't front 1940
Foto

Foto



Inhoud blog
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
  • Bronvermelding, links
  • De Duitse Pantserdivisies te Vroenhoven
  • De Duitse Aanval in het Westen
  • Chronologische lijst van de gebeurtenissen tussen 10 mei en 30 juni 1940
  • Adjudant Depotter in actie
  • 18e linie enkele ooggetuigenverslagen
  • 18e linie de reorganisatie in het departement MORBIHAN
  • 18de linie De reorganisatie in het departement MORBIHAN
  • 18e linie naar Frankrijk
  • 18e linie deel 27
  • 18e linie deel 26
  • 18e linie deel 25
  • 18e Linie deel24
  • Poelkapelle Dutsers bekijken de Britse Tank uit WOI
  • Het Duitse leger in 1940 tegenover België
  • Capitaine Aviateur / Kapitein Vlieger André Glorie
  • Een man van het 18de Linieregiment OLt Roland ANSQUER
  • Enkele foto's van de gesneuvelden van het 18de Linie Regiment
  • 18e Linieregiment Wachten repatriëring
  • 18e Linie de terugtocht van Bretagne tot in het Gers-departement
  • 18e Linie Regiment 23
  • Welk Duits regiment op 25 mei 1940 te Merendree?
  • Leiebrug van Ooigem en Desselgem door Bernard Delange
  • Bijlage deel 4
  • Vroenhoven Geo kaart
  • Leieslag deel 16
  • Leieslag deel 15
  • Leieslag deel14
  • Leieslag deel13
  • 18e Linie Regiment 22
  • 18e Linie Regiment 21
  • 18e Linie Regiment 20
  • 18e Linie Regiment 19
  • 18e Linie Regiment 18
  • 18e Linie Regiment 17
  • 18e Linie Regiment 16
  • 18e Linie Regiment 15
  • 18e Linie Regiment 14
  • Bijlage 18de linie
  • 18e Linie Regiment 13
  • 18e Linie Regiment 12
  • 18e Linie Regiment 11
  • 18de Linie Regiment 10
  • 18e Linie Regiment 9
  • 18e Linie Regiment 8
  • 18e Linie Regiment 7
  • 18e Linie Regiment 6
  • 18e Linie Regiment 5
  • 18e Linie Regiment 4
  • 18e Linie Regiment 3
  • 18e Linie Regiment 2
  • 18e Linie Regiment 1
  • Luitenant Buron
  • Leieslag deel 12
  • Leieslag deel 11
  • Leieslag deel 10
  • 27 mei vervolg
  • Leieslag deel 9
  • Bericht aan de bevolking , Kortrijk mei 1940
  • Marke mei 1940
  • Waffenstreckung
  • 27 mei
  • foto van Kortrijk en Lauwe
  • 26 mei
  • Leieslag deel 8
  • Graaf d'Oultremont
  • 25mei
  • Leieslag deel7
  • GASMASKERS OP!
  • Leieslag deel 6
  • Leieslag deel 5
  • Getuigenis van Paul Vanoverbeke Kuurne
  • Het 12de Linie tijdens de Duitse aanval van 24 mei
  • Ardooienaar Jozef Lievens bij het 3de Linie te Bissegem
  • Leieslag (deel4)
  • Foto van Belgische DBT granaatwerper
  • Jef Schaumans
  • Belgische krijgsgevangenen te Schilde mei 1940
  • Gesneuveld te Bissegem mei '40
  • 19.Infanterie-Division
  • 30e INFANTERIE DIVISION RH 26-30/36
  • XXXeINFANTERIE DIVISION
  • J.R.73 Inf. Div.
  • 74e Inf. Reg.
  • Foto's Alphonse DECOCK van de klas 39
  • Een getuigenis,,Alphonse DECOCK
  • III/73 = 19°Infanterie Divisie
  • De Leieslag (deel3)
  • Info
  • De Leieslag (deel 2)
  • De Leieslag (deel1)
  • Twee van de velen
  • Foto's Eben-Emael
  • 10 mei 40 De aanval in de regio van Eben-Emael besluit
  • 10 mei 40 de aanval in de regio van Eben-Emael
  • 2 van de opgepakten
  • Donderdag 9 mei

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • 't Front
  • 't Front regio Verdun
  • 't Front Marke gesneuvelden
  • Bruggenhoofd Gent
  • abbl 1940
  • Verslag 18 daagse veldtocht Albert D'Hondt 2e Regiment Gidsen
  • Vinkt 1940

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog tfrontverdun
  • Tekeningen en foto ivm Verdun
  • Op bezoek in het spookhuis van de Eerste Wereldoorlog
  • Cahier de guerre 1914-1918 de Constant Vincent
  • 700.000 doden
  • Bronvermelding: Literatuur over de Slag bij Verdun

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Blog als favoriet !

    Foto


    15-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. foto van Kortrijk en Lauwe




    15-02-2010, 13:04 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26 mei


















    15-02-2010, 13:02 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leieslag deel 8
    26 mei


    De Britse Generaal Gort krijgt de toestemming om zijn soldaten van het BEF (Brit­ish Expeditionnary Force) van hetvasteland terug naar Groot-Brittannië te evacueren. Het is een controversiële operatie  want het Franse leger wordt nauwelijks in de actie betrokken. De word de  grootste evacuatie in de geschiedenis, `Operatie Dy­namo', zal in de geschiedenisboeken altijd verbonden blijven met de naam van de Franse havenstad Duinkerken.
    Maar in feitte  zal de kuststrook in kwestie  zich zich tot 31 mei uitstrekken tot aan de Belzische badplaats De Panne.
    Al heel vroeg in de ochtend om 03u30 beukt het Duitse leger in op de geallieerde stellingen tussen Wervik en Geluwe. Tussen de beide plaatsen is een stuk front dat slechts met 300 wielrijders van de 17de I.D. is opgevuld, zij moeten stand zien te houden op een front van 5 km breed.

    In Geluwe zelf houden het 4e  en 5e  eskadron van het 1ste  Lansiers de dorpskom met de weg naar leper, dit tot dat ze bijna omsingeld worden en zich moeten terugtrekken. Zij strijden van huis tot huis. Het Groot Hoofdkwartier besluit om het bevel tot de terugtocht te geven, daarbij zal de rechtervleugel het eerst vertrekken. Dit gebeurt rond 07u.00 en kort daarna al bereiken de voorhoeden van de 31ste Duitse ID Geluwe en Wervik. De helft van het 1ste Lansiers wordt er gevangen genomen. Het 3e eskadron van het 3e Lansiers stelt zich te noorden van Geluwe (langsheen de spoorweg Ieper - Roeselare )

    in carré op om zich zo langs alle kanten te kunnen verdedigen maar na vier uur strijd word deze groep dapperen overrompeld door de Duitse overmacht. 

    Het 2de Cyclisten gaat de verdedigingslijn langsheen de spoorweg Ieper - Roeselare versterken. Bij Dadizele kunnen het 2e  Lansiers en het 2e  Jagers te Paard zich handig uit de strijd losmaken en naar Staden terugtrekken, uiteraard gebeurt dit onder vijandelijk vuur. Het terugtrekken van de 2e Cavaleriedivisie (CD) verloopt zeer moeilijk.

    Omstreeks 06 u.00 wordt de frontsector van het IVe Leger­korps, waarvan het hoofdkwartier zich te Dadizele bevindt, aangevallen. Het 5de Jager te Voet (het zuidelijk gelegen regiment van de 10de I.D.) krijgt het zwaar te verduren.

    Na een grondige artillerievoorbereiding worden ze op gans hun front aangevallen. De strijd wordt hoofdzakelijk op Lede­gem gericht. De Duitsers worden overal teruggeslagen.  Zij hernemen  hun aanvalpogingen even na de middag en rond 19 uur ‘s avonds. De enkele loopgraven die ze er kunnen innemen  worden al even vlug weer furieus door de Belgen heroverd.


    Rond Menen en Wervik opent de Britse artillerie ondertussen het vuur op de oprukkende vijand. Vanaf de hoogte van Ha­lluin (Fr) en Le Colbras (Fr) neemt ze de brug, de Rijselsstraat, de Wer­viksestraat, de weg naar Kortrijk, de Koekuit en de weg naar Geluwe onder vuur. In Wervik viseert de R.F.A ( de Britse artillerie) speciaal de Laagweg en de Hoogweg.
    Van op de zuide­lijke Leie oever volgt het 6Th Black Watch regiment alle Duit­se bewegingen en bestookt ze met zwaar mitrailleurvuur. Onze 1ste ID stelt zich samen met het 4e Lansiers van de 2e CD op langsheen de spoorweg Roeselare - leper. Hier heeft men 2000 treinwagens geplaatst. Tussen de Frezenberg en en de Zilverberg vormen ze een antitankhindernis van twaalf kilometer lang.


     

    In Zonnebeke vinden burgers en vluchtelingen in de loodsen van de steenbakkerij Iweins-Vanbiervliet een reusachtige Britse voorraad aan levensmiddelen. In geen tijd is de hele opslagplaats leeggehaald. Ook de aaneengekoppelde spoor­wegwagons krijgen bezoek van burgers. Ze halen er alles uit wat ze denken te kunnen gebruiken en dit onder het oogluikend toezien van de militairen.

    Aan het Komen - leper kanaal graaft de 143Th Britse brigade zich met drie bataljons in, dit doen ze om de sector Komen - Houthem te verdedi­gen. De 13nd en 17nd brigade stellen zich op achter het kanaal en achter de spoorlijn van Houthem tot Zillebeke. Het 12Th Lancers komt in leper aan en ziet er dat de stad niet verdedigd wordt en dat de bruggen er nog intact zijn. De Britse lansiers besluiten om in de stad te blijven tot dat de infanterie komt opdagen.Tegen de avond bereiken de Duitse troepen de Keiberg in Bese­lare en de Molenaarelst in Zonnebeke en even na 19uur arriveren ze ook op de Drogenbroodhoek te Moorslede. Ze naderen heel behoedzaam tussen de roggevelden en vragen naar de Britse ka­nonnen maar die zijnde dag voordien al weggehaald.


    Aan de vluchte­lingen vertellen ze dat hun divisie, de 14e Infanterie-Division, 's ande­rendaags in de vroege morgen zal aanvallen en dat de vluchte­lingen maar best weer naar huis terugkeren. Aan het kanaal Komen - leper slaagt de 31ste Duitse ID erin om het kanaal te na­deren maar de divisie komt terecht in het vuur van goed opgestelde Britse kannonnen en mitrailleurs. De divisie stopt en krijgt naast zich, aan haar linkerzijde, de 61ste divisie die in de loop van de morgen vanuit Me­nen en Marke is aangevoerd onder aanhoudend Brits artillerievuur. Dezelfde avond bereikt de 18e Duitse ID Zillebeke.

    In de sector van de 8ste I.D. is de Duitse artillerie de gehele nacht blijven vuren, tegen de ochtend wordt er nog intensiever geschoten. Bij het 13de Linie, het rechtsgelegen regiment, komen de Duitsers omstreeks 07 uur uit hun bruggenhoofd en slagen erin om door te dringen tot in Oost-Rozebeke. Het rechtse bataljon wordt frontaal en in de flank aangevallen. Ze verliezen er de helft van hun effectief.De rest stelt zich op in een verbindingslijn met het gezicht naar het zuiden. Bij het 19de Linie, het Links gelegen regiment, word de eerste aanval afgeslagen.
    Omstreeks 08u30 slagen de Duitsers er in om Oeselgem  te veroveren en verder op te rukken in de richting van Wakken. Laatstgenoemde word tegen de middag bezet. Met andere woorden de  toestand verergerd! Tegen de middag is het front duidelijk afgebakend in de zuidelijke omtrek van Meulebeke,Oostrozebeke, Wielsbeke, de Leie tot aan  St-Eloois-Vijve, ten noorden van Wakken.  Op dat moment krijgt de bevelhebber van de infanterie van de 8ste I.D. het bevel vanuit het hoofdkwartier van het Legerkorps, om het bevel te nemen van het 42ste en 44ste Linie en van de Groep Wielrijders van de 13de I.D.. Met deze eenheden moet hij de spoorweg van Tielt naar Ingelmunster en Meulebeke bezetten. Ze moeten zich ook klaar maken voor een tegenaanval inde richting van de Mandel. Voor deze uitval zijn ze de steun van vijf artilleriegroepen beloofd. Maar tegen 15 uur bereikt slechts één bataljon van het 44ste Linie, en dan nog beroofd van haar mitrailleurs, haar bestemming.De ander eenheden zijn onder weg hevig aangevallen door de Luftwaffe en zullen pas in de avond, in stukken en brokken, op hun reisdoel aankomen.

    Gezien de omstandigheden moet de infanteriecommandant van de  8ste  I.D. zijn actie beperken tot het bezetten en verdedigen van twee kilometer spoorweg.Hiervoor gebruikt hij het bataljon van het 44ste evenals de mitrailleurs van een artilleriegroep, een peloton verkenners en zelfs het peloton dat instaat voor de bewaking van het hoofdkwartier van de Divisie.

    De vijf artilleriegroepen concentreren een hels kanonvuur op Meulebeke dat juist door de Duitsers is bezet. Van die kant uit dringen de Duitsers niet meer aan.

    Het 13de Linie trekt haar front terug op de rivier de Mandel. Maar in de sector van de buren, de 9de I.D., zijn de Duitsers (in de richting van Meulebeke) de rivier al overgestoken. De ondersteuningsartillerie van het 13de wordt er onder Duits geweervuur genomen (vanuit het gehucht Paanders).De veraste artilleristen vernietigen vlug hun kanonnen en scharen zich rond de commandopost van het 13de,ze gaan er strijden als infanteristen.


    Bij het 19de Linie worden de twee bataljons die van alle kanten omsingeld zijn geliquideerd, uitgezonderd één compagnie die blijft stand houden ten noordoosten van St-Baafs-Vijve.

    Tegen 16u30 wordt het gene dat overschiet van de 8ste I.D. opnieuw samengesteld, Dit gebeurt achter de Mandel en de Mandelbeek tot tegen Markgem. Bij het 13de is de situatie wankel, de Duitsers zijn al in Marialoop, ten noordoosten van Meulebeke. De overschot van het 19de zit  tezamen met elementen van het 6de  Jagers te Voet geïsoleerd. Tot laat in de avond leveren ze een verbeten strijd. Van het 13de en het 19de schiet er niet veel meer over. Zeven artilleriebatterijen hebben hun stukken moeten vernietigen.

     

    Boven de geallieerde linies dwarrelen  pamfletten waarop de Duitsers de geallieerde soldaten duidelijk maken dat de geallieerde troepen nu volledig omsingeld zijn, psychologische oorlogsvoering noemt men dat.

     

    Het vliegveld te Stene krijgt in de vroege ochtend van de 26ste  een vreemde bezoeker. Om 04uur raast een Wellington bommenwerper er over de landingsbaan en komt achteraan het vliegveldje, dat toch wat te klein is voor dit kaliber bommenwerper, tot stilstand.  De piloot Squadron Leader Glencross van het 37 Squadron steekt te samen met zijn bemanning ( de navigator P/O Cameron, waarnemer Sgt Parkhouse, radioman LAC Clear en de boordschutter AC Stamthorpe) het toestel in brand. Hun Wellington, de L7793, is boven Avesnes door afweervuur geraakt en met doorboorde motor en brandstoftanks hebben ze een noodlanding te Stene moeten uitvoeren. (Het verhaal van de bemanning zal geen happy end kennen. S/L Glencross zal op 28 mei bij bet kelderen van de S.S. Aboukir in bet Noordzeewater omkomen,  en P/O Cameron en Sgt R.C. Parkhouse zullen  nog dezelfde dag sterven, 26 mei, in de inschepingchaos rond Duinkerken.).

     

    Het Belgisch luchtwapen telt op de ochtend van de 26ste mei nog 23 toestellen en vervolgt haar operaties. De I/1 stuurt een Fox naar Eeklo. Een uur later landt het toestel te Stene dit nadat het achtervolgd werd door drie Duitse bommenwerpers. Tijdens de tweede missie dropt de bemanning een kist met zestig granaten boven Duitse infanteristen. Op hetzelfde vliegveld landt er een Fox Hispano van de lV/1, het komt vanuit Tours. Het toestel vliegt een verbindingsmissie maar het raakt vernield bij de landing. De bemanning, bestaande uit OLt Rousseau en Hodeige, is licht gewond.‘s Morgens stijgen zes Renards van de V/1 op te Zwevezele en vliegen naar Lombardzijde. Bij de landing geraken ten gevolge van de slechte staat van het terrein twee vliegtuigen beschadigd. Een missie in de namiddag verloopt zonder problemen. De VI/l voert twee missies uit boven Harelbeke en Roeselare. Om 11u30 verlaten de tien toestellen Zwevezele om de Fox van de l/1 op Stene te vervoegen

     

    Vandaag wordt de opdracht van 25 mei naar de Leiebruggen door het Britse 59th  Sqdn herhaald. bij Bij een van de pontonbruggen haalt het Duitse luchtafweergeschut de Blenheim R3613 omlaag. De machine slaat nabij Waasten tegen de aarde te pletter. Radio AC2 Albert Brogan en zijn waamemer Sgt Gordon Schwindt worden naast hun piloot in de omliggende velden begraven. (In 1941 zullen  de ouders van  piloot P/O R.E. Shaw  nog een tweede zoon ,boven Nederland, verliezen. Na de oorlog zullen de twee broers zij aan zij op de Nijmeegse militaire begraafplaats Jonkerbos in Nederland worden begraven).

     

    Hoewel de luchtgevechten boven de kust nog steeds in hevigheid toenemen, vallen er toestellen zowat overal in België. De hele dag is het een aan- en afvliegen van  Duitse Heinkels en Dorniers ze worden geëscorteerd door de Messerschmitts Bf 110 van ZG 1 en ZG 26.  Deze voeren vooral bombardementsmissies uit naar het inschepinggebied.

     

    De Hurricanes van het RAF 605 Sqdn zijn opnieuw actief boven West-Vlaanderen. Nadat P/O Muirhead boven Oostende een Duits vliegtuig heeft neergehaald, wordt hij zelf geraakt. Met behulp van zijn parachute springt hij uit zijn getroffen Huricane (N2346) en dwarrelt neer boven Oostende. Nabij de zelfde stad storten nog twee Duitse Bf 110 toestellen van de I/ZG 1 neer.



    15-02-2010, 12:58 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Graaf d'Oultremont

    Artikel uit de Krant van West-Vlaanderen geschreven door Ere-luitenant-kolonel Roger R. Verbeke

     













    15-02-2010, 12:18 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25mei




    15-02-2010, 11:49 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leieslag deel7

    De verplaatsing van het 'Schwerpunkt' naar de Frans – ­Belgische kust sleurt een verhoging van de luchtactiviteit boven Vlaanderen met zich mee. Terwijl het Iste  Regiment vanuit Stene enkele observatievluchten uitvoert, probeert de Britse RAF de Luftwaffe te bekampen. De Iste  Groep, van het Iste  Belgisch Luchtvaart Regiment voert vijf missies uit tegen Duitse observatieballons. Bij de tweede vlucht wordt de Fox van Lt Haubert door twee Duitse jagers aangevallen, maar hij lukt er toch nog in om zonder al te veel schade naar Stene terug te keren.

    Tijdens een verkenningsopdracht boven de weg Maldegem - Eeklo wordt de Fox van Vandeweghe en onderluitenant Delbroeck door enkele Flakgranaten ( granaten van de Duitse Luchtafweer ) geraakt.  Maar Piloot Vandeweghe slaagt er toch nog in zijn zwaardbeschadigde Fox over de piste van Stene te taxiën, de twee vliegeniers worden door Generaal Vandenberghe gefeliciteerd.

     

    De Vde en VIde  Groep vliegen elk twee missies. De eerste opdracht van de VI de  Groep zou de begeleidt  worden van zes Britse Hurricanes. Maar aangezien deze niet komen opdagen vliegt de enige overblijvende  Renard  van de groep zijn missie dan maar zonder enige bescherming.

    Die ochtend escorteren de  Britse Hurricanes van het No17 en No 605 Squadron zes Blenheims op

    een verkenningsmissie in de buurt van Gravelines, deze wordt gevolgd door een sweep boven de regio Menen - Kortrijk - Doornik.

    Op 10000 voet boven deze laatste stad bemerkt  RAF piloot P/O Ian Muirhead een Duits vliegtuig ( een Hs 126) op, dit wordt een  makkelijke prooi. Het Duitse verkenningvliegtuig stort om 09u30  langsheen de weg Kortrijk - Menen neer.





    15-02-2010, 11:40 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GASMASKERS OP!

    GASMASKERS OP!

    Zaterdag 25 mei, vroeg in de morgen, komt een bataljon motorrijders (ongeveer 304 man) van de Ardense Jagers vanuit Beitem waar hun "Etat Major" gekantonneerd is, in de richting van Menen aangereden. Daar gaan ze zich opstellen langs de westkant van de spoorweg Menen-Roeselare. Vanuit de colonne van de Etat Major word plots geroepen “Alerte au gaz!” De moto's stoppen en in paniekstemming worden de gasmaskers opgezet. Er ontstaat een verkeersopstopping wanneer nu ook andere colonnes komen opdagen. De verwarring en besluiteloosheid stijgt. Vanuit de achterste gelederen komt een officier zich nader informeren over het motief van de halte, na een bitse woordenwisseling beveelt hij de om  rit voort te zetten: "il n'y a pas de gaz!„Sommigen protesteren, anderen ontdoen zich van hun gasmasker om voorzichtig opnieuw de frisse buitenlucht met die vreemde geur in te ademen. De jongens uit de Ardennen kunnen immers die stinkende geur van rottend vlas, van de "vlasrote",niet thuiswijzen!

    15-02-2010, 11:25 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leieslag deel 6

    25 mei

    In de vroege morgen van 25 mei willen de Duitsers hun succes van de vorige dag uitbuiten. Vanaf 07 u.00 valt de  Duitse 31ste ID in westelijke richting aan, dit is in de buurt van Wevelgem dat door het 4de Linie verdedigd word. Omstreeks 10 u.00 moet dit regiment zich terugtrekken. In Kortrijk wordt het 24ste Linie langs drie kanten hevig aangevallen zodat dit regiment zich moet terugplooien in de richting van Sint-Eloois-Winkel waar het de restanten van het uiteengeslagen 3e Linie en het 1ste Licht Regiment oppikt om samen naar Dadizele te trekken waar het hoofdkwartier van de 1ste ID gevestigd is.
    Het 4e Linie en het wielrijderseskadron moeten zich terugtrekken tot achter de baan Menen -Roeselaen proberen om in verbinding te blijven met de Britten.

    Op dat ogenblik besluit het Groot Hoofdkwartier om een nieu­we sector te creëren naast het British Expeditionary Force (BEF). Het 1ste Legerkorps, met haar commandopost te Westroze­beke, zal zich opstellen ten westen van de baan Menen - Roesela­re, om in verbinding met het IVe LK, iedere vordering in de streek Roeselare - Menen - leper proberen tegen te houden. Ten zuiden van de baan Menen – Geluwe - Geluveld - leper zullen de Britten trach­ten stand te houden. Daarvoor beschikt het 1ste LK over de restanten van de 1ste ID, een groep artillerie en het Motor­bataljon. Daarnaast heeft het nog de 2e Cavaleriedivisie (CD) ter beschikking dat om 07 u.30 van Torhout oprukt naar Dadi­zele -Geluwe om er een defensief front naar het zuidoosten op te stellen. Omstreeks 11u.00 komt het Britse regiment het 12Th Lancers te Roeselare aan. in de namiddag worden ze opgesteld op de baan Roeselare - Menen met een 50-tal pantserwagens en lichte tanks. De 2de  Cavalerie divisie komt omstreeks 13uur aan op de positie Geluwe- Dadizele, het 2de Cyclisten bevind zich in het tweede echelon.

    De 10de I.D., bestaande uit het 3de ,5de en een bataljon van het 6de Jagers te Voet krijgt artillerieversterking. Haar front loopt van Ledegem over Rollegem-Kapelle, Winkel-St-Elooi,  St-Katarina tot aan Lendelede. Het 9de Linie moet als versterking het front naar het noorden komen verlengen, tot aan de Mandel. De infanteristen van het 9de zullen pas aankomen en positie nemen om 13 uur. Onder weg hebben ze, door aanvallen van de Luftwaffe, aanzienlijke verliezen geleden. De mannen nemen stellingen in tussen Winkel-St-Elooi en Izegem. Ze lossen er de wielrijders en de genie van de 10de I.D.af, die daar gepositioneerd waren in afwachting van de komst van het 9de. Het bataljon van het 6de Jagers te Voet gaat in reserve. In het midden, in de ondersector van het 3de Jagers te voet, vallen de Duitsers omstreeks 15 uur  Winkel-St-Elooi aan. Zij slagen er in om hier en daar te infiltreren,maar ze worden teruggedrongen. Om 18 uur trekken de Duitsers zich terug. Meer ten Noorden, voor de stellingen van het 9de Linie, zijn er schermutselingen tussen patrouilles. Om 18u30 meldt men de 10de I.D, vanuit het L .K. ,  dat de commandant van de 6de I.D is aangekomen en dat hij het bevel van het noordelijk deel van de sector op zich zal nemen,  deze bevat het 9de Linie, het
     3de Jagers te Voet en de helft van de artillerie. Ook de komst van het 1ste Grenadiers word gedurende de komende nacht verwacht. De commandant van de 6de I.D., die al zijn diensthoofden, zijn transmissieploegen enz… in zijn oude sector heeft moeten achterlaten bereid  zo goed   en  zo kwaad  als hij kan zijn bevelhebberschap voor.  Dit gebeurt met de beperkte middelen die hij van het IV Legerkorps ter beschikking krijgt.

    Vanaf de middag valt het motorbataljon van de Ardense Jagers aan op de spoorweg Menen – Roeselare.Daar ze een te uitgestrekt front bezetten ,moeten ze uitwijken naar het Noord - Oosten.

    In de namiddag overvleugelen de Duitsers de stad Menen langs het noorden en infiltreren in de bres tussen de Belgen en de Britten. Talrijke uitgedunde Belgische eenheden moeten uitwijken en komen in Beselare en Zonnebeke terecht. De Duitsers achtervolgen deze terugtrekkende groepen, ook hun artil­lerie volgt het gevecht op de voet en blijft ononderbroken vuren. De gemeente Beselare wordt heel zwaar beschoten.

     

    In de buurt van Dadizele weten de Ardense Jagers om 15u20 met ­hun machinegeweren een Duitse jager neer te halen. Op de Kezelberg (Moorsele – Dadizele ) woed er een harde strijd.  De Duitse 14de I.D. bestookt de heuvel met ratelend mitrailleurvuur en  mortierengranaten. De riposterende groene mutsen (Ardense Jagers) opgesteld langsheen de spoorlijn Menen Roeselare lijden zware verliezen mar bijten door . Ook het 4de linie en de lansiers bieden goed weerwerk en pinnen de Duitsers vast op de oostelijke flank van de Kezelberg

    De groep Wielrijders van de 17de I.D. voert verkenningen uit langs de Leie,in de omgeving van Wervik. Tot hun grote verbazing treffen ze er geen Enkele Brits eenheid meer aan! Tengevolge gaat de groep zich opstellen op een front van 6km breed,gelegen tussen Geluwe en Wervik. Op die manier kunnen ze flank van de  2de Cavalerie Divisie beschermen.Omstreeks 16 u.00 wordt ook Wervik fel bestookt met brand - en brisantgra­naten. Meer dan 200 huizen en gebouwen worden vernietigd of zwaar beschadigd.

    Om 17 u.00 vallen de Duitsers het hele front van de 2e CD nabij Menen aan, maar onze cavaleristen en een raak schietende artil­lerie weten de stormloop van de Duitse 18e en 31ste ID te stuiten.

     

    Tegen 22 u.00 valt de aanval op het front van de 2e CD stil, het front is intact gebleven maar de verliezen zijn bijzonder hoog. De cavaleriedivisie krijgt het bevel om zich niet terug te trekken tenzij de toestand echt onhoudbaar zou worden. En bij een eventuele gedwongen terugtocht moet ze zich ten noorden van de spoorlijn leper - Roeselare gaan opstellen.

     

    In de namiddag van 25 mei komt het 4e Lansiers via Oost­nieuwkerke in Passendale aan. De eskadrons worden naar de spoorweg gebracht en opgesteld onder het commando van de 1ste ID. Tegen de avond komt het 31ste Linie van de 15e ID te Poelkapelle aan en gaat posities innemen langsheen de spoorlijn.

     

    Veel burgers verlaten hun huizen. Vooral de mensen die dicht bij de spoorweg wonen want het is duidelijk te zien dat er daar zal worden gevochten. Ondertussen heeft Lord Gort, de Britse bevelhebber, vernomen dat de Duitsers op Menen in de richting van leper marcheren en hij vreest dat het Belgische Leger zich niet meer achter de IJzer zal kunnen terugtrekken, maar integendeel naar het noorden zal geworpen worden. Generaal Alan Brooke, de bevelvoerder van het Britse 2nd Corps, dat ten zuiden van de Leie naar het oosten is opgesteld wilt kost wat kost een communicatielijn naar de kust vrij houden. Maar met het uur wordt die smalle doorgang nog smaller en smaller. Hij besluit om het Britse front naar het noorden te verleggen, langs het oude kanaal van Komen naar leper en dan langs het kanaal leper - IJzer. Hij stuurt er het 12th Lan­cers naartoe. Omstreeks 18 u.00 besluit Lord Gort om de 5th  en 50th divisie, die aangeduid zijn voor een geallieerde tegenaanval, weg te halen in het zuiden en ze naar het Komen – leper kanaal te sturen en nog dezelfde avond word ook de 143th  brigade van de 40th  divisie naar het kanaal overgebracht.
    De 9de I.D.,sedert de nacht van 24 op 25 mei in positie aan de Mandel, dekt met haar twee overblijvende regimenten de rechterflank van het VII de Legerkorps die nu ,door het verdwijnen van de 3de I.D., is blootgesteld.In de loop van de vorige nacht zijn Duitse elementen er in geslaagd om via de hoek gevormd door het Mandelkanaal en de Leie te infiltreren. Dit is gebeurt voor dat de 9de I.D. ter plaatse was. Tegen het einde van de dag, na een reeks schermutselingen, beschikken de Duitsers ten N. van het kanaal over een klein bruggenhoofd dat ongeveer een kilometer diep is. Doch het 13de Linie (8 I.D.) zal er voor zorgen dat dit bruggenhoofd gereduceerd wordt. De mannen van het 13de heroveren brug No 1 van het kanaal.Maar een deel van de vijandelijke troepen  nestelt zich vast in de huizen te N. van de brug.In de loop van de dag slaagt het 13de er ook nog in om een aanval op St-Eloois-Vijve terug te dringen.


     

     

     







    15-02-2010, 11:23 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leieslag deel 5

    De omsingeling voltrokken ! Er zijn nu twee fronten, met daar tussen in, een brede kloof  die in handen is van het Duitse leger. De Duitse doorbraak tussen Arras en Amiens snijdt nu het geallieerde front in twee. De Britten denken alleen nog aan  terugtrekken, ze hopen om via Duinkerken te ontsnappen. Een van de consequenties daarvan is dat de Luftwaffe boven haar achterhoede nu vrij spel heeft.

    Het front van het Noordelijk Geallieerde leger volgt de lijn ten Zuiden van Boulogne - ten Zuiden van Kamerijk - ten Oosten van Valenciennes - de Schelde tot aan Gent, en van daar, den Westelijke oever van het kanaal Gent-Terneuzen.

    Het tweede front loopt langs de Somme van Abbeville af, volgt dan de lijn Amiens-Laon-Rethel om zich zo verder aan te sluiten bij de Maginot-linie.

    De Duitsers zijn zo diep door gedrongen dat  ze nu de zeekust bezetten tussen Boulogne en Abbeville . Een Frans tegenoffensief, met als uitgangspunt de streek ten Zuiden van St. Quentin, zou dus het front kunnen nog herstellen, maar het Franse leger is in het defensief gedwongen.  De verdere gebeurtenissen zullen dan ook de onmacht van dit leger bewijzen.

    Ondanks hun succesrijke strijd ontvangen de Duitse troepen echter het bevel om de opmars te stoppen. Göring, de euforische bevelhebber van  de Duitse Luftwaffe, wil immers met zijn bommenwerpers  van uit de lucht boven de stranden van Duinkerken tot aan De Panne  de geallieerden de genadeslag toedienen. Maar die beslissing zal tegenvallen want  de Kampfgeschwader beschikken  niet meer over voldoende slagkracht om de job te klaren. Ook de Duitse Jagdgeschwader worden verplaatst, dit om ze op die manier gemakkelijker in de regio Duinkerken te kunnen inzetten.

     

    Onze Belgische piloten vervolgen intussen hun opdrachten. De 1/1 verliest tijdens de derde missie een Fox. Deze is om 17u naar de regio Harelbeke gestuurd maar de bemanning Degreef  en  Meulers verdwijnt spoorloos.Vanuit Zwevezele vliegt de V/1 nog twee missies naar Deinze en Kortrijk,

    Bij Kortrijk voert een Duitse Bf 109 E van de 1/JG 27 een noodlanding uit. Het toestel is voor 60 % beschadigd.

    Onze luchtafweer eist drie toestellen op, waaronder een He 111 die om 16u langsheen de weg Dentergem – Meulebeke crasht. Men vermeldt ook nog twee toestellen te Langemark en een vijandelijk vliegtuig die na een luchtgevecht te  Mannekesvere is neergestort.

    Op 24 mei ontvangt Koning Leopold III de vier ministers die hem nog niet verlaten hebben, dit zijn   de heren Pierlot, Spaak, Vanderpoorten en generaal Denis. In een uiteenzetting van de toestand doet de Koning hun inzien dat het leger weldra tot de overgave zal genoodzaakt worden. Nadat de ministers, in een lange redetwist, technische onuitvoerbare maatregelen voorstellen, wordt de Koning aangezet om per vliegtuig te vluchten. De Koning weigert op dit voorstel in te gaan, daar hij het zijn plicht acht om bij zijn leger en zijn volk te blijven, wat er ook moge gebeuren. Hij vraagt dat een minister bij hem zou blijven, maar geen enkele stemt hier in toe!

     

    15-02-2010, 11:07 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Getuigenis van Paul Vanoverbeke Kuurne
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Getuigenis van Paul Vanoverbeke

    Paul Vanoverbeke werd geboren te Kuurne op 22 april 1932 in de Kortrijkstraat 63. In 1940 bestond het gezin is uit vier personen,dit waren vader Alfons moeder Maria Coornaert,  zus Lydie en Paul zelf. Bij het uitbreken  van de oorlog liep  de achtjarige Paul  nog school in de gemeenteschool  te Kuurne. 0p 22 mei  zag hij de Belgische soldaten van het 12e Linie Regiment te Kuurne aankomen.

    Paul herinnert zich:  “Zij gingen naar de Leie om loopgraven aan te leggen. Wij werden verwittigd dat we moesten vertrekken,maar enkele buren besloten toch om ter plaatse te blijven.Bij ons thuis lag de kelder aan de achterzijde van het huis, richting de Leie,wij konden de Leie zien van in ons huis. Mijn vader vond het te gevaarlijk om thuis te blijven. Op de 23ste werd mijn moeder, toen ze terugkwam van de W.C ., beschoten. In de vlaskelder van Antoon Vervaecke in de Kortrijkstraat 54 aan de overzijde van de straat werd een schuilkelder ingericht voor een zestal families. Achter het schuifpoortje werden zandzakjes opgestapeld en daarachter werden zes daarachter ruimtes ingericht met opeengestapelde geperste vlasklodden en op de grond de matrassen .In de tweede ruimte met twee uitgangen emmers en kuipen met water.In de derde ruimte waarvan de grand betond uit gestampte aarde was plaats voorzien om zijn behoefte te doen of te roken.Hier was nog een deur en twee vensters.Wij verbleven er vanaf de 23ste  mei tot de nacht van de 24ste  op de 25ste  mei. In de nieuwe gebouwde achtergebouwen waren er ook verschillende families o.a de familie van Napoleon Herman.(die stierf als oorlogsslachtoffer op de 24e.)In de namiddag van de 23ste  begon de beschieting,de nacht was relatief rustig,maar in de morgen van de 24ste  was de hel losgebroken. In de loop van de namiddag hoorden wij stemmen van Duitse militairen.Alfons Derez schoof voorzichtig het poortje een beetje open,maar moest het poortje volledig openen. Bij het zien van de zandzakjes dachten de Duitse soldaten dat er Belgische soldaten waren,wij moesten onmiddellijk uit de schuilkelder komen en warden tegen de muur geplaatst,handen op het hoofd.Mijn vader moest terug in de kelder met een paar Duitse soldaten om de kelder te controleren. Daarna mochten wij terug in de kelder maar het poortje moest openblijven maar mijn vader was zijn grote zaklamp kwijt. Aan beide kanten van de straat  zagen wij de soldaten voorbijtrekken, richting Kortrijk.Er waren ook nog lijf aan lijf gevechten, dit ter hoogte van de Kuurnebrug ter aan het huisnummer 10O. Er sneuvelden vier Duitse soldaten. Dat heb ik niet gezien,maar Jean Decanniere was er getuige van. Bij valavond werd er nog hevig geschoten door de Belgische artillerie.Het huis van Maurice Legein no 68 werd zwaar beschadigd. Er waren gekwetste Duitse soldaten en een tiental gesneuvelden. De gesneuvelden van het 3de  Panzer Jag.abt;18 werden begraven inde tuin van Alfons Desmet no 75.Twee zwaar gekwetste Duitsers werden bij ons in de kelder ter verzorging gebracht,ik heb ze persoonlijk zien sterven.Een riep geweldig om zijn moeder.We hebben de twee bebloede matrassen in de Heulebeek, die achter ons huis liep, geworpen.”Voorheen in de namiddag werd ter hoogte van de Rapid, Kortrijksesteenweg te Harelbeke waar de Leie het dichts bij de baan Gent Kortrijk lag, werd de eerste oversteek van de Leie verwezenlijkt.Dit was rechtover de vlasfabriek van mijn grootvader Vanoverbeke Gustave, Harelbekestraat 80 te Kuurne.Voor de gebouwen was er een lange loopgraaf­ Er sneuvelden vier Belgische en vijf Duitse soldaten(waarvan een met een camera die al vlug verdwenen was).Er was een Belgische soldaat die een ring droeg,later was de vinger afgesneden en de ring verdwenen. (verklaring van mijn nonkel Georges Vanoverbeke Harelbekestraat no 82) De fabriek was volledig vernield. Er was zeer veel schade, dit voor een bedrag van 1.783.129 Bfr (gebouwen:470.085 Bfr - bedrijfsuitrusting: 270.044 Bfr - stocks goederen 1.043.000 Bfr)Twee of drie dagen na de Leieslag ging ik met mijn vader langs de Leie er stond een mitrailleur ter hoogte van de hofstede - roterij Vanhaecke op de trakelweg.Ik heb ook Belgische soldaten zien begraven van de roterij Bonte - Pottie aan’t Champetters kotje. Bij ons thuis viel een obus in de tuin en één in de zijgevel van de schuur van Aloïa Bruggeman. Er was veel schade aan dakpannen,ramen,aan de ruiten van het huis en de serre.Aan de voorkant aan de rolstoors (rolluiken), vensters en de gevel door  dit allemaal door granaatscherven.

    15-02-2010, 11:05 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het 12de Linie tijdens de Duitse aanval van 24 mei

    Het 12de Linie  tijdens de Duitse aanval van 24 mei

     

    Voorbereiding van de aanval:

     

    De stellingen van het 12de liggen sinds 6 uur onder hevig en ononderbroken vuur, en worden bestookt door automatische wapens vanuit de dekkingen (huizen) van Harelbeke.

    Gevolgen:

    - verliezen (vooral bij de 7de Compagnie)

    - volledige ontreddering van de transmissies per draad en door lopers.

    - desorganisatie van de afsluitingsvuren door verliezen en vernieling van automatische wapens en C47 (= kanonnen), vermindering van het zicht door de rook, veroorzaakt door branden van de vlasvoorraden te Kuurne.

    - absolute onmogelijkheid de reserves te verplaatsen. - volledige afzondering van de steunpunten in eerste lijn.

    Eerste pogingen tot overschrijding: In de voormiddag, ter hoogte van I en II Bataljon: de Duitsers worden teruggeslagen.

     

    De strijd bij het Eerste Echelon:

    14.40 uur – 15 uur: - vorming van een bruggenhoofd op de scheidingslijn van I en II Bataljon.

    15 uur – 16 uur: - uitbreiding van het oorspronkelijke bruggenhoofd. - mislukken van de tegenaanvallen.

    16 uur: Overschrijdingen in het midden van 25 Linie, links en op de grens tussen 12 linie en 25 Linie.

    16 uur – 18 uur: Opruimen van I en II Bataljon en opruimen van 25 Linie.

    17 uur: -overschrijding bij 24ste Linie

    De strijd bij het tweede Echelon:

    16 uur – 18 uur: - de vijand neemt contact met het 2de Echelon en omvleugelt zijn linkerflank (Hulste). - ten gevolge van onvoorziene ontwikkelingen verandert het tweede Echelon zijn oriëntatie.

    20u30: - het linkergedeelte van 24ste Linie is doorbroken. - het rechtergedeelte van het tweede Echelon is ten westen voorbijgestoken.

     

    De toestand stabiliseert zich bij het 12de Linie.

    - het Tweede Echelon (= III Bataljon) heeft een doorlopend front van ongeveer 2000 meter
    - links: de resten (twee pelotons) van II Bataljon van het 2de  grenswielrijders.

    - achter: het I Bataljon van het 2de grenswielrijders.

    - verder: niets.

    - geen verbinding meer met de divisie. 
     

    Te Kuurne biedt het 12de ,onder bevel van Kolonel Yvan Gerard, zeker dapper weerstand.

    Om het tekort aan artillerie op te vangen, schieten de machinegeweren van de tweede lijn over de eerste heen. Zo rukt de tiende compagnie door middel van een tegenaanval, onder een op haar gerichte beschieting, tot vijfhonderd meter vooruit en slaan ze de vijand terug. Eens de nacht gevallen, zal een van haar pelotons door het gebrek aan munitie met de bajonet ten aanval trekken .

    Aan de oever van de rivier (daar waar nu een herdenkingsmonument is opgericht), houdt soldaat Verhaeghe (en niet korporaal  Verhaeghe zoals hij in de volksmond is bekend en zoals het verkeerdelijk op zijn graf staat vermeld), met zijn mitrailleur lange tijd de aanvallers op afstand.  Hij is een Vlaming uit de streek ( Bissegem), die bij zijn Waalse vrienden is gebleven, wanneer tijdens de mobilisatie het derde bataljon, samengesteld uit Vlaamse soldaten, naar een andere eenheid overging. Men vind hem dood op zijn stuk. In de volksmond wordt hij als held beschouwt ,  maar doen al die andere jongens die te Kuurne sneuvelen niet evenzeer hun plicht?


    De derde compagnie, (waarin  Koning Leopold als Prins heeft gedient), is volkomen omsingeld en verdedigt zich tot 19 uur, dit tot hun munitie volledig is opgebruikt.
    Zij laten eenentwintig doden en talrijke gewonden achter op het slagveld. Dit zijn slechts enkele  van de talrijke voorbeelden van de plichtsbewustheid van de mannen van het 12de Linie!


    Het regiment wordt terecht op de dagorder van het leger geciteerd, evenals de derde groep van het derde artillerieregiment, die het steunde.

     

         

     

    Ook de tegenstander  brengt hulde aan de moed van de onzen. In het historisch overzicht van de 14de Duitse infanteriedivisie, kan men de ­volgende passage lezen:  "De aanval op een Belgische elitedivisie is hard en bloedig geweest. Het is  een zeer lastige strijd geworden onder het vuur van de machine- geweren en de artillerie en dit voor elke meter terrein. Nog voordat de Leie word bereikt heeft  het eerste peloton (van de tweede compagnie van het regiment Erdmannsdorff) reeds verliezen  geleden. Door een plotselinge aanval  tracht het nu om zich  meester te maken van de fabriek (de meelfabriek van Harelbeke). Hier en daar is valt er een kameraad gevallen, veel mensenlevens worden vernietigd. De fabriek ligt op een afstand van zestig a zeventig meter.­Het vijandelijk (Belgische) verdedigingsgeschut wordt steeds maar heviger. Als een van onze helmen te zien is, is hij het mikpunt van vijandelijke scherpschutters. De aanval schijnt te mislukken. De Belgen die de laffe terugtocht van de Britten met een buitengewone moed dekken, bieden een verwoede en steeds maar herhaalde weerstand

     

     

    12de  Linie

     

    DE TERUGTOCHT: 

    Het Regiment krijgt om 22.25 uur het bevel tot de terugtocht. De stelling wordt verlaten om 23.15 uur. De terugtocht, die niet door de vijand gestoord wordt, gaat over lngelmunster, Ardooie en Koolskamp.

     

    DE VERLIEZEN:

    Het Regiment is praktisch vernietigd. Verliezen bij benadering:

    - 150 doden

    - 500 gewonden

    - 800 krijgsgevangenen.

    Op 26 mei slaagt men erin opnieuw 20 gevechtstroepen (pelotons) te vormen.

     

    Kolonel Gerard zal later schrijven: "De terugtocht gebeurde in perfecte orde. Het voorbijtrekken van de resten van mijn regiment blijft een van mijn meest ontroerende herinneringen. De fierheid zulke mannen in de strijd te hebben aangevoerd zal eeuwigdurend in onze harten blijven leven. Zij waren met tweeduizend in lijn. Honderd eenendertig werden gedood, meer dan vijfhonderd gewond".

     







    15-02-2010, 10:59 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ardooienaar Jozef Lievens bij het 3de Linie te Bissegem

    Ardooienaar Jozef Lievens bij het 3de Linie te Bissegem

     

    Tijdens de 18-daagse Veldtocht is Jozef Lievens reserveluitenant bij het 3de  Linie Regiment, II de Bataljon, 8ste  Compagnieën mitrailleurs. Het 3de  Linie behoort tot de 1ste  Infanterie Divisie van generaal Coppens en uiteindelijk  tot het IV de Legerkorps van generaal Bogaerts. Samen met Gaston Van­dooren uit de Zuidmolenstraat in Roeselare maakt hij de aftocht van het 3de Linie mee van het Albertkanaal tot aan de Leie. (G. Vandooren kan het verloop van de gebeurtenissen onderschrij­ven, zoals ze zijn opgetekend in het boek 'Kort­rijk tijdens de tweede wereldoorlog' van Jose Vanbossele).

     

    De aftocht van uit de stellingen aan de Schelde start op 23 mei. Eens de aftocht voltooid strekt het Belgische front zich uit van de Braakman tot Me­nen. Het 3de  Linie is achter de Leie in Bissegem vanaf de Zwingela­restraat tot aan Klein Vollander in Wevelgem opgesteld. Het regiment is al op 22 mei vanaf 17 uur in vier groepen uit Mariakerke bij Gent vertrokken. De eerste bussen komen om 19.45 uur toe aan de Drie Masten in Gullegem, het IIde Bataljon arri­veert rond middernacht aan de kerk van Bissegem. Om 21 uur geeft Kolonel Willems bevel de stellingen te bemannen.


    In eerste echelon:

    -het Iste  Bataljon  van Majoor Versele vanaf Klein Vol­ander (Wevelgem) tot aan de voetweg Kruiskou­ter-Neerbeek.

    -het II de Bataljon van Majoor Heinen, van zodra het ter plaatse zal zijn, vanaf de voetweg tot aan het St.-Janskerkhof

    De 8. Compagnie mitrailleurs van Commandant Burke neemt stelling langs de Menensesteenweg van Bissegem dorp tot het kerkhof van Kortrijk.

    Het verst naar Kortrijk toe liggen de twee secties van onderluitenant Verplaetse uit Waregem, in het midden recht tegenover het bos van het kas­teel van Marke de twee secties van luitenant Lievens en verderop de twee secties van luite­nant Dumon uit Merksem. De 23ste  mei brengen de geallieerden en de Duitsers hun stellingen in orde.

    24 mei. Om 02 uur in de morgen er worden Duitse verken­ners bij het 3de  Linie gemeld.

    Zes uur. De 3de  Compagnie van Oberleutnant Potschat van het I ste  Bataljon van het 17de  Infante­rie Regiment onder het bevel van Oberst Bert­hold graaft zich in aan de rand van het kasteel­park van Marke op 200 meter van de Leie. Luitenant Lievens ziet ze vlak voor zich. Het Duitse I.R. 17 wacht met de artilleriebeschieting om de 8ste  Compagnie van het 3de Linie nicht vorzeitig zu warnen und gefechtsbereit zu machen. Het blijft er inder­daad rustig. Een ballon van de Duitsers stijgt uit het bos van Marke op om de Belgische stellingen te bespieden. Om 11.30 uur schiet de Duitse artillerie in. Stipt om 14.10 uur begint het Duitse artilleriebombardement dat prompt door de Belgische en Britse batterijen vanuit Gulle­gem, Moorsele en Menen wordt beantwoord. Om 14.20 vuren alle wapens. De M.G.-Compagnie  en de zware Flakmitrailleurs op de spoorwegberm dwingen het 3de  om in volle dekking te gaan. Rookgranaten hullen de Leievallei in een dikke, witte rookwolk. Het Iste  bataljon van het Duitse 17de  I.R. gaat ten aanval en de stormboten steken om 14.30 uur van wal. Bij het Iste  bataljon (17de IR.) bijt de 3de  compagnie de spits af. Ze rent vanaf het kasteelpark tot aan de Leie, dit wil zeggen over 200 metere open en vlak terrein. Luitenant J. Lievens geeft aan zijn sectie het bevel tot vuren, maar enkele soldaten zijn zo bang dat ze geen gehoor geven aan zijn bevel. In een 'wroede kolere' neemt hij zelf plaats achter de mitrailleur, maar wordt door een paar Duit­se kogels in de buik getroffen. Bloedend blijft hij alleen achter. Om 15 uur is de Duitse 3de  Compagnie over de Leie en drijft het IIdebataljon van het 3de  Linie achteruit. Om 16.45 uur is het omsingeld door het Duitse  Iste  bataljon van het Duitse 17de  I.R.  De mannen van het 3de worden gevangen genomen en worden naar de pannenfabriek in Mar­ke gebracht.  Duitse Sanitaters (verplegers) vinden de zwaar ge­kwetste luitenant Lievens en geven hem de eer­ste zorgen. 's Anderdaags vertrekken de krijgs­gevangenen te voet naar Spiere en verder naar Ronse, later naar Maastricht en Duitsland. Even voor Ronse rijdt een Duitse Rode Kruiswagen de colonne voorbij. Door het venster kan luite­nant Lievens teken doen naar onderluitenant Verplaetse. In een ziekenhuis in Bergen wordt hij geopereerd en op 16 juni 1940 wordt hij vrijge­laten.

     

    De soldaten hadden veel bewondering voor zijn moed en kordaatheid.



    15-02-2010, 10:38 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leieslag (deel4)

    Daar het nu moeilijker wordt om de chronologische orde van dag tot dag te volgen omdat bepaalde gevechten vier volle da­gen zullen duren, zullen we de frontsectoren apart behandelen.

     

    Sector 1

    24 mei

    In de nacht van 23 op 24 mei trekt Lord Gort, zonder iemand daarvan op de hoogte te brengen, de Britse troepen rond Arras terug. Tengevolge kunnen in de vroege morgen van 24 mei de Duitsers oprukken in de richting van Béthune, St. Pol en St. Omer. De Britten beginnen ook met de ontruiming van hun basis in Le Havre. Het Franse leger begint eveneens tekenen van moedeloosheid te vertonen en de desertie wordt er bijzonder groot.

    Wanneer men de verdeling van de Belgische strijdkrachten bekijkt dan heeft men de Indruk dat ze vooral opgesteld staan om de aanval van het 18de Duitse Leger, aan het afleidingskanaal, op te vangen.Men denkt immers dat het front aan de Leie minder bedreigt wordt. Dat meent men omdat het Duitse 6de Leger, ten zuiden van Rijsel (Fr) in de aanval is getrokken tegen het 1ste Franse leger.Ze willen er de  “Saillant van

    Valenciennes” (Fr) laten verdwijnen.


    Naar het zuiden toe,vanaf Menen, is er  weinig verbinding met de Britse troepen. Door de geringe bezetting en door de inspringende hoek gevormd door de Leie en het front van het B.E.F. in de Franse schuilplaatsen aan de grens.

    Om de verdediging naar het westen te verlengen stelt men de groepering Leroy samen. Generaal-majoor Leroy is de commandant van de infanterie van de 10de I.D., het Grenswielrijders bataljon van Limburg, de wielrijdersgroepen van het 13de en 16de I.D., de compagnie antitank kanonnen 4,7 cm van de 10de I.D. en de

    tanks van het Cavaleriekorps. De compagnie antitank beschikt nog over zeven stukken op pantseraffuit T13, van het Cavaleriekorps zijn er nog drie van de acht Renault-tanks bestaande.  Van de bevelhebber van het IV de

    Legerkorps moet Leroy zijn troepen in Roeselare groeperen.Daarna  moet hij de stelling Komen - Ieper naar het naar het zuidwesten gaan verdedigen, dit om er een eventuele aanval met pantsers  te kunnen opvangen. De Groep Leroy moet zich aan het oude kanaal Komen– Ieper opstellen tot aan Hollebeke en dan via Zillebeke vijver de verbinding verwezenlijken met Ieper . Daar ligt het Motorbataljon van de Ardense Jagers.

    Nog altijd om de verbinding met het Britse leger te versterken, en om de rechtervleugel te verzekeren krijgt de 10de I.D. het bevel zich te verplaatsen naar de streek van Beselare – Zonnebeke.

     
    Het Duitse offensief tegen het Belgische front begint.Generaal von Bock de bevelhebber van de Duitse Legergroep B heeft besloten om aan te vallen inde regio Kortrijk, hij zet het XI de   en IV de Legerkorps in.
    Daarmee wordt het 6de Duitse Leger massaal ingezet.  De Duitse artillerie opent het vuur op de stellingen van
    de 1e en 3e ID. De aanval wordt vooraf gegaan door een systematische artilleriebeschieting en door ononderbroken luchtaanvallen.

    De 1e ID heeft een breed front voor haar drie regimenten. Ieder regiment telt ongeveer 2.500 man. Het 24ste Linie is in stelling te Kortrijk, het 3e Linie te Bissegem en het 4e Linie te Wevel­gem.

    De 3e ID ligt met drie sterk gereduceerde regimenten langs­heen de Leie. Het 1ste Linie bevindt zich te Ooigem, het 25ste te Bavikhove en het 12e te Kuurne.

    Na herhaalde luchtaanvallen gaan de vijf Duitse infanteriedi­visies in de sector van het IVe LK tot de aanval over. Van noord naar zuid de 30ste, de 19e, de 14e, de 18e en de 31ste ID.

    In de sector van de Belgische 3e ID worden alle Duitse oversteekpo­gingen, tot ongeveer 14u.30, afgeweerd.

    Vanaf dat tijdstip begint er zich een bres of te tekenen die door de 19e, 14e  en 18e Duitse Infanterie Divisies

    word uitgebreid. Tegen 20 u.00 is deze bres al 8 km breed en 3 km diep en tegen de avond moet de zwaar belaagde en uitgeputte 3e ID zich achter het kanaal Ooigem - Roese­lare terugtrekken.

    In de sector van de 1ste ID worden de stellingen ook de hele nacht en voormiddag voortdurend bestookt door de Duitse artillerie en de Luftwaffe. Ook hier wordt omstreeks 14u.30 de aanval door de 31ste Duitse ID ingezet. Hier forceren ze de doorbraak te Bissegem tot aan het vliegveld van Wevel­gem. De bres is vier km breed en drie km diep. Maar omstreeks 18 uur slaagt het 1ste Linie en het wielrijders­eskadron van de divisie erin om de bres af te grendelen. Het 3e Linie is zo goed als uitge­schakeld. Het 4e Linie trekt zich al vechtende terug. Ondanks dit alles blijft het 24ste Linie, rond Kortrijk, heftige tegenstand bieden

    Het Belgische oppercommando reageert prompt. De reserve­groep Leroy en de 10e ID word niet naar de lijn Komen - leper verplaatst zoals voorzien, maar wordt ingezet in de meest be­dreigde sector bij St-Katarina en Heule. In de avond wordt het Motorbataljon (Ardense Jagers) vanuit leper naar Ledegem - Menen ge­stuurd.

    De 10e ID stelt zich op langs de lijn Lendelede, Rollegem-Kapelle en Ledegem en het 9e Linie van de 6e ID zal de linker frontlijn van de 10e ID gaan verlengen. Zij zullen worden aangevoerd met camions van het G.Q.G. (Groot Hoofdkwartier). Aan het Mandelkanaal bezet de 9e ID de noordelijke flank van de bres.

    Tegen de avond is deze bres gedicht maar men moet de gehavende 3e ID van de frontlijn weghalen terwijl de 1ste ID met omsingeling word bedreigd

    Het wordt nu duidelijk dat de Duitsers hun aanval zullen richten op leper. Door de inname van die stad  kunnen De Duitsers de Belgische troepen van de Britse scheiden. Daar het front tegenover het XVIIIe Duitse leger minder bedreigd blijkt te zijn, worden daar troepen weggehaald om de wankele Leie-stelling te versterken. Zo wordt ondermeer de 2e Belgische Cavaleriedivisie (CD) ter versterking gestuurd.Ondertussen bouwen spoorwegtroepen, dwars over de bedreigde sector, een antitankversperring op de spoor­weg Roeselare - leper. Een 2000-tal beladen en niet-geëvacueerde goederenwagons, personenwagons en locomotieven worden aan elkaar vastgekoppeld. In deze muur van wagons zijn er openingen voor­zien aan de Meiboom en aan de Zilverberg te Roeselare, de Vierka­venhoek te Moorslede, het station van Passendale - Moorslede, de Zuidstraat en de Zonnebeeksesteenweg te Passendale. In Zonnebeke zijn de Langemarksesteenweg en de lepersesteen­weg volledig afgesloten en alleen aan de Frezenbergstraat is er een opening vrijgelaten van drie meter breed. In de vierhoek Roe­selare – Menen – Komen - leper zijn er geen  troepen aanwezig , noch de Belgen noch de Britten hebben nog iets noemenswaardig ter beschikking.


     





    15-02-2010, 10:19 geschreven door DP


    15-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto van Belgische DBT granaatwerper
    Foto van Belgische DBT granaatwerper



    15-08-2008, 08:34 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Schaumans

    In Memoriam

     

    Jef Schaumans, een 91 jarige oud-strijder uit Itterbeek is overleden.

    Jef Schaumans vocht op 10 mei 1940 aan de Albertkanaal brug van Veltwezelt, vlakbij Eben – Emael. Hij vocht er als reserveofficier bij het 18de linie Regiment. Tijden die gevechten werd  hij  zwaar gewond.

     

    Over de Duitse aanval op zijn stelling en op het Fort van Eben-Emael heeft hij veel opzoekingwerk verricht en heeft er een aantal jaren geleden ook een  boek over geschreven.

     

    Ik zelf te samen met enkele andere geïnteresseerden had  de eer en het genoegen hem,  verleden jaar in september 2007, te ontmoeten in Veltwezelt.  Daar vertelde hij ons zijn verhaal en leidde ons rond op de plaats waar hij vocht en gewond raakte, zie foto’s.





    15-08-2008, 08:32 geschreven door DP


    03-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belgische krijgsgevangenen te Schilde mei 1940
    Belgische krijgsgevangenen te Schilde mei 1940











    03-07-2008, 09:13 geschreven door DP


    20-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gesneuveld te Bissegem mei '40

    Gesneuveld te Bissegem

     

    In totaal zijn er te Bissegem in mei 1940  twaalf Belgische soldaten gesneuveld en begraven, waarvan 10 van het 3e  Linie. Een dertiende overleed in het Duitse Lazarett en werd later als  Petrus Josephus Timmermans geïdentificeerd en ligt nog altijd te Bissegem begraven (naast de Britse gesneuvelden).

     

    Tiberghien Marcel Maurice, Gent, Berensteenweg 8, geboren Gent 25.01.1920, overleden 24.05.1940, Wevelgemvoetweg, Korporaal militiaan 3e Linieregiment 6e Compagnie stamnummer 103/89190

     

    (misschien deze?) Bouckuyt Albert Joseph, Herzeeuw, Behaeghelaan 55 of Jan Wauterslaan 12, geboren Neuville-en-Ferrain 09.07.1916, overleden 24.05.1940 aan de Wevelgemvoetweg, echtgen. Vertriest Henriette Celine Marie 3e Linieregiment 6e Compagnie.

     

     

    Seldenslagh Hubert Ferdinand, Oostende Ieperstraat 22, geboren Camberwell 12.09.1918, overleden 24.05.1940 Menensteenweg ongehuwd, soldaat militiaan 3e Linieregiment II Bataljon 6e Compagnie, bootmaker

     

    Derudder Louis, Moerkerke Nieuwdorp 33, geboren Moerkerke 05.11.1915, overleden 24.05.1940 Kerkstraat, ongehuwd, soldaat militiaan 3e Linieregiment 6e Compagnie stamnummer 103/85715

     

    Vanrobaeys Leon Maurice, Ledegem Winkel-Sint-Elooistraat 31, geboren te Ledegem 21.03.1920, overleden 24.05.1940 Kerkstraat, ongehuwd, soldaat militiaan 3e Linieregiment

     

    Ghesquiere Lucien Emile, Wervik Kruisekestraat 17, geboren te Wervik 29.04.1920, overleden 24.05.1940 dancing Rubens, ongehuwd, soldaat militiaan 3e Linieregiment

     

    Delrue Aurice Jozef, Oostende Nieuwpoortsesteenweg 643, geboren te Marnies 14.10.1918, ongehuwd, soldaat militiaan 3e Linieregiment 8e Compagnie stamnummer 103/88257

     

    Michiels R. w. Brugge, ongehuwd, onderluitenant 3e Linieregiment, 25 tot 30 jaar, fijn van wezen, 1m90 kleine snor

     

    Faignaert Leon Marie Henri Joseph Cyriel, Kruishoutem Steenweg op Olsene 428, geboren te Kruishoutem 26.08.1910, overleden 24.05.1940, Gullegemsesteenweg huis O. Verschaete, onderluitenant 3e Linieregiment III Bataljon waarschijnlijk stafcompagnie

     

    Barbary Roger Alphonse, Oostende Peter Benoîtlaan 31, beenhouwersgast, geboren la Rochelle 24.09.1916, overleden 25.05.1940 Kortrijkstraat 10 (Leopold Vanackere) echtgenoot Slabbinck Lydia, soldaat militiaan 3e Linieregiment III Bataljon waarschijnlijk stafcompagnie stamnummer 103/85998

     

    Van Deuren Frans, overleden 28.05.1940 Meisjesschool (hier was in die tijd een Duits Lazarett) 1m70 tot 75 slank, zwart haar, stamnummer 149/27926 onderluitenant-militiaan 3e Linieregiment 149/27926

     

    Baudoux overleden 28.05.1940 Meisjesschool 1m70, donker blond, mager, motorvest met kentekesn jagers te paard, kakihemd

    (Baudoux Hubert Florestan Eugène Antoine soldaat-militiaan 2e jagers te paard 2e escadron 140/26394)

     

     

    20-06-2008, 11:26 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19.Infanterie-Division

    19.Infanterie-Division

    Otto von Knobelsdorff

     

    Geschichte der niedersächsischen

    19. Panzer-Division

    (bis 31. 10. 1940 19.Infanterie-Division)

     

    1958

     

    VERLAG HANS_HENNING PODZUN . BAD NAUHEIM

     

     

    BIBLIOTHEK FÜR ZEITGESCHICHTE

    Weltkriegs Bücherei

    73338

    STUTTGART

     

                Major KÖHLER liegt mit vorn im straßengraben im abschnitt der 5e kompanie, die sich bereits mit ersten teilen von der straße gelöst hat. Die voll vom feindfeuer aus der flanke gefaßte 7e kompanie schafft den sprung nicht. So laßt major KÖHLER die 6e kompanie heranholen und links neben der 5e kompanie Angreifen. Als auf einer großen fläche die angriff liegenzubleiben droht, springt Major KÖHLER bis zu den vordersten gruppen vor. Ein augenzeuge berichtet : Mit seiner heiseren stimme, die in den letzten kampflagen restlos verbraucht wurde, höre ich ihn auf die kameraden einreden. Flach an den boden gepreßt, kriecht er von mann zu mann, schielt nach der unsichtbaren « Eisenspritzern », springt wieder ein stück. Bruchteile seiner anweisungen trägt der wind zu mir : « Jungens, hier könnt ihr doch nicht liegenbleiben – die können auch nicht ohne unterbrechung schießen – bei der nächsten feuerpause raus – sobald es wieder aufbellt, hinhauen. Wenn ich ‘los !’ brülle (ach er konnte ja kaum noch brüllen, wie er es sonst so herzerfrischend tat) – seht, nur noch ein kurzes stück, da vorn können wir sogar aufrecht gehen » Wenn es ihn bloß nicht noch einmal erwischt, denke ich gerade, da springt er schon mit den ruf « Auf Marsch – Marsch » weiter. So kommt der angriff wieder in gang, um 19.30 Uhr ist das 2 km. entfernte angriffsziel, die höhen bei MERKEGEMHOEK, erreicht. Hier bleibt das bataillon befehlensgemaß liegen und unterstützt nach rechts den angriff des I.R.74, das aus dem brückenkopf KWAADESTRAAT über unser 2e bataillon hinweg auf GYSELBRECHTEGHEM angreift. Noch ist die linke flanke des 1e bataillon offen, denn das 1e bataillon ist noch nicht heran. Schwere kämpfe haben sich am nachmittag dort entwickelt. Das Heidebataillon erlebt den blutigsten tag dieses feldzuges.

    Wie wir gelesen haben, war der Regimentskommandeur mit dem verspäteten angriffsbefehl sofort zum 1e bataillon gefahren und hatte das sofortige antreten veranlaßt. Oberstleutnant Fhr. Von KERSNER setzt sich persönlich an die spitze seines bataillons. Schwer und verlustreich ist das antreten aus dem kleinen brückenkopf. Besonderes heftiges flankenfeuer kommt von links, wo das 1e I.R.59 – selbst in der linken flanke sehr behindert – abhängt. Die verluste häufen sich. Der führer der 2e kompanie, leutenant SCHWENKE, fällt mit schwerer verwundung aus. Die bereits arg   …sammengeschrumpften kompanien sind zersplittert und durcheinander geraten. Uberall sind offiziere und unteroffiziere ausgefallen. Auf der großen freien fläche vor dem erhöht liegenden dorf KERKHOVE droht der angriffsfluß zu ver  nden. In einer mulde sammelt feldwebel JÜRGENS die reste der führerlosen kompanien. « Alles hört auf mein kommando », brüllt er uber das gefechtsfeld. Abgesplitterte teile anderer kompanien holt er von rechts und links heran, gliedert je flüchtig und weist ihnen ihre aufgaben zu. Dann setzt er sich an die spitze deses haufens und bricht mit hurra gegen die feindstellungen vor. Überrascht und verwirrt von diesem sturmangriff, weicht der feind zurück auf den friedhof vor dem dorf. JÜRGENS läßt ihm keine zeit, sich festzusetzen. Mit karabiner und handgranate in der faust stürmt er seinen männern voran über den friedhof  nweg. Links gelingt es dem bataillonskommandeur, mit den resten der 1e kompanie und seinem stab in KERKHOVE einzubrechen, wobei der bataillonsadjudant oberleutenant KERLL schwer verwundet wird. Hier entwickelt sich ein harter kampf um jedes haus. Angespornt durch das beispiel ihrer führer greifen die infanteristen immer wieder an, bis der feind ihnen das dorf überläßt. Vorerst ist er nur ein    fer, schmaler einbruch. Doch als die Engländer dann von dieser beherrschenden höhe rechts und links vom flankenfeuer erfaßt werden, gegen sie auf der ganzen linie zurück. Gegen 19.30 Uhr hat das 1e bataillon mit allen teilen die straße ELSEGEM-KERKHOVE überschritten.

    Endlich hört jetzt auch der druck auf die 7e kompanie auf, die seit mittag einen halben kilometer weiter immer noch an der straße festliegt.

    In diesem augenblick ahnt feldwebel JÜRGENS noch nicht, daß sein entschlossener, tapferer einsatz höchste würding finden sollte durch verleihung des Ritterkreuzes zum eiseren Kreuz.

    Inzwischen hat auf dem rechten flügel der division das I.R.74 GYSELBRECHTEGHEM genommen. Unser regiment bekommt auftrag, im anschluß an den linken flügel des I.R.74 mit 2e bataillon rechts und 1e bataillon links eine sicherungslinie beiderseits CASTER nach westen einzunehmen, was gegen 24.00 Uhr durchgeführt ist, wobei der linke flügel jedoch ohne verbindung bleibt.

    Der durchbruch durch die stark befestigte Scheldestellung ist vollzogen. Drei hervorragend fechtende regimenter des Englischen Expeditionskorps – die’Royal Oaks’ die ‘Royal Hemshire Rifles’ und die ‘Royal Queens’ – sind unter harten und verlustreichen kämpfen geworfen. Alle drei bataillone haben gleichermaßen anteil an dem ruhm des regiments : das 3e bataillon mit dem handstreichartigen und schnellen übersetzen der Kompanie Vilmar am 20.5 und mit der ständigen erweiterung des brückenkopfes durch alle kompanien, das 2e bataillon mit dem selbständigen übersetzen und dem stürmischen vordringen auf MERKEGEMHOEK, das 1e bataillon durch seinen blutigen opfergang von GRIJKOORT nach KERKHOVE.

                62 Gefallene und 3 vermißste läßt das regiment an der Schelde zurück, eine zahl, die noch beträtlich erhöht wird durch diejenigen von der 238 verwundeten, die später ihren verletzungen erlegen sind.

     

     

    Angriff über die Lys

                Wieder ist die fühlung mit dem schnell weichenden feind verloren gegangen. Um 13.00 Uhr (23.5) treten die bereits zur verfolgung umgegliederten bataillone wieder an und stoßen beiderseits VICHTE gegen die Lys vor. Ungehindert kommt die infanteriespitze (7e kompanie) an HARELBEKE heran. Es ist merkwürdig ruhig in der stadt. Menschenleere straßen, kein feind. Vorsichtig tastet sich die spitze an die Hauptstraße heran, biegt dann links ab zur br¨cke, die man jedoch gesprengt vorfindet. Hier gibt es erstes feuer.

                HARELBEKE liegt hart am fluß. Von den dachböden der mehrstöckigen häuser kann man in ein sauber ausgebautes stellungssystem auf der westseite hineinsehen, in dem sich der feind ungeniert bewegt. Zum teil hemdsärmlich schlendern sie in den verbindungsgräben entlang, schwatzen miteinander – sorglos, ahnungslos. Die 7e kompanie ist schon mit allen MG auf den dachböden in stellung gegangen. So günstig war die gelegenheit noch nie. Es fehlen nur noch die floßäcke, dann kann es losgehen. Da erhält das regiment den befehl , den weiteren angriff einzustellen und zur verfügung der division in dem raum VICHTE zurückzumarschieren. Hier erfährt das regiment, daß es den angriff über die Lys am 24.5 als rechter nachbar des Inf. Rgt.74 fortsetzen soll. Der in der nacht eingehende divisionsbefehl stellt das regiment vor eine schwierige aufgabe. Als rechtes flügelregiment der division soll es bei BEVEREN (nördlich HARELBEKE) den Lysübergang erzwingen. Der angriff muß mit offener rechter flanke geführt werden, da der rechte nachbar (30eDiv.) die große flußschleife nördlich BEVEREN aussparen will. Alle vorstellungen des regiments, daß der feind auf breiter front angefaßt werden muß, dringen nicht durch. Die 30e Division sagt zu, den gegner dort mit starkem artillerieeinsatz niederzuhalten, eine zusage, die dann – wie das regiment befürchtet hatte – nicht gehalten wurde.

                Das regiment setzt das 2e bataillon rechts (bei BEVEREN) und das 1e bataillon links davon ein. Um 17.00 Uhr beginnt der angriff. Beim 1e bataillon gelingt es der 3e kompanie, im heftigen feindfeuer das Westufer zu gewinnen und die ersten feldstellungen zu nehmen. Sofort werden die anderen kompanien nachgeschoben. Das brennende BAVICHOVE wird den Belgiern, die sich tapfer wehren, entrissen ; und weiter wird vorgestoßen auf HULSTE. Hier liegt das bataillon nach überwinnung eines bachgrundes zunächst fest. Der seinen bataillon mit dem stab vorausstürmende oberst Leutnant Fhr. von LERSNER wird verwundet und kann von seinen adjudanten, Leutnant KÜHLMANN, nur unter schwierigkeiten bis zu den kompanien zurückgeschafft werden. Um feindfeuer aus der rechten flanke auszuschalten, setzt der regimentskommandeur, der wie bei allen angriffen vorn ist, aus der regimentsreserve die 9e kompanie auf die feldstellungen ostwärts BAVICHOVE an, was zu einer spürbaren entlastung des 1e bataillon führt.

                Inzwischen hat das rechts eingesetzte 2e bataillon einen schweren stand. Vier ganze floßäcke stehen nur zur verfügung. Das zwingt den kommandeur , Major KÖHLER, das bataillon treffenweise in der reihenfolge 7e, 6e, 5e kompanie einzusetzen. Da rechts auch niemand angreift, brechen auf einer breite von mehreren kilometern nur zwei züge der 7e kompanie um 17.00 Uhr mit ihren vier floßäcken aus den ersten häusern von BEVEREN hervor. 300m. brettebens wiesengelände sind sie überwinden. 100m. werden unter dem feuerschutz der artillerie in einem schwung zurückgelegt, dann ist es vorbei. Aus der großen flußschleife, die von der 30e division ausgespart worden ist, schlägt das feuer den angreifenden zügen in die flanke. Auf dem deckungslosen gelände werden drei floßacke von den feindlichen maschinengewehren sofort zerfetzt.

                Mit dem letzten verbleibenden floßack gelangt unteroffizier RAKEMANN mit seiner gruppe fluß, dessen ufer etwa eineinhalb meter steil abfallen. « Wo sind die paddel »-. Die paddel hat oberschütze RIEMER ; der liegt schwer verwundet auf einer eingezäunten weide. Klagend dringt sein hilferuf heruber. Dreimal hat der san-gefreiter JÄGER einen anlauf genommen. Über den weidezaun kommt er nicht hinaus. Jedesmal mäht ein MG das gras vor seinen füßen. Inzwischen ist es still geworden um RIEMER –totenstill. Schnell wird vorn am fluß der floßack zu wasser gebracht. Unteroffizier RAKEMANN, Gefreiter GODEHARD und schutze BRANDES springen hinein. Gefreiter KREDEL will folgen. Im sprung trifft es ihn tôdlich. Mit den handen schippern sich die drei über den 18m. breiten fluß. In der mitte geraten sie in das feuer eines maschinengewehres. Dieser verdammte flußbogen ! Dort werden die Belgier frontal nicht angepackt und können nun seelenruhig das ganze flußbett der länge nach unter feuer halten. Es grenzt an ein wunder, daß die drei heil hinüberkommen. 20m. liegen sie vor einer gut getarnten und bisher nicht erkannten stellung. Handgranaten fliegen ! Schütze BRANDES fällt. Nun sind sie noch zu zweit und müssen froh sein, daß die Belgier sie jetzt in ruhe lassen.

                Major KÖHLER ist inzwischen ganz vorn bei der 7e kompanie. Die 5e kompanie hat er bereits nördlich BEVERN mit allen waffen in stellung gehen lassen gegen die flußschleife. Es bringt kaum entlastung. Die 6e kompanie wird jetzt in marsch gesetzt mit mit dem auftrag, beim 1e bataillon Übersetzen und von dort die feindlichen uferstellungen aufzurollen. Während dies bewegungen anlaufen, wird Major KÖHLER ganz vorn bei der 7e kompanie verwundet. Ein gewehrschuß durchschlägt seinen rechten oberschenkel und verwundet den hinter ihm stehenden gefreiten SCHUH an der gleichen stelle. Der zufällig beim 2e bataillon anwesende chef der 4e kompanie, Hauptmann MEINERS, übernimmt sofort die führung des bataillons. Schon nach kurzer zeit erscheint Leutnant HOHNSCHOPP mit seinen männern auf dem westufer an der übersetzstelle der 7e kompanie. Jetzt kommt der angriff auch dort wieder in fluß. Mit dem einzigen floßack setzt die 7e kompanie über und stôßt zusammen mit der 6e kompanie tief in die stellungen hinein. Einzelne widerstandsnester wehren sich verbissen und müssen im nahkampf ausgehoben werden, in der masse weicht der feind aus.

                Der Regimentskommandeur hat inzwischen das ganze 3e bataillon hinter dem 1e bataillon nachgeschoben. Diesem gelingt es dann noch in der dunkelheit, HULSTE zu nehmen. Das 3e bataillon wird für die nacht im ganzen regimentsabschnitt eingesetzt, so daß 1e und 2e bataillon in BAVICHOVE in alarmquartieren zusammengezogen werden können. Die schweren verluste des tages machen bei den meisten kompanien eine neugliederung mit nur zwei zügenerforderlich. Das regiment regelt die führung der bataillone so, daß Hauptmann MEINERS das ihm vertrautere 1e bataillon übernimmt. Oberleutnant VIERING (Chef 8e Kp) führt das 2e bataillon, bis dieses am nächsten tage endgültig von Hauptmann KNÖTSCH übernommen wird.

     

     

     

    Die erkkämpfung des brückenkopfes INGELMUNSTER / ISEGHEM (Karte 3)

                In der dunkelheit ist die fühlung mit dem fliehenden feind verloren gegangen. Die weitere verfolgung übernimmt in den frühen morgenstunden des 25.5 das 2e I.R.59 als vorausabteilung. Unser regiment tritt um 9.30 Uhr aus den unterkünften mit den 3e bataillon vorn den marsch auf STOKERIJ an der straße INGELMUNSTER-COURTRAI an, wo es sich zur verfügung der division bereithalten soll. Der nach dort vorausgefahrene Oberst MENKEL erhält gegen 11.00 Uhr vom Divisionskommandeur den befehl, mit einem bataillon bis zur bahnlinie INGELMUNSTER-COURTRAI weiter vorzugehen, nach westen aufzuklären und sichern. Das hierzu eingesetzte 3e bataillon erreicht ohne feindberührung die bahn, beobachtet aber bewegungen in den westlich der bahn gelegenen ortschaften CAPELLE St. CATHERINE und LENDELEDE. Der vor dem antreten vom 3e bataillon auf diese ortschaften angesetzte radfahrspähtrupp unter führung des Leutnant KIECKSEE ist bis 13.00 Uhr noch nicht zurückgekehrt. Die befürchtung daß dieser spähtrupp einem hinterhalt zum opfer gefallen ist, bestätigt sich leider im laufe des nachmittags durch ein von Hauptmann BRUNS geführtes stoßtruppunternehmen gegen LENDELEDE. Leutnant KIECKSEE und sein tapferer spähtrupp sind dort gefallen.

                Aufgrund eines um 12.00 Uhr eingehenden divisionsbefehls wird das ganze regiment zur sicherung der nordflanke eingesetzt. 2e bataillon nimmt anschluß an den rechten flügel des 3e bataillon und sichert nach nordwesten im zuge der bahnlinie und dort entlang des HAAZEBEEK bis zur straße INGELMUNSTER – COURTRAI. Dort schließt 1e bataillon an mit front nach norden.

                Kaum ist dies sicherungslinie bezogen, als ein neuer divisionsbefehl wiederum alles in bewegung setzt. Für das nach norden mit 255e und 30e division angreifende 11e armeekorps schützt 19e division die westflancke. Rechts wird bis an die straße INGELMUNSTER-COURTRAI das I.R.59. eingesetzt. Das Inf. Rgt. 73 erhält den auftrag, sich in der linie DOORNHOEH –ostwärts LENDELEDE- Westrand CAPELLE St. CATHERINE zur verteidigung einzurichten. Hierzu wird das 1e bataillon westlich der straße INGELMUNSTER-COURTRAI eingesetzt und dadurch der bisherige sicherungsabschnitt des 2e bataillon verkleinert. Das auf offener flanke eingesetzte 3e bataillon biegt linken flügel nach südosten um und staffelt eine kompanie links rückwarts. Unter starken sicherungen wird die stellung bezogen. Feindlicher widerstand westlich der bahn wird überall gebrochen. Das vor der HKL liegende LENDELEDE wird von 1 bataillon genommen und in die HKL auf grund der besseren wirkungsmöglichkeiten einbezogen. Hierbei werden eine 15cm. Batterie und zwei panzerwagen erbeutet sowie etliche gefangene gemacht.

                Die ebenfalls vorgetriebenen gefechtsvorposten werfen feindliche sicherungen zurück. In der nun hereinbrechenden dämmerung wird von ihnen noch beobachtet, daß der feind in BOSCHMOLENS, WINKEL St. ELOI und SNEPHOEK schanzt. Bis 24.00 Uhr erhält das 1e bataillon anschluß nach rechts von I.R.59, das 3e bataillon an I.R.53 (30e Div.) nach links.

                Die am 20.5. mit beginnender morgendämmerung angesetzte aufklärung bestätigt erneut die besetzung von BOSCHMOLENS und WINKEL St. ELOI sowie des zwischengeländes. Der feind ist erheblich tätiger als am vortage und nimmt vor allem die gefechtsvorposten und vorgeschobenen stellungen unter starkem munitionseinsatz mit artillerie –zum teil 15cm.- und granatwerfern unter feuer.

                Zur genaueren feststellung der feindbesetzung wird nun ein Offizier-Spähtrupp unter führung von Leutnant BODE auf WINKEL St. ELOI angesetzt. Dieser durch mehrere stoß- und spätruppenunternehmen im Polen und Flandernfeldzug hervorragend bewährte offizier führt seine aufgabe wieder mit größter tapferkeit durch. In dem bestreben möglichst genaue unterlagen mitzubringen, dringt er trotz starken feuers weit vor seinem spähtrupp auf WINKEL St. ELOI vor. In dem bald einsetzenden sperrfeuer erhält er eine schwere kopf- und augenverletzung, die nach einige tagen den tod verursacht.

                Gegen mittag erhält das regiment befehl, die sich zum angriff in westlicher richtung bereitstellenden Infanterie-Regimenter 59 und 74 aus der linie der gefechtsvorposten heraus zu sichern und den angriff mit feuer zu unterstützen. Hierzu werden die schweren waffen staffelweise vorgezogen, um möglichst weit wirken zu können. In diesen stellungen wird das regiment von den regimentern 59 und 74 überlaufen und verbleibt dann in den einsatzräumen als divisionsreserve.

                Doch das währt nur ein paar stunden. Um 21.00 Uhr erhält das regiment den befehl, INGELMUNSTER zu besetzen und einen brückenkopf über den Lyskanal zu bilden unter sicherung nach westen. In INGELMUNSTER sollen teile der 30e division liegen, mit denen der ordonanzoffizier sofort verbindung aufnimmt. Die lage ist dort aber nicht geklärt, da noch geschossen wird. Anscheinend ist die stadt vom feind wieder neu besetzt worden. Das zuerst in marsch gesetzte 1e bataillon erreicht den ort gegen 24.00 UHR und bezieht im südwestteil unter ausstellung starker sicherungen unterkunft.

                Ein auf ISEGHEM in der nacht zum 27.5. angesetzter sp¨htrupp unter Leutnant POERSCHKE findet dieses von Belgiern besetzt. Auf nahe entfernung kommt es zu einen feuerkampf, doch gelingt es dem sp¨htrupp, sich ohne verluste vom feinde zu lösen. Während der nachtstunden begibt sich der Regimentskommandeur zum 1e bataillon und befiehlt den sofortigen übergang und den angriff auf den nördlich des kanals liegenden stadtteil.

                Die kanalbrücke ist gesprengt, zum übersetzen stehen schlauchboote der 3e/Pi.19 zur verfügung. Der bataillonsführer, Hauptmann MEINERS, geht mit den ersten teilen auf das nordufer über. INGELMUNSTER macht in der nacht mit den zerschossenen häusern einen unheimlichen eindruck, der durch die stille noch vermehrt wird. Von teilen der 30e division ist im orte nichts mehr festzustellen. Vielmehr wird plötzlich der bataillonsstab aus der dunkelheit auf weinige meter entfernung angeschossen. Die schüsse geben das signal für den feind. Leuchtkugeln steigen hoch. Es schießt in der vorher so stillen stadt aus allen häusern und besonders aus dem schlo$park, doch kann das bataillon bei der dunkelheit den gut eingebauten feind nicht ausmachen.

                Die 1e kompanie dringt beiderseits der hauptstraße vor und setzt sich in den häusern fest, die 2e kompanie säubert park und schloß. Dem bataillon werden jetzt teile der dem regiment zugeführten Panzer-Jager-Abteilung 19 unterstellt. Als diese und die schweren waffen des bataillons übersetzen, beginnt es hell zu werden. Die Belgier erkennen jetzt die übergangsstelle und nehmen sie aus weiter westlich gelegenen häusern unter feuer, so daß eine verlegung der übergangsstelle nach osten erfordlich wird. Ein weiteres vordringen des 1e bataillon und eine erweiterung des brückenkopfes, besonderes nach westen, scheitern an dem starken feindwiderstand

                Inzwischen ist gegen 5.00 Uhr das 2e bataillon heran und wird von Oberst MENKEL links neben dem 1e bataillon zum angriff angesetzt. Die 6e kompanie (Lt. HOHNSCHOPP) setzt als erste über, erreicht am nordufer des kanals entlang stoßend den bahndamm, der Lt Regimentsbefehl nich nach westen überschritten werden darf. Unter absicherung nach westen greift die 6e kompanie jetzt mit linken flügel an der bahn nach norden an, rechts daneben die 5e kompanie. INGELMUNSTER liegt unter starken artillerie- und granatwerferfeuer. Besonders sind bewegungen auf den deckungslosen kleinen brücken in der stadt kaum möglich, da die unter beobachtetem MG-feuer liegen. Die anschliesende planmäßige bekämpfung des feindes mit unterstützung der 3e/Art.Regt19 und der pak schafft luft, so daß die stadt 11.30 Uhr ganz in der hand des regiments ist.

                Der gegen mittag nach INGELMUNSTER kommende Divisionskommandeur befiehlt, daß das regiment die vorbereitung für den abmarsch in westlicher richtung zur weiteren verfügung der division trifft und auf dem nortufer zur sicherung der vom pionierbataillon 19 im laufe des morgens gebauten kriegsbrücke nur ein bataillon beläßt.

                Das 1e bataillon wird wieder auf das südufer herübergenommen, wo auch das 3e bataillon seit den frühen morgenstunden versammelt ist. (Wahrscheinlich ist das 3e bataillon mit teilen ebenfalls in Ingelmunster einsgesetzt gewesen) Den freigewordenenabschnitt des 1e bataillon übernimmt die in reserve gehaltene 7e kompanie. Das herausziehen des 1e und die umgliederung des 2e bataillon nimmt der feind unter artilleriefeuer, wovon einige 15cm. Granaten mitten in den regimentsgefechtsstand schlagen.

                Um 14.20 Uhr ändert sich wieder die lage. Das zum abmarsch in südwestlicher richtung bereite regiment erhält den befehl, ISEGHEM zu besetzen und das nordufer des kanals im verein mit dem unterstellten 3e I.R.26 (30e Div.) zu saübern. Auf dem regimentsgefechtsstand werden 15.00 Uhr die befehle ausgegeben. Hierna soll 3e bataillon südlich des kanals auf ISEGHEM vorstoßen, 2e bataillon soll das am westrand von INGELMUNSTER liegende MANDEL nehmen, das besonderes stark besetzt ist und sich unangenehm flankierend auswirkt, und dann mit floßsäcken des Regiments-Pionierzuges auf das südufer übersetzen. Das dem regiment für diesen angriff unterstellte 3e/Inf.Rgt.26 soll nach weghnahme von MANDEL auf nordteil ISEGHEM durchstoßen. Der beginn des angriffs wird auf 17.00 Uhr festgesetzt.

                16.45 Uhr wird nach kurzer feuervorbereitung des s.IG-Zuges vom 2e bataillon MANDEL genommen. Dem von 3e bataillon unter voraussendung seiner radfahrkompanie vorgetragenen angriff leistet der feind aus dem ostrand von ISEGHEM mit MG- und gewehrfeuer lebhaften widerstand. Der dich dort befindliche Regimentskommandeur setzt pap-geschütze und artillerie ein und führt mit dem kommandeur 3e bataillon an der spitze den angriff. Der feind zieht sich kämpfend von haus zu haus zurück. ISEGHEM wird 18.45 Uhr genommen. Zu gleicher zeit ist das 3e/I.R.26 nördlich des kanals ebenfalls vorgestoßen und das 2e bataillon auf das südufer übergesetzt. Der am kanal eingesetzte feind ergibt sich kampflos. Als der Regimentskommandeur mit teilen des 3e bataillon nach durchstoßen ISEGHEMS an den Lys-kanal gelangt, kommt zu gleicher zeit der adjudant 3e/I.R.26 an das nortufer und meldet die vollzogene inbesitznahme des nordteils von ISEGHEM. Das 3e/I.R.26 bekommt noch den befehl, das nordufer des kanals bis CACHTEM zu säubern, was anschließend erfolgt.

                Nach diesem abwechslungs-, aber auch erfolreichen tage bezicht das regiment mit hereinbrechender dunkelheit in ISEGHEM unterkunft, ohne in der nacht noch vom feind belästigt zu werden.

                Am 28.5., fr¨h 4.00 Uhr, erhält das regiment kenntnis von der kapitulation der Belgischen Armee und gleichzeitig befehl, sich in ISEGHEM zur verfügung der division zu halten.

                Der sieg über die ohne chance tapfer kämpfende Belgische Armee löst überall große freude aus. Hat doch das regiment hieran im verlauf der kämpfe maßgeblichen anteil gehabt.

                Das regiment bleibt bis in die nachmittagsstunden in ISEGHEM. Um 16.00 Uhr wird der weitermarsch angetreten. In geschlossener marschkolonne wird über ROULERS WESTROOSEBEEKE erreicht und in ortsunterkunft zur ruhe übergegangen.

                Während das regiment am 29.5 in WESTROOSEBEEKE bleibt, greift die 19e division weiter an und erzwingt nördlich YPERN den übergang über den Iserkanal. Am 30.5 soll das regiment nachgezogen werden. Die bataillone haben sich gerade in marsch gestzt, als der befehl eintrifft, daß die alten unterkünfte wieder zu beziehen sind. Die 19e division ist aus dem immer enger werdenden einschließungsring um das Englische Expeditionskorps um DÜNKIRCHEN herausgezogen. Für das Inf.Rgt.73 ist damit der kämpferische einsatz im westfeldzug beendet.

     

     

     

    Infanterie-Regiment 73

          Abt. 1a                                                                                Rgt.Gef.Std., 27.5.40

     

    Regimentsbefehl

     

                Das regiment wird mit dem heutigen tage, nachdem es ununterbrocken seit dem 15.5 mittags –also 11 tage lang- mit allen teilen in scharf vorwärtsdrängenden angriffsgefecht gewesen ist, aus der vorderen linie zurückgenommen.

    Das regiment hat gegen die sämtlichen fünf schwierigen und stark befestigten abschnitte der Dyle, des Willebroek-Kanals, der Dendre, Schelde und Lys den angriff in vorderer linie zu führen gehabt; trotz der hardnäckigen gegenwehr gelans es dem regiment, an allen abschnitten durchzubrechen. Bei den abschnitten Willebroek-Kanal, Dendre und Schelde wurde der übergang von unserem regiment als erstem erzwungen. Insbesondere an dem außergewönlich zähe verteitigten Schelde-Abschnitt hat allein das regiment 73 über den rahmen der divisions hinaus den weg geebnet. Dieser kampf an der Schelde wird ein besonderes ruhmesblatt in der geschichte unseres regiments sein. Sowohl der frühzeitige und mehrere tage bis zum 22.5 hartnäckig wiederholte durchstoß des 3e bataillons bei MEERSCHE wie der schwungvolle angriff des 2e bataillons am 22.5 nachmittags auf MERKEGEMHOEK als auch durch flankierung von KERKHOVE her fast unmöglich erscheinende angriff des 1e bataillons aus GRYKOORT haben diesen erfolg des regiments geschaffen, unterstützt von den nie rastenden panzerjägers, dem stets frühzeitigzur stelle gewesenen Rgt.Pi.-Zug und den immer einsatzbereiten I.G.- und Nachrichten-Schützen. Das kostbare blut, das alle diese kämpfe, insbesondere die an der Schelde und an der Lys, gekostet haben, war der schlüssel zu siegen und erfolgen, wie sie einem regiment nur selten beschieden sind. Auch im kampf der letzten zwei tage hat das regiment noch seinen mann stehen und im nichtrastenden ansatz der aufklärung nochmals opfer bringen müssen.

    Diese ununterbrochen 11 tage währenden kämpfe wurden geführt von einer  durch märsche, fast dauerndes tragen des geräts, unregelmäßige verpflegung und tagenlangen mangel an schlaf bis zur äußersten grenze der leistungsfähigkeit beanspruchten truppe, die nach jedem erreichten ziel sich immer wieder aufs neue vorreißen ließ

                Der Herr Kommandierende General und der Herr Divisons-Kommandeur haben mir merhrfach ihre anmerkung über den im Rgt.73 steckenden angriffsgeist angesprochen. Mein dank für das geleistete gilt sowohl allen offizieren, unteroffizieren und mannschaften, die noch in den reihen stehen, als ganz besonders denjenigen kameraden, die ihr leben oder blut für ihr regiment geopfert haben. Der gawaltige waffenerfolg, den das regiment errungen hat und der endgültige sieg, welcher dicht bevorsteht, sind der preis für alle opfer, die gebracht sind.

                Ich bin stolz darauf, an der spitze eines solchen regiments stehen zu dürfen und bin gewiß, daß das regiment auch weiterhin seinen mann stehen wird, bis Deutschlands feinde endgültig am boden liegen.

                                                                                     MENKEL

    Oberst und Regimentskommandeur

                Bis zum 2. Juni bleibt das regiment in WESTROOSEBEEKE. Nach den tagen der körperlichen und seelischen anspannung ist ein ausgiebiger schlaf zunächst das notwendigste. Nachdem die ausgeruhte truppe die erforderlichen maßnahmen zur wiederherstellung der vollen einsatzbereitschaft durchgeführt hat, schaut man sich in seiner umgebung um. Sie ist reich an historischen stätten aus dem großen krieg der väter vor 25 jahren: LANGEMARCK, POELKAPELLE, PASSCHENDAELE. Hier haben in der großen Flandernschlacht 1917 schon einmal soldaten mit der nummer 73 auf den schulterklappen einen verzweifelten, opfervollen kampf gekämpft. Der zufall will es, daß die wahrer der großen tradition der Prinz Albrecht-Füsiliere wieder an der gleichen stelle stehen, diesmal als sieger. Manch einer aus den reihen unseres jungen regiments ist in jenen tagen an ein grab getreten und hat leise gesagt: “Vater, ich bin da!”

     

     

     

    Der Marsch nach Süden

                Die große schlacht in Flandern und im Artois ist zu ende. Der feldzug tritt in seine zweite phase, die zerschlagung der Französischen armee, die sich hinter Somme und Aisne in der sogennanten Weygandlinie zum kampf gestellt hat. Die 19e division tritt als reserve des OKH zum 4e A.K. und soll bis zum 4.6. abends in zwei tagemärschen bis in den raum um Douai herangezogen werden.

                Damit begintt für das regiment eine folge von großen märschen, die es –ohne noch einmal ins gefecht zu kommen – weit nach SüdFrankreich bis uber die Loire führen solte. Von anfang an ist das regiment bemüht, durch verkehrsregelungsorgane, quartiermacherkommandos und eine gute ausschilderung des weges für einen reibungslosen marsch zu sorgen. Von nun an begegnen wir an jeder straßenkreuzung einem richtungspfeil met dem name “MENKEL”, so daß bald das scherzwort die runde macht: “Dieses sagenhafte dorf werden wir wohl nie erreichen.”

                Die schönen tage von WESTROOSEBEEKE sind am 3. Juni zu ende. In aller frühe ist das regiment schon auf dem marsch. Über PASSCHENDAELE, BECELAERE wird um 7.30 Uhr bei WERVICQ die Lys überschritten. Damit sind wir auf Französischem boden. In ROUBAIX wartet die regimentsmusik. In tadelloser ordnung marschiert das regiment an seinem kommandeur vorbei. Das musikkorps, auf fahrrädern und lkw beweglich gemacht, überholt ständig die kolonne, um in größeren orten das regiment vorbeizuspielen. Tagesziel ist nach 48km. ANNAPES, ostwärts LILLE.

     

     

     

     

    20-06-2008, 11:21 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30e INFANTERIE DIVISION RH 26-30/36
    KRIEGSTAGESBUCH

    30e INFANTERIE DIVISION

    RH 26-30/36

    (N° Dossier in FREIBURG

    I. Bresgau)

    GENERAL von BRIESEN

    11e ARMEE KORPS

    LEITUNG: von KORTSFLEISCH

    Tag, Uhrzeit,

    Ort und Art                                      Darstellung der Ereignisse

    d. Unterkunft

    noch 25.5.40

    Div. Gef. Stdt

    Waereghem

                              frei, -Gefangene : ca 20 Offz., 600 Mann (Belgier). In der Nacht keine besonderen Ereignisse.

    7.05 Uhr            Anruf vom J.R.46 : Straße INGELMUNSTER, COURTRAI feindfrei. Mit kampfkräftigen Spähtrupps erreicht. Regiment tritt mit Masse 7.00 an und erreicht die Straße. Aufklärung durch schnell bewegliche Teile nach Westen. Fühlung und Einvernehmen mit Nachbarn hergestellt.

    7.20 Uhr            Pi.30 meldet : Kriegsbrücke seit 7.00 fertig. Brückenstelle für 255e Division 500m. sudlich DESSELGEM. Umgehungsweg ist bezeichnet. In der Nacht 4 x feindliche Flieger über Brückenstelle BEVEREN. Floßäcke stark zerschossen. Es sind keine Pi.-Kräfte für vorne mehr frei. Pi.-Battaillon bittet um Einteillung eines Ablauf-Offizier.

    8.15 Uhr            Major von LIMBURG meldet Lage. Widerstand vor J.R.6 aus Leikant nur schwach, aus dem Lysbogen stärker.

    8.20 Uhr            Divisions-Kommandeur gibt dem 1a Bericht über die Lage bei den Regiment. Von J.R.26 und 46 sind je 2 Bataillone übergesetzt, bei OYGHEM 1Bataillon. J.R.6. Kriegsbrücke ist fertig, sodaß Verfolgung weitergehen kann. Division hat 700 Gefangene gemacht.

    8.47 Uhr            J.R.46 meldet : Neuer Feindwiderstand an der Straße INGELMUNSTER, COURTRAI. Major FABER, Kommandeur 3e A.R.30, hat 3 Offiziere und 25 Mann einer schwere Batterie gefangengenommen. Die Batterie selbst soll J.R.46 in Besitz nehmen.

    9.07 Uhr            Befehl an J.R.46 : nach dem Korpsbefehl Nr. 18 soll Division 1. Angriffsziel (Bahnlinie INGELMUNSTER nach Süden) erreichen. Dort zum Angriff neu ordnen. Vorausabteilung nach WINKEL St. ELOI.  –J.R.46 meldet, daß es immer noch von Artillerie beschossen wird.

    9.21 Uhr            Adjudant Arko erhält Befehl, 10cm. Batterie vorzuziehen und die feindliche Artillerie zu bekämpfen.

    9.30 Uhr            Kommandeur A.R.30 erhält Befehl, sich am Regiments-Gefechtsstand des J.R.26 zur Befehlsausgabe durch den Divisions-Kommandeur einzufinden.

     

    Tag, Uhrzeit,

    Ort und Art                                      Darstellung der Ereignisse

    d. Unterkunft

    noch 25.5.40

    Div. Gef. Stdt

    Waereghem

     

     

    9.40 Uhr            Oberst MELTZER, Kommandeur A.R.255, meldet, daß im Lysbogen noch Feind aufgetreten ist.

    9.46 Uhr            1a unterrichtet J.R.6 über den Korpsbefehl. Regiment soll wie folgt aufschließen: das Bataillon, das in OYGHEM steht, bleibt dort. Die zwei restlichen Bataillone versammeln sich im jetzigen Raum. J.R.6 stellt 20 Mann zur Verfügung des Kommandeur Pi.30. Die Sicherungen gegen Leikant soll J.R.6 stehen lassen.

    9.55 Uhr            1a 11eA.K. : Arko 102 tritt zum General-Kommando, zurück, sodaß der Division nur die Divisions-Artillerie verbleibt. Die Korps-Artillerie bleibt aber in ihren Stellungen und wird auf 30e Division angewiesen.

    10.35 Uhr          Der Kommandierende General des 9eA.K., General der Inf. GEYER, trifft am Divisions-Gefechtsstand ein. 1a unterrichtet über die Lage bei 30e Division.

    10.56 Uhr          Befehl an Kommandeur Pz.Jäg.30: abwehr gegen Panzer in Front und Flanke übernehmen.

    10.57 Uhr          Kommandeur J.R.6 meldet: 1eJ.R.6 auf den Westufer der Lys, 320 Gefangene. Bataillon liegt fest im Feindfeuer. Feind steht noch im Lysbogen. 3eJ.R.6 steht nordwestlich TENHEEDE.

    11.07 Uhr          Funk an J.R.26: Wo gefechtsstand? Wo Masse?

    11.20 Uhr          Anruf Chef 11eA.K.: Neue Lage. Angriff nach Westen einstellen. A.K. greift an nach Norden. Dazu stellt sich bereit: 255e Division rechts, 30e Division links, Trennungslinie Kanaleinmünding in die Lys – OOST-ROOSEBEKE (30.) – Wegekreuz 3km. ostwärts MEULEBEKE. 19e Division verteidigt nach Westen in linie KRIEKHOEK – CAPELLE-CATHERINE. 30e und 255e Division eng nach der Mitte zusammenschließen; linker Flügel der 30e Division KRUISHOEK. Raum ostwärts der Lys sofort freimachen für 255e Division.


     

     

    Tag, Uhrzeit,

    Ort und Art                                      Darstellung der Ereignisse

    d. Unterkunft

    noch 25.5.40

    Div. Gef. Stdt

    Waereghem

    13.00 Uhr          Divisions-Befehl an die verst. J.R.6, 26, 46 an A.R.30, Pz.Jäg.30, Pi.30:

    1.)                 Vormarsch nach Westen sofort einstellen.

    2.) 9eA.K. dreht ab nach Norden, um über den ROULERS-KANAL in nördliche Richtung anzugreifen.

    3.)                 Dazu werden bereitgestellt : 255e Division im Raum Lys DESSELGHEM – WAEREGHEM. 30e Div. im Raum Kanaleinfluß in die Lys – KRUISHOEK – MUIJZEL – OYGHEM.

    Trennungslinie: Kanaleinfluß in die Lys (30.) – OOSTROOSEBEKE – Staßenkreuz 3km. ostwärts. MEULEBEKE.

    4.) Der Raum ostwärts Der Lys muß für das Hineinführen der 255e Division sofort freigemacht werden. Es schließen deshalb die verst. Regiment 6 und 46 mit allen ihren Teilen westlich der Lys dicht auf und bereiten ihre Umgruppierung nach Norden vor. Verst. J.R.6 verschiebt sich aus dem Raum WAALSHOEK in den Raum ostwärts Und südostwärts der Brückenstelle so, daß es heute noch an das Westufer der Lys geführt werden kann.

    4.) Angriff morgen vormittag, 26.5.40.

    Bereitstellungs- und Angriffsbefehl folgen.

    6.) Zum Schutz der Westflanke verteidigt 19e Division in der Linie KRIEKHOEK – CAP. CATHERINE.

    7.) Divisions Gefechtsstand Vorerst noch WAEREGHEM.

    13.05 Uhr          1a unterrichtet den Divisions-Kommandeur über die neue lage und absichten des 11eA.K.

                              1a veständigt Kommandeur N.30 über die neue Lage.

    13.25 Uhr          Befehl fernmündlich an J.R.6: J.R.6 sofort über Kriegsbrücke BEVEREN mit allen Teilen übersetzen. Jetziger Raum muß um 16.00 Uhr geräumt sein.

    14.00 Uhr          1a mit kleiner Gefechtsstafel Abfahrt vom Gefechtsstand WAEREGHEM.


     

     

    Tag, Uhrzeit,

    Ort und Art                                      Darstellung der Ereignisse

    d. Unterkunft

    noch 25.5.40

    Div. Gef. Stdt

    Lampernisse

     

    14.30 Uhr          Eintreffen am Gefechtsstand J.R.46 in LAMPERNISSE.

                              Dort Divisions-Kommandeur Besprechung mit 1a. über die zu treffenden Maßnahmen

    15.15 Uhr          An J.R.6: 1eJ.R.6 setzt sich sofort in den Besitz des Südufers

                              des Lys-Kanals im Abschnitt Kanaleinfluß bis zum Kanalknie

                              ( 2. “a” von ZWAANTJESHOEK ).

                              Links daneben kommt 3eJ.R.46 mit gleichem Auftrag.

                              Auftrag für beide Bataillons: Sicherung der Erkundung für den Angriff über den Lys-Kanal nach Norden am 26.5. Erkundungen für den Angriff sind sofort einzuleiten in allgemeiner Richtung OOSTROOSEBEKE – Ostrand des Waldes westlich OOSTROOSEBEKE. (Befehl überbracht durch Leutnant. von NOTTBECK, J.R.6).

    15.30 Uhr          1a fährt zum General-Kommando, um weitere Orientierungen zu erbitten.

    17.07 Uhr          Divisions Befehl: 1.) J.R.6, 2eA.R.30, 1eA.R.66 haben beim Übergang Vorrang vor allen Truppenteilen der Division.

                              2.) Früher erteilte Befehle der Division haben keine Gültigkeit.

    3.)Der Übergang ist aufs äußerste zu beschleunigen.

    17.16 Uhr          Befehl an J.R.46: J.R.26 hat alle Straßen freizumachen, sodaß J.R.46 durch J.R.26 durchgezogen werden kann.

    17.24 Uhr          1a kehrt vom General-Kommando zurück. Der 30e Division werden 1 leichte und 1 schwere Artillerie-Abteilung zugeführt und unterstellt.

    17.25 Uhr          Befel an J.R.26: 1.) J.R.26 hat sofort dafür Sorge zu tragen, daß alle Ost-West- und Süd-Nord-Straßen im Rastraum des Regiment völlig frei sind, um J.R.46 und Artillerie durchziehen zu können.

    17.30 Uhr          Befehlsausgabe durch den Divisions-Kommandeur

                              1.) Neue Trennungslinie zwischen 30e und 255e Division:

                              Kanalknick – Westrand OOSTROOSEBEKE.


     

    Tag, Uhrzeit,

    Ort und Art                                      Darstellung der Ereignisse

    d. Unterkunft

    noch 25.5.40

    Div. Gef. Stdt

    Lampernisse

      II. Es greifen an: Rechts J.R.6 mit 2 Bataillons, Links J.R.46 mit 1 Batallon. Bekanntgabe der Grenzen. J.R.46 marschiert nach links gestaffelt. J.R.26 bleibt vorerst im jetzigen Rastraum liegen. Artillerie muß noch heute abend feuerbereit sein. Angriff beginnt um 7.30.

    III. Es werden angewiesen: 2eJ.R.6 auf 2eA.R.30, 3eJ.R.6 auf 3eA.R.30 und 1eA.R.66; 3eJ.R.46 auf 1eA.R.30. Ferner

    1 leichte abteilung (2eA.R.19, neu zugeführt) auf Kdr. J.R.6,

    1 schwere abteilung (1eA.R.55, neu zugeführt) auf Kdr J.R.46. Kommandeur A.R.30 angewiesen auf Kommandeur J.R.6 und 46. 1ePi.30 zu J.R.6,  2ePi.30 zu J.R.46. Divisions-Kommandeur befiehlt, daß sich die aufeinander angewiesenen Kommandeur der Infanterie Und Artillerie während des ganzen Gefechts nicht zu verlassen haben.

    IV. Bereitsellung in Linie des Kanals. 1eJ.R.6 säubert Gelände bis an den Kanal.

    V. Angriffsverfahren: Feuervorbereitung. Niederkämpfen. (Zeit wird noch befohlen). Vorabschnitt heute: Säuberung des Südufers.

    Angriffsabschnitt 1: Sturm. Feuerglocke. Dauer nach bedarf. Kleiner Brückenkopf bis Eisenbahn. Feuer beobachtet vorverlegen.

    Angriffsabschnitt 2: Es wird Bataillonsweise angegriffen. Artilleriefeuer beobachtet vorverlegen bis zur Erreichung zunächst der Straße, die das Teilziel 2 bildet. Dies Ziel ist tief beim rechten Flügel 1,5km., beim linken Flügel 1,2km. Abschirmung gegen OOSTROOSEBEKE durch J.R.6. Dem J.R.46 wird 1 Kompanie Pz.Jäg.30 unterstellt zum Schutz der linken flanke. Pi.Kp. werden den Regiment-Stäben zugeführt.

    Angriffsabschnitt 3: Höhenlinie bei PAANDERS. Es kann selbständig angetreten werden, nachdem alle Vorbereitungen, Pz.-Schutz pp., getroffen sind.


     

    Tag, Uhrzeit,

    Ort und Art                                      Darstellung der Ereignisse

    d. Unterkunft

    noch 25.5.40

    Div. Gef. Stdt

    Lampernisse

    Einzelheiten wie gestern befohlen. Während des Abschnitt 3 Fährenbau. Bataillons-Kommandeurs sollen sich schnellstens schlüssig werden, wo sie übergehen wollen. Bereitstellung so nahe am Fluß wie möglich. Zum Aufräumen des Abschnittes zwischen 255e und 30e Division wird dem J.R.6 ein Bataljon vom J.R.26 nach HOELYKENHOEK zugeführt.

    18.40 Uhr        Vereinbarung mit dem Kommandeur J.R.59: 30e Division übernimmt vorerst von OTTECA bis DOORNHOEK. J.R.59 bleibt liegen. –Unterrichtung 19e Division durch Ordonanz Offizier.

    19.00 Uhr        Divisions-Kommandeur fährt zum J.R.26.

    20.00 Uhr        Divisions-Kommandeur trifft vom J.R.26 kommend am Gefechtsstand ein. J.R.59 ist bereits beim Einrücken in seinen neuen Raum. Divisions-Kommandeur hat dem Kommandeur J.R.26 befohlen: J.R.26 verantwortlich für die Verteidigung von OTTECA bis DOORNHOEK bis Oberst FUNKE, Kommandeur J.R.59, Ablösung übernommen hat. J.R.26 steht (ohne 1 Bataillon) bei MUYZEL zur Verfügung. 1e Bataillon J.R.26 südlich HOELYKENHOEK nach näherer Anweisung Kommandeur J.R.6.

    20.15Uhr         Abfahrt zum neuen Divisions-Gefechtsstand.

                             Divisions-Kommandeur fährt zu den Truppenteilen.

    20.30 Uhr        Beziehen des neuen Divisions Gefechtsstand. Ferme 1km. nordostwärts HULSTE.

     

     


    20-06-2008, 11:13 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.XXXeINFANTERIE DIVISION

    KRIEGSTAGESBUCH

    XXX°INFANTERIE DIVISION

    GEN. Von BRIESEN

    XI° A.K. (Armee Korps)

     

    (27.5.40)                                 Feind erhebliche Verluste zugefügt, reiche Beute und Gefangene gemacht.

     

    An einzelnen Stellen wurden Auflösungserscheinungen, die den baldigen Zusammenbruch des feindliche Widerstandes erwarten lassen, festgestellt. Die dem XI.A.K. gegenüberstehenden Feindkräfte waren aus allen möglichen Teilen zusammengefaßt, was auf ein starkes Durcheinander und mangelhafte Führung schließen läßt.

    22.00 bis

    23.00 Uhr            Tagesmeldungen                                                       Anlage 273

     

    20..00 Uhr           erscheint beim General Kommando der belgische Generalmajor Deroussseaux als Parlamentär des belgische Könings. Er ist bei 30.Div. durch die vordere Linie gefahren. Der General überreicht ein Handschreiben des belgische Generalstabschefs, wonach er vom König                                                                           Anlage 274 beauftragt ist, die Bedingungen für das Einstellen der Feindseligkeiten zwischen der Deutschen und Belgischen Armee festzustellen. Im Auftrage des Herrn Oberbefehlshabers der Armee führt der Kommandierende General mit ihm eine Besprechung, bis über A.O.K.6 die telegraphischen Anweisungen aus Berlin kommen :  Anlage275

                               

                                Der Führer fordert :

                                                                                                                            

                                       « Bedingungslose Waffenstreckung ».

                               

                                Es wird Antwort auf dem Funkwege vereinbart und eine Funkstelle der Korps-Nachr. Abt.51 tritt ab 20.45 Uhr in Funkverkehr mit dem belgischen Großen Hauptquartier

                                                                                                                              Anlage 276

     

    (27.5.40)                                 Kurz nach 22.00 Uhr fährt General Derousseaux wieder durch die deutsche Linie, begleitet vom 1c des Gen. Kdos., der ihn bis dicht vor das Hauptquartier des belgischen Königs geleitet.

     

                                         Abendlage 22.00 Uhr siehe Karte                    Anlage 277

                                         Lagenkarte gem. VII. belg. A.K. siehe             Anlage 278

     

     

    Rundfunk Anvaing

     

    Fernspruch A.O.K – 6 Ic  an  XI. A.K. Ic

                                ( Hptm. Dr. BERENDES )    -                  27.5.40 – 21.00 Uhr

     

                                Am 27. 5. 40 gegen 19.30 Uhr ruft Oberst 1.G.

    BAEßLER, den Chef des Stabes A.O.K. 6, Generalmajor PAULUS an und teilt

    ihm folgendes mit :

            Ein belgischer General ist bei OOSTROOSEBEKE bei den Truppen des

            XI. A.K. erschienen, um Fühler für eine evtl. Einstellung der

            Feindseeligkeiten auszusprechen.

            Vollmachten des Kriegsministeriums oder des Königs hat er nicht mit. Er solle

            lediglich für den König feststell unter welchen Bedingungen Einstellung der

            Feindseeligkeiten möglich sei.

            Er bittet den deutschen Angriff einzustellen.

     

            Auf Grund dieser Mitteilung gibt Generaloberst von REICHENAU dem Chef

            des Stabes des XI. A.K. folgende Weisung :

            Da der belgische General keine Vollmachten besitzt, besteht für die Armee

            kein Grundmit ihm jetzt zu verhandeln. Der Kommandierende General des

            XI.A.K. hat ihm folgendes zu eröffnen :

    1.)   Das Deutsche Heer begrüßt es, daß Belgien die Feindseeligkeiten einstellen will.

    Das Deutsche Heer hegt kein Feindschaft gegen die Belgische Armee, muß aber trotzdem die sofortige bedingungslose Waffenstreckung fordern, da Belgien nicht allein kämpft, sondern im Verbande der Allierten Streitkräfte

    2.)   Mit Rücksicht auf die Gesamtoperationen kommt daher die Einstellung der Feindseeligkeiten erst dann in Frage, wenn die Belgische Armee die deutsche Bedingung der Waffenstreckung angenommen hat. Bis dahin muß der deutsche Angriff fortgesetzt werden.

    3.)   Die Waffenstreckung des Belgischen Heeres wird als ehrenvolle Übergabe angesehen, insbesondere wird ehrenvolle Behandlung der Offiziere zugesichert.

    4.)   Im Hinblick auf die Aussichtlosichkeit der Lage des Belgischen Heeres liegt esnunmehr in der Hand des belgischen Königs, durch rasche Waffenstreckung weiteres unnützes Blutvergießen zu verhindern.

    XI.A.K. läßt sich die Funkunterlagen des Belgischen Hauptquartieres übergeben, damit gegebenenfalls die funkentelegraphische Verbindung zwischen dem Deutschen Oberkommando und der Belgischen Armeeführung hergestellt werden kann.

     

            Dem belgischen General ist weiter aufzugeben, daß er, falls der belgische König die gestellten Bedingungen annimm, bie seiner Rückkehr eine eingezeichnete Lagenkarte der Räume der belgischen Divisionen mitzubringen hat, daß in diesen Räumen Orte für die Waffenniederlegung und Straßen für den Abmarsch der belgischen Truppen festgelegt werden können.

     

                                                                                                            A.O.K.6

                                                                                                                1c

                                                                                              (Hptm. 1.G. PALTZE)


    20-06-2008, 10:57 geschreven door DP


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Delameilleure Philippe, en gebruik soms ook wel de schuilnaam 'tfront.
    Ik ben een man en woon in Marke (België) en mijn beroep is opvoeder.
    Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: militaire geschiedenis en wandelen.

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be

  • Willekeurig SeniorenNet Blogs
    kraaie57
    blog.seniorennet.be/kraaie5

    Een interessant adres?

    Foto

    Hoofdpunten blog tfront
  • BOEK: Duitse begraafplaats Menen Wald
  • Vreemdelingen in de Westhoek tijdens de grote oorlog
  • SLAG AAN DE EDEMOLEN te NAZARETH
  • Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog
  • Verhalen van Daniel R. Shine

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Categorieën

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    oostendeplaty
    blog.seniorennet.be/oostend

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Blog als favoriet !

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Een interessant adres?


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!