuste gimmick hadden gepresenteerd, was het toch wel iets wat diverse kijkbuiskinderen opviel en waarover ook brieven werden geschreven, waarbij waarschijnlijk opmerkingen als een grapje of een vergissing van meneer de Uil genoemd werden. In de nieuwere afleveringen in de jaren tachtig en bij de latere herhalingen van oudere afleveringen kwam deze gimmick niet meer voor.
Tegen de achtergrond van de opkomst van de mijnbouw in de jaren rond de Eerste Wereldoorlog speelt dit humoristisch verhaal rond de naieve kapelaan Erik Odekerke. Altijd in gesprek met zijn 'engelbewaarder', de stem van Kees Brusse, en vaak in botsing met de conservatieve pastoor Bonhomme. Door zijn onhandigheid weet hij de bevolking vaak tegenover zich. Gelukkig is er ook nog pastoor Lumens, een gemoedelijke vriend voor onze kapelaan. Als een rode draad door de vertelling heen weeft zich de belangstelling van menig man, inclusief Erik Odekerke, voor Miete van der Schoor. Haar aantrekkingskracht veroorzaakt dan ook menig conflict in de gemeenschap. Naar een verhaal van Jacques Schreurs 'Kroniek Ener Parochie'.
Citroentje Met Suiker 16 afleveringen 1e aflevering: 6-10-1972 KRO
Zonder Tante Toos (Adele Bloemendaal), die zat in Spanje, maar wel weer in een café. Dit keer was dat 'De Kip Met Gouden Eieren', waar de muziek nu niet door Harry Bannink, maar door Joop Stokkermans (zie ook tientallen andere series) werd gecomponeerd. Het leverde geen hits op. In tegenstelling tot 't Schaep' werden er nu 16 afleveringen gemaakt. De serie zou nog even doorleven in het quasi-vervolg 'Durmazon'.
Calimero is gemaakt door de twee Italiaanse broers Nino en Toni Pagot. Oorspronkelijk werd hij bedacht in 1963 om publiciteit te maken voor het wasmiddel Ava (daarom is hij ook zwart) maar het succes ging verder en hij groeide algauw uit tot een tekenfilmicoon. Van 1992 tot 1995 werd er een nieuwe reeks van 52 afleveringen gemaakt door de Japanse tekenfilmstudio Tôei Animation, waarin Calimero een meer modernere look kreeg.
Waar ging het nu ook alweer over ?
"Zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk !"
Calimero is een klein zwart kuikentje dat altijd in de problemen komt omdat hij zo braaf is. Hij is te herkennen aan het witte eierdopje dat is blijven zitten sinds zijn geboorte op z'n hoofd. Hij heeft een vriendinnetje die ook in zijn klas zit, Priscilla. Maar als hij weer iets doms uithaalt gaat ze er altijd vandoor met de pretentieuze eend Pieter.
Calimero is een tekenfilmfiguur; een klein zwart kuiken in een gezin met verder enkel gele kuikens. Op zijn kop draagt hij een halve eierdop (met een barst).
Calimero werd in 1963 voor het eerst getekend door de in 2001 overleden Italiaanse tekenaar Toni Pagot. De naam Calimero is ontleend aan de kerk in Milaan waar Pagot was getrouwd: San Calimero. De serie werd in Nederland voor het eerst uitgezonden in 1972. Er bestaan twee tekenfilmversies van Calimero. Allereerst de oorspronkelijke versie van de gebroeders Nino en Toni Pagot zelf; later werd in Japan een nieuwe serie gemaakt.
Er zijn diverse afleveringen van Calimero door de TROS uitgezonden; in de jaren tachtig werd Calimero samen met het programma Rosco leest voor van poppenspeler Ton Hasebos gecombineerd uitgezonden. Daartoe werd er ook een pop van Calimero gemaakt die samen met de hond Rosco het totaalprogramma presenteerde. De nieuwe afleveringen van Calimero waren in 2004 te volgen op de televisiezender Nickelodeon. In deze Nederlandstalige versie heeft Paul van Gorcum de regie op zich genomen.
De Bereboot van stripschrijver Lo Hartog van Banda was in de midden jaren '70 razend populair op de TV. De bemanning van de Bereboot bestond uit: - Kapitein Brom, een brombeer met een hart van goud. - Brilbeer de machinist, een vakman die alles wist van piefjes en palletjes. - Maatje, een jong, maar slim zeebeertje.
Verder waren er nog enkele vaste personages, waaronder Tante Neel, een Rotterdamse die het zeemanshuis runde en dol was op haar kapitein Brom. In elk verhaal doken meestal heel wat vreemde personages op, waarvan de meeste heel exotisch waren.
Van de poppen-serie zijn in totaal 407 afleveringen gemaakt, die van oktober 1976 tot en met september 1978 door de NOS (1976-1977) en de AVRO (1978) werden uitgezonden. In 2000 werd een aantal afleveringen herhaald op KinderNet 5.
De Bereboot werd orgineel uitgezonden door de NOS, daar had men de herkennings-melodie die hieronder als eerste staat. Toen de serie in 1978 verhuisde naar de AVRO, kreeg ze ook een andere herkennings-melodie en dat is de tweede.
1 Ahoy, daar komt de Bereboot Met dikke beren, klein en groot Met beren, met een beresnoet Ze varen beren goed En Brom de kapitein staat aan het stuur Zo varen ze weer naar een ander avontuur Ahoy, de Bereboot legt aan Nu kunnen we beginnen gaan Ahoy, ahoy, ahoy
2 Wie stapt er mee in de Bereboot De Bereboot, de Bereboot Wie stapt er mee in de Bereboot Kom vaar nu met ons mee Met Maatje en Brilbeer en Kapitein Dus zorg nu maar wel om er bij te zijn Wie stapt er mee in de Bereboot De Bereboot legt aan
Beertje Colargol is het geestelijk kind van de Franse Olga Pouchine, die de verhalen over Colargol verzon in 1960 voor haar zoontje. De televisieserie met poppen werd in de jaren zeventig gemaakt door Albert Barillé, samen met de Poolse animator Tadeazs Wilkoz. De serie was erg duur omdat er gewerkt werd met poppen en men dus enkel heel langzaam kon werken. Een stukje animatie van nog geen kwartier kostte meer dan honderdduizend gulden.
In de Engels sprekende landen werd hij 'Barnaby the Bear' genoemd, en in Canada is hij bekend als 'Jeremy the Bear'.
Ook in Vlaanderen en Nederland kwam Beertje Colargol op de buis. Verschillen zijn niet heel erg duidelijk wegens te weinig info. De intro's en de stemmen waren anders. In Vlaanderen leefde Beertje Colargol in het Mooibos, in Nederland was dat het Bloesembos.
De Vlaamse versie van Beertje Colargol was samen met Bollie en Billie, Vrouwtje Theelepel, later Boes en Ovide, een jaar lang te zien in het zondagochtendprogramma 'Zoetekoek' op BRT1 eind jaren '80.
Waar ging het nu ook alweer over ?
Beertje Colargol woont samen met zijn ouders in Mooibos. Hij is een jong beertje dat wil zingen. Zijn ouders zijn er niet blij mee, want beren zingen nou eenmaal niet. Bovendien zingt Beertje Colargol vals. In het bos ontmoet Beertje Colargol een nachtegaal die héél mooi zingt. De nachtegaal vertelt dat dat komt door een fluitje in zijn keel. De Koning der Vogels maakt deze fluitjes, maar alleen voor kleine vogeltjes. Beertje Colargol besluit hem te bezoeken.
Dat lukt hem met behulp van de vogels die hem op een vliegend tapijt naar de Koning van de Vogels brengen. Weer thuis vinden zijn ouders het maar niks, en hij loopt daarom weg. Als de directeur van 'Circus Pimoulu' Colargol dan hoort zingen, krijgt hij een baantje in het circus. Als Colargol het circus weer wil verlaten, sluit Pimoulu hem op want hij wilt zijn ster niet kwijt. Maar één van Colargol's vrienden helpt hem ontsnappen.
Colargol wil dan leren zwemmen, maar hij wordt de zee ingesleurd en opgepikt door een schip dat op weg is naar de Noordpool. Op het schip moet hij hard werken, maar hij ontsnapt van het schip en wordt vriendjes met een pinguïn. Ook ontmoet zijn vriendinnetje Nordine op de Noordpool.
Na dit avontuur besluit hij naar de maan te gaan, om de sterren te zien. Uiteindelijk reist hij dan de hele wereld rond.
De Fransman Claude Laydu is de geestelijke vader van Barend de Beer (Nounours in het frans).
De serie komt in frankrijk voor het eerst op de buis in december 1962. Van januari 1964 tot maart 1965 werd Barend de Beer in Nederland door de ncrv nagesynchroniseerd uitgezonden. De uitzendingen waren in het begin nog onregelmatig maar na 60 afleveringen werd Barend zes dagen per week uitgezonden. In juni 1968 start de nts met een nieuwe serie van 122 afleveringen.
Barend (stem Jan Duiveman) kwam samen met zijn baasje, de Zandman (stem Piet Ekel), op een wolk aanzweven en daalde dan via een trap af in de huiskamer van de kinderen, Klaasje (stem Joke van den Berg) en Pimpernel (stem Sylvia Schippers).
Als Barend te lang bij de kinderen bleef haalde de Zandman hem weer op, en nadat Barend met zijn zware stem Welterusten had geroepen gingen alle kleintjes slapen.
Het verhaal van De Zevensprong is gebaseerd op het gelijknamige boek van Tonke Dragt. Na romantische en nostalgische jeugdseries als Swiebertje en Pommetje Horlepiep ging de NCRV begin jaren tachtig met De Zevensprong een hele andere kant uit. Ruud Keers, toenmalig hoofd drama van de NCRV, noemde De Zevensprong eigentijds, fantasievol en zeer verassend. Het verhaal van Tonke Dragt heeft spanning en snelheid. Geheimzinnige gebeurtenissen volgen elkaar steeds op. De regisseur Karst van der Meulen was bij het lezen van het boek meteen enthousiast. Hij wilde het verhaal daarom ook graag uitwerken tot televisieserie.
Centraal in het verhaal staat Meester Frans van der Steg die zijn leerlingen iedere dag een zelfverzonnen verhaal vertelt waarin hij als Frans de Rode de held is. Op een dag, als hij niets meer weet te verzinnen, zegt hij dat hij een brief zal krijgen, waarna hij ze weer wat meer kan vertellen. Tot zijn grote verbazing krijgt hij inderdaad een brief waarin hij wordt uitgenodigd bij de Graaf Grisenstijn. Hij wordt opgehaald door een koets en zo begint zijn grote avontuur. Graaf Grisenstijn blijkt in het Trappenhuis te wonen waar hij zijn neefje Geert-Jan gevangen houdt. In het Trappenhuis ligt een schat verborgen die bestemd is voor Geert-Jan. De graaf doet er echter alles aan om er voor te zorgen dat zijn neefje niet de schat vindt zonder dat hij het weet. Meester Frans komt eigenlijk tegen zijn zin in een complot tegen de graaf terecht. Met zijn komst is het zevental samenzweerders compleet: meneer Thomtidom, de Brozem, tante Willemijn, juffrouw Rosmarijn, Jan Toereloer, Iwan de Verschrikkelijke en uiteindelijk dus meester Frans doen er alles aan om Geert-Jan te helpen met het vinden van de schat.
Vele kinderen volgden de avonturen van meester Frans en de serie werd dan ook een ware hit. Sinds de eerste uitzending in 1982 is de serie nog regelmatig herhaald op de televisie.
Hoog in de wolken, in een luchtkasteel, woont Ti Ta Tovenaar met zijn dochter Tika. Hij probeert al tijden om aardbesiën in kamelen te veranderen. Het is hem, meen ik, nooit gelukt. Er gaat ook nogal eens iets mis met de toverkunsten van vooral Tika. Maar die moet alles ook nog leren, natuurlijk. Vooral het heertje uit het dorp beneden op de grond is slachtoffer van de mislukte toverpogingen. Maar ook de andere dorpsbewoners (het kruideniertje, de ober, de agent) ontkomen niet aan allerlei vreemde gebeurtenissen. Dan zit daar zomaar een aapje op de stoel! En dan is het plotseling weer weg........
Over aapjes gesproken, eerst was er Tato en later Titi. In de latere afleveringen maakten we nog kennis met Opa, Kwarkje en Grobelia uit het Grobbedal. De serie werd uitgezonden in dagelijkse afleveringen van zo'n 4 minuten. Later werd de serie nog eens herhaald, maar nu in afgeronde verhaaltjes van ongeveer een half uur. Ti Ta Tovenaar was een grote hit getuige ook de enorme hoeveelheid produkten die uit de serie voortkwamen. Boeken, platen, verzamelplaatjesalbums, toverkijker met toverstrips. Ja, zelfs een Albert Hein papieren boodschappenzak.
In 1992 werd door Disky een serie van vijf videobanden uitgegeven. Vanaf 2000 volgden er, nu door de firma Bridge Ent., nog eens vijftien (drie dubbelboxen plus acht losse banden) en een DVD. In 2003 is de serie weer te zien op televisie: op zondagmorgen bij de zender Yorin.
Van 1977 tot 1983 presenteerden Jan Fillekers en Henk van der Horst in het NCRV programm Showroom ongewone landgenoten. In Denkend aan Showroom bezoeken Jan en Henk de gasten of familieleden van destijds. Op deze DVD vindt u een unieke combinatie van oude en nieuwe beelden.
Onvergetelijke mensen Bij het terugzien weet u het weer. Showroom bevat stuk voor stuk unieke en onvergetelijke mensen. Een feest om terug te zien! Zoals Daan Modderman, die zijn eigen lijkkoets in de schuur had staan. Ansje Gerding, de kabouterdeskundige en Henk Kuiper die met zijn ideaal Huttonia in de natuur wilde leven, maar dat van de overheid niet mocht. Of Peter Haack, de vliegtuigspotter en natuurlijk Dirk van Noort, de man die niet geloofde dat de mens op de maan is geweest
Het zal heel wat ohs en ach jas opleveren
Samen met Henk van der Horst maakte Jan Fillekers een van de opvallendste televisieprogrammas van de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig. Wie in Showroom te gast was, verwierf eeuwige roem. Voor Denkend aan showroom spoorde hij de vreemde vogels van weleer op. Een hilarische reis terug in de tijd.
Tekst: Ellen Leijser
Denkend aan Showroom... Zie ik kleurrijke mensen door het medialandschap gaan. Verder dan deze twee regels ben ik nog niet gekomen, parafraseert Jan Fillekers lachend het beroemde gedicht van Hendrik Marsman. En kleurrijk waren ze zeker, de gasten van Showroom. Half Nederland zat dertig jaar geleden aan de buis gekluisterd, razend benieuwd welke vreemde vogels nu weer waren opgespoord. Fillekers dook samen met zijn trouwe werkmaatje Henk van der Horst in het verleden van het roemruchte NCRV-programma om op zoek te gaan naar de gasten van weleer. Veruit de meeste geportretteerden bleken te zijn overleden, aangezien het merendeel van de gasten destijds al aardig op leeftijd was. Maar met kinderen, buren, vrienden en zelfs attributen wordt in acht afleveringen een aardig beeld geschetst van hoe het leven er uitzag na hun optreden in het populaire programma.
Serie 1: 13 afleveringen 1e aflevering: 5-10 -1974
Serie 2: 13 afleveringen 1e aflevering: 3-1-1976 KRO
Na het grote, nu bijna mythische, succes van 'Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer', was het weer het koningskoppel Harrie Geelen (verhaal/teksten) en Joop Stokkermans(muziek) dat de KRO met haar zoveelste jeugdserie succes bezorgde.
Wie herinnert zich niet de beklemmende leader met een onscherpe foto van een dode (?) man in het bos. Het was het begin van 13 superspannende afleveringen van het duo Q en Q, in hun eerste serie. Er zou er een jaar later nog één volgen over kunstsmokkel en chinezen. Een rigoreus ingekorte versie hiervan draaide in 1978 in de bioscopen en werd zelfs op video uitgebracht.
Pipo de Clown is een Nederlandse televisieserie. De eerste aflevering werd uitgezonden op 17 september 1958. Tot 1964 werden Pipo de Clownverhalen verdeeld over meerdere afleveringen uitgezonden. Tussen 1966 en 1968 was Pipo te zien bij de NTS in korte afleveringen van ongeveer vijf minuten. Vanaf 1970 zond de VARA weer een aantal lange Pipo-verhalen uit. De laatste uitzending was in 1980.
De verhalen werden geschreven door Wim Meuldijk (1922-2007). In de televisieseries speelde Cor Witschge (1925-1991) de rol van Pipo.
Pipo woont met zijn vrouw Mamaloe en dochter Petra in een woonwagen, waarmee ze volgens eigen zeggen de hele wereld rondtrekken.
Overige personages zijn:
Mamaloe, Pipo's echtgenote, Petra, hun dochter, Nononono, hun trouwe ezeltje, Klukkluk, hun vriend de indiaan, Felicio, de vriendelijke zigeuner, Dikke Deur, circusdirecteur en tegenstrever van Pipo, Mik, de vriendelijke neger, Snuf en Snuitje, een boevenduo. Hiep, vriendelijk mager mannetje. Beginliedje Pipo de clown en Mamaloe Reizen recht door zon en regen Langs de wijde wereldwegen Pipo de clown en Mamaloe Maken van hun leven een heerlijk ratjetoe.....
Daar komt een ezelswagen ver over berg en dal. Je hoeft ons niet te vragen wie daar in zitten zal. Een clowntje met een ruitjesjas, een vrouw met duizend krullen. Hun namen zijn je weet het vast wat wij nu zingen zullen:
Pipo de clown en Mamaloe Reizen recht door zon en regen Langs de wijde wereldwegen Pipo de clown en Mamaloe Maken van hun leven een heerlijk ratjetoe.....
Ik ben een circusclowntje, ik sta graag op mijn kop Ik ben een circusvrouwtje, toe Pipo sta rechtop. We reizen recht door zon en hei met ons gezellig koetsje En bakken voor onszelf een ei en anderen een poetsje.
Pipo de clown en Mamaloe Reizen recht door zon en regen Langs de wijde wereldwegen Pipo de clown en Mamaloe Maken van hun leven een heerlijk ratjetoe.....
Bekende uitspraken
Sapperdeflap! (Pipo) Hou 's even vast, Mamaloe (Pipo) Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen... (Pipo) Boterham met pindakaas (Klukkluk) Floepens, mis! (Klukkluk) M M M Mooie P P Parels, F F Fijne P P Parels (Snuf) Pipo, Koeien! (angstkreet van de Dikke Deur) Soep met sliertjes! (Felicio) Ik droom (Mik) Dat zijn toch van de gekke (Klukkluk) (Als "dat is toch van de gekke" werd deze kreet later algemeen geaccepteerd Nederlands)
In 1965 schrijven Annie en de componist Harry Bannink televisiegeschiedenis met de jeugdserie 'Ja Zuster, nee zuster'. Misschien wel de beroemdste Nederlandse televisieserie van de vorige eeuw. Voor velen is het de ultieme samenwerking tussen Annie en Harry. Veel liedjes zijn moderne klassiekers geworden, zoals 'M'n opa', 'Wil u een stekkie van de fuchsia' en natuurlijk het titellied 'Niet met de deuren slaan (Ja zuster, nee zuster)'. Hoewel de serie bedoeld is als kinderserie, zit al na enkele afleveringen ook volwassen Nederland achter de buis: afspraken worden verzet, vergaderingen afgezegd en sportwedstrijden verplaatst.
Ja zuster, nee zuster speelt zich af in een 'rusthuis vol herrie', waar zuster Klivia de scepter zwaait. In het huis wonen veel karakteristieke personen, zoals Gerrit, opa, de ingenieur en boze buurman Boordevol. Elke aflevering staat op zichzelf en vaak heeft het verhaal niet bijzonder veel om het lijf. De liedjes hebben, in tegenstelling tot de musicals, weinig met het verhaal te maken. Iemand zegt "We kunnen gewoon een liedje zingen, dat helpt altijd!" en er is aanleiding om te gaan zingen. Harry Bannink over het succes van Ja zuster, nee zuster: "Het was er denk ik de tijd voor. Het juiste moment, de juiste omstandigheden. Ik heb geen verklaring voor het succes (...) We waren ons er absoluut niet van bewust dat we aan een topper werkten."
20 afleveringen 1e aflevering: 3-9-1966 VARA
Oftewel 'Een Rusthuis Vol Herrie'. Zuster Klivia, een naam die bij velen nog in het geheugen gegrift staat. Het bekendste tv werk van Annie M.G. Schmidt was op de zaterdag verantwoordelijk voor stilte op straat! De prachtige liedjes zijn ook nu nog leuk om te horen. Er werden slechts 20 afleveringen van gemaakt. Helaas zijn deze afleveringen verloren gegaan in de 'dure' jaren zeventig; zie hiervoor ook bij 'Hamelen'.
Men zag destijds de culturele waarde niet in van het 'vluchtig' medium televisie. Desondanks is dit toch wel de allerbekendste en meest besproken serie (misschien niet in de laatste plaats -juist- door dat verlies) uit de Nederlandse televisiegeschiedenis.
Op 15 september 1966 was Farce Majeure voor het eerst op de televisie te zien. Het team van Farce Majeure bestond uit Alexander Pola, Fred Benavente, Ted de Braak, Jaap Fillekers en Henk van de Horst. Amusement was in eerste instantie het uitgangspunt van het programma. Dit veranderde echter snel in politieke satire door de scherpe reactie van het Farce Majeure-team op de val van het kabinet-Cals op 14 oktober 1966. Voor Fred Benavente, Ted de Braak, Jan Fillekers & Henk van der Horst stond met name amusement voorop. De oudste van het stel, Alexander Pola, hechtte vooral veel waarde aan de boodschap.
Het meest bekende onderdeel van het programma was het lied Dat is uit het leven gegrepen. Als straatzangers trokken de mannen met de Kar door het land en zongen dit lied overal. Liedjes waren een belangrijk onderdeel van het programma. Deze kenmerkten zich door de snelle montage. Ten tijde van de oliecrisis in 1975 bereikte het nummer Kiele kiele Koeweit zelfs de hitparade! Het nummer veroorzaakte tevens een diplomatiek relletje omdat het eerste exemplaar werd aangeboden aan de heer Rabbani, honorair-consul van Koeweit in Nederland. In Nederland stond Farce Majeure bekend als een licht satirisch programma, maar diverse buitenlandse journalisten vonden sommige scènes te ver gaan. Zo had het team van Farce Majeure een conferentietafel ontworpen die, door hem in te klappen, veranderde in een doodskist, voor bij de Amerikaans-Vietnamese vredesonderhandelingen.
In april 1976 eindigde het programma met de 150e uitzending. Tussen 1983 en 1986 beleefde het programma een comeback. Farce Majeure was het eerste kritische amusementsprogramma in de Nederlandse televisiehistorie dat de straat op ging en zich onder de mensen mengde. Dit vormde dan ook de basis voor de jarenlange populariteit.
Een van de eerste en beste grote Nederlandse produkties. De doorbraak voor zowel regisseur Paul Verhoeven als Rutger Hauer. Een serie die, mits in kleur opgenomen, waarschijnlijk bij verschillende buitenlandse zenders te zien zou zijn geweest. Nu restte slechts Schotland en een remake in Duitsland, wel met Rutger Hauer. Na 1969 is de serie al vier keer herhaald. In 1998 is de gehele serie op video uitgebracht en in 2001 met succes nog eens uitgezonden waarna in 2002 ook een release op DVD volgde.
Bij terugkeer uit Indie blijkt het kasteel van Floris van Rozemondt in bezit genomen door Maarten van Rossem, landhanger van hertog Karel van Gelre. Het wordt gebruikt als tolhuis. Samen met zijn uit Indië meegekomen vriend Sindala en de mannen van Wolter van Oldenstein zet Floris de Hertog van Gelre menig voetje dwars. Sindala zou met zijn trucs en toverkunsten vaak uitkomst brengen in deze strijd. Niet alleen de hertog van Gelre maakt het Floris lastig, ook de ingehuurde kracht Lange Pier is een geducht en gevreesd tegenstander. Gelukkig blijkt Lange Pier flink bijgelovig. Voor een romantische noot zorgt Gravin Ada, bijgestaan door haar kamermeisje Viola. Uiteindelijk eindigt de serie met een dubbele aflevering: het tournooi om de Byzantijnse Beker.
De televisieserie De Glazen stad is een vrije bewerking van de gelijknamige roman van P.J. Risseeuw. Willy van Hemert had de regie over deze achtdelige serie die in de jaren zeventig bij de NCRV op de televisie te zien was.
Het verhaal speelt zich af in het Westland. Het is een hedendaagse geschiedenis over de bewoners van de tuindergronden in het Westland, die in moeilijke omstandigheden komen te verkeren. Centraal staat namelijk het probleem van de opoffering van deze kostbare tuindergronden aan de noodzakelijke uitbreidingen van steden en havengebieden. De bedreiging van de Glazen stad door de Betonnen stad.
Tuinder Job Stein is de hoofdfiguur in het verhaal. Job is een tuinder van de oude stempel, protestant en behoudend. Hij krijgt in zijn leven te maken met verschillende problemen. Zo krijgt hij te maken met het probleem van het ouder worden. Daarnaast heeft hij te maken met zijn controverse met de jeugd. Een ander probleem is het schoorvoetend aangaan van moderniseringen waarvoor geldleningen nodig zijn. Dit ziet de behoudende Job als een soort schuld door eigen fouten. Job en Leentje hebben drie zonen. De oudste is in dienst bij een exporteur en is verloofd met de enige dochter van de baas. De middelste blijft in het tuinbouwvak, maar wil steeds moderniseren en investeren, in tegenstelling tot zijn vader. De jongste zoon zit in het expeditiebedrijf. Hij is in eerste instantie verliefd op de enige dochter van zijn vaders grootste concurrent. Maar op zijn reis naar Stockholm leert hij een Duits meisje kennen waarmee hij trouwt omdat ze zwanger van hem raakt. Dit stuit bij zijn ouders op hevig verzet vanwege het oorlogsverleden van zijn vader. Het meisje overlijdt uiteindelijk op het kraambed. De serie wordt toch vrolijk afgesloten met het dertigjarig huwelijksfeest van Job en Leentje Stein, samen met de fanfare uit Loosduinen en een mannenkoor uit Naaldwijk.
De belangrijkste rollen werden gespeeld door Johan te Slaa en Mary Smithuizen. De zonen Huib, Kees, Bert en dochter Bea werden gespeeld door achtereenvolgens Huib Rooymans, Hans Boswinkel, John Leddy en Pleuni Touw. De serie betekende voor hen de doorbraak bij het grote publiek in Nederland. Hoewel de serie een langzame start maakte, kreeg het een gemiddelde waardering van 7,7 wat als zeer hoog beschouwd kan worden.
Twintig jaar lang wist Swiebertje samen met zijn trouwe metgezellen Malle Pietje, Saartje, de burgemeester en Bromsnor, Nederland aan de buis te kluisteren. De NCRV zond de avonturen van de eigenzinnige, vrolijke zwerver uit in de jaren 1955 - 1975. In 1975 nam Swiebertje afscheid. De serie groeide uit tot een ware legende, een status die in 2001 werd bezegeld met de prijs voor het beste programma uit de Nederlandse televisiegeschiedenis.
De televisieserie Swiebertje is gebaseerd op de boeken van John H. Uit den Bogaard die ook de scripts voor de serie schreef. Voor de oorlog waren al vier avonturen in boekvorm verschenen en in 1955 werden, vanuit studio Irene in Bussum, rechtstreeks twee tv-spelen uitgezonden. In 1961 startte Swiebertje als zelfstandige serie. Swiebertje werd onsterfelijk gemaakt door Joop Doderer, die met deze rol eeuwige roem vergaarde. Zijn maatje Malle Pietje werd gespeeld door Piet Ekel. De burgemeester door onder andere Guus Hermus, Jan Blaaser, Rien van Nunen en Bert Dijkstra. Huishoudster Saartje door onder meer Riek Schagen en de strenge veldwachter Bromsnor door Tony Foletta en Lou Geels. Een onvergetelijk vijftal, dat tezamen televisiegeschiedenis schreef.
Na het succes van Swiebertje besloot John Uit den Bogaard een nieuwe serie te schrijven. Dit werd Pommetje Horlepiep. Acteur en regisseur Frits Butzelaar werd gevraagd om dit verhaal tot televisieserie voor de NCRV te ontwikkelen.
Er zijn van Pommetje vier series gemaakt waarbij in het eerste verhaal Pommetje in dienst is als huisknecht bij Jonker Roos van Leeuwenborgh. Als de jonker vertrekt komt Baron Theobald op het landgoed wonen en kan hij op Pommetjes diensten rekenen. De wereld van Pommetje bestaat uit een dorp met een herberg en een kasteel temidden van weilanden. Net als Swiebertje zit Pommetje vol kwajongensstreken. Samen met de herbergier Moppie Leutermans, huishoudster Hanna, vriend Gijs Kwast, de Baron en talloze andere figuren beleeft Pommetje in iedere uitzending weer iets anders. De rol van Pommetje werd gespeeld door Bram Biesterveld. Andere acteurs die meespeelden in de serie zijn onder andere Ton Lensink, John Leddy, Sylvia de Leur en Marlous Fluitsma. In vergelijking met Swiebertje duurde het televisieleven van Pommetje heel kort, namelijk van 29 oktober 1976 tot en met 28 december 1979. Maar in de 39 afleveringen die in de vooravond van af 19.00 uur werden geprogrammeerd, creëerde Uit den Bogaard opnieuw een figuur die een onvergetelijke indruk op televisiekijkend Nederland maakte. Nog steeds wordt zanger-acteur Bram Biesterveld herkend en nageroepen als Pommetje.
De Kleine Waarheid vertelt het leven van Marleen Spaargaren, die opgroeit in Amsterdam. De naar vrijheid en onafhankelijkheid verlangende Marleen verfoeit de burgerlijkheid van het gezin. Ze ontvlucht op jonge leeftijd het huis om met Jan Engelmoer te trouwen.
Als blijkt dat Marleen met haar echtgenoot geen kinderen kan krijgen, is ze ontroostbaar. Want, zoals ze zelf zegt: Het is geen dierbare wens, maar een dwingende noodzaak. Ik moet een kind. Ze vraagt de dokter om Jan het vreselijke nieuws niet te vertellen. En ze fluistert Jan een kleine waarheid in. Ze zegt hem dat ze toch kinderen zullen krijgen.
De serie, waarin Willeke Alberti haar acteerdebuut maakte, brak begin jaren 70 alle records. Maar liefst zes miljoen kijkers volgden wekelijks deze NCRV tv-serie en waardeerden de serie met een 8. De regie was in handen van Willy van Hemert, namens de NCRV deed Fred Koster de productie. Naast Willeke Alberti schitterden vele andere grote Nederlandse acteurs, zoals John Leddy, Emmy Lopes Dias, Jacques Commandeur, Sylvain Poons, Coen Flink, Caro van Eyck, Guus Verstraete en Ton Lensink. De serie is gebaseerd op de trilogie De kleine waarheid van Jan Mens.