Inhoud blog
  • De Geschiedenis Herhaalt Zich
  • Brazil
  • Eindelijk!!!
  • Oneindige Liefde, Onbereikbare Vrijheid en Onverschillige Wreedheid
  • KKK - Kemels, Klootzakken en Kommissaris's

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per maand
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 11--0001
    Zoeken in blog


    free counters
    Laatste commentaren
  • Fijne avond nog ... (Gita)
        op Met de Nagel op de Kop - Zelfdoding als Verlossing - Staf de Wilde
  • Lieve groetjes vanuit De Klinge (Lana & Pip)
        op Voyeurs en aanverwanten
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Gruwelijk
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Nog meer tegenslag..
  • Lieve midweekgroetjes en een zonnige dag ..... (Gita)
        op Brottende liefde
  • welkom (miekemuis en maatje)
        op Vervolgende bladzijden
  • Foto
    Zoeken met Google


    De Beul van Rumbeke
    Herinneringen, anekdotes, gebeurtenissen...
    13-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aambetanterikken

    Ge zult me niet geloven natuurlijk, maar gedurende één van mijn vliegtuigreizen, terug van Rio, heb ik twee volledig verschillende gebeurtenissen méé gemaakt, waard te vertellen. Gedurende de heenreis, zoals gewoonlijk, zocht ik een plaats uit in de gang, achteraan in het vliegtuig (NB: eigenaardig, maar 't zal waarschijnlijk zijn omdat ik vermoed dat de mensen daar, minder kans lopen om te gaan in een ramp). Ik nam een krant in mijn handen die ik hoog in de lucht open plooide om eventuele kandidaten voor de zitplaatsen juist vóór mij en juist náást mij, te ontmoedigen, van tevoren af aanduidend dat ze met een krant in hun nek zouden moeten rekening houden (plus, het verstorend ritselen) en voor de rest, de ezeloren van diezelfde krant in hun bord zouden moeten verdragen. Die tactiek, totnogtoe, had zich totaal nutteloos bewezen, want niettegenstaande al mijn vurige gebeden, eerst dat er niemand me daar zou durven ambeterenen en later, dat het dan op zijn minst toch een tenger jong vrouwke zou zijn, gebeurd altijd het meest verachtelijke: nen uiterst dikke en lompe middeljarige mens, met schimmeltjes in zijn haar, die onveranderlijk juist vóór mij en een andere, nog groter in omvang, die zich juist náást mij, in de zetels trachtten te wringen. De eerste daad van de dikkerd voor mij was zijn ruglening bruusk naar achteren wentelen, zodat mijn knieën plots pijnlijk gekneld zaten en van de andere, naast mij, onverwachts zijn benen openend, mijn gereserveerde plaats in dringend, terwijl mijn elleboog, zonder medeleden, van de armsteun werd geduwd om daar zijn eigen stompje vlees ontspannend óp te kunnen laten rusten. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

    Ge weet al lang hoe klein het lontje van mijn bom wel is; hoe rap het bloed in mijn aders begint te stomen, hoe onmogelijk het is tot aan tien te tellen, drie keren droog in te zwelgen, mijn ogen hopend naar de hemel draaiend, hulp en geduld aan mijn engelbewaarder vragend, hen probeer te hypnotiseren om van gedacht te veranderen... allemaal zonder enig resultaat. Ik moest reageren. Mijn betaalde plaats heroveren. De eerste beweging begint altijd waar het me méést kwelt. Mijn elleboog móet terug op de gemeenschappelijke armleuning geraken. Ik kan hem onmogelijk in mijn zak steken, of in mijn schoot leggen, of gebaren dat ik het niet gevoeld heb en dus, daar gaat hij: tergend langzaam en aandringend: VERLAAT mijn plaats. SCHEER u weg. Terug naar UW eigendom. 't Kan me niet schelen hoe dik ge zijt. Mijn plaats is mijn plaats. En hij geeft tenslotte toe dat hij verkeerd is. Langzaam glijdt hij van de armleuning af, tot er alleen maar plaats is voor mijn lichaamsdeel. Jazeker, 't is wel een gemeenschappelijk leuning, maar in overweging genomen dat hij ze alleen voor hemzelf wou, moet hij ze nu ook helemaal afstaan. Eens die eerste strijd gewonnen, duw ik mijn knieën in de rugleuning van de zetel vóór mij. En begin ik daar te wriemelen en te wrijven tot de andere, voor mij, ongelovig achteruit tracht te kijken, onmogelijk eigenlijk, want daar is zijn nek te dik voor. Wat er is? Nikske, hé, nikske, ik ben mijn benen alleen maar een beetje aan het úitstrekken. De kramp bestrijdend. Met of zonder hindernissen. Met of zonder weerstand. Tegen dan en toevallig, komt de air-hostess voorbij en vraagt beleefd aan iedereen hun zetels volledig recht te zetten en hun tafeltjes néér te slaan, gereed dat ze zich moeten maken hun avondmaal te ontvangen. En dat brengt de ontspanning mee. Nu moet men definitief vermijden dat die toestand zich terug herhaalt. Ná het eten. Daarom worden de voorbereidselen met spoed behandeld. Eerst mijn elleboog. Die neem ik voor geen enkele reden meer terug van de leuning. Het mes, in mijn linkerhand, moet ik nu onhandig gebruiken om me niet te verplichten mijn elleboog op te heffen en daardoor de veroverde plaats terug te verliezen. Daarom gebruik ik met méér concentratie het vork in mijn rechterhand, niet helemaal vlot natuurlijk, maar toch beter dan niets. Mijn beide knieën, recht vooruit gestrekt, van de andere kant, laten geen enkele plaats meer vrij voor de eventuele terugkeer van de rugleuning vóór mij. Niet met mij, kleerkast. Het duurt echter niet lang vooraleer de dikkerd daar, met zijn korte nek en de schimmeltjes in zijn haar, vragend naar achteren tracht te loeren om na te gaan waarom juist hij zijn zetel niet meer terug naar áchteren kan wentelen. Ewel, natuurlijk niet. Hij is gebroken. Ziede da dan niet? Hij zit klem. Er is geen doen ne meer aan. Geef het op, vette gehaktbal. Gelukkig kan hij mij niet zien, want zijn nek beweegt maar ongeveer dertig graden. En 't zweet begint hem uit te breken. Ewel, gaadet niet opgeven, misschien? Met al dat duwen en terten. Geen avance. Hier is míjn plaats. Mijn private eigendom. Volle bak voor betaald. Trek uwen plan en zoek een andere plaats op. Hij staat inderdaad recht. Met moeite eigenlijk, want 't is lang geleden dat hij nog zó veel gestreden heeft. Nondedju. Hij kijkt me zorgvuldig aan, meet de breedte van mijn borst, die ik wat óp blaas. De omvang van mijn armen, die ik daarvoor wat wijder plaats en span. Mijn kin wat óp tillend. Ook mijn schouders. Ik zie er groter uit dan ik in werkelijkheid ben. Maar het geeft de gepaste indruk. Misschien is het toch beter geen verdere krachten met hem te meten, moet hij aan het overwegen zijn. En waarlijk, hij trekt het af. Hij vindt een andere plaats, wat verder in de rij. Goddank, den diene bennekik kwijt. Nu me concentreren op die olifant naast mij. Diene gorilla. Maar hij heeft zijn arm al in de schoot gelegd. Nochtans blijven zijn benen wijd uitgespreid. Mijn ruimte binnen dringend. Maar daar wil ik niets meer aan doen. Ik kan niet alles veroveren. Ten andere, ik moet de zetel voor mij strak vast klempen, want die andere kan onverwachts terug keren.
     
    Wat een strijd, Rudo. Een ware strijd. Schatteman had gelijk..!!



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!