't front 1940
Foto

Foto



Inhoud blog
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
  • Bronvermelding, links
  • De Duitse Pantserdivisies te Vroenhoven
  • De Duitse Aanval in het Westen
  • Chronologische lijst van de gebeurtenissen tussen 10 mei en 30 juni 1940
  • Adjudant Depotter in actie
  • 18e linie enkele ooggetuigenverslagen
  • 18e linie de reorganisatie in het departement MORBIHAN
  • 18de linie De reorganisatie in het departement MORBIHAN
  • 18e linie naar Frankrijk
  • 18e linie deel 27
  • 18e linie deel 26
  • 18e linie deel 25
  • 18e Linie deel24
  • Poelkapelle Dutsers bekijken de Britse Tank uit WOI
  • Het Duitse leger in 1940 tegenover België
  • Capitaine Aviateur / Kapitein Vlieger André Glorie
  • Een man van het 18de Linieregiment OLt Roland ANSQUER
  • Enkele foto's van de gesneuvelden van het 18de Linie Regiment
  • 18e Linieregiment Wachten repatriëring
  • 18e Linie de terugtocht van Bretagne tot in het Gers-departement
  • 18e Linie Regiment 23
  • Welk Duits regiment op 25 mei 1940 te Merendree?
  • Leiebrug van Ooigem en Desselgem door Bernard Delange
  • Bijlage deel 4
  • Vroenhoven Geo kaart
  • Leieslag deel 16
  • Leieslag deel 15
  • Leieslag deel14
  • Leieslag deel13
  • 18e Linie Regiment 22
  • 18e Linie Regiment 21
  • 18e Linie Regiment 20
  • 18e Linie Regiment 19
  • 18e Linie Regiment 18
  • 18e Linie Regiment 17
  • 18e Linie Regiment 16
  • 18e Linie Regiment 15
  • 18e Linie Regiment 14
  • Bijlage 18de linie
  • 18e Linie Regiment 13
  • 18e Linie Regiment 12
  • 18e Linie Regiment 11
  • 18de Linie Regiment 10
  • 18e Linie Regiment 9
  • 18e Linie Regiment 8
  • 18e Linie Regiment 7
  • 18e Linie Regiment 6
  • 18e Linie Regiment 5
  • 18e Linie Regiment 4
  • 18e Linie Regiment 3
  • 18e Linie Regiment 2
  • 18e Linie Regiment 1
  • Luitenant Buron
  • Leieslag deel 12
  • Leieslag deel 11
  • Leieslag deel 10
  • 27 mei vervolg
  • Leieslag deel 9
  • Bericht aan de bevolking , Kortrijk mei 1940
  • Marke mei 1940
  • Waffenstreckung
  • 27 mei
  • foto van Kortrijk en Lauwe
  • 26 mei
  • Leieslag deel 8
  • Graaf d'Oultremont
  • 25mei
  • Leieslag deel7
  • GASMASKERS OP!
  • Leieslag deel 6
  • Leieslag deel 5
  • Getuigenis van Paul Vanoverbeke Kuurne
  • Het 12de Linie tijdens de Duitse aanval van 24 mei
  • Ardooienaar Jozef Lievens bij het 3de Linie te Bissegem
  • Leieslag (deel4)
  • Foto van Belgische DBT granaatwerper
  • Jef Schaumans
  • Belgische krijgsgevangenen te Schilde mei 1940
  • Gesneuveld te Bissegem mei '40
  • 19.Infanterie-Division
  • 30e INFANTERIE DIVISION RH 26-30/36
  • XXXeINFANTERIE DIVISION
  • J.R.73 Inf. Div.
  • 74e Inf. Reg.
  • Foto's Alphonse DECOCK van de klas 39
  • Een getuigenis,,Alphonse DECOCK
  • III/73 = 19°Infanterie Divisie
  • De Leieslag (deel3)
  • Info
  • De Leieslag (deel 2)
  • De Leieslag (deel1)
  • Twee van de velen
  • Foto's Eben-Emael
  • 10 mei 40 De aanval in de regio van Eben-Emael besluit
  • 10 mei 40 de aanval in de regio van Eben-Emael
  • 2 van de opgepakten
  • Donderdag 9 mei

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • 't Front
  • 't Front regio Verdun
  • 't Front Marke gesneuvelden
  • Bruggenhoofd Gent
  • abbl 1940
  • Verslag 18 daagse veldtocht Albert D'Hondt 2e Regiment Gidsen
  • Vinkt 1940

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog tfrontverdun
  • Tekeningen en foto ivm Verdun
  • Op bezoek in het spookhuis van de Eerste Wereldoorlog
  • Cahier de guerre 1914-1918 de Constant Vincent
  • 700.000 doden
  • Bronvermelding: Literatuur over de Slag bij Verdun

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Blog als favoriet !

    Foto


    05-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De Leieslag (deel 2)

    Leieslag

    Donderdag 23 mei, de dag voor de slag

     

    In de nacht van 22 op 23 mei is het eerste gedeelte van de terugtocht, zoals afgesproken op de Conferentie van Ieper van 21mei, van start gegaan. Om die terugtocht  wat te vergemakkelijken leggen pontonniers  onder andere in Astene en Baarle een brug over de Leie.  Men begint de allerlaatste stelling in gereedheid te brengen, dit gebeurt op het Afwateringskanaal van de Leie en de Leie zelf. HET WORDT DE ULTIEME SLAG .

    De Duitsers installeren zich aan de Oostelijke Leieoever. De Luftwaffe voert voortduren verkenningsvluchten uit?  Overal langsheen het front laten de Duitsers kabelballons op, deze waarnemingsballons zijn de ogen van de Duitse artillerie. In de namiddag zijn er her en der schermutselingen tussen Belgische en Duitse verkenningspatrouilles.

     

    De Belgische legerleiding heeft de eenheden aan het front het bevel om gedurende de dag verkenningstochten uit te voeren.  Deze verkenners moeten informatie verzamelen en ook proberen om Duitsers gevangen te nemen.

     

    De infanteristen van de 1ste Infanterie Divisie (1ste I.D.) zijn reeds gisterenavond in de hun aangewezen sector aangekomen. De Linie regimenten van de divisie, het 3de, 4de en het 24ste, gaan er hun gevechtsposities innemen. De 1ste I.D. van luitenant-generaal Coppens bestaat vooral uit West-Vlamingen. Het 24ste dat een reserveregiment is van het 4de Linie uit Brugge staat paraat te Kortrijk.Het Oostendse 3de Linie stelt zich op te Bissegem, het 4de Linie ligt van Wevelgem tot tegen Menen. In Menen moeten Britse troepen de verdedigingslijn versterken. De drie regimenten plaatsen elk twee bataljons vooraan tegen de rivier, het derde word erachter op de hoogten opgesteld. De 1ste groep van het 1ste Lichte Regiment ( dit zij Rijkswachters in kakiuniform ter versterking aan de divisie toegevoegd) word in reserve gehouden. De 1ste I.D. is uiteraard door de gevechten en de terugtochten van de vorige dagen verzwakt en uitgedund. De ongeveer 7500 militairen hebben nog 300 machinegeweren en mitrailleurs ter beschikking. De helft van hun mortieren zijn ze kwijt, evenals 2/3 van hun lichte 4.7cm kanonnen. Tegen de middag arriveert ook de artillerie van de divisie het 1ste Artillerie (1A) zo kan het 19A nu terugkeren naar haar eigen eenheid, het Cavaleriecorps.

     

    Terugtrekkende elementen van de Britse 44th   Infantry Division blijven de sector doorkruisen.

     

    Ook de mannen van de 3de Infanterie Divisie (3deI.D.) maken zich klaar voor de strijd. In hun sector, deze loopt van in Kuurne tot in Ooigem, worden er  langsheen de Leieboorden schutterputten gegraven. In de namiddag beschieten de Duitsers Harelbeke, want daar zitten er vooruitgeschoven uitkijkposten van het 12de  Linie.

    De 3de I.D. van  luitenant-generaal Lozet is door de haastige terugtocht en de lange verplaatsingen veel van haar middelen verloren. Hier aan de Leie staan er nog slechts 6000 van de oorspronkelijke 11000 man. Ze hebben nog 300 machinegeweren en mitrailleurs, 7 mortieren van 7,6 cm  ipv 36 en 21  4,7cm kanonnen ipv 60 ter beschikking.Normaal telt een actief infanterieregiment 3700 man  en heeft het drie bataljons (1000 man) van vier compagnies.Daarnaast is er dan nog een vierde bataljon, van drie compagnie, zware wapens

    Het 1ste Linie staat met haar twee overblijvende bataljons  langs de Leieoevers te Ooigem. Het 25ste heeft haar drie bataljons opgesteld te Bavikhove en het befaamde 12de Linie heeft twee bataljons achter elkaar te Kuurne.De 3de I.D. krijgt nog de twee regimenten Grenswielrijders in versterking maar ook deze zijn uitgedund. Ze worden in een tweede lijn opgesteld.De 2de groep van het 1ste Licht Regiment word in reserve gehouden.

    De 1ste en de 3de I.D. staan opgesteld over een front van 9 en van 11km. Normaal gezien moet een voltallige divisie een front van 6 km kunnen verdedigen.  De divisies zouden vuursteun moeten krijgen door vier artilleriebatterijen per kilometer. Maar omdat het front te veel is uitgerekt en door de laattijdige aankomst van enkele batterijen hebben ze er maar twee of drie per kilometer. Alle artillerie batterijen, ook die van de divisies in reserve, worden zover mogelijk naar voren opgesteld.

     

     

     

    Burgemeesters van diverse gemeenten krijgen van de militaire overheid  het bevel om hun gemeente te ontruimen. Het merendeel van de burgers gehoorzaamt, ze  verlaten met pijn in het hart en vol wantrouwen hun haardstede. Anderen, een klein deel, weigeren om hun huis, bedrijf,winkel of boerderij zomaar achter te laten. Ze beslissen om te gaan schuilen in de kelders, maar daar zullen ze lange en bange uren moeten doorstaan.

    Rond de middag begint men hier en daar met beschietingen!



    Het lotgeval van Rode Kruis ambulancier Paul Vandebuerie.   Op 23 mei is Paul als ambulancier van het Rode Kruis van Harelbeke van dienst in het Hospitaal van het Rustoord achter de kerk. Al de dokters van het Rode Kruis zijn gevlucht naar Frankrijk, het Duitse leger is immers in aantocht. Twee verpleegsters Mvr. Desmet en Mj. Poulier zijn nog op post gebleven.De Belgische artillerie beschiet de Deerlijkse steenweg, daar wordt een vluchtelinge gewond. Paul krijgt de opdracht om het slachtoffer te halen en het  naar het hospitaal over te brengen. Hij bevestigd een rollende brancard aan zijn fiets en rijdt daarmee in de richting van Deerlijk. Wanneer hij aan de "Geete" komt  wordt  Hij er tegengehouden door een voorpost van het Duitse leger. Zij verwijzen hem naar een Duitse leger­arts, deze bevind zich  in een hoekhuis van de Waregemsestraat. De Duitse dokter dient er de eerste zorgen toe aan de vrouw die Paul moet overbrengen naar het hospitaal.Zij is getroffen aan de dijen. De legerarts denkt dat de vrouw niet veel kans maakt om haar verwondingen te overleven. Naast de intense zor­gen moet zij ook dringend een spuitje krijgen tegen de klem maar de Duitse arts mag zijn geneesmiddelen niet aanspreken voor een burger. De gewonde dame  wordt op de rollende brancard gelegd. Paul fietst zo rap als hij maar kan! Via niemandsland transporteert hij het slachtoffer  naar het hospitaal, ze is terug in Belgische handen.De dienstdoende verpleegsters doen al het nodige voor de gewonde echtgenote van een Oudenaardse brouwer, zij zal het overleven.   Intussen is het tien uur en heeft het Belgisch leger de kerktoren voorzien van de nodige springstof om hem te laten exploderen. Die toren zou anders een ideale uitkijkpost zijn voor de Duitsers. De draden van de aangebrachte springstoffen lopen voorbij de dorpel van het hospitaal tot over de Leie. Een van de geniesoldaten, die het werkje hebben op ge knapt,  verdrinkt bij het overzwemmen van de Leie.De houten hoge brug aan de Leiestraat is al eerder afgebrand. Iedereen rond en bij de toren wordt geëvacueerd. Paul vertrekt ook, hij gaat naar zijn huis in de Marktstraat (nu museum P. Benoit.).Van de Belgische soldaten heeft hij vernomen dat de toren om elf uur in de "lucht zal vliegen".Paul stelt  zich veilig op achter een boom in de hof van dokter Peel (nu Politiekantoor).  En daadwerkelijk, stipt op het gestelde uur van de torenklok ziet en vooral hoort hij de toren uiteenbarsten in een grote stofwolk.Na het verdwijnen van de wolk is er geen toren meer te zien.

    In de loop van de morgen arriveert  de 10de Infanteriedivisie inde regio van Roeselare – Ingelmunster. Haar regiment het 6de Jagers te Voet ( uitgezonderd één bataljon) en de Vierde Groep van het 10de Artillerie (IV/10A) worden ter beschikking gesteld van de 8ste I.D.. In de namiddag gaat de 10de I.D. over van het  VII de Legerkorps over naar het IV de Legerkorps. Haar opdracht bestaat er nu in om Roeselare en Izegem te verdedigen, evenals alle overgangen op het Mandelkanaal gelegen tussen de twee steden. Omstreeks 16uur krijgt het 5de  jagers te Voet ( 10de I.D.)het bevel om Roeselare om te vormen tot een antitank-centrum. Het 3de Jagers te Voet (10de I.D.) krijgt dezelfde opdracht maar om uit te voeren in Izegem.  Het Eerste Bataljon (I/6) van het 6de Jagers te Voet neemt de afstand  gelegen tussen het 5de en 3de  Jagers te Voet voor haar rekening. Rond 21 uur is de verdedigingslijn klaar.

     

    Het VII de Legerkorps bezet met haar 8ste I.D. en haar 2de Divisie Ardense Jagers (2DAJ) de Leie van aan het Mandelkanaal tot in Astene. De 9deI.D. blijft in reserve inde omgeving van Tielt. De  8ste I.D.

    bezet het gebied tussen het Mandelkanaal en Olsene( Olsene zelf niet). De divisie heeft maar twee regimenten meer, namelijk het 13de  en 19de Linie, gelukkig is er versterking op komst (zie 10de I.D.)

    De mannen van het Eerste Bataljon van het 21ste Linie (I/21), die vanuit Frankrijk als versterking worden aangevoerd, stappen om 04u30 af in Oost-Rozebeke. Het bataljon word in tweede lijn opgesteld. Tegen 12 uur ie de 8ste I.D. geïnstalleerd. Het 13de Linie ligt ten westen het 19de Linie oostelijk. Een uur later, omstreeks 13 uur, komt het 13de al in aanraking met de Duitsers.Deze schermutseling vind plaats te St-Eloois-Vijve. Om 14u45 zijn de Leiebruggen vernielt. Het 17uur, de Duitsers ondernemen een poging om de waterloop over te steken! Hun inspanning kent geen succes want de Belgen reageren alert.

    De Ardense Jagers (van de 2DAJ) zitten in de sector Olsene(Olsene inbegrepen) –Astene. Ze heeft er verbinding met de 5de  I.D. gelegen in het bruggenhoofd Gent (TPG) Deze divisie heeft reeds sedert de gevechten bij Namen de compagnie 4.7 kanonnen van de 8ste I.D. als versterking. Nu krijgt ze ook nog het 17de Linie (min één bataljon) ter versterking. Ze krijgt ook nog de ondersteuning van viet artilleriegroepen( II/14A, VI/14A, IV/2RAA en een groep 150mm houwitsers van het 4RAA) .

    De sector wordt onderverdeelt in drie ondersectoren . Van west naar oost ligt het 4de ,het 6de,en 5de

    Ardense Jagers (AJ). Hier blijft alles rustig er is geen contact met de vijand.De 9de I.. is de reserve divisie va het VII de Legerkorps.

     

     

    In de zone van het Iste Legerkorps gebeuren zaken waarvan men de ernst niet kan verzwijgen! Gisteren, in de eerst uren van de namiddag,verliet de 1ste I.D. Gent. Enkel de ploegen die de bruggen binnen de stad moeten vernielen blijven achter. Gent heeft een ingewikkeld systeem van waterwegen met veel bruggen. Alle bruggen moeten gedynamiteerd worden. De vertrokken troepen zullen pas vervangen worden in de loop van de nacht van 22 op 23mei.

    De bevolking en het stadsbestuur vreest dat er voor het eerst sedert het begin van de veldtocht,hevig zal gevochten worden in een grote en dicht bevolkte agglomeratie. Men heeft angst voor de gevaren en de verwoestingen die dat met zich mee zal brengen. Daarom beslissen de leden van het Gentse schepencollege om hun stad en haar bevolking te voor het nakende oorlogsgeweld te behoeden. Ze nemen contact op met de Duitsers die al in het stadsgebied zijn binnengedrongen.

    Van aan de Schelde en vanuit Destelbergen trekken de 16de en de 18de I.D. in de richting van Gent. Ze moeten er de verlaten posities van de 1ste I.D. gaan innemen. Maar ze komen er terecht in een uiterst verwarde en eigenaardige toestand. De burgerbevolking wil er hen immers beletten om er hun posities in te nemen. Zo vernemen ze dat er zich Duitse onderhandelaars op het Gentse stadhuis bevinden. Blijkbaar beraadslagen deze Duitsers er met een aantal gemeentelijke autoriteiten over de overgave van de stad. De Duitsers maken van die troebele situatie  handig gebruik om op hun gemak de stad verder binnen te dringen. Beide Belgische divisies plaatsen desalniettemin versperringen  aan de zuidelijke, westelijke en oostelijke uitwegen van de stad. In de namiddag beschiet de korpsartillerie

    ( I LK) de stadsgedeelten waar er vijandelijke aanwezigheid wordt gemeld.

    De verliezen bij het 41ste Linie en het 3de carabiniers zijn redelijk hoog! Nee we spreken hier niet van gewonden en gesneuvelden, maar wel over verdwenen militairen die gewoon huiswaarts trekken  of die zich zonder enig verweer aan de Duitsers overgeven. Men moet toegeven dat dit gezien de onduidelijke situatie misschien enigszins begrijpbaar is. Maar de val van Gent, één van de Bastions op de stelling schelde zal zeker fatale gevolgen hebben op het verder verloop van de strijd.

    Dat dit voorval voor veel ergernis zorgt op het Belgische hoofdkwartier, spreekt vanzelf.De legerleiding schrijft deze onderhandelingen toe aan de nefaste invloed van VNV leden( pas vijftig jaar later zal bewezen worden dat die zogezegde verdachte VNV elementen geen rol hebben gespeeld bij de beroering die in Gent was ontstaan.)

    Ook in de zone van het Il de Belgische Legerkorps, ter hoogte van het kanaal van Terneuzen, worden er verkenningspatrouilles uitgevoerd.Nog voor zonsopgang steken een tiental patrouilles het kanaal over. Ze komen er in aanraking met vijandelijke eenheden die al op diverse plaatsen dicht genaderd zijn. Op een van die patrouilletochten raakt onderluitenant Delfose, van het 3de Carbiniers-Wielrijders, in de straten van Terneuzen verwikkeld in een vuurgevecht. Bij een andere verkenningseenheid valt Luitenant Stroobant, van het 1steCarabiniers-Wielrijders, in een hinderlaag. Hij word gekwetst en gevangen genomen. Bij de verkenninggroep van het 2de Gidsen ontsnapt Luitenant Pire op het nippertje aan een kogelregen. Hij kan zich redden door middel van een kabel die in het kanaal ligt. Hij kan die nog net vast grabbelen en zijn mannen die zich op de oostelijke oever bevinden slagen erin om hem met volle kracht over te trekken.

    De uitkijkposten van de artillerie bemerken een groeiende activiteit op de vijandelijke oever. Bij het Duitse XXVI de korps van generaal Wodrig gaat  het er koortsachtig aan toe. Ze willen vandaag al, ten alle koste, het kanaal oversteken.Dit moet gebeuren tussen het Sas van Gent en de Nederlandse Grens, ten noorden van Gent. De Duitse 256ste en 208ste infanterie divisies naderen. Van de beide divisies gaan twee regimenten aanvallen en blijft er één regiment in reserve. Het 481ste,476ste ,337ste en het 338ste gaan de posities van het 2de Carabiniers-Wielrijders, het 2de Gidsen, van het 37ste en het 32ste Linie aanvallen.Het 456ste en 309de regiment staan klaar als versterking.

    Het is 10u30 , de Duitse artillerie begint met het voorbereidende werk. De beschieting duurt tot 12u30.

    Om 13 uur stormen de Duitse infanteristen vooruit, met hun pneumatische boten proberen ze het kanaal over te geraken. Ten noorden  zijn het  2de Carabiniers-Wielrijders en het 2de Gidsen te sterk voor de Duitse 256ste I.D., de aanval is er een complete mislukking. Ten zuiden kent de aanval van de Duitse 208ste I.D. aanvankelijk ook een succes, maar enige tijd later slagen ze toch in hun opzet. Ze steken het water over en overweldigen het 37ste Linie. Een deel van de aanwezige effectieven van het 37ste verlaten de waterlijn. Vijandelijke groepjes bezetten nu de fabriek Kuhlman te Rieme en rukken verder op naar Gallemans-Putte en Triest. Deze doorbraak bedreigt uiteraard de flanken van de twee Belgische buur regimenten.Zo wordt er in het Eerste Bataljon van het 32ste  Linie (I/32) een bres geslagen.Majoor Gerling sneuvelt. De 1ste Compagnie is verloren,maar de 2de Compagnie remt de vijand af. Kort daarna slagen de mannen van het  2de  bataljon (II/32) erin om van uit de tweede lijn  de aanval te stoppen. Aan de andere kant is de opstelling van het 2de gidsen te breed uitgerekt en beschikken daardoor niet over een tweede lijn. Kapitein Waucquez van het 18de Artillerie ZET ZIJN KANNONIERS IN ALS INFANTERISTEN! Ze moeten de Duitse  infiltranten achteruitslaan. De 11de I.D. stuurt twee bataljons van het 14de Linie als versterking.  Om 16u15 beveelt de commandant van de 13de I.D. het eerste bataljon van het 14de Linie (I/14) om een tegenaanval uit te voeren. Ze moetende parallelle as, op 300 meter ten zuiden van de weg Ertvelde – Rieme volgen. Hun opdracht luidt:” Dring de Duitsers terug en bezet de westelijke oever van het kanaal, of belet toch tenminste dat de vijand verder oprukt. Onder hevig Duits vuur trekt het bataljon van majoor Goormachtigh in de tegenaanval. Het IIde bataljon (II/14) van het 14de linie ,dat ook ter beschikking van het IIde Legerkorps is gesteld, krijgt een gelijkaardige opdracht maar dan meer ten zuiden. De mannen van het eerste bataljon komen ter hoogte van het station van Rieme in contact met de Duitsers van het 309de  IR (Infanterie Regiment). Deze trekken zich terug naar de fabriek Kuhlman. De Belgen bereiken de Oever van het kanaal. Meer ten noorden waar het bataljon geen voeling heeft met bevriende eenheden ,kunnen de Duitsers naar binnen infiltreren. Tegen 21 uur bereiken ze de toegangswegen van Triest. Het eerste bataljon van het 14de Linie (I/14) installeert zich op het kanaal met flank bewaking naar het noorden en zuiden. Het andere bataljon (II/14) ,onder bevel van majoor Eppe, bereikt ten noorden van Terdonk het kanaal en rammelt er de mannen van het Duitse 358ste IR terug over het kanaal. In Terdonk zelf ontzetten ze kapitein-comandant Boits en zijn mannen die er nog steeds weerstand bieden . Commandant Boits is de bevelhebber van de 1ste compagnie van het 37ste  Linie.  Majoor Eppe  slaagt er niet in om verbinding te krijgen met het I ste  bataljon (I/14).Een vijandelijk weerstand die zich ten zuiden van de Avrijebeek heeft genesteld verhindert dit.

    In de loop van de nacht zal het 2de Legerkorps (II LK)  zich westwaarts terugtrekken. In het munitiedepot van Eeklo, zijn militairen gans de dag onderbroken bezig met het evacueren van munitie. Zij zullen het depot pas de volgende morgen, bij de aankomst van de Duitsers, verlaten. Ze zullen er enkel onbruikbare munitie van 40mm kannonen en toxische granaten achterlaten. Deze toxische granaten zal onze legerleiding toch niet gebruiken dit omdat de Duitsers ook geen gifgas gebruik.

     

     

    De aanvallers in de regio Kortrijk

      

    Het oprukken van de Duitse Legergroep B verloopt minder vlot dan gehoopt.Het opnieuw gegroepeerd 18de  Leger nadert het afleidingskanaal en het 6de Leger onder bevel van generaal von Reichenau, komt op de Leie af .

    Het is de bedoeling dat het 11de Legerkorps de Leie overschrijdt en positie gaat nemen op de weg Kortrijk Ingelmunster en om dan zuidwestelijk te zwenken inde richting van Wijtschate . Het 4de Legerkorps sluit aan en bezet de weg Kortrijk- Kooigem en moet van daaruit oprukken  richting Menen en Tourcoing (Fr) . Het 27ste Legerkorps valt de regio van Rijsel (Fr) aan.

    In de loop van de dag krijgen de Duitse divisies voeling met de Belgen die hen opwachten in samengeflanste Leiestelling. Tegenover het IVde Belgische Legerkorps, met wee uitgedunde maar toch enigszins versterkte divisies in lijn, staan vijf Duitse Infanterie divisies.

    De 30ste Duitse I.D. staat klaar bij Desselgem, de 19de bij Beveren-Leie, de 14de in Harelbeke, de 18de nabij Kortrijk, de 31ste te Marke. Zuidwaarts staat de 7de voor Menen, ten oosten van de Schelde hebben ze de 61ste en 254ste I.D..

     

    Een Duitse infanteriedivisie telt 15900 man. Ze heeft een verkenningsgroep, drie infanterieregimenten van elk 2450 man, een sterk artillerie regiment, een antitankbataljon, een geniebataljon met een brugcolonne, een transmissiebataljon en uitgebreide diensten.

     

    Aan de Leie zijn geen pantserdivisies ingezet, maar de verkenningsgroepen van de infanteriedivisies beschikken wel elk over drie pantserauto’s . Er worden aan de Leie ook geen divisies van de Waffen-SS ingezet.

     

    Dat de Duitse infanterist beter bewapend en getraind is dan de Belgische piot is een feit. De Duitsers hebben een nieuwe bewapening met goede mitrailleurs en veel machinepistolen (mitrailletes). De verplaatsingen gebeuren ordelijk, met een stilstand in de vroege avond. De bevoorrading verloopt vlot, vooral deze van de munitie. De Duitse infanterist is getraind in het marscheren en ontplooien en in het gebruik van steelhandgranaten en camouflagetechnieken zijn ze onklopbaar.De infanterist heeft een lichte uitrusting en draagt in tegenstelling tot de onze piotten geen veel te warme kapotjas. Ze zijn enorm gemotiveerd door de reeds behaalde successen, en bovendien weten ze zich ook gesteurd door hun supersterke Luftwaffe die als artillerie optreed.

     

    Gedurende de dag vliegen de overgebleven Belgische piloten met hun Fox en Renard vliegtuigen naar de kuststreek, hierbij gaat er een machine verloren.

    De l ste  Groep vliegt twee missies. Omstreeks 19u vliegt zij van Ursel naar Stene -Oostende.

    De Vde Groep voert tweeopdrachten uit. De VI/l stuurt twee Renards naar Walcheren / Vlissingen. De toestellen keren terug naar oorlogsvliegveld te Zwevezele . Om 17u start de bemanning bestaande uit 1ste sergeant Bailly en luitenant Warmont voor een verkenning boven Harelbeke. Hun Renard toestel wordt neergehaald en stort neer nabij Pecq , de twee zijn dood. Om 20 uur vertrekt de VIde  Groep eveneens vanuit Ursel naar Zwevezele. Het toestel van piloot Sergeant Rigole moet landen in een veld, maar de volgende dag zal de machine gerecupereerd worden.

    Actie boven het leperse luchtruim.

    Kort na de middag beschermen de Britse Huricanes van het 32nd Squadron enkele Blenheims die een verkenningsopdracht uitvoeren. Boven het grondgebied van leper bemerken de Britse jachtpiloten een formatie van achttien Duitse Bf 110 toestellen. Terwijl Sergent Nowel de stuurknuppel naar zich toe trekt wordt hij in de rug aangevallen door een Messerschmitt 109. Zijn compagnons zien nog hoe hun vriend Nowel ,aan boord van de zijn brandende vliegtuig ( de N3550), naar beneden duikt. Om 13u30 stort  te Beveren aan de ­IJzer, bij de Stavelbrug, neer. Het is bekend dat rond hetzelfde uur drie Duitse Bf 109 Messerschmitts  van de I./JG 27 crashen. Een ervan zou neergeschoten zijn door F/L Brothers de andere twee worden opgeëist door F/L Crosley Ten westen van Ieper stort Lt Hans­-Wedig von Weiher van het 2. Staffel neer, hij overleeft de crash niet. Nog drie andere Bf 109 toestellen worden in het gevecht neergehaald, de piloten worden gevangen genomen. Uffz Emil Kaiser van het 2./JG 2­ keert al de dag na de wapenstilstand op 29ste  mei terug bij zijn eenheid.






    05-06-2008, 10:47 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De Leieslag (deel1)

    Leieslag

    Inleiding

     

    Voor de tweede keer speelt de rivier de Leie , ook wel eens de Golden River genoemd, een belangrijke rol in de Belgische militaire geschiedenis. De eerste keer was dat in oktober 1918 tijdens het geallieerde bevrijdingsoffensief. De tweede keer is dit in mei ’40. Reeds vanaf 10 mei, de eerste dag van de achttiendaagse veldtocht, zijn de Belgen in het defensief gedrongen. Ze moeten steeds maar verder achteruit! Op de chaotisch verlopen conferentie van Ieper (21 mei 1940) beslist men dat de Belgische linkervleugel op de stelling Terneuzen - Gent zal blijven en dat de rechter vleugel zich zal terugtrekken tot aan de Leie ( tot Menen). De Britten en de Fransen zouden bij Cambrai een tegenaanval uitvoeren. Men denkt er nog steeds aan om een ultieme verdedigingsstelling achter de IJzer op te werpen. De Frans - Britse aanval is echter verre van succesvol en de Duitsers rukken verder op in de richting van Calais. Op 23 mei is de frontlijn onhoudbaar geworden. De Belgische divisies gaan zich op stellen achter het afleidingskanaal (Maldegem--Deinze) en zuidwaarts achter de Leie (vanaf Deinze tot aan Menen )

    Maar wanneer het op 24 mei ernst word en de Duitse divisies tot de aanval overgaan, staat het vast dat de ultieme slag aan de Leie zal worden uitgevochten. Heel wat Belgische eenheden beschikken niet meer over hun volledige getalsterkte. Tevens is een aanzienlijk deel van de uitrusting en bewapening verloren gegaan. Ongeveer de helft van de 22 divisies is nog relatief goede staat. Men mag ook niet vergeten dat het moreel van velen zwaar aangeslagen is door het Duitse luchtoverwicht.

    Aan Duitse Kant is iedereen voortgestuwd door een aanstekelijke zegeroes. De jonge Duitsers die opgegroeid zijn met het verhaal over de vernedering van Versailles. De ouderen herinneren zich nog goed hun roemloze aftocht van 1918, ze herkennen vele plaatsnamen op onze wegwijzers. Ze beseffen maar al te goed dat ze weldra de streek, waar hun kameraden van toen nog op een Soldatenfriedhof rusten, gaan bereiken.

    Het terrein aan de Leie is nadelig voor de verdedigers. In 1940 heeft de niet zo heel brede rivier nog veel bochten en kronkels. Dit maakt de verdediging ervan erg moeilijk, plus het feit dat het waterpeil erg laag staat maakt het nog problematischer.

     

    Het is een feit dat de Leieslag een stukje vergeten geschiedenis is.  Officieel  heeft de Leieslag geduurd van 24 tot 28mei, dat wil zeggen de laatste vier dagen van de achttiendaagse veldtocht.

    Uiteraard is er gedurende die vier dagen niet alleen gevochten aan de Leieboorden !  Er is strijd geleverd in geheel de provincie West-Vlaanderen, in een stuk van Oost-Vlaanderen en zelfs juist over de Nederlandse grens.

    Ongetwijfeld is de Leieslag een chaotische, bloederige en meedogenloze aangelegenheid geweest. Men schat dat er tussen 24 en 28 mei ongeveer 2547 Belgische militairen gesneuveld zijn. Van Duitse zijde zijn geen cijfers bekend maar als men zich een beetje verdiept in de geschiedenis van dit vierdaagse inferno dan bemerkt men algauw dat het er veel zijn! Eerlijk gezegd, ik denk dat het dodencijfer niet zo heel veel lager is dan aan de Belgische kant. Veel mensen kijken verwondert op als ik dat beweer. Maar we mogen niet vergeten dat het Belgische leger niet overal gaan lopen is, zoals dit tot vervelends toe en trouwens ook onterecht, steeds maar weer word herhaalt. In sommige eenheden is de inzet en motivatie zeker  onbevredigend geweest en kan men wel terecht van lafheid spreken, maar  bij de meeste regimenten is die wil en die moed er wel geweest! Vergeet niet dat de Franse en de Britse troepen ook gaan lopen zijn voor de Duitse overmacht! Men mag hier zeker ook het feit dat de Britten reeds op 20 mei 1940  beslist hebben om het BEF (British Expeditionary Force) naar Duinkerken terug te trekken, om het daar te laten inschepen voor een overtocht richting Groot-Brittannië, niet uit het oog verliezen. Op 20 mei ontvangt de Britse Vice-Admiraal Ramsey geheime instructies met de codenaam “DYNAMO”. Deze instructies hebben betrekking op de onmiddellijk te nemen maatregelen , met het oog op de evacuatie over zee van het BEF. Dit toont aan dat de Britten al goed beseffen dat de toestand in Frankrijk gedurende de loop van de volgende dagen onhoudbaar zal worden. Dit bevel is gegeven door Sir Winston Churchil himself.

    Ook het Franse en Britse leger hebben mannen verloren gedurende de Leieslag, maar ook hiervan  zijn geen juiste cijfers bekend.

    Een ander groot vraagteken is, hoeveel burgers zij er in die vier dagen omgekomen? In die dagen telt West-Vlaanderen tussen de 7 à 800.000 zielen, daarbij moeten er nog een even groot aantal Belgische en ongeveer 100.000 Franse vluchtelingen bijgeteld worden. Velen onder hen hebben de vijandelijke luchtbombardementen of andere oorlogshandelingen niet overleefd. Een gedeelte onder hen is laffelijk vermoord geweest ! Gedurende de 18 daagse veldtocht verloren 6552 burgers het leven.Het is door allen geweten dat er burgers geëxecuteerd werden door de Duitsers, maar  bijna iedereen is wel vergeten dat ook Britse en Franse militairen   zich aan dergelijk praktijken schuldig hebben gemaakt!

    Het is een zekerheid dat de Leieslag aan veel mensen het leven heeft gekost, maar ook psychologische en materiële gevolgen zijn verschrikkelijk geweest.Natuurlijk mogen we hier ook de duizenden gewonden niet vergeten. Het is niet voor niets dat de Waalse militairen die aan de Leie vochten, spreken van La LYS SANGLANTE !

    Bepaling van de Leieslag:

    De slag heeft verschillende bepalingen gekregen. Strikt genomen gaat het in feite over de gevechten van vrijdag 24 mei, waar aan de Leie-boorden  vier Belgisch divisies opgesteld staan. Doch in vele gevallen groepeert  de naam “Leieslag” de gevechten ten Westen van de Leie, dit vanaf 24 tot 28 mei. Deze opvatting blijkt uit de lijst van de eenheden die op hun vaandel of embleem het opschrift “ De Leie1940” of “La Lys 1940” dragen. Anderen gebruiken die naam voor alle gevechten in die dagen, niet allen aan de Leie maar ook aan het Afleidingskanaal bij Maldegem, Knesselare, Nevele,Vinkt…

    Daarnaast is er de uitspraak van het hoofd van de Historisch Dienst van het leger die in 1962 ,in een verslag aan de minister van landsverdediging het volgende schrijft: “Het is niet historisch bewezen dat er een slag aan de Leie heeft bestaan, tenminste in die zin van een krachtbeproeving waar men de tegenstrijder verplicht tot al zijn actiemiddelen.(??) Tegen deze uitspraak verschijnt (gelukkig) in 1966 de brochure “ Er was geen slag aan de Leie”. In die brochure wil Dhr Jan Lathouwens, zelf een oud-strijder 1940 en bestuurslid van de NSB (Nationale Strijdersbond) bij de afdeling Brasschaat, bewijzen dat die slag weldegelijk een grote rol heeft gespeeld!

     

     

     

    Kanttekening:

     

    De Leieslag is zeker geen eenvoudig onderwerp om te beschrijven , er is immers zoveel gebeurd in die enkele  chaotische dagen! Daarom is het mijn bedoeling om in dit artikel  enkel de grote lijnen van het gebeuren weer te geven, later zullen er nog  meer gedetailleerde artikels volgen waarin we de   Leieslag gaan bekijken per regiment of bataljon, per gemeente of gehucht en ook de burgers moeten nog aan bod komen. 





    05-06-2008, 10:25 geschreven door DP


    03-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee van de velen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Twee van de velen

    03-06-2008, 11:21 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's Eben-Emael
    Foto's Eben-Emael

    Corectie; Bij de foto van Witzig bij de hoofdingang van het fort te Eben-Emael (FOTO 12) geeft  Witzig de graad van Hauptmann , de foto is genomen enige tijd na de verovering van het fort.
     


















    03-06-2008, 00:00 geschreven door DP


    02-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 mei 40 De aanval in de regio van Eben-Emael besluit

    Ondanks alles doet men in de rangen van de 7de Infanteriedivisie verwoede pogingen om het tij te keren. Tegen zo een grondig opgezet Duits aanvalsplan zijn onze soldaten niet opgewassen. Het grote aantal gesneuvelden ­wijst erop dat onze mensen overweldigt zijn door een te sterke vijand. Bij het 2de Carabinieri vallen 3 officieren, 14 onderofficieren en 68 korpo­raals en soldaten. Het 2de Grenadiers verliest 9 officieren, 13 onder­officieren en 117 korporaals en soldaten.

     De rol van Eben-Emael is dus al na een kwartiertje oorlog gedeeltelijk uitgespeeld. Dit kan men niet beweren van de kanaalbruggen van Vroenhoven en Veldwezelt. Dat de Duitsers ze intact in handen krijgen zal in de komende uren en dagen een enorme invloed hebben op het strijdverloop.Op de overige plaatsen van het strijdtoneel voeren de vooruitgeschoven Belgische elementen gelegen aan de Limburgse Grens kanalen, ten oosten van Luik en in de Ardennen, de voorziene vernielingen uit en trekken vertragend terug naar de dekkingstelling: Antwerpen, Albertkanaal, Maas, Namen.

     

     

     

     

    Bibliografie

     

    1.            De FABRIBECKERS, De Veldtocht van hit Belgisch Leger in 1940, uitg. Reinaert Zele, 1980;

    2.            L DEIGHTON Blitzkrieg, Elsevier Amsterdam-Brussel 1980,

    3.            E. ELLIS, The War in France and in Flanders, London 1953 ;

    4.            H. G. von ALTENSTADT, Unser Weg zum Meer, Berlijn 1941 ;

    5.            IDEM, Les Operations de la 6eArmee Allemande du 10 au 28 mai 1940 in L'Armee-La Nation (1957) meinummer;

    6.            P. FLEMING, Invasie 1940, Leiden 1957 ;

    7.            I. HAY, The Battle of Flanders, London 1941 ;.

    8.            J. CHARLES, Les forces armees belges 1940-1945, La Renaissance du Livre Brussel 1970;

    9.            L. VANBRUSSEL, 18 dagen BLitzkrieg, Masureelfond-Brussel 1974;

    10.       A. L'HOIST, Oorlog 1940, Scriptura Antwerpen 1941 ;

     

    02-06-2008, 00:00 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 mei 40 de aanval in de regio van Eben-Emael
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    10 mei’40 De aanval in de regio van Eben-Emael

     

    Vrijdag 10 mei, de inval

     

    Om 00u10 wordt de staf van de divisies telefonisch door het 1ste Legerkorps gealarmeerd. Tussen 00u40 en 01u30 wor­den de eenheden in hun kantonnementen ver­wittigd. Tegen 03u00 zijn de gevechtsstellin­gen bezet. Dit verloopt echter niet overal even vlot. Bij het innemen van hun posities langsheen het Albertkanaal ondervindt het 2de  Grenadiers een aantal moei­lijkheden. Het zijn vooral  logistieke problemen. De paarden die ze nodig hebben voor de munitie­wagens te trekken, moeten 's nachts verzameld worden, aangezien die in overeenstemming met de voorschrif­ten, door de landbouwers zijn gebruikt.

    Vermits nog op 9 mei de beslissing is genomen om de extraverloven weer toe te laten en  er manoeuvres zijn aangekondigd, nemen maar weinigen het alarm ernstig op. Som­mige steunpunten worden zelfs helemaal niet bemand.

    Ondertussen wachtten de ministers Pierlot, Spaak, Janson en Denis in spanning de gebeur­tenissen af in het kabinet van Buitenlandse Za­ken, in gezelschap van de secretaris van de ko­ning en van de auditeur-generaal.

     

    Vanaf onge­veer 04u00 's morgens komen de eerste berichten binnen over luchtaanvallen, en spoedig be­staat er geen twijfel meer over dat Duitsland een grootscheepse aanval heeft ingezet tegen België, Nederland en Luxemburg. Dat wordt trouwens bevestigd tijdens een onderhoud dat Spaak, in de vroege morgen, heeft met de Duitse ambassadeur von Bülow-Schwante. Nu de neutraliteit is geschonden doet België onmid­dellijk een beroep op de hulp van de Britten en de Fransen. Omstreeks 07u gaan de slagbo­men aan de grensposten omhoog en treed het Dijleplan in werking. Franse en Britse Troepen rukken op naar Nederland, naar de Dijlestelling en ook in de richting van de Belgische Maas.

     

    Chris Wauters herinnert zich over 10 mei:

    “Het is ongeveer kwart over vier in de ochtend wanneer we wakker getrompet worden. Weer een oefening, flitst het door mijn hoofd en met een korte verwensing schiet ik in de kleren. Wanneer ik op de staf aankom, heerst er al een ongewone drukte die de koude werke­lijkheid verraadde. Hoewel de bezorgdheid van alle gezichten of te lezen was, blijf ik kalm."

     

     Situatieschets van het fort en de regio van Eben-Emael kort voor de aanval;

     

    Het Fort

    Uit De slechte ervaringen van de vorige wereldoorlog hebben de ontwerpers van het pas gebouwde fort van Eben-Emael geleerd dat de geschutsopstellingen niet op een beperkte ruimte geconcentreerd mogen worden. Het fort van Eben-Emael, gebouwd in 1932-1935, is een van de mo­dernste van Europa en word beschouwd als een bijna onneembare vesting. Het beslaat een oppervlakte van 75 ha en bevind zich op de plaats waar het kanaal de Maasvlakte verlaat om ten westen van de grens de uitsprong van Maastricht te volgen. De plaatskeuze is bepaald door de diepe uitsnijding van het kanaal doorheen de Sint-Pietersberg, die biedt het fort langsheen de noordoostelijke zijde een goede bescherming. Langs de noodwestelijke zijde is een kunstmatige watergracht aangelegd, het terrein dat voor de gracht ligt kan onder water ­gezet worden. Aan de zuidelijke zijde van het fort is er een antitankgracht. Het fort is in feite een versterkte ar­tilleriestelling die zowel de bruggen gelegen over het Albertkanaal als deze over de Maas te Maastricht en Visé onder vuur kan houden. Maar het 'dak' van het fort, waarop de kazematten en de pantserkoepels verspreid liggen hebben een oppervlakte van niet minder dan 45 hectaren. Op dit plateau zijn geen versperringen, in de vorm van mijnen of prikkeldraad. Stoutmoedige en ervaren piloten kunnen hier een vliegtuig dat slechts een korte landingsbaan nodig heeft aan de grond te zetten. Daarenboven bestaat de luchtafweer uit niet meer dan vier verouderde Maximemitrailleurs boven op het fort.

    Onze militaire experts hebben er gewoon weg niet aangedacht, dat bij een eventuele  aan­val er massaal valschermspringers ingezet zouden kunnen worden. Nochtans hebben de militaire attachees in het bui­tenland al indrukwekkende demonstraties in het genre kunnen bijwonen.

    Bo­vendien hebben de Duitsers al begin april '40, in Denemarken en in Noorwegen, al even in hun kaarten laten kijken

     

    De bewapening van het fort telt twee batterijen:

    Batterij I omvat de artilleriekoepels en kaze­matten bovenop het fort, met twee kanonnen van 120mm met een draagwijdte van 17,5km en 16 kanonnen van 75mm (in groepen van vier) met een draagwijdte van 11km. Bat­terij 2 bevat de verdedigingsbunkers, uitgerust met 12 antitank kanonnen van 60mm (met een draagwijdte van 3km) en met mi­trailleurs en schijnwerpers. De commandover­houdingen zijn nogal ingewikkeld. De doe­len worden aangeduid door de veldcomman­danten, maar de vuuropdrachten worden gege­ven door de commandant van het fort.

    De organieke sterkte van het fort bedraagt 1.200 man, onder te verdelen in twee groepen van 500 artil­leristen die elkaar aflossen, plus daarnaast een groep van 200 man tech­nisch personeel.

     

     

     

    De 7de Infanteriedivisie

     

    Onze 7de Infanteriedivisie (1ste Legerkorps) heeft de sector pas sinds 30 april overgenomen Het is een divisie van eerste reserve en staat onder de leiding van generaal Van Trooyen. Ze neemt er de positie van de 5de I.D. over van Briegden tot Lixhe aan het Albertkanaal. De divisie moet haar troepen verdelen over een front van 19 kilometer breed. Een efficiënte verdediging in de diep­te is tengevolge onmogelijk. Tevens zijn de rangen uitgedund door de recent opnieuw toegestane verloven en de bewapening is verre van ideaal. De opdracht bestaat erin de oversteek van het kanaal tot elke prijs te beletten, om zo de vijand geen bruggenhoofd te gunnen van waaruit ze het offensief kunnen worden verder zetten. Het Albertkanaal wordt beschouwd als een dekkingsstelling. De legerleiding houdt rekening met een mogelijke doorbraak. In dat geval zal men terugtrekken naar de weerstandsstelling. Deze stelling loopt van Koningshooikt tot Waver en word in het zuiden verlengd tot bij Namen en de Maas. Terwijl de Belgen eventueel zouden moeten terugplooien op die KW-Iijn, zouden de Britten en Fransen, die spreken van de Dijle-lijn, er zo snel mogelijk hulp komen bieden. De sector van Antwerpen tot Leuven is de voor de Belgen, de lijn tussen Leuven en Waver is toegewezen aan de Britten en die tussen Waver en Namen is de verantwoordelijkheid van de Fransen.

    De 7de Infanteriedivisie telt 16.600 man.

    Drie regimenten van de divisie worden langs het kanaal opgesteld:

     

    1. Het 2de Carabiniers in het noorden, waar de bruggen van Veldwezelt. Briegden en Gellik Iig­gen.
    2. Het 18de Linie in het centrum, met de brug van Vroenhoven.
    3. Het 2de Grenadiers in het zuiden, met de bruggen van Kanne, Ternaaien en Klein-Ternaaien. In de sector van het 2de Grenadiers ligt het fort Eben-Emael.

     

    Het front van de 7de I.D. is 19 km lang. Voor een infan­teriedivisie is het frontnormaal slechts 6 km breed. Maar omdat de divisie echter profiteert van een hindernis als het Albertkanaal, de aanwezig­heid van het fort Eben-Emael en het dubbele obstakel van Maas en het kanaal tussen dit fort en Lixhe, verwacht men van de 7deI.D. dat ze een sector verdedigt die dubbel zo breed is. Niet­temin blijkt het toegewezen front ook vanuit die redenering nog steeds een derde te lang.

    De regio van Maastricht vormt een zwakke schakel in het Belgische defensiesysteem. In die sector vallen de grensversterkingen en de dekkingsstelling samen, omdat het Albert­kanaal slechts enkele honderden meters van de Nederlandse grens ligt. Bovendien wordt de inham zwak verdedigd door de Nederlan­ders. Van coördinatie tussen beide landen is nauwelijks sprake.

    Het terrein waarop de divisie is opgesteld be­staat uit een zacht glooiend akkerlandschap, er staan praktisch geen bomen . Aan de vooravond van de Duitse inval is het landschap bedekt met jong koren dat een hoogte heeft van ongeveer 60cm. Dit belemmert uiteraard het zicht van­uit de in de winter aangelegde schietstellingen en infanteriewaarnemingsposten. Toch mag men de zicht- en schietvelden niet verbeteren door de graangewas­sen te verwijderen, het is verboden! De overgenomen stellingen zijn omwille van de harde winter nauwelijks onderhouden en zien er vervallen uit. De camouflage laat te wensen over, terwijl diverse veldwerken onvoltooid of ingestort zijn. Verscheidene wapenstellingen zijn niet meer bruikbaar. De telefoonlijnen zijn niet ingegraven en /of verkeren in slechte staat.

    De paraatheid van de divisie is verre van optimaal. De lange mobilisatieperiode is niet bevorderlijk geweest voor het moreel en ook de discipline en tucht staan op een laag pitje. 80 % van het kader bestaat uit reservisten die onvoldoende opgeleid zijn. Als gevolg van verloven en vergunnin­gen om sociale en economische redenen is de sterkte verminderd met 15%. Ook de bewapening is onvolledig. Zo heeft het 18de  Linie een deel van zijn automatische wapens uitgeleend aan een opleidingskamp. Tijdens het alarm van 10 mei geeft de instructie-eenheid de ontleende wapens niet terug omdat word aangeno­men dat het de zoveelste oefening was.

     

     

     

    De Bruggen

     

    De 7de Infanteriedivisie is niet verantwoordelijk voor de bewaking en vernieling van de bruggen. Al sinds 1934  zijn er speciale eenheden aangeduid om deze karwei op te knappen. De ploe­gen van Kanne, Ternaaien en Klein-Ternaaien staan onder bevel van de commandant van het fort van Eben-Emael, majoor Jottrand. De bruggen van Briegden, Veldwezelt en Vroenhoven vallen onder de verantwoordelijkheid van de commandant van de Grenswielrijders te La­naken, kapitein-commandant Giddelo.

     

    De beslissing om over te gaan tot het vernielen van de bruggen kan op verschillende niveaus worden genomen.

    • De opperbevelhebber kan dit bevel op ieder ogenblik geven.
    • De comman­dant van het Iste Legerkorps is verantwoor­delijk in geval van schending van de Duits-Ne­derlandse grens.
    • Bij het overschrijden van de Belgisch-Duitse grens beslissen commandant Giddelo en majoor Jottrand over het lot van de hun toegewezen bruggen. Op dit niveau laat de communicatie echter te wensen over. De telefooncentrale van de Lanaakse kazerne is niet beveiligd, terwijl het detachement van de brug van Klein-Ternaaien niet in verbinding staat met het fort. Dat houdt in dat bet ontstekingsbe­vel door wielrijders dient overgebracht te wor­den van Ternaaien, een afstand van 2,3 km langsheen de Belgisch -Nederlandse grens. Die regeling is een fiasco, bij het eerste alarmerende telefoontje reali­seert men zich daar niet dat elke kleine aarzeling noodlottig kan zijn.
    • In geval van een directe vijandelijke be­dreiging dient de onderofficier, de overste van het brugdetachement zelf in actie te treden.
    •  

    De bruggen zelf zijn continue ondermijnd. Het normale ontstekingsmechanisme is pyro­technisch, maar indien nodig kan er een elektri­sche ontsteker worden ingeschakeld, zodat er twee opties voorhanden zijn. De pyrotechni­sche manier is makkelijker, terwijl het elektrische systeem erg delicaat is. Dat is dui­delijk gebleken toen in september 1939 een elektrische inductie tijdens een onweer een brug te Val Be­noît tot ontploffing bracht. Het gevolg is dat de elektrische ontstekingssystemen verwijderd zijn bij de ondermijnde bruggen die niet door de genie bewaakt worden. Voortaan word ook het beslissingsrecht van de brugdetache­menten nauwkeuriger afgebakend.

    Het sprin­gen van een nabijgelegen brug mocht niet wor­den beschouwd als een directe bedreiging.

    Elke brug wordt bewaakt door een bunker bewapend met van een 47mm antitank kanon, twee mi­trailleurs en een schijnwerper In de sector van de 7de  Infante­riedivisie zijn in totaal 22 bunkers. Achter de bunkers staan nog kleine barakken die dienst doen als ver­blijfplaats voor het garnizoen, een sergeant, twee korporaals en ne­gen soldaten.

     

    De Duitse voorbereiding

     

    De Duitsers beschouwen het Albertkanaal als een niet te onderschatten hindernis, het succes van hun aanval hangt immers af van het bijna gelijktijdig veroveren van de bruggen over het kanaal en het uitschakelen van het fort van Eben-Emael.

     

    De Duitsers weten dat kracht alleen niet zal volstaan om hun slag thuis te halen, snelheid en vindingrijkheid zullen doorslaggevend zijn intensief en gecombineerd gebruik van zowel tanks als vliegtuigen bleek in Polen een succesformule die voor herhaling vatbaar is.

    Om de snelle inzet van de pantser­divisies te garanderen tijdens de doorsteek bo­ven Luik moeten zij zo vlug mogelijk beschik­ken over een aantal bruggen over de Maas en het Albertkanaal. Het bouwen van noodbruggen neemt immers teveel kostbare tijd in beslag. Om een aantal bruggen intact in handen te krijgen besluit de Duitse legerleiding om de Luftwaffe in te zetten om op die manier de weg voor pantsers en infanterie te openen.

    Naast de bombardementsopdrachten tegen vliegvelden en defensieve steunpunten opteert de Duitse legerleiding ook voor het inzetten van Luchtlandingstroepen. Dit is een geheel nieuw aanwenden van het luchtwapen..In functie van snelheid zullen luchtlandingstroepen door zweefvliegtuigen,'DFS 230 Lastensegler’ zo dicht mogelijk bij de doe­len worden gebracht. Deze,sinds 1937 in serie geproduceerde zweefvliegtuigen, kunnen een last vervoeren van 900 kilogram. Dat zweef­vliegtuigen voor een verrassingsaanval geschikter zijn dan valschermspringers weten de Duitsers uit testen uitgevoerd in november 37. Uit deze oefeningen bleek dat parachutisten pas 15 minuten na de lan­ding gevechtsklaar staan, die tijd hebben ze nodig om de gedropte wapens bij elkaar te zoeken en aan iedereen door te geven. De luchtlandingstroepen in de 'Lastensegler' (de zweefvliegtuigen) houden hun wapens, springstoffen en munitie voor de landing al klaar zodat ze in minder dan 3 minuten gevechtsklaar zijn. Een bijkomend voordeel is dat het zweefvliegtuig, als het voldoende hoogte haalt, al een vijftal kilometers van het landingsterrein losgegooid kan worden van het sleep­vliegtuig, zodat de vijand in het ongewisse blijft over het uiteindelijke doelwit. Als de zwever op een twintigtal meter van het te veroveren doel kan neerstrijken, dan kan alleen een razend vlug optreden van de verdedigers de nederlaag voor­komen.

    De doelen zijn de bruggen van Veldwezelt, Vroenhoven en Kan­ne, en het fort Eben-Emael dat geneutraliseerd moet worden omdat het de grootste bedrei­ging vormt voor de bruggen.

    De Duitse militairen gaan bovendien gebruik maken van een nieuw wapen “de holle lading”.

    Om de Maasbruggen bij Maastricht in handen te krijgen is er een speciale operatie op touw gezet. Dit aanvalsplan is uitgewerkt door generaal (en piloot uit de Eerste Wereldoorlog) Kurt Student, commandant van de 7de  Fliegerdivision.

     

    In november 1939 word in de school van de 7de Fliegerdivision de Sturmabteilung Koch opgericht. Deze luftwafe-soldaten ondergaan in het grootste geheim een speciale training in Gräfen­wohr en Hildesheim. Maandenlang leven de para-pioniers in absoluut isolement. Contact met militairen van andere eenheden is ten strengste verboden. Er worden een aantal oe­fenaanvallen uitgevoerd op versterkingen in het Sudetenland. De explosieven worden getest te Gidwitz, gelegen aan de vroegere grens met Polen. De aanvallers van Eben-Emael oefenen hun bestorming op een verkleind model van het fort te Paderborn.

     

    De aanval

     

    De aanval wordt uitgevoerd door de Sturmabteilung Koch. Deze eenheid, onder leiding van hauptman Koch, is verdeeld in verscheidene groepen op basis van de aan te vallen doelwitten:

    • Groep Stahl voor Veldwezelt,
    • Groep Beton voor Vroen­hoven,
    • Groep Eisen voor Kanne
    • Groep Granit voor het fort van Eben-Emael.

     

    Na meer dan zes maanden training in totale afzondering, stijgt de "Sturmabteilung Koch “van op de vliegvelden in de buurt van Köln (Keulen)op. Dit om 03:30 uur 's nachts Belgische tijd (= 04:30 uur Duitse tijd). De vlucht gebeurt in het donker, de landing is gepland omstreeks 04.25 uur .

    Er zijn ongeveer 350 man ingezet, verdeeld over 42 Lastensegler.( De TOTALE getalsterkte van de Sturmabteilung Koch voor de operaties Beton, Stahl, Eisen en Granit respectievelijk te Vroenhoven, Veldwezelt, Kanne en Eben-Emael bedroeg 11officieren en 428manschappen, dat is de getalsterkte voor de eerste en tweede fase aldaar. De getalsterkte van de eerste fase bedroeg 10 officieren en 356 manschappen.) De geringe getalsterkte is verklaarbaar door het beperkte aantal beschikbare transportzweef­vliegtuigen en door de omvang van de lading, vooral bij de groep Granit van Eben-Emael die 2,5 ton springstoffen bij geeft speelt dit zeker een rol.

    De zweefvliegtuigen worden getrokken door de bekende JU-52, driemotorige transportvliegtuigen Op dit traject van 72 km stijgen ze naar een hoogte van 2500 meter in 32 minuten dit aan een snelheid van 14 km per uur. Boven Aken worden ze ontkoppeld. De zweefvliegtuigen zweven dan, bij een glijhoek van 1:12 in 12 a 15 minuten, vliegend over Nederlands Zuid-Lim­burg, aan een snelheid van 124 km/uur dit over een afstand van 30 km. Zij  bereiken hun doel op een  hoogte van 300 meter,  ze  vliegen er overheen, beschrijven een halve cirkel en dan zetten ze vanuit het westen een laatste duikvlucht in om op 20 meter afstand van hun doel te landen. In een zweefvliegtuig zitten 8-l0 man. De bemanningen van de zweefvliegtuigen voor Veldwezelt, Vroenhoven en Kanne moeten direct na de landing de ontstekingen van de springladingen der bruggen onklaar maken en de bruggen verdedigen tot de komst van de grondtroepen. Elk zweefvliegtuig voor Eben-Emael heeft zijn eigen doel, zijn eigen koepel, kazemat of bunker en zal er vlakbij landen. De pioniers moeten dan zo snel mogelijk uit hun vliegtuig springen, om een holle lading op hun doel plaatsen, en dit vernietigen. In afwachting van de ontzetting, moeten ze het boven­plateau verdedigen tegen eventuele tegenaanvallen. Voor de Duitsers is de inname van de bruggen het voornaamste. Daarom is de commandant van alle zweefvliegtuigen, Hauptman Koch ook bij de groep Vroenhoven. Eben-Emael komt pas in de tweede plaats.

     

    Het globale aanvalsplan ziet er als volgt uit:

     
    Veldwezelt, Groep Stahl, 10 zweefvliegtuigen, 1 Offr en 91 manschappen ( Oblt Altmann)

    Vroenhoven, Groep Beton en Staf Sturmabteilung Koch, 11 zweefvliegtuigen,
    Groep Beton: 1Offr en 80 manschappen ( Lt Schacht)-Staf Sturmabteilung Koch: 4Offr en 13 manschappen ( Hauptman Koch, Oblt Kiess, Oblt Zierach, Oberartz Jäger)

    Kanne, Groep Eisen, 10 zweefvliegtuigen, 2Offr en 88 manschappen ( Lt Schächter en Lt Meisser)

    Eben-Emael, Groep Granit, 11 zweefvliegtuigen, 2Offr en 84 manschappen ( Oblt Witzig en Lt Delica)
     

     

     

    Buiten vlammenwerpers, speciale handgranaten (Eierhandgranate) en opvouw­bare ladders, hebben ze als belangrijkste wapen de Hollelading, waarvan de zwaarste uitvoering 50 kg weegt, mee.De vorm van de Hollelading is een halve bol, die uit 2 op elkaar geplaatste delen besraat, straal 25cm.Het principe van de Hollelading is al lang bekend. De Amerikaan Munroe deed de uitvinding in 1888. De Duitser Neumann verbeterde deze in 1910 en de Zwitser Morhaupt biedt de nog verbeterde versie aan de Fransen aan, die dit aanbod uitgerekend op 10.05.1940 accepteren. Het principe van de hollading bestaat eruit, dat het grootste deel van de kracht van de explosie op één punt geconcentreerd word, waardoor een kracht wordt ont­wikkeld met een snelheid van 14 km per seconde. Dat laat de doorboring van een bepantseringen van meer dan 25 cm staal toe.. Dit wordt bereikt door de holte aan de onderkant, vandaar de naam. Om zo effectief mogelijk te zijn moet de holle lading volkomen onbeschadigd en goed op het object geplaatst worden. De geringste deuk of beschadiging, kan de kracht aanzienlijk verminderen. Daarom kan de holle lading niet gebruikt worden door parachutisten.

     

    De praktijk op 10 mei 1940

     

    De bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven zijn onbeschadigd ingenomen door de "Fallschirmjäger" van de groepen"Stahl"en"Beton". De vernietiging van de brug van Kanne ressorteert onder de bevoegdheid van de commandant van Eben-Emael. Hij kan met eigen ogen zien wat er aan het gebeuren is en slaagt er in brug op tijd op te blazen. De manschappen van de groep "Eisen" voeren een hevig gevecht met de mannen van het 2de Grenadiers die hun posities en loopgraven bij de brug van Kanne verdedigen.

    Het 51ste Pionierbataljon geraakt niet over het kanaal om de groep "Granit" op het Fort van Eben-Emael steun te geven en te ontzetten. Ze hebben geprobeerd met rubber bootjes het kanaal over te steken, maar de bunker Canal Nord ("CaN") verdedigt het kanaal aan de noordkant.

    Van de 11 zweefvliegtuigen welke op het fort moeten landen zijn in er in eerste instantie slechts 9 aan gekomen. Het zweefvliegtuig met de bevelvoerende Lt. Witzig van de groep Granit is vlak voorbij Köln (Keulen) moeten landen door kabelbreuk vanwege een sterk uitwijk manoeuvre om een botsing in de lucht te vermijden.  Lt Witzig heeft een nieuwe Junker-52 samen met wielen voor het zweefvliegtuig op de kop kunnen tikken en is vlak bij de Rijn weer opnieuw opgetrokken.De DFS230 met Oblt Witzig Rudolf landt  op het plateau van het fort van Eben-Emael omstreeks 0830uur Duitse tijd of omstreeks 0730uur Belgische tijd. Dus in feite een 3tal uren na de landing van de eerste Duitse DFS230 op het plateau van het fort Eben-Emael. Tijdens de afwezigheid van Lt Witzig voert onderofficier Wenzel het commando. Het andere zweefvliegtuig is te vroeg ontkoppeld van de Junker-52 en is vlak bij Düren (D) geland. De manschappen van dit zweefvliegtuig rukken met de Duitse grondtroepen mee op tot aan de grens en vervolgen hun weg vechtend naar Eben-Emael.

    De groep "Granit" schakelt onmiddellijk de luchtafweer (machinegeweren) uit en binnen 10 minuten zijn de volgende gevechtsopstellingen ingenomen of geneutraliseerd: 

    • Kazemat Maastricht 1 (ingenomen)
    • Kazemat Maastricht 2 (ingenomen)
    • Machinegeweerbunker MiS (ingenomen)
    • Machinegeweer bunker MiN (ingenomen)
    • Koepel Noord (uitgeschakeld)
    • Koepel Zuid (aangevallen maar niet uitgeschakeld)
    • Bloc IV (alleen de waarnemer uitgeschakeld)

    Opmerking : Bij De Koepel 120 (Cp120) zijn explosieven in de lopen  gegooid, dit omdat het zweefvliegtuig met de Holleladingen voor dit doel bij Düren was geland. Later plaatsen de Fallschirmjäger een Hollelading op de koepel, maar deze is niet doorgeslagen. De reden voor het plaatsen van deze Hollelading is dat er vanuit de koepel met een karabijn, door het periscoopgat, word geschoten op de Fallschirmjäger. In en kwartier tijd is de modernste vesting van het land, en beschouwd als het sterkste fort ter wereld, door de Duitse luchtlandingstroepen geneutraliseerd.

    In de loop van de ochtend voeren de manschappen (vestingstroepen) van het fort verschillende tegenaanvallen uit, maar door het gebrek aan automatische wapens en een degelijke infanterie opleiding zijn ze gedoemd te mislukken. Bovendien komt de Duitse luchtmacht regelmatig de helling bombarderen om zo de tegenaanvallen te neutraliseren.

    Later op de dag beschieten de kanonnen van de forten van Pontisse (1000 granaten van 105 mm) en Barchon (40 granaten van 150 mm) het dak van het fort van Eben-Emael. De Fallschirmjäger vinden beschutting in de veroverde kazematten en bunkers.

    Dit artillerievuur verhindert de Belgische Infanterie te velde om een tegenaanval uit te voeren. In de tijdspanne tussen de aanval en de overgave van het fort, plaatsen de Duitse Fallschirmjäger, onder aan de voet van de trappenhuizen van de kazemat Maastricht 1 en de machinegeweerbunker Noord, Holleladingen. Dit doen ze om eventuele tegenaanvallen vanuit het fort te voorkomen. Ook het trappenhuis van de machinegeweerbunker Zuid is gedeeltelijk vernietigd tijdens het springen van de toegangsdeur (galerijniveau). Alleen de kazematten Visé 2, Koepel Zuid en de observatieklok Eben 1 zijn actief op het dak van het fort tot aan de overgave. De kazemat Visé1 is slechts enkele uren actief. De kazemat Visé 2 en Koepel Zuid schieten in de richting van het Albert-kanaal bij Lanaye (B) en op Eijsden (NL), want daar zijn de Duitse grondtroepen bezig met over te steken. Dankzij de observatieklok Eben 1 kan het artillerievuur precies geregeld worden op de Duitse troepen. Ook de lager gelegen bunkers Canal Nord en Canal Sud schieten op de Duitse troepen die proberen om het Albertkanaal over te steken. Tijdens de aanval wordt er geen gifgas gebruikt. Maar er zijn wel problemen met de lucht in het fort. Vooral in de gevechtsopstellingen kunnen de kruitdampen, door het hevige vuren, niet voldoende afgevoerd worden en daarom dragen de mannen er hun  gasmasker.

    De Duitse grondtroepen zullen pas 26 uur later arriveren dan gepland en zullen van de verdedigingsbunkers van het fort aan de West- en Zuidzijde: Blok II, Blok I, Blok VI, Blok V en Blok IV aanvallen. Uiteindelijk maken de Fallschirmjäger contact met de Duitse grondtroepen. Deze kleine groep van Duitse Luchtlandingstroepen wordt op de voet gevolgd door de landstrijdkrachten.

     Voor de sector van Nederlands-Limburg en België ten noorden van de Maas is dit Legergroep B behorende tot het 6de  Leger, onder bevel van generaal von Reichenau. De legergroep B bestaat uit o.a. de 3de en 4de Panzerdivisie en de 20ste Gemotoriseerde Divi­sie. Hun aandeel in het veroveren van de brug­gen en Eben-Emael zelf is beperkt. Wel word aan de 4de Panzerdivisie de opdracht gegeven door te stoten bij Maastricht om zo rap mogelijk de luchtlandingstroepen te helpen bij de uitbreiding van de bruggenhoofden aan het Albertkanaal. De aansluiting met de luchtlandingstroepen  moet binnen de voorziene tijdslimiet gebeuren, de bruggen in Nederlands-Limburg, in het bij­zonder de Maasbruggen te Maastricht, moeten open blijven. Daarvoor is het uit ongeveer 100 man bestaande Sonderverband Hocke verantwoordelijk. Het is een onderdeel van het 100ste Bataillon zum besonderen Verwendung dat is samengesteld uit vrijwilligers, zij moeten bijzondere opdrachten uitvoeren( enkelen zijn al sinds 8 mei ter plaatse). Om de brug­gen intact in handen te krijgen zijn diverse voorbereidingen getroffen. De betreffende bruggen zijn verkend en tijdens de Duitse opmars worden in bur­gerkledij er de nodige sabotagedaden uitgevoerd, dit moet de vernieling van de bruggen voorkomen. Vooraf zijn afdelingen over de grens gezonden die zich in Nederlandse uniformen (o.a. van de marechaussee) bij verrassing dienen meester te maken van enkele bruggen over de Maas en het Julia­nakanaal en ze verdedigen tot bij de aankomst van de eigen legereenheden. Toch slaagt het Nederlandse leger er in om  de bruggen van Maastricht rond 07:00 uur ’s morgens te laten ontploffen. Daardoor lopen de Duitse grondtroepen in die sector een vertraging  van meer dan 20 uur op t.o.v de originele planning. Daarnaast moet de groep Melzer onder leiding van luitenant-kolonel Mikosch en voornamelijk samengesteld uit manschappen van het 151ste Infanterieregiment en het 51ste Pionierbataljon, het bruggenhoofd van Kanne uit­breiden en de vernieling van het fort van Eben-Emael voltooien. Die aflossing is voorzien tegen de valavond van de eerste aanvalsdag. Tijdens de strijd om de bruggen en het fort wordt er massale luchtsteun geleverd door het IVde Fliegerkorps, belast met het bombarderen van de vliegvelden en verkeerswegen, en het Vlllste Fliegerkorps, verantwoordelijk voor de ondersteuning van de landstrijdkrachten.

    05u30 Het „Oberkommando der Wehrmacht” (afgekort OKW) geeft het volgende radiobericht door via hun zenders : „Duitse troepen hebben heden morgen om 05u30 de Nederlandse, Luxemburgse en Belgische grenzen overschre­den. De vijandelijke weerstand in het grensgebied wordt overal in samenwerking met de „Luftwaffe” doorbroken. Tegelijkertijd heeft de „Luftwaffe” met groot succes plaatselijke vliegvelden aangevallen en met sterke formaties steun ver­leend aan de „Wehrmacht” voor zijn strijd te velde."

    02-06-2008, 00:00 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 van de opgepakten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    2 van de opgepakten

    02-06-2008, 00:00 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 9 mei

    Donderdag 9 mei

    Donderdag 9 mei wordt een zonnige dag en na het druilerig weer van de vorige dagen kunnen we voor bet eerst genieten van de lente.

    Sinds drie september 1939 sleept de Schemeroorlog in West-Europa aan. In de loop van die periode is het ultieme aanvalsbevel om de  Lage Landen en Frankrijk te attaqueren al talloze keren inge­trokken. Uiteindelijk word op 9 mei 1940 de definitieve beslissing genomen. De weersvooruitzichten zijn uitstekend. Een gebied van hoge luchtdruk zal het weer blijven bepalen. Er word geen oorlogsverklaring uitge­vaardigd want de Duitsers weten dat het succes afhangt van het verrassingseffect en de snelheid van de uitvoe­ring van hun plan.

    De dag loopt op zijn einde wanneer ineens de staf vanhet V.K./ 2de Divisie (Vrijwilligerskorps)
    meedeelt dat een zesde van de manschappen voor vijf dagen op verlof mogen. Raar maar waar, dit is echter geen alleenstaand gebeuren in andere eenheden geschiedt juist hetzelfde! Terwijl Belgische soldaten met verlof gaan, bezetten de Duitse aanvalstroepen hun stellin­gen aan de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse grenzen.

     

    De militaire attaché te Ber­lijn, kolonel Goethals heeft de dagen voordien al zijn ongerustheid laten blijken. Het Bel­gisch Algemeen Hoofdkwartier ontvangt tegen 20u30 een nieuw bericht.Het bericht voorspelt een of­fensief tegen de volgende morgen. Een tweede bericht om 22u30 brengt de bevesti­ging. Vanaf 23u35 wordt het leger systematisch in staat van alarm gebracht. Dit is het dertigste alarm van Duitse zijde in zes maanden tijd maar ditmaal is de situatie onomkeerbaar.

     

    In de nacht van 9 op 10 mei ontvangt Staf De Clercq (V.N.V.) 78 agenten uit verschillende regimenten hij beveelt hen om weg te vluchten en niet te schieten. Joris Van Severen (VERDINASO) daar in tegen spoort zijn aanhangers aan om hun plicht te doen zoals hij dat zelf tijdens de oorlog van 14 -18 had gedaan


    02-06-2008, 00:00 geschreven door DP


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Delameilleure Philippe, en gebruik soms ook wel de schuilnaam 'tfront.
    Ik ben een man en woon in Marke (België) en mijn beroep is opvoeder.
    Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 63 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: militaire geschiedenis en wandelen.

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be

  • Willekeurig SeniorenNet Blogs
    adaa
    blog.seniorennet.be/adaa

    Een interessant adres?

    Foto

    Hoofdpunten blog tfront
  • BOEK: Duitse begraafplaats Menen Wald
  • Vreemdelingen in de Westhoek tijdens de grote oorlog
  • SLAG AAN DE EDEMOLEN te NAZARETH
  • Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog
  • Verhalen van Daniel R. Shine

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Categorieën

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    metgezel
    blog.seniorennet.be/metgeze

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Blog als favoriet !

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Een interessant adres?


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!