Informatie over de vereniging kunt u vinden op [ www.oostgracht.nl ]
Welkom bij de Oostgrachttuinders. In dit blog wil ik mijn tuinbelevenissen bekend maken. Tevens hoop ik ook dat de tuinders zelf met artikelen komen, die voor de anderen leerzaam of interessant zijn.
Zoeken in blog
agenda
GORINCHEMSE OOSTGRACHTTUINDERS
02-03-2014
ZAAIEN IN WC ROLLETJES
Zaaien in wc rolletjes heeft grote voordelen. Het is een product dat gratis is, verteert in de grond en de plantjes hebben geen terugslag bij het overplanten in de volle grond. We gebruiken zaden van plantensoorten die het niet verdragen om verspeend te worden. Ook grote zaden kunnen gemakkelijk in wc rolletjes worden gezaaid. Peultjes, Lathyrus, Zonnebloemen, Ricinus, Courgettes, Pompoenen, Oost-Indische kers en Maïs lenen zich daar uitstekend voor.
Tip: Druk het rolletje plat; leg de vouwnaden op elkaar en druk het nog eens plat, daardoor ontstaat een vierkant kokertje, dat netjes rand tegen rand geplaatst kan worden, dat scheelt loze tussenruimtes.
Tip: Strooi op de zaaigrond heel fijn grind, bv. dat gebruikt wordt voor het aquarium, dat voorkomt mosvorming en houdt de aarde langer vochtig en later als de zaailingen zich ontwikkelen weerkaatst de lichte kleur van het grind het zonlicht.
Goudsbloem [ Callendula officinalis ] is behalve gezond voor de bodemgesteldheid ook een krachtig geneesmiddel voor ons. Nog kortgeleden viel mijn kleinzoon met zijn hoofd tegen een keukentrapje. Binnen korte tijd ontstond er op zijn hoofd een enorme buil. Nadat ik er voorzichtig wat calendulazalf op had gesmeerd slonk de buil binnen enkele uren en de volgende dag was er bijna niets meer van te zien. Thee getrokken van de bloemen is geschikt tegen verstoppingen van het onderlichaam.
De overwinterde Dahliaknollen kunnen te voorschijn worden gehaald. We controleren of de knollen gaaf zijn en gezond. In potten met potgrond worden deze knollen voorgetrokken op kamertemperatuur. Wanneer de scheuten 8 cm lang zijn worden ze onder een bladknoop afgesneden, ontdaan van de onderste bladeren, op de snede wordt stekpoeder gedaan en in een kistje met turfstrooisel en scherp zand gestoken. Als de stekken goed beworteld zijn worden ze in potjes met potgrond verpot en eind mei buiten op de bestemde plaats geplant. Nog hetzelfde jaar kunnen er bloemen van worden verwacht. Het is wel handig om op labeltjes de kleur te noteren.
De kwijnende winter bracht de lentelach, De sneeuwklokjes en krokussen staan open. Het jonge blad dat zich verborgen had, Komt voorzichtig uit zijn knop gekropen.
Karel De Pelsemaeker uit België stuurde dit gedicht voor ons blog.
Het zachte weer heeft de bloei van planten met 3 weken vervroegd. In de border zie ik de primula's al en ook bij de andere vaste planten komen de puntjes al boven de grond. Ik zal me moeten haasten om de dorre takken van de planten weg te knippen anders kan ik er niet meer bij en dan zouden de jonge scheuten beschadigd kunnen raken.
Een bescheiden primula aan de kant van de berm. foto: Ronald
Een scherm van Wilgentenen vind ik een van de mooiste tuinafscheidingen in ons gebied. Het past uitstekend in de omgeving en doet heel natuurlijk aan.
Steek een aantal dikke wilgentakken van 4/5 cm doorsnede in de grond op een afstand van ongeveer 30/40 cm van elkaar. Vlecht dunnere twijgen van ongeveer een vingerdikte ertussen. De ingestoken zwaardere takken hebben de neiging om wortel te schieten en uit te lopen. De jonge twijgen kun je dan weer in het scherm invlechten. Wil je niet dat de staande palen gaan uitlopen dan kun je kastanjepalen kopen. Wanneer de tuinafscheiding met klimmers beplant wordt, vormt dit een schitterend gezicht in de zomer.
Het gereedschap dat je nodig hebt voor deze afscheiding is: een grondboor, een scherpe snoeischaar.
Een plantenbak vlechten is ook een mogelijkheid om met wilgentenen te werken.
Het kweken van Lathyrus is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. Men moet er alleen wat aandacht aan besteden. Zoals het woord odoratus al aangeeft ruikt deze soort Lathyrus heerlijk. Daardoor had het gewas heel veel belangstelling bij de tuinders, vooral in Engeland. Speciale verenigingen van liefhebbers zorgden voor de ontwikkeling van vele varieteiten. In ons land zijn deze verenigd in de Nederlandse Lathyrus Vereniging, die jaarlijks in juni hun produkten exposeren. Koningin Juliana was bijzonder gesteld op Lathyrus, waardoor de tuinman van het paleis Soestdijk ook elk jaar zijn bijdrage aan die expositie leverde. Al vroeg in het jaar kan men onder glas zaaien. Wel moet men voor muizen oppassen, die zijn er dol op. De beste temperatuur is tussen 10 en 15 graden. Te warme temperaturen zijn nadelig. Zorg wel voor wisselteelt. De zaailingen kunnen overgebracht worden in een zeer goed bemeste kleiachtige grond. In het begin is de groei traag. Zodra de grondscheuten verschijnen moeten deze geholpen worden door rijshout te plaatsen. Om lange stengels met veel grote bloemen te krijgen houdt men een grondscheut per plant aan. Ook moeten de ranken worden verwijderd, daar deze zich om de bloemstengel kan winden en deze krom trekken. De rest van de scheuten en uitlopers wordt verwijderd. De plant kan tot 200 cm uitgroeien. Dus steunmateriaal van grofmazig gaas is erg handig. Ook kan men langs vertikaal gespannen draden laten klimmen. Vanaf eind juni verschijnen de eerste bloemen. Men kan ze snijden als de bovenste bloem aan de stengel open is. Door veel te plukken zal de plant gestimuleerd worden meer bloemen aan te maken. Wie bijzondere kleuren wil kweken kan terecht bij Vreken in Dordrecht.
De kweepeer, Cydonia, is een uit Centraal-Azië afkomstige fruitboom. De vruchten zijn rauw wrang van smaak, maar vanwege hun rijkdom aan pectine uitstekend te verwerken in jams, appeltaarten en ijs. Vanaf eind september zijn de vruchten plukrijp. Naast het nuttige bloeit de boom in het voorjaar uitbundig met witte rozige bloemen.
Suikerbrood of groenlof is een gemakkelijk te telen vitaminerijke groente. Vanaf 21 juni tot eind juli kan er in zaaibakjes worden gezaaid. Daarna worden de jonge plantjes verspeend in perspotjes of gewoon in potjes. Zodra er een bed vrijkomt kunnen de planten op een onderlinge afstand van 40 cm worden uitgeplant.
Enige opwinding ontstond er onder de tuinders toen er bekend werd dat er bij Francien in de tuin rupsen van de koninginnepage waren gesignaleerd in de dille en venkel planten. Iedereen ging toen in hun eigen tuin op zoek naar deze prachtige smaragdgroene rupsen en ontdekten toen ook meteen andere soorten zoals de zwarte harige rupsen van de dagpauwoog op de bladeren van de brandnetel.
Dat de Oostgracht in Gorinchem een bijzonder natuurgebied is weten de tuiniers van de Volkstuinvereniging Oostgracht al lang. Sinds er beelden op waarneming.nl zijn verschenen lijkt het of vogelspotters als een magneet worden aangetrokken om dit met eigen ogen te zien. Een echte natuurliefhebber zal met respect voor de natuur er voor zorgen deze niet te verstoren. Bij deze willen wij daarom vragen de begroeiing langs de waterkant ongemoeid te laten en alleen vanaf de paden opnames te maken.
Phlox groeit op elke tuingrond. Het beste gedijt ze op een voedzame, kalkrijke goed doorlatende bodem. Ook verlangt ze een zonnige plek. Wel kunnen de bloemen schade oplopen bij harde regen. Eveneens heeft de plant soms last van het stengelaaltje. De plant sterft dan vroegtijdig af. Verwijder de aangetaste planten en ontsmet de bodem door er bijvoorbeeld Afrikaantjes te planten. Het vermeerderen van Phloxen kan door stekken, scheuren en zaaien. Het snelste resultaat bereiken we door in april wortelstekken te nemen van gezonde planten. Leg stukjes wortel in een bak aarde. Daarover komt weer een laagje grond. In de loop van de zomer kunnen we de ontstane planten oppotten. Het is mogelijk om de bloei van phloxplanten te verlengen door voor 21 juni de stengels om en om tot de helft te snoeien.
Solidago, Guldenroede, is een stevige hooggroeiende vasteplant, die door zijn bloei in augustus en september onmisbaar is in de border. De plant stelt weinig eisen aan de grond. Vermeerdering geschiedt door middel van scheuren. De bloeiende stengels doen het ook in boeketten uitstekend.
Al vanaf begin mei kan men ter plaatse op een warme zonnige plek zonnebloemen zaaien in een goed bemeste grond. De eenjarige plant geeft vanaf de nazomer tot in de herfst grote bloemen op een lange steel. In Oost-Europa en Argentinië teelt men deze plant vooral voor de winning van de zonnebloemolie vanwege de gunstige samenstelling van onverzadigde vetzuren, een belangrijk punt in de bestrijding van hart- en vaatziekten. Na de bloei worden de bloemschermen met de zaden gedroogd om in de winter als voedsel te dienen voor de vogels.
Draaihartigheid in de koolplanten wordt veroorzaakt door de larven van de koolgalmug. Deze bijna doorzichtige larven vreten het hart van de koolplant weg, zodat de plant in zijn ontwikkeling geremd wordt en zijscheuten gaat vormen. Om de koolgalmug te verwarren kunnen we bij het uitplanten van de zaailingen stukjes rabarbersteel in het plantgat steken. Vliesdoek over het koolbed voorkomt ook deze aantasting.
De braam is een vruchtstruik, die flink bedoornde stengels bezit, die zo snel groeien dat ze geleid moeten worden. De bloemen zijn wit tot lila. De bijna zwarte vruchten bestaan uit een verzameling steenvruchtjes. De snoei beperkt zich tot het wegnemen van oud hout. De bloemen en dus ook de bramen worden op het tweejarig hout gevormd.
Spitskool is pas sinds de 18e eeuw bekend geworden. Daarvoor waren alleen de ronde kolen verkrijgbaar. Vanaf half februari kan de kool al onder glas worden uitgezaaid om dan half april uit te kunnen planten. De plantafstand is 60 cm. Kool houdt van een goede vruchtbare grond en de bodem moet een ph gehalte hebben tussen 6,5 en 6,8 dit om knolvoet te voorkomen. Als dat eenmaal gebeurt kan er zelfs 7 jaar geen koolsoorten in die grond worden geteeld. Dus is wisselteelt hier zeer belangrijk.
Rode Melde is een vergeten groente, die desondanks waard is om in de tuin te kweken. Het jonge blad wordt verwerkt als spinazie, maar zelf vind ik de plant zo decoratief met zijn pijlvormige rode bladeren dat ik hem met een stevige steun door laat groeien tot een hoogte van 150 cm.
Morgenster heb ik meegenomen van een vakantie in Zuid-frankrijk. Daar bloeide de plant langs de weg. Sindsdien heb ik elk jaar wel enkele planten en als ze niet op een lastige plek opkomen dan mogen ze blijven.