Dinsdag, op dag van dewapenstilstand, worden nog negen mensen vermoord. Deze keer zijn het vluchtelingen op weg terug naar hun streek, naar hun huis, naar hun familie! Het noodlot laat hen echter op het verkeerde moment door Vinkt passeren. De Duitsers verzamelen alle vluchtelingen op een grote weide. Men schat het aantal op ongeveer 1.500. Deze mensen moesten lijdzaam toekijken hoe vijf onschuldige burgers, op beschuldiging van spionage, een schop in de hand geduwd krijgen. Eerst moeten ze zelf hun graf delven, vervolgens worden ze neergeschoten Naast deze vijf worden er nog vier anderen op afzonderlijke plaatsen vermoord, dit nadat de capitulatie al was ondertekend!
Een landbouwer die naar zijn aardappelveld trekt word opgepakt en rugwaarts aan een legerwagen gebonden, de paarden van de wagen worden met de zweep opgejut. Na een tiental meter rolt de man al over de stenen. Pas op 31 mei zal men het lijk van deze doodgemartelde man op een weide terugvinden, een barmhartige Samaritaan heeft hem een kogel door het hoofd gejaagd.
In totaal zij op 27 en 28 mei 51 Vinktenaren en 35 vluchtelingen als slachtoffer van deze Duitse barbarij gevallen . Onder deze laatste zijn er mensen bij vanuit Vilvoorde, Schaarbeek, Lier, Mechelen, Spa, Antwerpen, Melsbroek, Gent, Anderlecht, Aalst en uit vele gemeenten in de buurt van Vinkt.
Nade wapenstistand worden er al vlug verzinsels verspreid om de verantwoordelijkheid van de nederlaag op de rug te steken vaneen klein landje, dit vooral om de aandacht af te leiden van de blunders en de onmacht die verantwoordelijk zijn voor de beslissende doorbraak in Frankrijk.
Wat de Belgen immers niet weten, is dat men in Parijs al op 25 mei op het hoogste niveau overwoog of het niet beter zou zijn om met Duitsland vredesonderhandelingen te beginnen..
Het is zekergelogen als men beweertdat het nieuws van de wapenstilstand bij ons overal met verslagenheid is vernomen. Zeer velen, en dit niet alleen onder de bevolking of onder de vluchtelingen maar ook in het leger, zijn opgelucht dat het constante levensbedreiging afgelopen is. De kille werkelijkheid van de bezetting zal pas later aangevoeld worden.
Afgezien van uitzonderingstoestanden zoals die ondermeer in Vinkt, schijnt alles er op te wijzen dat ook de Duitsers enkel vrede, orde en rust willen. Ze delen aan de vele vluchtelingen de rookwaren en het voedsel uit, dat in buitgemaakte legervoertuigen of in de no dampende veldkeukens word aangetroffen. En niet weinig gemobiliseerde Belgen geloven de Duitsers wanneer die beweren dat ze enkel nog een eindje moeten mee op te stappen om dan een stempel of een papiertje voor hun `Entlassung' af te halen. Velen volgen gedwee. Maar al vlug blijkt dat de tocht alsmaar verder en verder gaat, dit tot dat alle vluchtkansen verkeken zijn. De reis naar een krijgsgevangenkamp in Duitsland is begonnen.
Ondanks alles spannen onze legeraanvoerders zich uitermate in om de Belgische vaandels en standaarden uit de handen van de vijand te houden. Van de 125 emblemen valt slechts één regimentsvaandel in Duitse handen.
Veel generaals en officieren voelen zich geroepen om hun opperbevelhebber in gevangenschap te volgen, dit nadat Koning Leopold III zelf in een pathetische oproep verklaard heeft dat hij het lot van zijn leger wil delen!
Wel schokkend zijn de gedetailleerde Belgische bevelen inzake het keurig afleveren van wapens en voertuigen aan de vijand, en het verplichtend samenhouden van de troepen in afwachting van verdere orders van de bezetter. De weinigen die de moed hadden om de sprong naar Engeland te wagen, worden door sommige generaals als `deserteurs' gebrandmerkt. Anderen maken van de gelegenheid gebruik om naar huis terug te keren, meestal in een geleend of gepikt burgerpak De stoutmoedigsten nemen een wapen mee naar huis, hoewel zij beseffen dat bij een zorgvuldige controle door een Duitse wachtpost dit fataal kan worden.
Lange rijen vluchtelinge trekken terug huiswaarts.Voor de meesten is de oorlog voorlopig voorbij ( dit denken ze toch!). Maar in de Belgische kuststreek vechten de Duitsers nog enkele dagen,zowel op de grond als in de lucht,door tegen Britse en Franse troepen.Op 31 mei valt het strand van De Panne onder het artillerievuur van de Duitse troepen.De Britten vluchten in de richting van de Noordfranse havenstad Duinkerken.Op 04 juni valt Duinkerken. In Frankrijk beginnen op 18 juni de besprekingen van de capitulatie, de wapenstilstand gaat pas in op 25 juni om 00u25.
19-02-2010, 09:15 geschreven door DP
Leieslag deel 15
27 mei sector 2 (deel2)
In Deinze gaat het er ook hard aan toe. Bewoners worden er uit hun kelders gehaald en worden als levend schild gebruikt, tegen de Belgische kogelregen, bij de berging van de zwaar gewonde Duitse officier; Oberst Wolff. Dit gebeuren vind plaats onder het bevel van Oberartz dokter Held(A.R.156). De burgers moeten op de straat blijven.Maar wanneer de Duitse artillerie opnieuw de Belgische stellingen gaat beschieten , slaat een Duitse obus te kort in! 29 inwoners van Deinze komen om!
In de namiddag is het ook tijd voor de teruchtocht van de laatste bataljons die nog aan het Afleidingskanaal van de Leie zitten.In Maldegem wordt een voorziene tegenaanval afgelast.
Ten noorden van Maldegem verweren de mannen van het 9de Jagers te Voet zich nog verbeten. Ten zuiden van de stad zijn de Belgische troepen zich echter al over een breedte van 10 km aan het terugtrekken, dit in de ricting van Oedelem Beernem.
Deze sombere dag kent toch nog een merkwaardig wapenfeit! Tijdens de tegenaanval te Knesselare zorgt de kordate houding van de gemengde groepering er nog voor, om in die moeilijke uren een niet onaanzeinlijke buit aan zware wapens te veroveren maar ook om een 150 tal Duitsers krijgsgevangen te maken.Die gebeurtenis is zeker een vermelding waard.De mannen van het 1ste en 4de Carabiniers Wielrijders, het 7de eskadron van het 1ste Jagers te Paard en de steungroep van het 17de Artillerie behalen hier een succes waartoe de grotere en veel beter bewapende Frans en Britse eenheden niet eens in staat toe zijngeweest.
19-02-2010, 09:11 geschreven door DP
Leieslag deel14
27 mei sector 2
In de vroege morgen breekt, na een tussenpose, het Duitse artilleriegeweld weer los maar nu slechts voor een korte tijd. Er komt een adempauze tot 07 u.30. Op dat tijdstip hamert de Duitse artillerie opnieuw met volle kracht en geweld in op de stellingen van de Ardense Jagers. Dit inferno duurt tot rond 08 u.45. De kanonnen zwijgen, het uur van de infanterie is aangebroken.Ten zuiden van Vinkt stormt het 192ste IR vooruit maar word met grote verliezen tot staan gebracht. Het 377ste IR wordt even voor Vinkt uiteengeslagen en ten noorden van Vinkt ondergaat het 376ste IR het zelfde lot. De 225ste I.D telt ruim 100 doden onder hen 11 officieren.Onze artilleristen worden spijtig genoeg, door kolonel Robert de korpsoverste van het 3de Ardense Jagers,verkeerd ingelicht! De kolonel krijgt de verkeerde inlichtingen binnen en denkt datoostelijke gedeelte van Vinkt verloren is. Tengevolge vraagt aan de tweede groepvan de 19e artillerie om een concentratie van 120 artilleriegranaten op de oostelijk kant af te vuren. Vanaf 10 u.25 regent het er granaten afgevuurd door het 19e artillerie. Een voltreffer vernielt het torenuurwerk van de kerk en doet de klokken luiden.Veel van die artilleriegranaten komen echter terecht in de linies van de Ardense Jagers, die zich onder dekking van een T-13 rupswagen op Vinkt hebben teruggetrokken. Doordat Belgische artillerievuur op de eigen rangen, breekt de veer bij de Ardense Jagers die zich nu ijlings achteruit trekken en de Duitsers tot in de dorpskom laten komen. Omstreeks 14 uur is het hele dorp door de Ardense Jagers geëvacueerd. De Belgen laten 39 gesneuvelden achter, waaronder een officier. De Duitsers tellen 170 gesneuvelden.Door dit misverstand is er een bres ontstaan en even na 15 uur waagt het Duitse 377ste IR zich in het dorp, ze zijn furieus om de hoge prijs die is betaald.Ze beweren dat ze door burgers beschoten zijn! Hier en daar zijn. ze misschien wel beschoten door militairen die op hun vlucht al gedeeltelijk of al helemaal hun uniform hadden weggegooid en burgerkledij hadden aangetrokken Of door geïsoleerde schutters van de Ardense Jagers die de spreuk van hun regiment,Résiste et Mords nogal letterlijk opnemen.De wraak van het regiment is bloedig, wreed en afgrijselijk in een serie acties worden 86 burgers, tussen de 13 en de 89 jaar en van beide geslachten, koelbloedig vermoord. Het is geen militaire terechtstelling maar wel een beestachtige slachtpartij, nadien zal men slechts met heel veel moeite de slachtoffers kunnen identificeren, zo erg zijn sommigen toegetakeld. Bijgehaalde krijgsgevangenen moeten vervolgens de eerste elf slachtoffers begraven.Veel van de slachtoffers dragen sporen van bajonetsteken in de hartstreek. Een van de vermoorden draagt zijn portefeuille op de borst, men telt er acht bajonetsteken in.
Wanneer op 27 mei de slag om Vinkt nog in alle hevigheid woedt, sluiten de Duitsers in de kerk van Meigem een aantal burgers op. Een ontploffing in de kerk kost aan 27 mensen het leven.Wat is de oorzaak van die explosie? Wel de 27ste mei, rond 16 uur word de rechter zijbeuk van de kerkjammerlijk getroffen door een te kort geschoten Belgische 75 mm artilleriegranaat! ( nadien beweren de overlevenden uit de kerk dat Duitse soldaten vanaf het oksaal granaten hebben gegooid in het kerkschip waar de opgesloten burgers opeengepakt zaten. De Duitsers zullen steeds volhouden dat een Belgische obus in de kerk was ingeslagen en dat is correct, want specialisten van de Koninklijke Militaire School vonden in het puin de scherven van de Belgische 75mm granaat terug.)Gedurende de achttiendaagse veldtocht gebeurt het wel vaker dat de Duitsers de burgerbevolking in een kerk bijeen brengt. Men mag aannemen dat ze hier een stelregel toepassen van het Landoorlogregelment van Den Haag(Dit is een internationale overeenkomst van 1907,ondertekend door alle geciviliseerdenaties,om de oorlog Humman te houden !?) In het volkenrecht is het een algemeen aanvaard principe dat men in oorlogstijd het mogelijke moet doen om te voorkomen dat er burgerlijk slachtoffers vallen.
De bevelvoerende officier moet in dergelijke situatie de nodige maatregelen treffen. Zo gaat hij bijvoorbeeld de burgers eventueel onderbrengen in een veilige plaats. Een kerk is zo een zogezegde beschutte plaats, want volgens artikel 23 van het verdrag mag een kerk niet beschoten worden. Bij de 225ste Duitse I.D.zijn er nog een groot deel officieren die deze conventie respecteren.Maar uiteraard is dit naïef, want in de 20ste eeuw kan men nog moeilijk beweren dat een kerkgebouw een veilig onderkomen biedt, in tegendeel!. Trouwens dit was al zo tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarin de kerktorens zonder pardon door de artillerie bestookt werden. Kerktorens zijn immers ideale uitkijkposten, dit is trouwens de reden waarom het Belgische leger tijdens hun terugtocht in vele dorpen of steden de kerktorens, watertorens enz. opblazen .In Vinkt zelf begint de echte moordpartij om- streeks 18 uur. De Duitsers houden er een klopjacht.Huisdeuren worden ingebeukt en ze sleuren de bewoners de straat op. Vierenveertig mannen worden op- gepikt en meegenomen om gefusilleerd te worden. Als bij wonder overleven vier van hen de fusillade. Twee slagen er in om gedurende de nacht te vluchten.Twee anderenzullen s anderendaags levend van onder de doden uitgehaald worden... en van de Duitsers clementie krijgen.Deze massa-executie is door de hogereDuitse legeroverheid bevolen en solidair uitgevoerd door tientallen soldaten die op het ogenblik van de feiten niet meer de ,hitte van de strijd" als excuus kunnen inroepen. In Vinkt zal men in elk geval nooit meer geloof kunnen hechten aan de mythe van het onkreukbare Duitse leger dat, zuiver en ruiterlijk vecht... maar wiens misdaden wel al te vaak op de rug van de SS wordt afgeschoven. Naast deze collectieve slachtpartij worden in de loop van de dag ook nog eens zeventien weerloze burgers vermoord. Onder de zeventien ongelukkigen bevindt zich hoog bejaard echtpaar van respectievelijk 84 en 76 jaar, dit samen met hun verstandelijk gehandicapte dochter.Ook twee ontwapende krijgsgevangenen vallen onder de kogels van het zelfde groepje Wehrmacht-beulen.
19-02-2010, 09:02 geschreven door DP
Leieslag deel13
26 mei sector 2
In de nacht van 25 op 26 mei valt het 3e Ardense Jagers aan vanuit haar stellingen en bereikt zonder enige tegenstand de baan Vinkt Nevele. De aanval is ingezet om 01u40 van aan e Poekebeek, aan de ene kant en aan de andere kant van aan De kasseiwegvan Lotenhulle Naar Vinkt. De aanval valt in een leegtede Duitsers hebben het terrein verlaten,dit waarschijnlijk tengevolge van het voorbereidend vuur van de Belgische artillerie. De baan van Vinkt naar Nevele wordt zonder moeilijkheden bereikt . De commandant van het 3deArdense Jagers, neemt het bevel van de regio Vinkt. Dit gebied is bezet door zijn bataljons en door twee bataljons van het 1ste Ardense Jagers. Deze eenheden zijn in twee echelons opgesteld. Tegen het einde van de voormiddag verplaatsen de twee bataljons van het 1ste Ardense jagers vanuit het tweede echelon zich. Ze gaan de positie Vinkt Aarsele verbinden. Hier hebben ze voeling met de 2de Divisie Ardense Jagers en staan ze terug onder het bevel van het 1ste Ardense Jagers. Tegen 16 uur, neemt de bevelhebber van de 1ste Divisie Ardense Jagers het bevel over van de sector van de 4de Infanterie Divisie. De Duitsers voeren er een lichte aanval uit, maar ze worden teruggeworpen.
Omstreeks 05 u.40 breekt de Duitse furie los. Vijandelijke vliegtuigen en artilleriestukken bestoken de Belgische stellingen die ongeveer langsheen de baan Deinze - Aalter lopen. Tussen de beschieting doorzorgen priesters in uniform hier en daar nog voor wat geestelijke troost. De hoofdactie begint voor de stellingen van het 6de Ardense Jagers. Rond 06u30 wordt Gottem en haar omgeving hevig beschotten door de Duitse kanonnen. Om 08uur word de schootsafstand verlengt, de aanval komt op gang!De Duitsers dringen Gottem binnen. Veel Belgische steunpunten worden overmeesterd en uitgeschakeld. Het gaat er hevig aan toe, vooral rond de commandopost van het 3de Bataljon(III Bat) van het 6de Ardense Jagers wordt er hevig gevochten. Iedereen vecht mee zowel koks , ordonnansen als de mannen die instaan voor de transmissie nemen deel aan de oorlogshandelingen. De Duitse vooruitgang ten noorden en naar het westen toe gestopt. Langsheen de hopeloze weerstand van het 6de Ardense Jagers glijden de Duitsers door in zuid westelijke richting,naar de ondersector van het 4de Ardense Jagers. Tegen 14uur slaagt een infiltratie in de richting van Terdonk.De commandant van het 2de bataljon (II Bat) van het 6de Ardense Jagers, die geen contact meer heeft met zijn overste, trekt zijn troepen terug in de richting van de De Flesch ( drie kilometers ten oosten van Tielt.Om 11 uur ruimt het 1ste Jagers te Voet de Duitse posten in Nevele op en kan ze ook alle Duitse aanvallen verder afslaan. Wanneer tegen de middag de Duitsers geen voet meer vooruit geraken, luwt de strijd. De 56ste Saksische divisie wordt uit de frontlijn weggehaald en vervangen door de Hamburgse 225ste divisie. Dit is een kersverse divisie die de vuurdoop nog niet heeft ondergaan. Haar bevelhebber is generaal Schaumburg. Deze divisie brengt drie regimenten in lijn. Het 377ste met haar hoofdkwartier te Meigem moet Vinkt veroveren, het 376ste gaat de noordelijke sector aanvallen terwijl het 333ste dekking zal geven.De machtsverhouding is ongeveer de volgende: tegenover een bataljon Ardense Jagers staat een volledig regiment Duitsers, wat neerkomt op één tegen drie. De ganse dag beuken de Duitsers ongenadig in op onze stellingen maar deze begeven niet. Zelfs tijdens de nacht van 26 op 27 mei zullen de Duitse artilleristen onverpoosd zware granaten blijven afvuren op Vinkt en haar omgeving.Bij de 5de I.D., met haar front van aan de Poekebeek tot aan het kanaal, worden alle vijandelijke aanvallen afgeslagen. Rond 16uur worden de Duitse voorbereidingen om over te steken in de richting van Nevele verpletterd door hetBelgische artillerievuur. De avond en de nacht verlopen kalm. Men profiteert van die kalmte om te reorganiseren en om de spreiding van de artillerie te herzien.Bij 2de I.D. en 11de I.D. verloopt de dag relatief rustig. De 12de I.D. daarentegen wordt gedurende de loop van de morgen frequent, op verschillende plaatsen van haar sector, gebombardeerd. Vooral de commandoposten van de bataljons en de regimenten worden geviseerd. Tegen 13uur worden de beschietingen intenser en omstreeks 16 uur gaan de Duitsers tot de aanval over. Ze steken het kanaal over ter hoogte van de brug van Oostwinkel, ( de noordelijke ondersector bezet door het 23ste Linie ). Ze slagen er in om diep door te dringen, dit zowel in de noordelijke als de zuidelijke richting. Tegen het einde van de namiddag lijken de twee bataljons van het 23ste Linie , die zich in de eerste lijn bevinden, verloren. De tweede lijn die bestaat uit drie compagnie steunpunten en de commandopost, houdt gedeeltelijk stand tot rond 19u30. Het 23ste bestaat niet meer! Terwijl die gebeurtenissen zich afspelen in de noordelijke sector, steekt de vijand eveneens het kanaal over voor het linkerbataljon in de ondersector van het 2de Linie. Ze worden gestopt voor het bataljon in tweede lijn. Het 22ste Linie dat zich in het derde echelon bevindt dicht de bres achter het 23ste Linie ten westen van Oostwinkel dat al bezet wordt door de Duitsers. Toch is er een bres tussen het 22steen het 2de Linie, deze opening bevindt zich in het beboste gebied ten zuidwesten van Oost-Winkel. Omstreeks 19u30 beveelt de commandant van het IIdeL.K. de 11de I.D. om twee bataljons van het 29ste Linie, onder het bevel van hun commandant, over te plaatsen naar de sector van de 12de I.D.. Dit in het vooruitzicht van van een tegenaanval op het front Ronsele Oost_Winkel. De twee bataljons zetten zich gedurende de nacht in beweging.. Een weinig later verneemt men dat het 1ste Carabiniers, regiment ten zuiden van de 18de I.D., aan haar rechterkant bedreigt wordt door de doorbraak bij Oost-Winkel en aan haar linkerkant word ze belaagt door de Duitsers die het kanaal ten zuiden van Balgerhoek zijn overgestoken. De Carabiniers hebben het bevel gekregen om zich terug te trekken op de lijn Maldegem Vinkt. Deze terugtocht sleept een deel van het 22ste Linie met zich mee.Zone van het V de L.K.. Bij de 18de I.D. valt de vijand in de ochtend het hele front aan. De aanval wordt overal afgeweerd uitgezonderd op één punt ten zuiden van Balgerhoek.Hier kunnen de Duitsers gebruik maken van de verwarring, door de dood van alle officieren van een compagnie van het 7de Jagers te Voet, over te steken en door te dringen tot in de tweede lijn. Een spontane tegenaanval in het begin van de namiddag stopt tijdelijk de aanval.De Belgische kanonnen maken het de Duitsers lastig. Ook de artillerie van de aanpalende 17de I.D. gaat nu haar vuur concerteren op de bedreigde regio, want in de sector van de 17de I.D. heerst immers de kalmte.De vijandelijke opmars word gestopt, maar infiltraties tot aan Maldegem en zelfs er over kunnen niet vermeden worden.Een tegenaanval vanuit de derde lijn mislukt.De bevelhebber van het Legerkorps neemt de voorbereidingen om een tegenaanval in de flank op te zetten. Deze moet uitgevoerd worden door het de 39ste Linie, ze moeten bij de dageraad van de 27ste mei doorsteken van uit de sector van de 17de I.D..Intussen verslechtert de situatie aan de rechterflank, dit tengevolge de ht buiten strijd zetten van het 23ste Linie.. Bij de 17de I.D. is het de ganse morgen relatief rustig.Maar gedurende de namiddag infiltreren Duitse elementen, vanuit de sector van het 18de I.D.,achter de verdedigers. Rond 19uur is Adegem In Duitse handen. Vervolgens vorderen de Duitsers verder naar Maldegem.Hierbij wordt het 8ste Jagers te Voet( rechts gelegen regiment) met omsingeling bedreigd. De bataljons voorbehouden voor de linkerkant van de sector snellen ter hulp en plaatsen zich tussen Maldegem(incluis), waarvan de verdediging versterkte wordt, en Strobrugge. De vijand word voor Maldegem gestopt.In de zone van het Cavaleriekorps , bevinhet 1ste Gidsen zich te Retranchement(NL) het 1ste Jagers te Paard in St-Anna ter Muiden (NL) en het 4deCyclisten in Sluis (NL). Het 1ste Cyclisten vestigt zich te Middelburg. Verkennigen wijzen uit dat Dat Aardenburg en Sint-Jan in Remo in Duitse handen zijn.
19-02-2010, 08:30 geschreven door DP
18e Linie Regiment 22
De krachtsinspanning van de aanvaller naar de tweede echelon toe, langs de baan van Tongeren, wordt bemoeilijkt door de aanwezigheid op zijn rechterflank, en op goede afstand, van de verdedigers in de zuidoostelijke randen van Kesselt. Ook oefent hij regelmatig drukking uit zowel in de richting van de baan van Tongeren, als naar Kesselt toe.
Op 10 mei, te 21:55 uur zendt de commandant van het Noordkwartier een bulletin (op 11 mei te 2 uur in de ondersector toegekomen) :
De Zuidcompagnie schiet niet meer. Een naar die compagnie gezonden verkenner zegt dat de vijand langs de zuidoostelijke uitwegen van Kesselt ligt. Ik hoor uit het zuidwesten naar mij schieten. De 10° Cie (Noord) meldt mij dat een vijandelijke troep, één compagnie sterk, uit Veldwezelt komt en zuidwaarts oprukt ; dat hij een peloton op de baan inzet. Ik verneem tegelijkertijd dat dit peloton omsingeld is. Mijn stafpersoneel en enige opgenomen mannen bevinden zich gedeeltelijk naar het Westen, gedeeltelijk naar het Oosten gekeerd op de baan. Ik verneem daar even (22 uur) dat het middenpeloton van de zuidcompagnie een dwarsstelling bezet, rechts van de middencompagnie, naar het zuidoosten gekeerd. Ik zal u zolang mogelijk inlichtingen overmaken.
Kolonel, het III / 18 heeft zijn plicht gedaan.
Te 23:32 uur, nieuw bulletin, eveneens op 11 mei te 2 uur in de ondersector toegekomen :
Noordcompagnie : zonder nieuws van het linker voorpeloton ; rechter voorpeloton gedund, vervoegt zich bij het linkerachterpeloton, Middencompagnie ; het achterpeloton ligt schrijlings op de baan, naar het Noorden gekeerd.
Middencompagnie : blijft een half voorpeloton met elementen van een peloton van de 9° Cie (zuidcompagnie). Twee achterpelotons blijven ter plaatse.
Zuidcompagnie : zou gevangen genomen zijn, geen contact mogelijk ; ik dek mij zuidwaarts met mijn seiners
De druk op de Zuidcompagnie, wier vuren hinderend waren voor de benutting van de brug, werd op het einde van de dag, door een vijandelijke opperofficier met de kijker gevolgd.
Te 23:30 werd de verdediging van het Noordkwartier dus teruggedrongen op de Middencompagnie.
En de uit Veldwezelt komende vijand heeft, sinds 21:55 uur het achterpeloton van de Noordcompagnie omvat dat, naar t Noorden gewend, post had gevat. Die overvleugelende beweging bedreigt de linkerzijde van de 2° echelon, 6° Cie, en verklaart het verslag van 23:45 uur van de commandant van die eenheid :
Uiterst erge toestand. Zonder munitie. Wij lijden zware verliezen. Zijn met omsingeling bedreigd. Toch weerstaan ter plaatse in onze CP.
Van de drie kanonnen 47 waarover de 6° Cie beschikte, werden er feitelijk twee buiten dienst gesteld door een hevige luchtaanval op Hees, op t einde van de namiddag. Eén enkele bom heeft zes mannen gedood en vier gekwetst.
De mening van de commandant van het Noordkwartier dat hij omsingeld was, strookt dus wel met de werkelijkheid.
Op 11 mei, omstreeks 7 uur s morgens, op het ogenblik dat het overblijvende peloton van de Noordcompagnie van de tweede echelon bezwijkt, ziet de commandant van het Noordkwartier de achterpelotons van de middencompagnie overrompeld worden, en omstreeks 07:30 uur neemt een vijandelijke pantserauto hem in zijn CP gevangen.
Omstreeks 7 uur eveneens, ziet de commandant van de rechtercompagnie van het Zuidkwartier de massa pantsers over Vroenhoven aanrollen ; vruchteloos zal hij proberen te ontkomen. De Rechtercompagnie had in de nacht van 10 op 11 mei het rechter voorpeloton van de middencompagnie opgenomen, terwijl het achterpeloton van dezelfde eenheid peloton waarvan de chef gedood werd overrompeld werd op 10 mei omstreeks 18:00 uur, kort na de val van de CP / I°.
Om 06:30 werd Lafeld ten Noorden en ten Zuiden voorbijgestoken door formaties pantsers, gevolgd door infanterie, die naar Riemst oprukten.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 21
VI-10 & 11 Mei 1940 De aanval op de 2° echelon
De vijand valt de tweede echelon aan om zich een doortocht naar Tongeren te banen.
Daar hij op 12 uur tijd slechts 800 meter verder over de brug van Vroenhoven was gevorderd, in zijn rechterflank werd gehinderd door de vuren uit het zuidoostelijke front van Kesselt, en meer in t bijzonder door de vuren van de sectie Mi op 1100 meter benoorden de brug en die er uitzicht op heeft, zet de vijand op de baan Tongeren een aanval in om zijn in t begin van de dag verworven succes uit te buiten.
Van dageraad af was de tweede echelon in actie geweest : valschermspringers ten Noorden tegen de 6° Cie, bemanningen van zweefvliegtuigen en valschermspringers ten Zuiden tegen de 7° Cie.
Twee zweefvliegtuigen die vóór de 7° Compagnie landden, worden met het kanon 47 bestookt. Het ene wordt vernietigd. De uitslag van het vuur op het andere, dat achter een haag is gevallen, kan niet worden nagegaan, daar de in verkenning gezonden patrouille het aan de stok heeft met het vliegwezen.
De bombardementen sinds het aanbreken van de dag door het vliegwezen uitgevoerd, houden nu en dan op en beginnen dan weer. Ze duren 30 tot 45 minuten. In de tussentijd komen er verkenningsvliegtuigen over.
De telefoonverbindingen zijn afgesneden.
Op vier renboden in de morgen naar CP / II° gezonden, komt er één enkele terug.
Het kanon van 47 dat de weg verdedigt, het enige kanon van het steunpunt van de compagnie, wordt door een luchtbombardement buiten gebruik gesteld.
Omstreeks 16 uur, artillerievuur op het steunpunt van de 7° Cie, 15 slagen van 150 komen terecht op het steunpunt vóór de compagnie ; het centrum van de valpunten ligt omstreeks wegpaal 95.
Omstreeks 18 uur wordt het vliegwezen bedrijviger, bombardeert en mitrailleert het zonder ophouden. Het rechter peloton, dat onbedekt op de Laefelderberg ligt, wordt meer in t bijzonder bevuurd.
Onder bescherming van die bombardementen welke het personeel verplichten zich in te kuilen, heeft de aanvaller veld gewonnen en de dekkingen op het kruispunt van wegpaal 95200 bereikt, in welke dekkingen hij geleidelijk is binnengedrongen.
Omstreeks 20 uur breekt en nieuwe geweldige luchtaanval los, terwijl het vuur van talrijke automatische wapens in de dekkingen wordt samengetrokken op het voorste steunpunt der compagnie.
Met mitraillet en handgranaat treedt de vijand op, gesteund door bombarderende en mitraillerende HEINKELS.
Het gelukt een vijandelijke groep doorheen het steunpunt te dringen en zelfs de CP van de compagnie voorbij te gaan :noodlottig gevolg van onze minderheid in het gevecht met handgranaten ; uitslag van de afschaffing van het slingeren met scherpe granaten in vredestijd.
De 7° compagnie wordt op haar linkerzijde voorbijgegaan, in t centrum doorboord.
Bij het vallen van de nacht werken de overblijvenden van de twee noordpelotons der compagnie zich pijnlijk los langs het Noorden van de baan, onder het vuur van de elementen die ze reeds bezetten.
Het Zuidpeloton, dat de beweging op zijn linkerzijde heeft ingezien, vuurt de ganse nacht in de richting van de baan. Het wordt de 11 mei tussen 4 uur en 04:30 uur op zijn stellingen omsingeld en gevangengenomen.
Omstreeks 23:30 uur bereiken twee Franse pantserautos het kruispunt naar Veldwezelt. Ze binden er de strijd aan : één van de pantserautos wordt buiten actie gesteld, de andere trekt zich terug omstreeks 00:30 uur en neemt zijn gekwetsten mee.
De 5° Cie (Lafeld) welke de avond van de 10° mei streed, een aanval afsloeg en sinds 03:30 een tijd bedaring had, wordt te 6 uur, door infanterie en pantsertuigen, plots in front en in flank bestormd. Te 06:15 wordt de compagniecommandant in zijn CP gevangen genomen.
Te 06:00 uur eveneens, wordt de 6° compagnie (Noord) aangevallen.
Het voorpeloton en de CP weerstaan wanhopig. De pelotonschef, aangemaand zich over te geven, weigert en sneuvelt heldhaftig (zie afzonderlijk verhaal). Te 8 uur is de CP van de compagnie omsingeld. De 1° Sergeant-Majoor der compagnie, tweemaal gekwetst, sneuvelt manmoedig. Te 08:30 eindigt de weerstand.
Omdat de baan van Tongeren, de 10° s avonds, ter hoogte van de tweede echelon bemeesterd, s nachts onder het vuur blijft van een peloton en eerst de 11°, bij dageraad door de vijand wordt ontzet ; de aanvaller moest 24 uren strijden om 2 Km vooruit te geraken, ondanks de ingezette verpletterende machtsmiddelen, ondanks het aanvankelijke welslagen van zijn aanval door zweefvliegtuigen, ondanks zijn geharde troepen en hoewel de bruggen van Vroenhoven en Veldwezelt niet opgeblazen werden.
Laten we er aan herinneren dat onze fuseliers slechts over 60 patronen per man beschikten, terwijl de ouderen van 1914, te Luik, er 120 hadden !
Het op beide flanken bestormd Noordkwartier weerstaat hardnekkig.
De laatste weerstandselementen van de ondersector worden de eerste uren van de dag, de 11 mei, overrompeld.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 20
We leren nu al dat:
-Er zeer slechte verbindingen waren tussen de eenheden onderling en zeker met de hogere echelon ;
-Er een hemelgroot gebrek aan munitie was ;
-De mortieren praktisch niet bruikbaar waren;
-Het bevel tot ontsteking van de vernielingen van de bruggen niet gedelegeerd was aan de eenheden in lijn, maar behouden werd bij het hoger commando van het Legerkorps;
-Er geen elektrische ontsteking voorzien was aan de bruggen, onverklaarbaar, maar waar;
-Er is nergens sprake van enige Geniesteun ter beschikking van de Sectorcommandant;
-Er geen adequate luchtverdediging aanwezig was op het terrein ;
-Er geen directe steun vanwege de Belgische Luchtmachtvoor de grondtroepen was;
-De artilleriesteun voor de vernieling van de in handen gevallen bruggen nul was;
-Men niet opgewassen was in materieel en manschappen tegen die overmacht van met zweefvliegtuigen gelande strijders en parachutisten, die beter uitgerust, betere communicaties en bevoorradingen hadden ;
-Niettegenstaande dit alles er krijgshaftig verweer gebeurde en kleine groepen echte heldendaden verwezenlijkt hebben .... tot de laatste kogel gestreden hebben.
-De eerste dag van de oorlog er al oorlogsmisdaden gebeurden door de aanvaller: het gebruik van krijgsgevangenen als menselijk schild op de brug te Vroenhoven;
-De verrassing totaal was, de bescherming naar voor was ingesteld, maar naar achter bijna niet bestaande was. Zie ook onder deel XXI;
-Het belang dat de Duitse aanvaller had getoond aan zijn voorbereiding, opleiding en tactische ingesteldheid van zijn aanvallende troepen (allen specialisten genie-valschermspringers);
-De doelgerichte luchtsteun door het Duitse Vliegwezen aan de aanvallende grondtroepen en de doeltreffendheid van hun bombardementen.
-De 7de Infanteriedivisie moest de oversteek van het Albertkanaal tussen Lixhe en Briegden tot elke prijs beletten. Het 2de Karabiniersregiment verdedigde het gebied rond de bruggen van Veldwezelt, Briegden en Gellik; het 18de Linieregiment de brug van Vroenhoven. De bruggen zelf werden door het korps grenswielrijders onder kapitein Giddelo verdedigd. Maastricht, dat nauwelijks verdedigd werd door de Nederlanders, was de zwakke plek in de stelling. Verder belemmerde het 60 cm hoge koren op de open akkers het zicht. De verbindingen waren slecht zodat er voortdurend communicatieproblemen waren. Bij de eerste aanval was de telefooncentrale van de kazerne in Lanaken vernietigd, zodat van hogerhand geen bevel tot opblazen der bruggen gekregen kon worden. Het bevel tot vernietigen van de bruggen moest door een fietser die van Ternaaien kwam, 2,5 kilometer verder, worden overgebracht.
Elke brug werd verdedigd door een bunker met een anti-tankanon van 47 mm, twee mitrailleurs en een schijnwerper, alles naar voor gericht. Aan de achterzijde was de bunker nauwelijks verdedigd. In de ganse zone van de 7de divisie stonden 22 bunkers. De soldaten in de bunkers werden volledig verrast door de zweefvliegtuiglandingen van de Sturmabteilung Koch van de 7de Fliegerdivision. Kapitein Giddelo van de Grenswielrijders sneuvelde vrijwel direct. Toen de commandant van het 1e Legerkorps uiteindelijk het bevel tot vernietigen gaf, waren de bruggen al in Duitse handen. Ook enkele Belgische vliegtuigen slaagden er niet in de bruggen alsnog te vernielen. Ze werden vrijwel allemaal door de Duitse Flak neergehaald. Zie verder deel XVII..
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 19
Te 21:40 uur brengt de Cdt van de OS, langs de inlichtingsofficier van het 18°, verslag uit over de toestand, aan de commandant van de divisie :
-De vijand benut de twee bruggen ;
-Er is strijd op de tweede echelon en de Cdt van de OS beschikt over niets om dat echelon te steunen ;
-Verbinding met de artillerie bestaat niet. De divisie zou ze op zijn best in actie stellen ;
-De verdediging van de CP is ingericht.
In werkelijkheid is de toestand veel erger.
De vijand, die de bruggen veroverd heeft en de linkerflank van het I° ingedeukt heeft, oefent drukking uit op de beide flanken van het III° en staat voor de tweede echelon. Is een front van 4,6 Km, achter een hindernis zoals de indrukwekkende kanaalgracht, normaal voor de eerste echelon welke uit twee bataljons bestaat, dan wordt hetzelfde front voor een enkel bataljon met zwakke verdedigingswerken en zonder hindernis, overdreven, des te meer daar bedoeld bataljon het peloton luchtdoelmitrailleurs aan de brug te Vroenhoven had geleverd, welk peloton er natuurlijk iet in gelaagd was terug te komen.
.....Toch bestaat de tweede echelon de 10°, te 21 uur : valschermspringers waarmede de 6° Cie (Noord) het aan de stok heeft, het vijandelijke contact met de verdediging van Lafeld, zijn, althans niet onmiddellijk, onrustbarend voor de tweede echelon.
De aanval op deze echelon is tegen dageraad te verwachten.
Daar de vijand de brug te Vroenhoven echter te 5 uur overmeesterde, is hij op twaalf uren slechts 800 meter op de weg naar Tongeren, en 1100 meter op de weg naar Lafeld vooruitgekomen.
Terwijl de verdediging op het einde van de dag de tweede echelon steeds op zijn plaats waant, heeft de aanvaller hem op t einde van de namiddag krachtdadig aangetast.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 18
De vijand hervat de beschieting met kanon en vliegtuig. Twaalf gegradueerden en verbindingssoldaten naar voor gestuurd, zijn niet teruggekomen : de vijandelijke valschermspringers versperren de weg tussen de CP / I° en de achterste stellingen van de eersten echelon.
Een volgende boodschap van 14:25 uur bereikt de Cdt van de OS te 20:20 uur :
Zonder nieuws 1°, 2°, 3° Compagnies. CP vernietigd. Alle verbindingen afgesneden. Zijn afgezonderd. Werden door detachementen valschermspringers aangevallen. Weerden aanval af. Zal alles in het werk stellen om verbinding met de compagnies te bekomen.
Van 15 tot 16 uur bombarderen en mitrailleren de vliegtuigen de loopgraven van de CP / I°.
Te 16 uur bezetten vijandelijke elementen de hoeve van de CP en, uit de vensters op de verdiepingen van een villa aan de noordzijde van de weg, mitrailleren zij de verdedigers. Een vijandelijk kanon van 5c7 komt in actie. De CP is omsingeld. De geheime documenten worden vernietigd of verborgen.
Te 17 uur staakt de CP de weerstand, de munitie is op. De Duitse officier die de aanval heeft geleid, kijkt verbaasd slechts twintig verdedigers aan te treffen ; hij verklaart dat zijn compagnie vier en een half uur moest strijden om de CP te overwinnen.
De vijand bereikt dus wegpaal 96,200 op de weg van Tongeren te 17 uur, bijna tegelijkertijd als hij de toegang van de weg naar Lafeld aan wegpaal 96,200 op de weg van Veldwezelt bereikt.
Die toestand is natuurlijk de commandanten van de tweede echelon noch van de OS bekend. Laatstgenoemde zal hem eerst kunnen inzien te 20 uur, wanneer hij het bulletin van 13:45 van de commandant van het Noorkwartier ontvangt.
Wanneer een peloton van de Divisie-Wielrijderseskadron, dat met vier kanonnen 47T 13 moet gesteund zijn, te 17:55 de commandant van de OS bericht dat de Cdt der Divisie het te Lafeld te zijner beschikking heeft gesteld, geeft de Cdt van de OS het pelotonshoofd het bevel in verbinding te treden met de Cdt van de tweede echelon en de Cdt van het Zuidkwartier, op wie de verantwoordelijkheid van de verdediging van de brug rust, ten einde volgens hun aanwijzingen de elementen te verjagen die op de westelijke kanaaloever vaste voet mochten gekregen hebben.
Er dient inderdaad opgemerkt dat het regiment vanwege het Zuidkwartier geen bericht ontving dat de brug verloren was en de 1° Cie verpletterd werd. Blijkens de inlichtingen welke een bode van het Zuidkwartier naar de Cdt van de tweede echelon bracht, is de brug gesprongen, maar zou de beschieting zware verliezen toegebracht hebben aan het bataljon te Vroenhoven, dat aan de tweede echelon versterkingen vraagt. De OS reageert dadelijk door te verbieden de tweede echelon te ontbloten en door de toestand onder de aandacht van de divisie te brengen, wat op een vraag om versterkingen neerkomt. Ook wordt het peloton van de Divisie-Wielrijderseskadron over Lafeld naar Vroenhoven gezonden.
Vooraleer de strijd aan te binden en wachtend op zijn kanonnen 47, doet de Commandant van het Wielrijderspeloton een verkenning in de richting van Vroenhoven, maar hij wordt gestuit door een hevig vuur uit de dekkingen en de huizen in de omgeving van de wegvertakking Lafeld-Vroenhoven. Het kost hem veel moeite zich los te werken en terug te keren naar Lafeld, waar hij op zijn kanonnen van 47 wacht. Dit peloton van T 13, op weg naar Lafeld, wordt opgemerkt door een waarnemingsvliegtuig, en enige ogenblikken later stelt een luchtaanval drie stukken buiten gebruik. Eén enkel kanon 47 geraakt te Lafeld.
De Cdt van de OS ontvangt te 20 uur een bulletin van 15 uur, gezonden door de Cdt van het Noordkwartier :
De vijand heeft mijn Zuidcompagnie overvleugeld en bezet met zwakke elementen de weg Veldwezelt-Vroenhoven. Ik heb voorgeschreven hem te verjagen, maar ik kom munitie te kort. Ik word voortdurend door de artillerie en het vliegwezen bestookt. In front word ik niet bedreigd, maar wel in de richtingen N.O. en Z.O. (de vijand komt van de bruggen). Thans wordt de heuvel van Hees geweldig beschoten.
De commandant van de OS schrijft te 20:05 aan het II° (ter kennisgeving aan de 7° D.I.) voor :
Onmiddellijk het Wielrijderspeloton en de T13 in te zetten tegen de elementen welke de commandant van het Noordkwartier heeft aangewezen.
Het Wielrijderspeloton trekt onder hevig vuur naar de wegvertakking. Het moet stoppen, door het vijandelijke vuur overheerst. De T13 komt in actie, vernietigt een door de vijand bezet huis aan de wegenknoop, maar de richter wordt zwaar gekwetst aan het oog, de sergeant aan het voorhoofd en de T13 moet achteruit. De vuuractie van het peloton is in zulke minderheid, dat het zich pijnlijk loswerkt om omstreeks 20:24 uur terug te Lafeld te zijn.
Te 20:35 uur ontvangt de OS een inlichting van 19:15 uit het Noordkwartier : Ik meen dat de heuvel van Hees bezet is. De Zuidcompagnie weerstaat.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 17
V-10 & 11 Mei 1940 De Slag - vervolg
De vijand die uit de bruggen te Veldwezelt en Vroenhoven oprukt, valt de beide flanken van het Noordkwartier aan :
Het dalen van valschermspringers, na de aanval door de zweefvliegtuigen, werd niet tot het kwartier Vroenhoven beperkt : tussen 4 u 45 en 5 u 30 geschiedden landingen tussen de eerste en de tweede echelon, in het noordelijke onderkwartier van de tweede echelon, achter de tweede echelon op de weg naar Tongeren, en diep binnen in de stelling.
Te 5 u 25 wordt het Noordkwartier overvlogen door een groot aantal vliegtuigen. Enige bommen vallen in het kwartier en in de omgeving van de CP van het bataljon.
Te 7 u 30 komt er een einde aan het overvliegen en de valschermspringers dalen op de heuvel van Hees en naar de brug van Vroenhoven.
Te 8 u 20 seint het III° met de radio dat de bruggen te Veldwezelt en Vroenhoven in s vijands handen schijnen te zijn.
De CP van de middelondersector vraagt aan het Zuiderkwartier een verslag over de toestand aan de brug en bepaalt nader, te 9 u 04, met de radio : Er u om t even hoe van te verzekeren of de brug opgeblazen is. Is ze in de macht van de vijand, ze heroveren en doen springen. Deze radiotijding wordt door een bode bevestigd en te 9 u 15 in het I° ontvangen.
Op dat ogenblik valt het vijandelijke vliegwezen Lafeld aan, waar de CP / II° is gevestigd ; het centrum van de gemeente wordt vernietigd.
Te 10 u 10 komt in de CP van de middelondersector het radioverzoek van het I° toe om vuur E.34 bis te bekomen. Dit verzoek wordt aan de artillerie overgemaakt, en daar bedoeld vuur datgene is wat in geval van niet-springen van de brug werd voorzien, was de ganse divisie te 10 u 12 ingelicht. Het vuur werd afgegeven.
Te 10 u 45 meldt het III°, per bulletin, aan de middelondersector, die bedoeld document eerst te 13u 05 ontvangt, dat de Noordcompagnie, welke de heuvel van Hees bezet, bij tussenpozen heftig wordt beschoten en dat bovendien, infanterie van op de brug te Veldwezelt deze compagnie bevuurt welke een aanval tegemoet ziet.
Een ander tegelijkertijd ontvangen bulletin bericht dat dezelfde compagnie, de enige die nog in verbinding is met het bataljon, verscheidene automatische wapens buiten gebruik heeft, vijftien mannen buiten gevecht in één peloton en dat de heuvel van Heest ononderbroken blijft beschoten.
De Cdt van het III° beveelt aan de Middencompagnie het Noorden te bewaken, en aan de Noordcompagnie, zelfs in geval van omsingeling, te weerstaan.
De commandant van de ondersector richt aan de commandant van het III° een boodschap waarin hij het aan te vragen artillerievuur in herinnering brengt en de D.L.O. bevel geeft de flankerende sectie te verwittigen, die uit eigen beweging moet vuren indien zij de vijandelijke infanterie bemerkt.
Te 15 uur ontvangt de Middelsector van de commandant van de tweede echelon (die te Lafeld is) een voorlichtingsbulletin van 14 u 10 luidend : Voortdurende beschieting van het III/18 door vliegtuigen.
Omstreeks 15 uur richt de vijandelijke infanterie zich benoorden de weg naar Tongeren, doorheen de vroegere gevechtsplaatsen van de 1° compagnie naar de wegvertakking Lafeld-Veldwezelt. De Cdt van de OS had, heel in t begin van de namiddag de Cdt van de Cie 47 doen nagaan of de Zuidoostelijke flank van Kesselt door het luchtbombardement geteisterd was. Deze officier bracht verslag uit : de flank is ongedeerd, de wapens zijn ter plaatse. De vijand kon dus niet in groten getale vóór dit front defileren. Feitelijk, omstreeks 10 uur had de keuronderofficier, commandant van het buitenrangspeloton der 13° Cie, met twee onderofficieren en zes man zware verliezen toegebracht aan de bemanning van een zweeftoestel, een vijftiental man die de weg naar Lafeld naderden : de overlevenden trekken zich terug in de richting van het kanaal.
Omstreeks 15 uur hervatten de Duitsers hun poging, ditmaal met machtige groepen. Ze bewerkten het groepje mannen die hun het hoofd bieden, en te 16 u 30 wordt de chef van het buitenrangspeloton met twee mannen gevangen genomen vlak vóór de toegang van de weg naar Lafeld. De gegradueerde was zwaar door een geweerkogel en een granaatscherf gekwetst.
De beweging op Lafeld is de verdedigers van het Noordkwartier niet ontgaan.
Twee bulletins, het ene van 13 u 45, het andere van 13 u 50, worden aan de Cdt van de OS gezonden, die ze eerst te 20 uur zal ontvangen. De bulletins vermelden : Bombardement artillerie naar heuvel van Hees en weg Vroenhoven-Veldwezelt. De vijand bezet het terrein bezuiden de Zuidcompagnie. Ik geef bevel hem naar het kanaal terug te dringen. Ik hoor geweervuur in de richting heuvel Hees, dat onmogelijk kan worden genaderd. Zal weldra zonder munitie zijn. ....Ik verneem van bode 10° Cie (Noord) dat de vijand de omgeving van de brug te Veldwezelt bezet. Er werden omstreeks 13 uur rijtuigen opgemerkt.
De vijand bleef ook aandringen langs de weg naar Tongeren. Een nieuwe aanval, omstreeks 11 uur door enige bijzonder doorbijtende elementen gevoerd, wordt door de CP / I° afgeslagen.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 16
Te 10 uur 25 maakt de bataljonscommandant de chef van de zuidersector een vraag tot tegenaanval over, ten einde de brug in te nemen ; dit verzoek komt niet ter bestemming.
Wat is er geworden van het bevel dat de commandant van het I aan de 2° Cie heeft gegeven ?
De aanval moest gelijktijdig worden ingezet op een geluidssein namelijk een Mi-vlaag, door het rechter-voorpeloton en het achterpeloton af te vuren. Het rechtervoorpeloton wacht lang op dit sein en besluit, ten slotte, alleen op te rukken. Wanneer zijn groepen zich blootgeven, ondergaan ze hevig frontaal vuur uit de huizen van Vroenhoven die door de vijand bezet zijn, en flankvuren, op de oostelijke kanaaloever af gegeven. Het kanon 47 nr 1 beschiet een huis op die oever, maar het onbeschutte personeel wordt buiten strijd gesteld door de kruisvuren van de vijand die de dekkingen van Vroenhoven en de oostelijke kanaaloever bezet. Het peloton zelf, in die vuurschaar gekneld, is aan de grond genageld en zal zich eerst bij het vallen van de nacht kunnen loswerken.
Te 12 uur ontketent het achterpeloton, door een sectie 7c6 gesteund, de tegenaanval op de school. Maar de projectielen van de 7c6 vallen vijftig meter vóór de stukken ! Toch gaat de tegenaanval door. De Duitsers komen echter uit hun grondverschansingen en verhinderen zo onze mannen veld te winnen.
De pelotonscommandant stopt de aanval en bezet weer zijn vertreksstellingen. Kort daarop wordt hij gedood ; de commandant van de 2° Cie wordt gekwetst.
De compagnie mortieren was bewapend met stukken van 7c6A (recuperatiematerieel van het Duitse leger van 1914-1918). De in niet-waterdichte kisten bewaarde bommen hadden sinds september 1939 al de weersinvloeden ondergaan. De compagniescommandant twijfelde aan de ballistieke hoedanigheid van het buskruit en had, zowel als de korpscommandant, herhaaldelijk gevraagd dat er verificatieschietingen mochten worden gehouden in het Kamp van Beverlo, dat op 15 km van Tessenderloo ligt. Het antwoord luidde dat er schietoefeningen zouden worden ingericht ... ... .
Onze stukken 7c6A konden de vuuropdracht niet vervullen uit de schietstellingen welke voorzien waren door het afgeloste regiment, dat echter over FRC-stukken beschikte. De nieuwe stellingen waren op eigen initiatief aangelegd.
Het personeel van de sectie die moet ingrijpen op de brug, is uiterst verrast bij het krieken van de dag in de rug beschoten te worden uit de oude stellingen. Daar zijn de Duitsers. Ons personeel trekt ten aanval ; de officier eist de vijand op, zich over te geven. Twee mannen steken de armen omhoog, maar een derde is blijven liggen en schiet, met zijn mitraillette de officier dood.
Sinds zijn aanval bij dageraad werd de vijand versterkt door valschermspringers, die overal en vooral de vernieling van de transmissiemiddelen beogen : de aan de bommen ontsnapte draden worden doorgesneden. De op de loer liggende valschermspringers schieten op alles wat in hun bereik komt. Zo krijgt de commandant van de Cie 7c6 een kogel in het gelaat, en moet zich laten achteruitvoeren, nadat hij zijn commando had overgegeven aan een officier die kort daarop zelf gedood zal worden.
Op het einde van de morgen brengt de vijand, die de gevangenen aanvankelijk ten Oosten van het kanaal had afgevoerd, hen terug naar de schuilplaats M, waar ze aan onze vuren zijn blootgesteld. De vijand zet gevangenen uit op de randen van de brug, en zijn infanterie overschrijdt het kanaal tussen twee rijen gevangenen.
Alzo sneuvelen verscheidenen der onzen door Belgische kogels, die uit de zuidoostelijke flank Kessel komen.
Op het einde van de morgen van de 10 mei beschikt de vijand over een bruggenhoofd, 1000 m breed op 600 m diep. Al hebben we nog elementen van de CP van het I tot het Noorden van de heuvel van Montenaken, de vijand heeft zich stevig in al de dekkingen van Vroenhoven genesteld.
Het vijandelijke vliegwezen heeft het volstrekte meesterschap in het luchtruim : al wat verroert, wordt met bommen en mitrailleurvuur aangevallen.
Om u zelf een duidelijk beeld van de situatie te schetsen is het nodig het verdedigingsplan van de ondersector Vroenhoven bij de hand te hebben. Dit verdedigingsplan vindt uin bijlage.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 15
Maar, dit is het enige succes van de bemanningen van de zweefvliegtuigen of parachutisten niet. De compagniescommandant wordt in zijn CP gedood. De groepen van het achterpeloton van de 1° Cie worden met mitrailletten en granaten overmeesterd.
Van de twee rechtergroepen van het peloton aan de brug, ten Zuiden van de weg opgesteld, ligt de ene onder het zweeftoestel waarvan de bemanning van vlakbij aanvalt; de andere spant zich in om zich los te werken en zich weer bij de pelotonscommandant te voegen.
Het linkervoorpeloton van de 2° Cie wordt door vijf zweefvliegtuigen bestookt : één landt op de groep uiterst links, één op de groep uiterst rechts, één in t centrum op het kanon 47, dat het omverwerpt, één achter de schuilplaats A valt te pletter op de rand van het hellend vlak. De adjudant bij de sectie Mi nr 5, meent een neergeschoten zweefvliegtuig voor te hebben, doch er ratelt een mitraillette uit. Dadelijk legt de sectie Mi er vuur op, doch het vuur kan lastig worden afgegeven, daar de sectie in de rug beschoten wordt uit de richting van Mi nr 8, die in een gevecht met de bemanning van het achter het peloton gedaald zweefvliegtuig is gewikkeld. En midderwijl, beschut door de glooiing der kanaalgracht, bekampt de bemanning uit het zweefvliegtuig dat neergekomen is achter de schuilplaats, deze laatste in de rug.
De officier, commandant van de schuilplaats, staat buiten. Hij ziet de vijand de trap opkomen, trekt zijn zwaar pistool uit, maar de vijand lost mitraillettevlagen.
De officier bereikt de deur van de schuilplaats, is aan de hand gekwetst, struikelt, breekt zijn voet, maar het gelukt hem toch de deur te sluiten. De Duitsers bestoken gelijktijdig de deur en, daar ze op het dak van de schuilplaats geklommen zijn, van daar de schietgaten waarin ze granaten proberen te slingeren. De vorken waarvan de schuilplaats voorzien werden, zijn niet breed genoeg om de vijandelijke lanceerbuizen van de schietgaten verwijderd te houden. Die buizen kaatsen op de vorken terug en aldus verhoogt de slingerkracht.
De bovenverdieping wordt ontruimd. Op de benedenverdieping kan het personeel niet snel genoeg slaghoedjes in de granaten steken. Het was overbodig de kwartiercommandant op te bellen, er was geen stroom meer. De oproep tot de kazerne te Lanaken, werd in hetDuits beantwoord !
De vraag om vuur, tot het fort van Eben-Emaal gericht, lokt het volgende antwoord uit : Het fort levert slag, het gaat slecht, maar we zullen het mogelijke doen voor het vuur ...
Terstond daarop schudt een hevige ontploffing de schuilplaats als een schip. Binnenin wordt het een slachting. Maar nogmaals verwaarloost de vijand de benedenverdieping, en de ontkomende, onder wie de officier en de sergeant, slagen erin zich buiten de schuilplaats te slepen.
De bemanningen van de zweefvliegtuigen wordt door middel van valschermen voorzien van radiotoestellen en springladingen. Met rode panelen bakent de bemanning de plaatsen af die ze bezet, en zodra het goed helder is, valt het vliegwezen in duikvlucht al aan, wat niet door de zijnen is bezet. Het peloton Mi voor grondverweer, dat in het linker peloton van de 2° Cie was opgenomen en dat op de zweefvliegtuigen had gevuurd, wordt geweldig onder handen genomen. Terwijl zijn stellingen ter hoogte van de grond waren toen het regiment in de ondersector is aangekomen, werd er haast gemaakt om beschutte schietstellingen te bouwen. Maar die stellingen worden door de Stukas woedend en hardnekkig met bommen bestrooid.
Te 8 uur oordeelt de chef van het linkervoorpeloton van de 2° Cie dat er niets meer weerstaat tussen de CP van de 1° Cie en Mi nr 5. Deze bestrijkt nog de toegangen naar de brug, maar de patronen voor karabijnen en zware pistolen zijn op !
Juist dan duiken de van schuilplaats A komende ontsnapten uit de kanaalgracht op. De adjudant bij Mi 5 deed ze bijna bevuren : ze zagen zwart, hun gelaat was vol bloedende kloven, hun haar was verbrand, ze uitten jammerklachten.
... De sergeant van schuilplaats A, op de stelling gekomen, ziet een FM op een Stuka schieten, doch de schutter wordt in de rug getroffen door een uit een ander vliegtuig geloste kogelvlaag.
Op dat ogenblik is de ganse 1° Cie en het linker voorpeloton van de 2° Cie buiten strijd.
De schuilplaatsen M en A zijn sinds 5 uur s morgens in vijands handen. De gevangenen werden oostwaarts van het kanaal afgevoerd. Het kanon 47 nr 3, waardoor de weg overlangs werd bestreken, is tot omstreeks 10 uur in actie.
In de CP van I slaan enkele mannen, onder de leiding van de commandant der 7c6, een aanvalspoging af, gewaagd door de bemanning van een in de onmiddellijke nabijheid geland zweefvliegtuig, dat vuur heeft gevat. Twee naar de CP gebrachte vijandelijke gekwetsten verklaren dat ze van Keulen komen en dat het aanvalsbevel daags te voren te 13 uur ontvangen werd. Een bode van de 2° Cie brengt te 6 uur in de CP een verslag. De commandant van I (eerste bataljon) beveelt de 2° Cie tegen aan te vallen, de bezette school van Vroenhoven in te nemen en vervolgens de brug, die niet gesprongen is. Het voorziene artillerievuur, zo de brug niet mocht springen, wordt gevraagd en bekomen. Een bode van de 3° Cie (heuvel van Montenaken) komt om mond- en schietvoorraad te vragen.
De CP wordt door vliegtuigen en artillerie beschoten. Enige elementen zetten tegen de CP een tweede aanval in. Een patrouille drijft de vijand terug, die enige doden op het terrein achterlaat.
Te 10 uur hevig luchtbombardement op de CP. Een torpedo treft doel, en te 11 uur wordt een nieuwe plaats betrokken in de loopgraven om de oude CP.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 14
IV-10 & 11 Mei 1940 De Slag
10 Mei 1940 De aanval door zweefvliegtuigen op het kwartier te VROENHOVEN.
Het bevel tot wezenlijkalarm de 10°mei te 0 uur 16 bij de regimentsstaf ontvangen, wordt dadelijk aan de bataljons en aan de geneeskundige en administratieve compagnies medegedeeld. Door de divisie te 0 uur 50 per telefoon bevestigd, bevestigt het regiment dit bevel op zijn beurt, schriftelijk, aan de onderhorige eenheden. (Noodzakelijke voorzorg omdat een alarmoefening sinds verscheidene dagen was aangekondigd).
De eerste echelon te 2 u. 45 op zijn plaats. Het overige volgt, en te 3 u. 45 meldt de CP van de middelsector, die van 2 u. af op zijn plaats was met gelegde verbindingen dat de ganse opstelling gevechtsklaar is, verbindingen tot stand gebracht, die met de artillerie inbegrepen.
Omstreeks 4 u. 20 wordt de stelling en de kantonnementen op geringe hoogte overvlogen door geruisloze grote vliegtuigen die op vleermuizen gelijken. Het is nog duister. Het zijn zweefvliegtuigen die het eerste daglicht afwachten om op hun objectieven neer te strijken.
Bij het krieken van de dag komt een massa vliegtuigen de grens over. Ze vliegen in dichte formaties, de ene boven de andere, en een groep ervan vormt een hakenkruis. De ooggetuigen zeggen dat de hemel vol vliegtuigen was.
De troepen van de stelling openen het vuur op de laag trekkende toestellen, de zweefvliegtuigen. Sommige eenheden melden dat ze er neergehaald hebben. Het is dus ongegrond te insinueren dat de troepen geaarzeld hebben het vuur te openen.
De kantonnementen, de CP I en III, de kruispunten worden met bommen aangevallen en gemitrailleerd.
De zweefvliegtuigen landen zodra zij hun objectieven kunnen bemerken, tussen 4u. 30 en 4 u. 45. Op dat ogenblik worden de kantonnementen te Vroenhoven, Kesselt, Hees, Vlijtingen, Lafeld met bommen verwoest. Had het commando niet tijdig gealarmeerd, dan zouden onze troepen uitgemoord geworden zijn, vooral die in de kantonnementen. Hoewel er niet veel bommen op de huizen zelf terechtkwamen, worden de dorpen vernield. Huizen staan in lichtelaaie, andere zijn ingestort en versperren de kruispunten waarop de vijand het vooral had gemunt. Barakken, voertuigen, stallen, magazijnen van de eenheden zijn getroffen.
Reeds eer de dag is, zijn zweefvliegtuigen neergekomen op de gevechtsplaatsen van de 1° Cie en het linker voorpeloton van de 2°. Eén nabij de CP van de 1° Cie, twee op het achterpeloton, twee op het rechter voorpeloton, één achter de schuilplaats B, één achter de schuilplaats A, één op iedere uiterste groep van het Noord peloton der 2° Cie, één achter dit peloton, één op het kanon 47 nr 2, dat omver ligt, één juist ten Oosten van de brug, op de oostelijke oever aan het kanaal, verscheidene benoorden en bezuiden de brug, maar aan de overzijde (ten Noorden van de weg). Die nauwkeurige landingen bewijzen dat de grond zichtbaar was toen de toestellen daalden.
Uit ieder zweefvliegtuig traden een vijftiental mannen, allen met mitrailletten en granaten gewapend.
Op enige ogenblikken tellen de twee gevechtsgroepen van het rechter voorpeloton der 1° Cie, die benoorden de brug liggen en over twee mitrailleurgeweren en geweren beschikken, negen doden en acht gekwetsten.
De vijand, sluipend achter de dekkingen langs de weg, valt in de rug de schuilplaats M aan, waaruit de brug kan worden opgeblazen. Terwijl de sergeant, commandant van de schuilplaats (Sgt Crauwels, Postcomd van de Grenswachters), die door het kanonschietgat bemerkt heeft wat hij meent drie over de brug stappende officieren te zijn, beslist de brug te doen springen, gaat de soldaat F.M. (fuseliermitrailleur), gewaarschuwd door de schildwacht van de schuilplaats, de post uit om deze achterwaarts te verdedigen, doch wordt door de aanvaller neergeschoten. Binnen de schuilplaats legt de sergeant, met een aansteker, vuur aan de twee lonten Brickford der springinrichting. Daarna gaat het ganse personeel, zoals geordend, naar de benedenverdieping. Terstond daarop doet een geweldige ontploffing de schuilplaats daveren, die door de vlammen wordt vernietigd. De munitiekisten springen. Nadat de in de rug optredende vijand de F.M. had neergeschoten, brak hij de deur van de schuilplaats open en wierp een springlading in de doorgang waar de springinrichting zich bevindt. Deze wordt in gruizelementen gegooid door de ontploffing welke een kuil maakt, waarvan het ontsnapte personeel, wanneer het in de morgen de schuilplaats verlaat zich de oorzaak niet kan verklaren.
In hun haast hebben de Duitsers verwaarloosd de uitslag van hun aanval op de benedenverdieping na te gaan (inderdaad, het personeel zat gevangen als ratten in een val, er was enkel een uitweg naar boven, dat de Duitsers niet verder doorgedrongen zijn heeft hun leven gered, de schuilplaats of beter bunker, moet wel heel stevig gebouwd zijn).
De springinrichting en de brandende lonten worden verpulverd, eer de vlam de tussenlading heeft kunnen genaken. De brug zal dus niet springen. De sergeant postcommandant, één van beide korporaals en de F.M. zijn gedood. De aanval werd zo knap voorbereid, zo snel en krachtdadig doorgedreven dat de Duitsers niet meer dan een kwartier nodig hadden om hun aanval tot in de puntjes uit te voeren. De wanverhouding aan middelen verpletterde het verweerpersoneel op zijn gevechtsplaatsen. (zie later ook de beschouwing genieover de te vernielen brug).
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
Bijlage 18de linie
Bijlage 18de linie
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 13
(2) C.P. van ondersector : Commandopost van de Ondersector. Het is de plaats van de regimentscommandant die niet alleen over het 18° het bevel voert : hij is verantwoordelijk voor het inzetten van al de verdedigingsmiddelen in de Ondersector.
De C.P. is geen steunpunt, doch een schuilplaats onder metaalplaten, op de binnenkoer ener bakkerij, onder tegenaan een tuin.
De rechtstreekse-steungroep ligt naar RIEMST op, en de commandant van die groep is niet bij de commandant van de Ondersector : hij is er vertegenwoordigd door een verbindingsofficier.
In 1918 is de defensieve opstelling, te Merkem bijvoorbeeld, wat genoemd wordt de «vierkante divisie», het is te zeggen de drie regimenten naast elkaar en, bij ieder regiment, de drie bataljons het één achter het ander.
Er bestaat een voorpostenzone, waarvan de verdedigingswaarde reëel is. Wanneer de stormloop vóór den tweeden echelon van Langewade komt uitsterven, zal het derde bataljon (het piket) dat in de diepte beschikbaar is, kunnen overgaan tot de tegenaanval welke de artillerie heeft voorbereid.
Het commando, de lessen bij Riga indachtig, had de leiding van de verdediging gewijzigd, en onze artillerie was, als gevolg van de nieuwe schikkingen daags vóór de aanval verplaatst geworden.
Het was nog een geluk voor ons. De Duitse artillerievoorbereiding woelt dus onbezette stellingen om : de ongedeerde verbindingen en batterijen zullen voor de tegenaanval beschikbaar zijn.
Nog enkele bedenkingen van Kol SBH DUEZ alvorens dit deel af te sluiten.
In 1940 , t is te zeggen na twee en twintig jaar, heeft de verdedigingstactiek geen wijzigingen ondergaan. Er werd weliswaar geen gevecht geleverd, maar de vorderingen van het vliegwezen en de motorisering mogen niet onbekend zijn.
Zij die streden in 1914-1918, weten dat onze verdedigingsdoctrine te stram is, dat bovendien de middelen in t begin van een conflict noodzakelijk geringer zullen zijn dan die op t einde van de eerste wereldoorlog : niet aan de strijd gewende soldaten en ontoereikende uitrusting van het slagveld.
De chefs weten dat de eerste stoot uiterst geweldig zal zijn, dat onze minderwaardigheid zal worden goedgemaakt door de onverwoestbare wil, Te zijn of niet te zijn heeft de commandant van de divisie gezegd.
In bijlage :
-enkele fotos van de brug te Vroenhoven en de bunker schuilplaats M
-Een uittreksel uit de geografische kaart van het IGN/NGI met Vroenhoven en omgeving.
Volgend deel :
De aanval op 10 mei 1940, aanval van zweefvliegtuigen op het kwartier te Vroenhoven
Kaart van de verdedigingsopstelling van het 18° Linieregiment in de ondersector Vroenhoven.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 12
Gelet op de belangrijkheid der hindernis, hoeft het geen betoog dat een aanval op de stelling slechts onder begunstiging van een verrassing mogelijk is. Ook wordt aan de wachttroepen stipt vereist dat ze waakzaam zouden zijn. De korpscommandant, die de overval op de schuilplaats M vreest, waarschuwt dat de verrassing goed mogelijk uit achterwaartse richting kan komen, en legt ten strengste op wacht- en naderingswoorden te eisen van om t even wie s nachts en uit welke richting ook de schildwacht nadert.
Het commando doet talrijke oefeningen houden. Daar het verkeer op de stelling zelfs voor de vreemdelingen open is, worden de aanwijzingen betreffende de verweermaatregelen, welke door de werken zelf al versterkt werden, jammer genoeg bevestigd door de bezetting van de gevechtsplaatsen. Waarlijk, de vijandige spionage heeft het gemakkelijk ! Later zal blijken dat er wel degelijk verraad en spionage gebeurd is op die plaats.
Ondanks verscheidene aanvragen ontving het regiment zijn voorraad munitie niet. Daaruit volgt dat, onder meer, ieder fuselier slechts over 60 patronen beschikt. Wegens de landbouwverloven zijn de getalsterkten met 15 % geslonken.
Tot gevolgtrekking mag gezegd worden dat, zo het verdedigingsplan het verweer ter plaatse tot het uiterste voorziet, de vereisten waaraan een goede definitieve stelling moet voldoen, op verre na niet vervuld zijn. Het grote nadeel voor ons ligt hierin, dat onze schikkingen niet alleen bekend en gekend zijn doch tevens duidelijk zichtbaar zijn voor het vliegwezen, vooral de plaatsen der kanonnen 47.
Bij vergelijking van onze steunpunten met die van 1918, welke verdedigd werden door in de strijd geharde soldaten, is de gevolgtrekking formeel : onze terreininrichting is in den dop, is rudimentair, terwijl de orders, zij, dezelfde zijn, als die welke voor de verdediging van gestabiliseerde fronten werden gegeven.
BEZETTINGSOPSTELLING
De ondersector heeft 4 Km 600 breedte. Het Noordkwartier zonder brug strekt zich over 2 Km 400 uit. Het Zuidkwartier met de brug te Vroenhoven is 2 Km 200 breed. De linkerflank bestaat uit de heuvel van HEES, ontzaglijke massa die een hoogvlakte van 800 x 500 m. vormt; de rechterflank, uit de driekantige 600 m langen heuvel van Montenaken, wiens bovendeel eveneens vlak en naakt is. Tussen beide hoogvlakten liggen de dorpen Kesselt en Vroenhoven. Als noordrand van Vroenhoven hebben we de weg en de brug. Ten zuidoosten van Kesselt, voortreffelijke natuurlijke dekkingen en uitstekende vuuractie op 1000 m in de richting van de brug.
In tweede echelon zijn de dorpen Hees, Lafeld en de Lafelderberg, welke langs de weg naar Tongeren ligt en deze beheerst, de natuurlijke steunpunten waartegen de verdediging aanleunt.
De bij het verdedigingsplan vastgestelde opstelling mag geen enkele wijziging ondergaan zonder de voorafgaande instemming van het legerkorpscommando. Er bestaat een wacht- en bezettingsopstelling. Deze laatste wordt dadelijk tot stand gebracht bij wezenlijken alarm, al dan niet de brug te Vroenhoven vernietigd is. In dit laatste geval dient een voorbereid artillerievuur aangevraagd.
De opstelling, die niet lenig is, steunt op de vernietiging van de brug. Er zijn, zoals elders, slechts twee echelons achter de brug, en er zijn geen voorposten vermits we tegen de grens liggen (de enige gevechtsgroep ten Oosten van t kanaal is slechts een eenvoudige alarmpost).
De dosering van het vuren naar de brug rust op de aan de steunpunten gegeven versterkingen in Mi en kanonnen 47 : de zuidoostelijke flank van Kesselt versterkt met vier secties Mi en twee kanonnen van 47, bevuurt de toegangswegen en uitwegen der brug.
Te Vroenhoven zelf versterken drie kanonnen van 47 en twee secties Mi de actie in de richting van de toegang tot de brug. Er dient echter opgemerkt dat de weg bij de brug gezoomd is met huizen; uit dien hoofde zijn alleen frontale acties mogelijk. Op de vier sectie M. 7c8 van de Zuidsector zijn er drie in t kwartier Vroenhoven.
De uitgestrektheid van het front eensdeels, het bestaan van vier lokaliteiten in de ondersector anderdeels, verplichten er toe de lokaliteiten slechts op de rand aan de meest blootgestelde zijde te verdedigen : geval voor Kesselt, Hees, Lafeld, waarvan de keel, onbezet, openligt voor de ondernemingen van de vijfde kolom en de parachutisten.
Alleen te Vroenhoven legt een achterpeloton vuur op de rand. De compagnies te Kesselt en te Hees zijn ieder over zes steunpunten verdeeld. Deze verbrokkeling, onvermijdelijk wegens de uitrekking van het front, begunstigt de niet-rechtstreekse bescherming tegen de aanvallen, maar maakt het de commandanten van de kleine eenheden zeer moeilijk en geeft de verdedigers de indruk afgezonderd te zijn.
De C.P. van ondersector (2) ligt 1400 m achter den tweeden echelon op een stuk der dwarsstelling Rosmeer-Vlijtingen-Vroenhoven.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 11
III - 10 en 11 mei 1940-DE SLAG
Door Kol SBH DUEZ, commandant 18° Linieregiment
Den 10n en 11n MEI 1940, op de stelling aan het Albertkanaal, tegenover Maastricht.
STAAT VAN DE ONDERSECTOR.
Eenparig verbaasd en teleurgesteld waren de kaders en de troep van het 18° toen ze in de ondersector van Vlijtingen aankwamen.
Zo het Regiment in de Ondersector van Kwaadmechelen een moeizame en stevige ingerichte stelling had verlaten, vindt het in zijn nieuwe Ondersector slechts onbeklede grondwerken, geen enkele schietstelling die tegen de waarneming uit de lucht en de aanvallen van de lichte wapens van het vliegwezen is beschermd, geen verbindingsloopgraven.
De ganse en enige waarde van de stelling bestaat in de hindernis welke door de diepe kanaalgracht wordt gevormd.
Het commando heeft aan de hindernis zulk een belang gehecht, dat er in de sector een grote bezuiniging van middelen werd doorgevoerd : de divisie is over een front van twintig kilometer uitgerekt en, afgezien van enige schuilplaatsen voor het wachtpersoneel, werden er praktisch geen materialen op de stelling verwerkt.
De wachtdienst (één dag op drie), bij prangende koude, is zeer hard gebleken : tussen het af- en optrekken van de wacht, is feitelijk slechts één dag verpozing, heel betrekkelijke verpozing.
Bovendien loopt het front van de ondersector over 4 Km 600.
De werken die konden worden uitgevoerd boezemen dus maar weinig ontzag in. Op t einde van de winter zijn de onbeklede grondwerken ingestort. Het afgeloste regiment had er voor gezorgd de glooiingen weer te vlakken en de ingestorte aarde ter zijde te werpen, waardoor brede grachten openbleven.
Ik kan mij goed de teleurstelling voorstellen, een uiterst goed ingerichte stelling zoals ze hadden opgebouwd in Kwaadmechelen niet terug mogen innemen en deze onmogelijke toestand waarin ze nu terechtkwamen moeten aanvaarden.
De gevechtsplaatsen werden stelselmatig van de woonhuizen verwijderd, om het personeel aan de uitwerking van het artillerievuur te onttrekken en zoveel mogelijk de schade aan private eigendom te beperken : het vliegwezen kan ze dus gemakkelijk ontdekken.
De telefoonlijnen zijn geen grondlijnen maar luchtlijnen, vaak aan de eerste de beste paal vastgehecht. De ganse winter door waren de lijnen aan weer en wind blootgesteld, en de draden zijn in slechte staat. De telefonistenseiners hebben hun handen vol met het onderhoud van het permanente net.
Het fort van Eben-Emaal heeft op de heuvel van Montenaken een waarnemerpost. Het is een eenvoudige planken schuilplaats met een luchtdraad verbonden aan een betonschuilplaats in de naburige sector !
De waarde van de stelling berust dus :
Op de belangrijke hindernis uitgemaakt door de kanaalgracht waarvan het watervlak is verdedigd door drie betonschuilplaatsen met twee verdiepingen, voorzien van de mitralleuses, zoeklichten, voorraden munitie en verbanden. Maar de schuilplaatsen zijn van boven, noch er omheen beschermd door prikkeldraad.
Op de vuursteun van het fort EbenEmaal waarvan de kazematten Ma 1 en Ma 2 de ondersector van het regiment flankerend bestrijken.
Op de verdedigers, wier tegenwoordigheid in deze op een hachelijk ogenblik blootgestelde ondersector in zich sluit, dat zij het vertrouwen van het commando bezaten.
Doch de waarde der hindernis kan maar ten volle gelden voor zover de brug te Vroenhoven vernietigd is. Een post Grenswielrijders die schuilplaats M (bewapend met een kanon 47 zie kaart) bezet, is belast met de ontbranding op bevel van het V.I.C. (1) of van het legerkorps of op initiatief van de postcommandant (zo pantserwagens willen doorbreken).
Die post hoort onder het commando van de Grenswielrijderscompagnie te Lanaken, en niemand van het regiment dat de ondersector bezet, is er toe gemachtigd de postcommandant bevelen te geven. Eerst NA de vernietiging van de brug, komt de post der Grenswielrijders onder het bevel van de commandant van de ondersector.
Een nog al ingewikkelde situatie daar te Vroenhoven lijkt mij zo.
(1)V.I.C. : vooruitgeschoven inlichtingscentrum afhankelijk van het Groot Hoofdkwartier.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18de Linie Regiment 10
Maar het regiment had geenszins de tijd zich aan zijn nieuwe legerplaats te wennen. Tot versterking van de dekking tegenover het Zuiden wordt het I° bataljon naar Pepingen, het III° naar Broedhout-Alsput, het IV naar Rukelingen gezonden, terwijl het II° te Halle blijft. Voor dit laatste bataljon heft de zaak ditmaal en schaduwzijde : zijn mitrailleurs trekken voortdurend de wacht op. Verkenningen, bezettingswerken en oefeningen worden van lieverlede hervat. De troep, en zelfs de kaders vragen zich af wat dit alles betekent. We moeten allerwegen het hoofd kunnen bieden, akkoord ! Maar tegenover her Zuiden ? Een zo ver IN het land !
Door maar steeds hier en overal het hoofd te willen bieden, draait men ten slotte zot.
Ook zijn de liefhebbers van de rustperiode heel gelukkig te vernemen dat wij wederom een sector gaan bezetten. Waar ? De voornaamste belanghebbenden weten het altijd het laatst. De regimentsstaf weet het, maar mag niets zeggen. Het regiment krijgt de toelating zijn ondersector te kiezen : hij kiest dien ten Zuiden (Kanne), doch deze keuze valt al zo even min mee, als die ter zake van de rustzone (kust).
Hogere bevelen beslissen er over.
Er wordt niet voorgeschreven verkenningen uit te voeren. De plaats is nochtans blootgesteld. Het regiment vraagt verkenningen te doen. Het dringt er op aan en wordt er ten slotte toe gemachtigd, maar slechts tot de bataljonsechelon. En het feit dat de verkenningen bescheiden moeten zijn, bevestigt de mening dat het oord is blootgesteld.
Geen betere aanvalsgelegenheid voor de goed ingelichte vijand dan een aflossing op een blootgestelde plaats. Zulks was het geval met de aflossing van de Fransen door de Britten te Nieuwpoort in 1917 : de Duitse aanval sloot alle mogelijkheid uit nog een offensief in te zetten, dat het bruggenhoofd Nieuwpoort als uitgangspunt zou gehad hebben.
Maar is in een onzijdig land, in een streek vol vijandige agenten, de hoop gewettigd dat een aanstaande aflossing niet zou geweten zijn ? Is het dan niet beter dat de voor de verdediging aansprakelijke chefs al op de hoogte zijn van de getroffen schikkingen, en het terrein kennen wanneer de troepen tot de aflossing overgaan?
Wat ware er gebeurt zo de vijand daags na onze aankomst in de sector had aangevallen, terwijl wij geen verkenning zouden verricht hebben ?
Het scheelde maar ACHT dagen.
Mogen wij, de uitvoerders, die zo vaak werden gehekeld door lieden wier dienst te velde hen tot bescheidenheid zou moeten aansporen, mogen wij ons verstouten deze vraag te stellen : was de aflossing van de 5° divisie door de 7° divisie wel noodzakelijk op dat ogenblik ?
Was de overrompeling van Denemarken en Noorwegen geen teken dat de beslissing weldra in het Westen zou worden gezocht ?
Was de divisie die de sector had ingericht niet helemaal aangewezen om hem te verdedigen?
Ik dacht dat het nuttig en ook nodig was in de voorgaande tekst het relaas van de regimentscommandant Kolonel SBH DUEZ volledig weer te geven, in zijn eigen bewoordingen. Wat volgt is de beschrijving van de sector waarin het regiment terecht is gekomen alsook de gebeurtenissen op 10 en 11 mei 1940.
Door allerlei omstandigheden en onbegrijpelijke beslissingen van het opperbevel enz... zullen we zien dat het daar niet goed kon aflopen.
Maar laten we opnieuw de Kolonel aan het woord voor de Stelling en de Slag aan het Albertkanaal.
19-02-2010, 00:00 geschreven door DP
18e Linie Regiment 9
Het 2° bataljon, dat in onze oude sector het slechtst gelegerd was, ligt thans te HALLE, het 1° te s GRAVENBRAKEL en het 3° en 4° te WATERLOO.
Nauwelijks is het regiment geïnstalleerd of de bezettingsverkenningen van de stelling tegenover het Zuiden, in tweede linie, namen een aanvang. Er vielen bovendien veel zaken te doen : een herziening van de uitrusting en de voertuigen was noodzakelijk.
Zoals je verder zult lezen, het was helemaal niet rooskleurig gesteld met de uitrusting, maar laten we de
kolonel SBH DUEZ verder vertellen.
De tenues waren versleten : ze hadden in vredestijd gediend, werkelijke dienst en wederoproeping, en werden sinds 1 september 1939 voortdurend gedragen, zo in t kantonnement als bij oefeningen en de grondwerken op de stelling. Of het er droevig mee gesteld was ! Uit de depots kwamen ons sommige versterkingen toe in ... burgerkledij ! Het enige kledingsstuk dat ze hadden was een pet !
De wederopgeroepenen van SEPTEMBER 1939 voor wie er klederen op maat dienden gemaakt ze konden niet meer in hun tenue van vredestijd hadden in MEI 1940 die klederen nog niet ontvangen.
De schoenen bleven drie weken in herstelling ! Natuurlijk was het tweede paar snel afgelopen, ten gevolge van de voortdurende marsen.
Sommige voertuigen waren over de twintig jaar oud en daar ze in de parken bleven staan, had de verrotting ze aangegrepen : geval van de munitiewagens de 1/6 mortieren.
Er waren pakwagens aan de eenheden toebedeeld, doch wijl het reisgoed ten gevolge van de nieuwe voorschriften (soldatenuurtje, avondcursussen) hoe langer hoe omvangrijk werd, was het de eenheden niet mogelijk drie achtereenvolgende etappen af te leggen, zonder een groot deel van hun bagages in de verschillende betrokken kantonnementen achter te laten.
De uitrusting was disparaat. Er bestonden drie modellen : twee dagtekenden uit de oorlog van 1914-1918. Bezuinigingshalve, stellig ! Maar hoe kon de gewapend aantredende troep het vereiste streng eenvormige en onberispelijke uitzicht bieden ?
Machtiging werd verleend een regimentskapel samen te stellen, maar het mocht de staat niets kosten. Vanwaar moest het geld komen ?
Zelfde toestand op sportgebied.
Al die luttele onaangenaamheden volgden uit de mobilisatie van een te grote getalsterkte ten aanzien van de begrotingsmogelijkheden. De eenheidscommandanten werkten ze weg voor de behoeften van de Zaak, daar zij wel wisten dat hoe uitgebreider ons militair apparaat was, hoe meer kansen we hadden de tegenstrever in bedwang te houden.
Edoch, verre van de moeite te erkennen die het kader zich op gebied van vindingrijkheid en onbaatzuchtigheid getroostte, werden er aan hogerhand onverpoosd nieuwe eisen gesteld : de bureelratten heersten. Ze deden zich zelfs de vergoedingen toekennen ten koste van diegenen die op stelling waren !
Wij ontvingen geen kaarten op voldoende schaal voor de terreininrichtingswerken. Om het nodige te hebben, moest een vergroting op het 5000° worden getekend, gefotokopieerd en ... de rekening met eigen geld betaald !
Toch deed dit alles geen afbreuk aan een onuitputtelijke goedwilligheid; vrolijk werd alles t onderste boven gezet bij de tijding dat het regiment zou deelnemen aan de revue op 8 april te Brussel.
Onze kapel blonk er wonderbaar uit. Niemand kon geloven dat het een muziekkorps van en reserve-eenheid was.
Onze paarden waren in puike staat. Zowel onze paarden- als autovoertuigen maakten een goede indruk, dank zij de miserie overdekkende opschildering.
En de troep, blakend gezond, zielsgelukkig in de lente en tevens Brussel weer te zien, was uitstekend geluimd. We waren gewaarschuwd dat er aan hogerhand en groot belang aan de revue werd gehecht : een mooie prestatie van de troepen kon een heilzame invloed op de gebeurtenissen uitoefenen !
Daar we naamloos aan de revue deelnamen, werden we, zodra de wapenplechtigheid geëindigd was, terug naar onze kantonnementen vervoerd.
Ik ben Delameilleure Philippe, en gebruik soms ook wel de schuilnaam 'tfront.
Ik ben een man en woon in Marke (België) en mijn beroep is opvoeder.
Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: militaire geschiedenis en wandelen.