Om compleet te zijn, historisch gezien, moet ik vermelden dat ik, enkele jaren nadat ik me hier in Brazilië definitief heb gevestigd, samen met een Vlaamse vriend, in een verhouding van fifty/fifty, eerst een stuk grond heb gekocht en er dan later een huis op heb laten bouwen, in een wijk aan een strand in het zuiden van Rio, met de naam Recreio Dos Bandeirantes, nu wereldbekend. We hebben er nooit echt gebruik van kunnen maken, aangezien er rap ruzie ontstond tussen onze twee bekvechtende vrouwen. Ooit heeft iemand het in brand gestoken en na wat discussie in het gerecht hebben we ons geld gedeeltelijk terug kunnen krijgen van de verzekeringsmaatschappij. Vandaag zou het zeker tien keren méér waard zijn.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Later, zoals eerder vermeld, heb ik dan dat huis, boven op een heuvel, gekocht in een wijk genaamd Engenho Novo, die niet helemaal veilig was en waar er voor Júniors plezier een zwemkom en een voetbalpleintje aan toe behoorden, zonder veel enthousiasme, nochtans, van zijn kant. Maar daar is hij dan opgevoed geweest. Zijn tienerjaren. Zijn overbevolkte feestjes, waar ik mij niet geneerde met talloze schalen rond te lopen, aan iedereen onweerstaanbare promoties aan te bieden, zoals: neem maar een koekske aub; t is voor nieten vandage; profiteer ervan, ze zijn allemaal al betaald. Of zowel, pak er maar twee, want anders zullen ze rap óp zijn, of: wie er twee pakt krijgt het derde gratis, enzovoort, zodat er zelfs veel mensen een lange toote trokken en beleefd weigerden, mij verplichtend, de volgende dagen, de overgebleven kabeljauw ballekes en kaastaartjes zelf op te moeten vreten, tot ze er langs mijn oren uit kropen
Zijn oneindig veel vrienden en vriendinnen en de bewondering die hij van hen afdwong. Zijn oprechte drang naar Jesus Christus. Zijn aandacht en ware inzet aan het koor dat hij gevormd had in de kerk. Zijn dedicatie aan het ernstige, aan de spirituele afzondering gedurende carnaval, aan de meditatie en de solidariteit met de armen. Zijn eenzame bezoeken aan een abrigo (weeshuis), ver van Rio
Mijn appartement, dat ondertussen leeg stond, had ik (dat was één van de grootste stommigheid die ik van mijn leven heb begaan) aan een oud koppel, advocaten en Staat's Vertegenwoordigers, verhuurd, wat mij, over de loop van zeven jaar, minder dan vijftienhonderd Euros op heeft geleverd. Een schande, maar volledig volgens de Braziliaanse wet. Het heeft me vele dagen en nachten hoofdpijn veroorzaakt. Achteraf heb ik het kunnen verkopen aan een homofiel, die me er toen min of meer de juiste waarde voor heeft betaald. Met dat geld heb ik me dan mijn eerste huis in België aangeschaft, vervolgens heeft ook Hilma haar appartement kunnen verwisselen voor een ander, dakappartement (penthouse), met zwemkom, in datzelfde flatgebouw en dan ik terug, mijn eerste appartement in België (tussen haakjes, allemaal met eerlijk verdiend geld) en dan uiteindelijk een nieuw appartement, in de wijk, Barra Da Tijuca, bestemd voor Rudo Júnior. Dát heeft hij, ongelukkig genoeg, niet meer kunnen inhuldigen.
In feite ben ik nu bezig de gang van zaken wat in te lopen, want intussen is Lígia in mijn leven verschenen. Het gelukkigste (Júniors geboorte niet inbegrepen, alsook onze geadopteerde dochter Gleiciane) wat er ooit met mij is gebeurd. Ik zal niet uitwijden over ons intiem leven, dat volmaakt is, uit eerbied. Het spijt me alleen dat we samen geen kinderen hebben kunnen verwekken.
Toch zijn er enkele pikante anekdoten gebeurd die waard zijn verteld te worden, alhoewel ze me niet naar bedrog hebben geleid, voor zover mijn eigen geweten mij heeft getroost. Eén van die merkwaardige gebeurtenissen heeft zich af gespeeld na een verjaardagsfeestje van Júnior.
Zoals altijd en tegen mijn raad in, waren er een tweehonderd tal mensen uitgenodigd geweest, waarvan er ongelukkig genoeg honderd vijftig waren opgedaagd; de meerderheid, jonge protestanten die zich redelijk beschaafd gedroegen met uitzondering van een paar koppels die de donkere hoekjes opzochten en waar ik s anderendaags verschillende gebruikte capootjes heb samen gerakeld. Algemeen gekend voor mijn spaarzaamheid (niet te verwarren met gierigheid) heb ik ze schoon uitgewassen, een week in de zon laten drogen en ze als cadeautje aan een arm koppel overhandigd die dicht bij ons huis, op het voetpad, woonde en in de heersende duisternis daar, al vier kinderen hadden weten te scheppen, met de opdracht ze te gebruiken gedurende hun toekomstige relaties. Spijtig genoeg heb ik één van die zoontjes, de volgende morgen, zien spelen met vier ballonnetjes. Ik geloof dat ze er het doel niet goed van begrepen hebben. Spijtig.
Terugkerend naar het feestje, waar Júnior al gewoon was de leiding te nemen en op het juiste moment de mensen rond hem heen te verzamelen om luid God in het openbaar te bedanken voor de gezegende ouders die hij had (ge kunt u wel voorstellen hoe ik mijn borst liet opzwellen, hé?). Er waren daar ook een paar vriendinnetjes van onze meid die, afkomstig vanuit het binnenland en zonder derde bedoelingen, nogal dikwijls gewaagde kleren droegen en uiterst gezellig waren. Een beetje in het genre van die twee zusters, onze vriendinnen, van vroeger. Één ervan beweerde altijd dat ze nog maagd was. Ze was een beetje van het schuchtere type, had grote witte borsten (dat merkte ik aan haar diepe decolleté) en droeg een zware plastieken bril met dikke glazen (daarom mijn onmiddellijke sympathie). Enkele weken eerder had ze een man ontmoet, die, beweerde ze, ook van haar streek afkomstig was, namelijk, het binnenland van de staat van Pernambuco en daardoor had ze haar grenzen wat verzet en bezweken onder zijn aandrang om haar vliesje, voor eens en voor altijd, kapot te scheuren. Ze heeft er een geslachtsziekte van over gehouden en negen maanden later, een kind. We hebben dan ook ontdekt dat hij aan de drugs zat en nog later hebben ze hem, met bruut geweld, vermoord. In alle geval, zonder daar, toen, iets van te beseffen is ze de volgende dag, een zondag, teruggekeerd om de restjes te verslinden en wat te zonnen aan de zwemkom. Het nieuwe ervan was dat ze vergezeld was van een vriendinnetje, een niet al te knap, lichtbruin gekleurd negerinnetje, met het schoonste (niet overdreven, hé!!) poepje dat ik van mijn leven van zó dichtbij heb kunnen bewonderen. Een prachtig voorbeeld van hoe alle achterwerken er zouden moeten úit zien. Ze leefde in een krottenwijk, genaamd Mangueira en droeg één van die uiterst kleine bikinis, die hier fio dental genoemd worden, wat overeen komt met tanddraad. Het wordt dus duidelijk dat, vooral van achteren, niets verborgen wordt. Twee volle bruine ongerepte billen, zonder één enkel teken van vlekken, spataders, vet, rimpels, haar, puistjes, cellulitis of weet ik nog meer, gescheiden door een dun, wit, draadje. Gewoon perfect. De rest van haar lichaam, tenandere ook. Ze strekte zich lui neer, stond langzaam op, nam een verkoelend stortbad, gleed vloeiend in het water zonder zelfs één rimpeltje in het stille wateroppervlak te veroorzaken, zwom kalm heen en terug, kwam er gracieus uit, nam een ander verfrissend stortbad, vlijde zich lenig terug neer op haar buik, opende haar benen wat om er de zonnestralen tussen te laten dringen en blikte zwoel in mijn richting. Ondertussen had ik geen enkel ogenblik mijn prooi uit het oog verloren. Soms denk ik dat, moest dat ogenblik terug kunnen keren op mijn sterfbed, er nog eens een laatste rilling door mijn ruggengraat zou trekken en dat ik dan met een wrede glimlach op mijn aangezicht, de laatste adem zou uit blazen. Feit was dat ze totaal bewust was van haar aantrekkingskracht, zonder schaamte en mij alles liet zien waar ik behoefte in had. De toestand verbeterde aanzienlijk toen de drie andere meisjes (die vriendin van de meid, de meid zelf en mijn vrouw) aanstalten maakten om beneden, de rijst voor het middagmaal gereed te gaan maken. Júnior was nog aan het slapen, op dat ogenblik. Pas hadden ze hun rug omgedraaid en het meisje vroeg me of ik er een beletsel in vond moest ze het bovenste stuk van haar bikini verwijderen. Ik voelde dat ik rood werd tot achter mijn oren, maar kon toch nog uitbrabbelen dat: zeker en vast niet; ga maar gerust uwe gang, niemand kan u hier zien (buiten ikzelf natuurlijk). Met dat, draaide ze zich om en trok zonder meer haar soutien af. Op minder dan één meter afstand van mijn uitpuilende ogen. Een indrukwekkend gezicht. Vooral van vanonderen, naar boven glurend, want ik zat op de grond, met mijn armen om mijn knieën geslagen. Zoals ik al eerder gezegd heb, ze was niet echt knap, maar in compensatie, haar lichaam was compleet volmaakt gebouwd. Nadat ze zichzelf wat ingesmeerd had met zonneolie, inclusief haar perfecte borsten, altijd met haar rug naar mij toegekeerd, terwijl de bruuske bewegingen haar gespannen billen deden trillen, keek ze me zonder veel verlegenheid over een schouder aan en vroeg ze me of ik wat kon helpen met haar achterkant. Natuurlijk, natuurlijk kon ik er haperend en hakkend uit krijgen, vooraleer ze van gedacht veranderde. Meteen vlijde ze zichzelf terug op haar buik, op haar grote badhanddoek, weeral haar benen wat openend zoals haar gewoonte bleek te zijn, nu niet alleen meer om er de zonnestralen door te laten passeren, maar ook om mij toe te laten de olie evenredig te verdelen om en rond haar gespierde dijen en slanke onderrug. Hoe zalig warm en stevig voelde haar vlees. Hoe heerlijk. Ze uitte geen enkel woord en vond het niet overdreven toen ik twee en zelfs drie keren de weg om en rond haar achterwerk hervatte, soms aarzelend de spleet wat indringend om dan langs de binnenkant van de billen naar beneden te glijden en daar, langs de gebogen buitenkant om, terug naar boven, knedend eerst, maar dan zachter, net alsof ze daar kwetsbaar was. Ook de rest van haar rug, schouders en beneden, in haar knieholten, kuiten en enkels, kregen een beurt. Toen ze aanstalten maakte zich om te draaien, om me ook haar voorkant aan te bieden, gaf ik het op en stond kalm recht. Dat zou me zekers te verre leiden. En ik zat al in vreselijke papieren. Spijtig, maar deze keer zou ik met de goesting blijven zitten. Begrijpend bleef ze op haar buik liggen, me het gezicht van haar open gehouden en door God gezegend poepgat op geen enkel moment verbergend.
Een man zou eigenlijk een premie moeten betalen om daar zijn vuile en besmette poten áán te mogen roeren. Nooit heb ik begrepen waarom Braziliaanse meisjes zonder enige schande hun kont laten zien en rieken en toch hun borsten, met meer verlegenheid bedekken. Ik heb haar zitten bekijken tot het tijd werd om te gaan middagmalen. Tenslotte heeft ze me haar fluweel aanvoelend soutientje aangeboden als herinnering en ik heb het jarenlang als een trofee bewaard. In zijn originele staat. Piepklein. Een schatje
|