Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    01-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 1 augustus 1951 tonny bolin

     

    01-08-2018 om 10:01 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 1 augustus 1951 tonny bolin

    1 augustus 1951 Thomas Richard Bolin (1 augustus 1951 - 4 december 1976) was een Amerikaanse gitarist en songwriter die speelde metZephyr (van 1969 tot 1971), James Gang (van 1973 tot 1974) en Deep Purple (van 1975 tot 1976), naast het behouden van een opmerkelijke carrière als soloartiest en sessiemuzikant. Een groot deel van zijn discografie was ofwel niet uitgebracht op het moment van opname, of was niet meer beschikbaar en werd pas na zijn dood door een overdosis op 25-jarige leeftijd opnieuw vrijgegeven. Tommy Bolin werd geboren in Sioux City, Iowa en begon te spelen met een band genaamd The Miserlous voordat hij werd gevraagd om zich bij een andere band genaamd Denny and The Triumphs aan te sluiten, in 1964 op de jonge leeftijd van dertien.De band bestond uit Dave Stokes op lead vocals, Brad Miller op gitaar en zang, Tommy Bolin op lead gitaar, Steve Bridenbaugh op orgel en zang en uiteindelijk Denny Foote op bas en Brad Larvick op drums. Ze speelden een mix van rock en roll, R & B en de pophits van het moment, en toen bassist Denny Foote de band verliet om te worden vervangen door drummer's broer George Larvick Jr, veranderden ze hun naam en werden ze een Patch of Blue. Een album werd uitgebracht in 1999, Patch of Blue Live!van twee concerten uit 1967 in Correctionville, Iowa en in Sioux City. In 1999 werd de band ingewijd in de Iowa Rock & Roll Eregalerij. Tommy verhuisde in zijn late tienerjaren naar Boulder, Colorado en speelde toen in een band genaamd American Standard (met toekomstige songwriting medewerker Jeff Cook) voordat hij bij Ethereal Zephyr kwam, een band die vernoemd was naar een trein die liep tussen Denver en Chicago. Toen platenmaatschappijen geïnteresseerd raakten, werd de naam ingekort tot Zephyr .Deze band omvatte Bolin op leadgitaar, David Givens op bas en Givens 'vrouw Candy Givens op zang. De band was begonnen met het maken van grotere zalen, die open gingen voor meer gevestigde acts zoals Led Zeppelin . Hun tweede album, getiteld Going Back to Colorado , bevatte een nieuwe drummer, Bobby Berge, die van tijd tot tijd in muziekkredieten zou verschijnen in de notities van de albums van de latere projecten van Bolin. In 1972 vormde de 20-jarige Bolin de fusion jazz-rock-bluesband Energy. Hoewel de band tijdens het leven van Bolin nooit een album uitbracht, zijn er postuum post-opnames uitgebracht.
    Vastgehouden tussen de muzikale richting die hij wilde nastreven en een bijna lege bankrekening, ontdekte 1973 dat TommyDomenic Troiano , die Joe Walsh had vervangen, in de James Gang had vervangen. Hij nam twee James Gang-platen op: Bangin 1973 en Miami in 1974. Bolin schreef of coschreef op één na alle nummers op deze twee albums. Tussen de twee James Gang-albums speelde Bolin in het soloalbum Spectrum van het Mahavishnuorkestlid Billy Cobham , waaronder Bolin op gitaar, Cobham op drums, Leland Sklar op bas en Jan Hammer (ook van Mahavishnu Orchestra ) op keyboards en synthesizers. Na de Miami- tournee wilde Bolin de James Gang verlaten. Hij ging sessiewerk doen voor verschillende rockbands en ook met een aantal jazzartiesten waaronder het album Mind Transplant van Alphonse Mouzon , dat door All Taylor-recensent Robert Taylor "gemakkelijk een van de beste fusionopnamen aller tijden" werd genoemd. Hij toerde ook met Carmine Appice en The Good Rats .
    Begin 1975 was Bolin gastgitarist bij de Canadese band Moxy tijdens de opname van hun debuutalbum, waarop Tommy gitaarsolo's aanbood voor zes nummers. Later dat jaar tekende Bolin met Nemperor- platen om een soloalbum op te nemen. Bolin werd aangemoedigd en gecoached door The Beach Boys om ook zijn eigen vocalen op dit album uit te voeren. Sessiespelers op deze plaat waren David Foster , David Sanborn , Jan Hammer , Stanley Sheldon , Phil Collins en Glenn Hughes (niet genoemd vanwege contractuele redenen). Tijdens de opname van dit album werd hij gecontacteerd door Deep Purple.
    Nadat Ritchie Blackmore Deep Purple had verlaten, had de band een vergadering en besprak hij of hij moest ontbinden of een vervanger wilde zoeken en koos voor de laatste optie. David Coverdale had geluisterd naar de Billy Cobham LP Spectrum , waarop Tommy vier gitaristen was. Hij besloot dat hij Tommy in Deep Purple wilde hebben en nodigde hem uit voor een jam. Hij kletste vier uur lang met de band en de baan was van hem. De band verhuisde vervolgens naar München , Duitsland om aan Come Taste the Band te werken . Bolin schreef of co-schreef zeven van de negen nummers van het album, waaronder het instrumentale 'Owed to G', dat een eerbetoon was aan George Gershwin . Come Taste the Band werd uitgebracht in oktober 1975, en er volgden Australische, Amerikaanse en Japanse tours. Bolins soloalbum Teaser werd in november uitgebracht, maar zijn verplichtingen aan Deep Purple betekenden dat hij zijn eigen album niet met een tournee kon ondersteunen. "Een zeer droevig stigma dat Tommy volgde bij deze groepen (James Gang, Deep Purple) was het feit dat hij altijd een vervanger was, het was erg moeilijk voor hem om op het podium te staan en te horen, 'Joe Walsh!' of 'Waar is Ritchie?' Dit is wat hem tijdens de Engelse tournee achtervolgde, was 'Where's Ritchie?' ... je weet wel, opgeschud van het podium. Hij speelde verschrikkelijk, hij was gewoon zo ongelukkig om op deze manier gereageerd te worden. De receptie was ellendig, dus zijn houding was ellendig. "
    Terwijl het album Come Taste the Band behoorlijk goed verkocht en Deep Purple geruime tijd nieuw leven inblies, hadden de concerttoernooien veel dieptepunten. Het publiek verwachtte dat Bolin solo's zou spelen die op Blackmore's leken, maar de stijlen van de gitaristen waren heel verschillend. Tommy's problemen met harddrugs en de cocaïneverslaving van collega-bandlid Glenn Hughes leidden ook tot verschillende concerten onder de peilers. [2] Een dergelijk concert in Tokio kwam nadat Tommy was verdwenen en acht uur lang in slaap viel op zijn linkerarm. Tijdens de showtime was hij alleen in staat om eenvoudige akkoorden op een bar-manier te spelen, waarbij toetsenist Jon Lordveel van de gitaarpartijen op het orgel moest spelen. Helaas werd dit concert opgenomen voor een live album genaamd Last Concert in Japan . Ondanks smeekbeden van bandleden om het album niet uit te brengen, kwam het uit in Japan en vond het zijn weg naar het VK en de VS. [3] Een veel betere concertopname door deze Deep Purple-opstelling werd begin 1976 in Long Beach, Californië gemaakt en in 1995 uitgebracht als King Biscuit Flower Hour Presents: Deep Purple in Concert .
    Nadat Deep Purple in maart 1976 ontbond, was Bolin vrij om de Tommy Bolin Band te vormen en ging hij op pad terwijl hij plannen maakte voor een tweede soloalbum. De Tommy Bolin Band-band had een roterende cast spelers waaronder Narada Michael Walden , Mark Stein , Norma Jean Bell , Reggie McBride , Jimmy Haslip , Max Carl Gronenthal en uiteindelijk Bolin's jongere broer Johnnie Bolin op drums. Tegen midden 1976 ondertekende CBS Records Bolin en begon hij in september met opnemen van Private Eyes , zijn tweede en laatste soloplaat. Het album werd in september uitgebracht en een ondersteunende tournee volgde.
    Bolin's tour voor Private Eyes zou zijn laatste live optreden zijn. Hij opende voor Peter Frampton en Jeff Beck . In zijn laatste optreden opende hij op 3 december 1976 in Miami voor Beck en speelde hij met een vertolking van 'Post Toastee'. Hij poseerde ook voor zijn laatste foto, achter de schermen van Jeff Beck na de show, die in Rolling Stoneverscheen. [4] Het artikel in Rolling Stone verklaarde: "Vlak voor het laatste concert van Bolin zei Jon Marlowe van The Miami News, na een interview met de gitarist: 'Pas op jezelf', waarop Tommy antwoordde: 'Ik heb Ik heb mijn hele leven voor mezelf gezorgd. Maak je geen zorgen om mij, ik zal er nog lang bij zijn. '"(nummer 230, pagina 14). Uren later stierf Bolin aan
    een overdosis heroïne en andere stoffen, waaronder alcohol, cocaïne en barbituraten . [5] Hij is begraven op Calvary Cemetery, Sioux City , Iowa. [6]
    In 1999 startte Bolin's voormalige Deep Purple-bandlid en goede vriend Glenn Hughes aan een 4-5 stadstributetour in Texas. Bolin's broer, Johnnie (van Black Oak Arkansas ) speelde drums, en Rocky Athas en Craig Erickson ( Cedar Rapids, Iowa ) speelden gitaar toen ze een selectie van Bolin's liedjes uitvoerden. Dean Guitars maakt een Tommy Bolin tribute-gitaar, gebaseerd op een van Tommy's favorieten, die is gemodelleerd als een superstrat , met 3 single-coil pickups en een maple hals / toets. Het heeft een speciale inlay op de 12e fret, evenals een afbeelding gemodelleerd naar zijn album Teaser op het lichaam. In 2008 verscheen een boek getiteld Touched By Magic: het Tommy Bolin-verhaal van de auteur Greg Prato, met geheel nieuwe interviews met voormalige bandleden, familieleden en vrienden van Bolin, die zijn hele levensverhaal heeft verteld. [7] In hetzelfde jaar werd een foto van Bolin gebruikt voor de voorkant van het boek Gettin 'Tighter: Deep Purple '68 -'76 , door auteur Martin Popoff. [8] In 2010 kwamen verschillende bekende artiesten samen om een tribute-album te maken met de titel Mister Bolin's Late Night Revival , een compilatie van 17 niet eerder uitgebrachte nummers die zijn geschreven door de gitaarlegende. De CD bevat werken van HiFi Superstar , Doogie White , Eric Martin , Troy Luccketta , Jeff Pilson , Randy Jackson , Rex Carroll , Rachel Barton , Derek St. Holmes , Kimberley Dahme en The 77s . Een percentage van de opbrengst van dit project komt ten goede aan de Jackson Recovery Centers. [9] Producer Greg Hampton (die eerder aan zulke archivistische Bolin-releases als Whips and Roses werkte) coproduceerde (met Gov't Mule- leider Warren Haynes ) een met sterren bezaaide eerbetoon aan Bolin, Tommy Bolin en Friends: Great Gypsy Soul , die uitgebracht in 2012, met onder meer bijdragen van Brad Whitford , Nels Cline , John Scofield , Myles Kennedy , Derek Trucks , Steve Morse en Peter Frampton .





    01-08-2018 om 09:59 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 1 augustus 1914 wo I

     

    01-08-2018 om 09:57 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 1 augustus 1914 wo I

    Duitsland verklaart de oorlog aan Rusland. Nederland kondigt de mobilisatie af van zijn strijdkrachten. Het oostfront in de Eerste Wereldoorlog was het toneel van oorlogshandelingen tussen de Centralen en Rusland. In tegenstelling tot het westfront, dat in een patstelling stond, was het oostfront relatief beweeglijk Ondanks de mobilisatietijd van 42 dagen die het Schlieffenplan aan de Russen toerekende, vielen twee Russische legers reeds in augustus 1914 Oost-Pruisen binnen. De Duitse legers stopten de oprukkende Russen echter af in de Slag om Stalluponen, bij het huidige Nesterov. Tegelijkertijd trokken zij het Oostenrijkse Galicië binnen. Vooral de opmars in Galicië was in het begin succesvol. Na aanvankelijke paniek werden de legers door de nieuwe bevelhebber Paul von Hindenburg en Ludendorff bij Tannenberg en de Mazurische Meren in augustus en september 1914 verslagen. Na deze veldslagen hield het hele tweede Russische leger op te bestaan. Aan het oostfront kwamen ook loopgraven voor, maar deze lagen verder uit elkaar en hadden het karakter van een tijdelijke verdedigingslinie. Er waren gewoon niet genoeg troepen om het 1200 km lange front op deze wijze te bezetten. De Duitsers gebruikten hier voor het eerst gifgas (traangas) tegen de Russen, maar de uitwerking ervan had weinig effect door de lage temperaturen. Na de slag bij Lemberg namen de Russen grote delen van Galicië in. Gedurende de winter 1914/1915 en het voorjaar vochten de Russische en Oostenrijk-Hongaarse legers verschillende slagen uit in de Karpaten. De Duitsers kwamen hierop hun Oostenrijk-Hongaarse bondgenoten te hulp. In het voorjaar van 1915 besloot de Duitse generale staf, omdat het westfront toch muurvast zat, om vier legerkorpsen naar het oostfront over te brengen. Een van die legerkorpsen bestond uit Elzassers en Lotharingers, die de Duitse leiding niet betrouwbaar genoeg achtte om aan het westfront in te zetten. Tegelijkertijd bleek de Russische industriële basis te smal om de troepen van een constante stroom van kleding, voedsel, wapens, munitie, transportmiddelen en andere noodzakelijkheden te voorzien. Een groot offensief van de Centralen leidde tot een doorbraak. Op 5 augustus werd Warschau ingenomen door het 11de legerkorps. De Duitse troepen zetten hierop hun opmars verder. Het grote offensief werd op 7 februari 1915 ingezet bij de Mazoerische Meren in het noorden. Deze aanval werd bekroond met de volledige overgave van het 20ste Russisch legerkorps onder leiding van generaal Boelgakov. Midden 1915 waren de Russen hierdoor uit Polen verdreven. Op 22 juni 1915 viel de stad Lvov in Galicië in de handen van het Duits en Oostenrijks leger na een aanval die op 15 mei 1915 was begonnen. De troepen van generaal Alexander von Linsingen veroverden Brest-Litovsk op 26 augustus 1915.Door deze actie waren de Duitsers weer meester over de situatie aan het oostfront. Het Duitse Tiende Leger veroverde op 18 september 1915 na zware gevechten de stad Vilna. Hierop trokken de Russen zich terug naar Minsk. Deze gebeurtenis raakte bekend als "de grote terugtocht" in Rusland en "de grote opmars" in Duitsland. De Russen organiseerden in 1916 nog het Broesilov-offensief tegen de Oostenrijkers in Galicië. Deze aanval leverde initieel een spectaculair succes, maar opnieuw kwamen de Duitsers de Oostenrijkers te hulp. Roemenië, onder koning Ferdinand I, koos op 17 augustus 1916 de zijde van de geallieerden en verklaarde op 27 augustus 1916 de oorlog aan Oostenrijk-Hongarije en aan Turkije en drie dagen later aan Bulgarije en Duitsland. Hierop werd op 2 september 1916 Roemenië door Duitsland (vijf divisies onder leiding van generaal von Falkenheyn), Oostenrijk (twee divisies onder leiding van generaal Mackensen), Bulgarije en Turkije binnengevallen. Het Roemeense leger leed de ene nederlaag na de andere en Boekarest werd bezet op 6 december 1916. Het bij Cerna omsingelde Roemeense leger gaf zich dezelfde dag over. Hierdoor konden de Centralen beschikken over de Roemeense olievelden. De Russische offensieven liepen uiteindelijk vast met grote verliezen aan mensenlevens. De Russische oorlogsindustrie breidde zich snel uit, waardoor de uitrusting van de Russische legers zich verbeterde,
    maar voedseltekorten in de grote bevolkingscentra leidden tot onrust. Na de uitbraak van de Russische Revolutie in 1917 beloofde de Russische Minister van Buitenlandse Zaken Miljoekov eerst de Geallieerden verder te steunen. Maar hij werd vlug gecontesteerd en moest aftreden. Kerenski, de nieuwe Minister van Oorlog en Marine in de Voorlopige Regering nam op 18 mei 1917 deze beloften terug. Toch lanceerde hij op 1 juli 1917 nog een grootscheeps offensief in Galicië en Volhynië onder het commando van generaal Broesilov. Een aanvankelijk succes tegen de Oostenrijkers draaide echter uit op een zware nederlaag wanneer de Duitsers twee divisies inzetten. De Russen verloren 58.000 man aan doden en gewonden. In veel Russische regimenten werd hierop desertie gepleegd. Generaal Broesilov werd vervangen door generaal Kornilov, die dan op 18 juli 1917 benoemd werd tot stafchef van her Russische leger. Op 21 augustus 1917 begon bij Riga een nieuw Duits offensief op het Russische front. De coup van generaal Kornilov om de Voorlopige Regering af te zetten werd door de bolsjeviki van Petrograd afgeslagen. Hij werd hierna onder arrest geplaatst en op 12 september 1917 vervangen als stafchef door generaal Aleksejev. Op 22 oktober 1917 stemde het eerste Russisch Sovjet-Congres in met een onmiddellijke wapenstilstand. Op 7 november 1917 brak de revolutie tegen de Voorlopige Regering uit in Rusland. Op 26 november 1917 stelde de Russische Raad van Volkscommissarissen opnieuw een wapenstilstand voor aan de Centralen. Een wapenstilstand van vier weken werd ondertekend op 15 december 1917 in Brest-Litovsk, waarbij de vredesonderhandelingen begonnen op 22 december 1917. Op 9 januari 1918 nam Trotski de leiding van deze onderhandelingen aan Russische kant over. Het Brits-Russisch alliantieverdrag van 1907 werd opgezegd op 27 januari 1918 door de Russische Raad van Volkscommissarissen. De Russische legers waren inmiddels uiteengevallen en de Duitsers bezetten zonder slag of stoot Oekraïne. Toen de Centralen in het geheim een vredesverdrag met het ondertussen onafhankelijk Oekraïne afsloten, besloot Trotski deze vredesonderhandelingen met de Duitsers af te breken. Hierop lanceerden de Duitsers een offensief richting Petrograd en werden de Baltische staten bezet. De Russen moesten op 24 februari 1918 een Duits ultimatum aanvaarden en hervatten de vredesonderhandelingen in Brest -Litovsk. Dit leidde tot het Vrede van Brest-Litovsk tussen de Russen (ondertekend door Sokolnikov, die Trotski had vervangen) en de Centralen op 3 maart 1918. De Duitsers kregen hierdoor de beschikking over een keten vazalstaten (Oekraïne, Finland, de Baltische staten en delen van Wit-Rusland) en kregen de handen vrij in het westen. Na de wapenstilstand moesten deze gebieden echter ontruimd worden, en bij het Verdrag van Versailles werd het Verdrag van Brest-Litovsk nietig verklaard. Tevens moest al het Russische en Roemeense in beslag genomen goud worden teruggegeven. De Russische slachtoffers in de Eerste Wereldoorlog zijn moeilijk te schatten, dit komt door de slechte kwaliteit van aanwezige statistieken. Sommige Russische bronnen geven 775.400 oorlogsdoden. Meer recente Russische schattingen gaan uit van 900.000 directe oorlogsslachtoffers en 400.000 doden als gevolg van verwondingen, wat neerkomt op een totaal van 1,3 miljoen fatale slachtoffers. Dit is ongeveer gelijk aan het aantal slachtoffers van Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije en een derde minder dan het Duitse Keizerrijk tijdens de oorlog. Cornish geeft een totaal van 2.006.000 militaire doden (700,000 directe doden, 970.000 dood door gevolg van oorlogswonden, 155.000 dood door ziekte en 181.000 dood tijdens krijgsgevangenschap). Hierbij waren de verliezen gelijk aan die van het Britse Rijk, 5% van de mannelijke populatie in de leeftijdsgroep 15 tot 49. Hij zegt dat de burgerslachtoffers 500.000 tot 600.000 beliepen in de eerste 2 jaar, daarna werden die niet meer bijgehouden; een totaal van 1,5 miljoen is niet ondenkbaar, en meer dan 5 miljoen gevangenen, de meerderheid in 1915. Toen de Russen de overgave tekenden waren er 3,9 miljoen krijgsgevangen in Duitse en Oostenrijkse handen. Dit oversteeg het aantal krijgsgevangen van het Britse Rijk, Frankrijk en Duitsland ver (samen 1.3 miljoen). Alleen Oostenrijk-Hongarije kwam in de buurt met 2,2 miljoen krijgsgevangenen





    01-08-2018 om 09:56 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 1 augustus 1936 yves st laurent

     

    01-08-2018 om 09:54 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 1 augustus 1936 yves st laurent

    1 augustus 1936 Yves Henri Donat Mathieu Saint Laurent (Oran (Algerije), 1 augustus 1936 - Parijs, 1 juni 2008) was een Franse modeontwerper Yves Saint Laurent was de zoon van Charles Saint Laurent, een Pied-Noir en manager bij een verzekeringsmaatschappij en Lucienne Mathieu. Toen hij zeventien was verliet Saint Laurent het ouderlijk huis om voor de ontwerper Christian Dior te gaan werken. Toen Dior in 1957 stierf, kreeg Saint Laurent op 21-jarige leeftijd de leiding over het toen slecht lopende modehuis Dior. De ontwerpen van Saint Laurent waren zo vernieuwend, dat ze tot grote successen leidden. Zo bijvoorbeeld de trapeziumjurk uit 1958, die ruim viel om de taille in plaats van deze in te snoeren. Saint Laurent gebruikte zowel fel lichte, als donkere kleuren, al ontwierp hij eenmalig ook een collectie waarvan alle kledingstukken zwart waren. Tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog werd Saint Laurent opgeroepen om in het Franse leger te dienen. Na twintig dagen werd hij echter vanwege een zenuwinzinking opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, waar hij onder andere met elektroshocktherapie werd behandeld. Vanwege zijn zenuwinzinking werd Saint Laurent de leiding over het modehuis Dior ontnomen. Samen met zijn partner Pierre Bergé begon hij daarop zijn eigen modehuis, met de later bekend geworden merknaam YSL.
    In de jaren zestig en zeventig zette Yves Saint-Laurent trends zoals het broekpak en de "beatnik look" en de puntlaarzen die tot dijhoogte de benen omsloten. Midden jaren zestig ontwierp Saint Laurent een collectie wollen tricotjurken geïnspireerd op het werk van Piet Mondriaan. Deze ogen rechttoe rechtaan met zwarte omlijning, primaire kleuren en hebben een bedachte vlakverdeling. Tot Saint Laurents clientèle behoorden onder meer zijn "muze" Loulou de la Falaise en de actrice Catherine Deneuve. In 1993 werd het modehuis van Yves Saint Laurent voor ongeveer 600 miljoen dollar verkocht aan het farmaceutische bedrijf Sanofi. Zes jaar later werd het merk YSL gekocht door Gucci. Tom Ford kreeg de leiding over de ready-to-wear-collectie, terwijl Saint Laurent de haute couture-collectie ontwierp. In 2002 werd, mede als gevolg van Laurents leeftijd, drugsmisbruik, depressie, alcoholisme, kritiek op de YSL-ontwerpen en problemen met Tom Ford, besloten het couturehuis van YSL te sluiten. Hierna trok Saint Laurent zich meer en meer terug in zijn huis in Marrakesh, Marokko. Yves Saint Laurent overleed op 71-jarige leeftijd. Hij werd begraven in Marrakes L'amour fou : Yves Saint Laurent & Pierre Bergé / prod. par Kristina Larsen, Hugues Charbonneau, Pierre Thoretton ; un film de Pierre Thoretton. - Amsterdam : Homescreen, 2011. - 1 dvd-video (96 min.). : kleur, geluid, breedbeeld Frans en Engels gesproken, Nederlands ondertiteld. - Omslag vermeldt: Film & Fashion. - Videoversie van de film: Frankrijk : Le Films Du Lendemain etc., 2010. - Bevat ook o.a.: Prime item outtakes ; Collecties ; Interviews ; Achter de schermen bij Yves Saint Laurents huizen. INHOUD: Documentaire over modeontwerper Yves Saint Laurent door de ogen van zijn partner Pierre Bergé.
    Op 3 oktober 2017 opende in de voormalige studio van Yves Saint Laurent aan de Avenue Marceau 5 een museum, gewijd aan zijn werk. Twee weken later, op 19 oktober 2017, gebeurde hetzelfde in Marakech, in de Jardin Majorelle.
    Yves Saint Laurent par Yves Saint Laurent : dessins d'Yves Saint Laurent ; préf. de Bernard-Henri Lévy ; comment. d'Hélène de Turckheim. - Paris : Herscher, 1986. - 221 p. - Uitgave t.g.v. de tentoonstelling Yves Saint Laurent: 28 années de création, Musée des Arts de la Mode, Parijs, 30 mei26 oktober 1986. ISBN 2-7335-0122-4. Duitse uitg. o.d.t.: Yves Saint Laurent von Yves Saint Laurent : Modezeichnungen von Yves Saint Laurent. Tübingen : Wasmuth, 1986. ISBN 3-8030-3033-1 Yves Saint Laurent : forty years of creation / edited by Beatrice Dupire, Hady Sy ; text and interviews by Marie-Jose Lepicard. - New York : International Festival of Fashion Photography, 1998. - 198 p. Engelse en Franse tekst. ISBN 1-88161-698-3 Yves Saint Laurent / ed. by Florence Müller ... et al. ; transl. from the French by Alexandra Keens ... et al. - New York, NY etc. : Abrams, 2010. - 385 p. Uitg. ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in het Petit Palais in Paris, 11 maart-29 augustus 2010. ISBN 0-8109-9608-1 geb., ISBN 978-0-8109-9608-3 geb. Yves Saint Laurent, visionair / teksten: Florence Müller. ING, Brussel, 2013. 80 p. Tentoonstelling in het ING Cultuurcentrum te Brussel, 30 januari-5 mei 2013.





    01-08-2018 om 09:52 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1993 boudewijn

     

    31-07-2018 om 09:32 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1993 boudewijn

    31 juli 1993 Boudewijn Albert Karel Leopold Axel Marie Gustaaf (Brussel, 7 september 1930 – Playa Granada, Motril, 31 juli 1993), Hertog van Brabant (1934–1950), Graaf van Henegouwen (1930– 1934), Prins van België, regeerde in de periode 1950-1951 als koninklijk prins en van 1951 tot 1993 als koning der Belgen. Prins Boudewijn werd geboren in het kasteel van Stuyvenberg, bij Brussel op 7 september 1930. Hij was het tweede kind van prins Leopold, vanaf 1934 koning der Belgen, en prinses Astrid, geboren prinses van Zweden. Hij werd genoemd naar prins Boudewijn, de oudste zoon van prins Filips, graaf van Vlaanderen. Hij kwam na zijn vader als eerste in de lijn voor de troonopvolging. Op vijfjarige leeftijd verloor Boudewijn zijn moeder door een auto-ongeval. Hij groeide op onder de vleugels van zijn zus die hij Joe noemde. Ook bij zijn grootmoeder, prinses Ingeborg, vond hij veel liefde. De kleine prins was lid van de scouts. Hij had zijn eigen kameraadjes die speciaal voor hem naar het kasteel van Laken kwamen. Zijn totemnaam was Trouwe Eland.
    De grondwettelijke macht van de Belgische koning ging bij erfopvolging over op het natuurlijke en wettige nakomelingschap, toen nog in rechte lijn van man op man en volgens het eerstgeboorterecht, zoals vastgelegd door de Salische Wet. Sinds 1991 geldt die wet niet meer en wordt aan de eerstgeborene, ongeacht het geslacht, de erfopvolging toegekend. Bij de troonsbestijging van zijn vader op 23 februari 1934, nam de prins de titel Hertog van Brabant aan. Deze titel is traditioneel weggelegd voor de oudste zoon van de koning, de erfgenaam. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bracht Leopold III zijn kinderen eerst onder in Frankrijk en later in Spanje. Zelf bleef hij in België. De koning wilde in deze oorlog de rol spelen die zijn vader in de Eerste Wereldoorlog ook had. Deze mogelijkheid werd echter doorkruist door de snelle capitulatie van het Belgische Leger. Ondanks aandringen van de regering bleef de koning in België. Hij liet ook zijn kinderen terugkomen. In eerste instantie was zijn beslissing populair. De koning vluchtte niet, maar leefde mee met zijn volk, heette het. Toen Leopold hertrouwde, kwamen vele Belgen tot de conclusie dat de koning niet op dezelfde manier onder de bezetting gebukt ging als zij. Zijn voorstellen aan Adolf Hitler om hem zijn staatkundige rol terug te geven, zetten kwaad bloed. De koning, met Boudewijn en de andere gezinsleden, werd tegen het eind van de oorlog door de bezetter gedeporteerd naar Duitsland en vervolgens naar Oostenrijk. Na de val van de nazi's verbleef de koninklijke familie in ballingschap in Zwitserland. Na veel redetwisten leken de Belgen bereid hun koning weer te ontvangen. Om weerstand weg te nemen zou over de koningskwestie besloten worden door middel van een volksraadpleging. De koning won het pleit, vooral dankzij een meerderheid in Vlaanderen. Waalse arbeiders wilden zich echter niet onder het bewind van de eerste collaborateur neerleggen; stakingen en demonstraties werden georganiseerd. Er dreigde zelfs een burgeroorlog. Prins Boudewijn studeerde inmiddels in Genève en verbreedde zijn horizon met een reis door Amerika. Na hevige rellen in Grâce-Berleur op 30 juli 1950, waarbij drie doden vielen, werd Leopold III op 1 augustus ertoe gedwongen zijn functies over te dragen aan Boudewijn en toe te stemmen om een jaar later, bij de meerderjarigheid van de prins, troonsafstand te doen. Op 11 augustus 1950 legde Boudewijn de eed af en nam de koninklijke bevoegdheden over onder de naam van Koninklijke Prins. Op 16 juli 1951tekende Leopold zijn troonsafstand, en een dag later legde Boudewijn de eed af als vijfde koning der Belgen. De Belgen accepteerden de jonge Boudewijn als hun koning, en de spanning verdween.
    Koning Boudewijn en koningin Fabiola wonen in 1961 de halve finale van de Europacup I tussen FC Barcelona en HSV bij. De wedstrijd vond plaats in het Heizelstadion, dat later werd omgevormd tot het Koning Boudewijnstadion. In 1960 trouwde Boudewijn met de Spaanse gravin Fabiola de Mora y Aragón. Hun huwelijk bleef kinderloos. Koningin Fabiola raakte tot vijfmaal toe zwanger, een eerste maal in 1961. Het nieuws werd bekendgemaakt door paus Johannes XXIII, maar na een aantal weken eindigde de zwangerschap. Ook in 1962 en 1963 werd ze zwanger, maar telkens liep het fout af. Nadat behandelend gynaecoloog Albea kon bevestigen dat een nieuwe zwangerschap waarschijnlijk geen ernstig gezondheidsrisico zou betekenen, is koningin Fabiola nog tweemaal in verwachting geweest. Na haar laatste zwangerschap, die een buitenbaarmoederlijke bleek te zijn, gaf het echtpaar de hoop op. Het leven van koningin Fabiola zelf zou op haar leeftijd in gevaar komen bij een nieuwe poging. Beiden berustten in hun lot en beschouwden dit als een kans om "meer van alle kinderen te kunnen houden". De pijn van het kinderloos bestaan heeft mogelijk bijgedragen bij Boudewijns standpunt in verband met zijn weigering de abortuswet te tekenen.
    Koning Boudewijn overleed op 31 juli 1993 in zijn buitenverblijf in Playa Granada, Motril in Spanje en werd, omdat zijn huwelijk kinderloos bleef, opgevolgd door zijn jongere broer Albert, die aldus koning Albert II der Belgen werd. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de crypte van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken. Tijdens de begrafenisplechtigheid besloot kardinaal Danneels zijn homilie met wat sommigen (enigszins voorbarig) als een oproep tot zaligverklaring van de overleden vorst beschouwden.[1] De kardinaal ontkende dat dit zijn bedoeling was geweest.
    De rol van de koning in de Belgische parlementaire democratie is omschreven in de grondwet. Dit omvat onder meer het recht om te worden geïnformeerd, om te waarschuwen en om te bemoedigen. Boudewijn kweet zich gedurende zijn lange koningschap plichtsbewust en kordaat van deze taak. Hij kon aldus invloed laten gelden op het politieke gebeuren, onder meer bij de vorming van een nieuwe regering. Hij zou, volgens sommigen, in 1977 geweigerd hebben VU- parlementariër Frans Baert, een over partijén taalgrenzen heen gewaardeerd jurist, te benoemen tot federaal minister voor Justitie.[2] Hij zou ook geweigerd hebben een politica tot staatssecretaris te benoemen zolang ze met haar vriend samenwoonde. Voor deze tussenkomsten zijn uiteraard geen bewijzen voorhanden en behoren ze tot het domein van de geruchten. In het geval van de niet-benoeming van Baert in de Regering-Tindemans II lijkt het wel zeer onwaarschijnlijk dat socialisten en christendemocraten er in toegestemd zouden hebben om aan iemand uit de Volksunie een van de voornaamste portefeuilles toe te vertrouwen, zodat het verhaal over de tussenkomst van de koning nogal onwaarschijnlijk is. De koning riep de Vlaamse minister-president Luc Van den Brande op het matje, die vlak na de goedkeuring van het Sint-Michielsakkoord pleitte voor een volgende stap in het herschikken van het Belgisch staatsbestel: het confederalisme. Boudewijn dwong ook de toenmalige vicepremier Hugo
    Schiltz in 1988 zich publiek te verontschuldigen nadat hij zich had laten ontvallen dat België op een dag niet meer het probleem van de Vlamingen zou zijn.
    Tijdens de regering van Boudewijn laaiden de communautaire twisten tussen de Vlamingen en de Walen op. De problemen tussen de bevolkingsgroepen bedreigden het goed functioneren van het land. Volgens steeds meer Belgen was de omvorming van België tot een federale staat noodzakelijk en had de unitaire eenheidsstaat zijn langste tijd gehad. Tegen de zin van de koning in ging het parlement in 1970 akkoord met een grondwetswijziging die enkele bevoegdheden decentraliseerde naar de nieuw opgerichte gemeenschappen en uitvoeringsorganen. In 1980 werden de gewesten en gemeenschappen opgericht en vastgelegd in artikel 104 quater. In 1988 en 1993 werden door grondwetswijzigingen meer bevoegdheden overgedragen aan deze gewesten. Deze laatste grondwetswijziging maakte van België een federale staat. Daar de spanningen afnamen tijdens de jaren 80 bekeerde de koning zich ook tot het federalistische gedachtegoed. Op 21 juli 1993 sprak Boudewijn zijn lof uit over de federalisatie en spoorde hij de verschillende bevolkingsgroepen aan "in eenheid en verscheidenheid samen te leven". Deze toespraak zou zijn politieke testament worden.
    In het begin van zijn regering was de jonge koning zeer onzeker: de koningskwestie had Boudewijn niet onberoerd gelaten. Aanvankelijk stond hij nog onder invloed van zijn vader en stiefmoeder. Na zijn huwelijk met Fabiola bloeide hij open. Boudewijn en Fabiola werden zich ervan bewust dat ook sociale vraagstukken bijdroegen tot spanningen tussen de bevolkingsgroepen. In 1976 werd ter gelegenheid van de 25e verjaardag van zijn koningschap de Koning Boudewijnstichting opgericht, met als doel het oplossen van sociale problemen. In 2008 is de Stichting Europees georiënteerd met programma's op de Balkan, meer bepaald voor ondersteuning van slachtoffers van de mensenhandel. Later reisde Boudewijn vaker door het land dan voorheen en liet zijn belangstelling voor het wel en wee van de bevolking blijken bij plaatselijke rampen. Ook bracht de koning de problematiek van de mensenhandel en meer in het bijzonder de vrouwenhandel op het publieke forum door zijn bezoek in 1992 aan het Antwerpse Payoke, een vluchthuisvoor prostituees en slachtoffers van mensenhandel. Naderhand onderhield de koning voortdurend contact met slachtofferorganisaties. Door Boudewijns bewogenheid op dit terrein kwam er meer gericht beleid en hulpverlening op gang. Boudewijn en Fabiola stonden bekend als gelovige mensen. Het koningspaar werd sterk beïnvloed door de charismatische beweging op aansturen van kardinaal Suenens. Volgens toenmalig CD&V senator Pol Van Den Driessche hield het koningspaar een rechtlijnige visie aan in verband met morele gedragsregels.
    Op 3 april 1990 weigerde Boudewijn, die zich beriep op gewetensproblemen, de abortuswet te bekrachtigen. Hij verzocht vervolgens de regering om een rechtsgeldige oplossing aan te brengen voor dit probleem. De eerste minister Wilfried Martens redeneerde vervolgens dat de koning zich in de "feitelijke onmogelijkheid om te regeren" bevond, zodat de voltallige regering, conform de grondwet, de wet zelf kon ondertekenen. Hiervoor werd Boudewijn voor 36 uur van zijn functie ontheven.[3] Deze affaire wordt soms aangeduid als de mini-koningskwestie, een verwijzing naar de Koningskwestie.
    Koning Boudewijn kreeg in de eerste tien jaar van zijn bewind veel met Belgisch-Congo te maken. Aanvankelijk leek alles goed te gaan, maar al spoedig ontstonden de eerste politieke bewegingen onder de bevolking. Patrice Lumumba was de voornaamste onder de politiek activisten. Hij stond een Congo voor als eenheidsstaat, waarin geen plaats zou zijn voor tegenstellingen tussen verschillende volkeren. Hij wist deze boodschap zo overtuigend te brengen dat zijn aanhang snel groeide. De kolonisten sloeg de schrik om het hart. Na rellen in Leopoldstad in 1959 besloot België Congo snel te dekoloniseren, in de lijn van het versneld onafhankelijk verklaren van Engelse en Franse kolonies. De toen zogenoemde tiende Belgische provincie Belgisch-Congo werd op 30 juni 1960 omgevormd tot het onafhankelijke Congo. Ongeregeldheden, onder meer bij de krijgsmacht, lieten niet lang op zich wachten en resulteerden in een massale terugkeer naar België van de blanke bevolking. De communistisch georiënteerde Lumumba en andere leiders werden in het tumult na enkele weken onafhankelijkheid gevangengenomen door muitende militairen en onder onduidelijke omstandigheden vermoord, waarschijnlijk met westerse steun. De naam van Boudewijn werd hier, weliswaar zonder ernstige aanwijzingen, ook in genoemd en waarschijnlijk is de voor de vroegere kolonisator beledigende toespraak die Lumumba gaf bij de onafhankelijkheidsplechtigheid hier niet vreemd aan. Na de onafhankelijkheid volgde Boudewijn van nabij de evoluties in Congo en ondernam pogingen om met de Congolese gezagdragers, onder meer met Mobutu, alsook met de presidenten van Rwanda en Burundi, goede relaties te onderhouden.
    Boudewijn was een geliefd vorst, maar niet onomstreden. De eerste twijfels rezen bij zijn troonsbestijging in 1951, toen sommigen de jonge koning van nauwelijks twintig jaar oud niet in staat achtten om het land te regeren na zo'n intense crisis als de Belgische Koningskwestie. Wegens zijn diepreligieuze levenshouding lanceerden sommigen het beeld van een strenge en preutse Boudewijn. Maar de ergste aantijgingen werden geuit omtrent de dood van Patrice Lumumba, de eerste radicale- premier van het pas onafhankelijke Congo, die vermoord zou zijn met medeweten of zelfs in opdracht van de koning. Deze ernstige aantijgingen zijn nooit bewezen, maar evenmin ernstig onderzocht. De religieuze gevoelens van de vorst speelden hem ook postuum parten, toen hij in zijn testament bepaalde dat de kloostercongregatie van Monialen van de Monastieke Familie van Betlehem, Maria Ten-Hemel-Opgenomen en de Heilige Bruno een gedeelte van het koninklijk domein in Opgrimbie mocht gebruiken om er een klooster te bouwen, hoewel dit niet kon volgens de bestemming die dit gebied gekregen had op het gewestplan. In 1994 lokte het verlenen van de bouwvergunning voor dit klooster door de hoogste magistraat van de Dienst Stedenbouw hevig protest uit vanuit groene, later ook uit vrijzinnige en Vlaams-nationalistische hoek. Openlijke politieke weerstand ondervond hij tijdens zijn leven enkel over de abortuskwestie. Tijdens reizen naar Motril in het zuiden van Spanje is hij met Fabiola meer dan eens bij Franco op bezoek geweest.
    Men is het er algemeen over eens dat Boudewijn zijn taak plichtbewust en op voortreffelijke wijze heeft vervuld. Ongeveer alle politici die met hem veelvuldig in aanraking kwamen beamen dit. Tijdens de meer dan veertig jaar van zijn regering zijn bepaalde evoluties niet altijd de richting uitgegaan die hij wenste. Voorbeelden:
    De gewestvorming en de federalisering van België hield risico's in van verdere desintegratie. De relatie met Zaïre die hij van groot belang achtte, vertroebelde en mondde uit op een openlijke breuk met het regime van president Mobutu. De ontkerkelijking nam in de verschillende landsdelen aanzienlijk toe, in dezelfde periode waarin de koning zelf overtuigder werd van zijn katholieke geloof. De federalisering knaagde aan de bevoegdheden van de koning en de evolutie naar een meer protocollaire monarchie leek onvermijdelijk. De koning heeft zich hieraan aangepast en zich voornamelijk toegelegd op het aanwenden van zijn moreel gezag, dat zowel bij de verantwoordelijken als bij de bevolking groot was en in de loop der jaren toenam.
    De astronomie behoorde tot de voornaamste hobby's van de koning. Samen met vrienden, zoals Georges van den Abeelen en Max Nokin kon hij vaak met kennis van zaken de sterrenhemel onder de loep nemen. Koning Boudewijn eindigde in 2005 op nr. 2 in de Waalse versie van de verkiezing van De Grootste Belg en in de Vlaamse versie op nr. 16. In de vroege stripalbums van Urbanus had Boudewijn vaak een rolletje. Hij werd er steevast voorgesteld met brede grijnsglimlach en in militair uniform, korte broek en met een veel te grote generaalspet. In het album De geboorte van Urbanus wordt hij zelf dooppeter van Vlaanderens populairste komiek. Ook in de stripalbums Het Lodderhoofd (1960–1961) en De Man van Europa (1990) van Nero door Marc Sleen heeft hij een klein optreden. Tijdens de jaren 80 en 90 imiteerde Kurt Van Eeghem koning Boudewijn vaak in sketches op de BRT. Koning Boudewijn werd ook opgevoerd in de satirische strip Pest in 't Paleis (1983) door Guido van Meir en Jan Bosschaert als Boudewijn met de IJzeren Rug, een verwijzing naar de rugklachten van de vorst en de middeleeuwse graaf Boudewijn met de IJzeren Arm. Het nationale voetbalstadion van België (voorheen het Heizelstadion) werd na een grondige renovatie in 1995 hernoemd tot het Koning Boudewijnstadion. Midden jaren 90 kreeg hij postuum een wassen beeld bij Madame Tussauds in Londen. Hij is de enige Belg die er een beeld heeft. De traditie wil dat de vorst peter is van de zevende jongen in een gezin; de vorst had verscheidene petekinderen maar zijn bekendste is ongetwijfeld auteur Bart Moeyaert. Johan Anthierens, een overtuigd antimonarchist, schreef ooit een boek vol scherpe satirische essays en cartoons tegen koning Boudewijn en het Belgische hof: Brief aan een postzegel: Kritisch Koningsboek (1990). Het werk omvatte onder meer bijdragen van Herman Brusselmans, Gal, Zak, Erik Meynen, Benoît en Jan Bosschaert.





    31-07-2018 om 09:30 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1964 jim reeves

     

    31-07-2018 om 09:29 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1964 jim reeves

    31 juli 1964 James Travis Reeves (Galloway (Texas), 20 augustus 1923 – Brentwood (Tennessee), near Nashville, 31 juli 1964) alias Gentleman Jim was een Amerikaanse country-zanger die bekend werd om zijn warme fluwelen stem. Reeves werd geboren in Galloway in Texas als jongste in een gezin met negen kinderen. Zijn vader overleed toen hij pas een jaar oud was. Ondanks zijn liefde voor de muziek begon hij een carrière als honkballer, waaraan in 1947 een vroegtijdig einde kwam door een enkelblessure. Hij kreeg een baan als dj bij een radiostation in Louisiana en in 1953 nam hij zijn eerste succesplaat, Mexican Joe, op die een nummer 1-notering kreeg. In 1955 tekende hij een contract met RCA en werd lid van de Grand Ole Opry. Tegen het einde van de jaren 50 kwam de rock-'n-roll op en verschoof Reeves onder invloed van Chet Atkins zijn stijl van de pure country wat in die richting. Reeves was - met Patsy Cline - een van de eersten die de Nashville-sound brachten. Jim Reeves was een van de eersten die met 'close talking'-microfoontechniek werkte, iets wat zijn stem extra goed deed uitkomen. Hierover had hij met een opnametechnicus van RCA een zo hooglopende ruzie dat hij tussen 1962 en begin 1964geen opnames meer maakte. Op 31 juli 1964 vloog Reeves, ondanks dat hij (nog) geen vliegbrevet had, samen met zijn manager, pianist & vriend Dean Manuel, in zijn net aangekochte Beechcraft Bonanza (Debonair model 33) met vliegtuigregistratienummer N8972M, terug naar zijn woonplaats, toen zij in een zware onweerbui terecht kwamen. Tijdens de nadering van de luchthaven van Nashville, negeerde Reeves de aanwijzingen van de luchtverkeersleiding om een alternatieve koers te vliegen vanwege deze gigantische onweersbui. Korte tijd later werd het toestel getroffen door de bliksem en crashte, waardoor beiden omkwamen. (www.jimreevesbook.com) Een paar van de nummers die hem bekend maakten zijn: Mexican Joe Talkin' to your heart Yonder comes a sucker A fool such as I Distant drums I love you because I won't forget you Adios Amigo Blue Boy Billy Bayou Home Am I Losing You Maar zijn grootste hit werd He'll have to go wat hij opnam in 1959/1960. Jim Reeves heeft ook een plaat uitgebracht met daarop uitsluitend liedjes in het Afrikaans getiteld Jy Is My Liefling. Nadat hij daar in Zuid-Afrika een rol speelde in een film. Ook lang na zijn dood heeft Reeves nog hitlijstnoteringen gekregen; de laatste in een duet met Patsy Cline I fall to pieces uit 1982. Een en ander was mogelijk door de enorme hoeveelheden niet uitgebracht studiomateriaal en het zorgvuldige beheer daarvan door zijn vrouw. Postuum werd Reeves in 1967 opgenomen in de Country Music Hall of Fame, in 1998 in de Texas Country Music Hall of Fame en in 2010 in America's Old Time Country Music Hall of Fame.





    31-07-2018 om 09:27 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1886 constant permeke

     

    31-07-2018 om 09:26 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1886 constant permeke

    31 juli 1886 Constant Permeke (Antwerpen, 31 juli 1886 – Oostende, 4 januari 1952) was een Belgisch expressionistisch kunstschilder en beeldhouwer. Hij wordt gezien als belangrijkste vertegenwoordiger van het Vlaamse expressionisme. Hij is het meest bekend om zijn sterke en plechtige afbeeldingen van zeelieden en vissers met hun vrouwen. Zijn vader Henri Permeke was een verdienstelijk landschapschilder. In 1891 koos de vader met zijn boot Artis Amor en zijn gezin het zeegat, om ten slotte in 1892 aan te leggen in Oostende en daar verder te blijven. In 1897 werd de vader er de eerste conservator van het Stedelijk Museum voor Schone Kunsten. De confrontatie met de Noordzee zou Constant Permeke aan de Vlaamse polders binden. Hij zou sterven in zijn huis "Vier Winden" te Jabbeke waar hij en zijn gezin sinds 1930 woonden. In zijn Oostendse jeugd liep Permeke van 1903 tot 1906 academie te Brugge, maar veel stak hij er niet op. Eén van zijn medeleerlingen was Achiel Van Sassenbrouck.
    In 1906 verbleef hij te Gent, voor zijn militaire dienstplicht. Hij liet zich daar inschrijven aan de academie en werd ingedeeld bij de "Universitaire Compagnie", waarbij hij van een zekere vrijheid kon gebruikmaken, om vriendschap te sluiten met belangrijke figuren als Frits Van den Berghe, Gustave De Smet, Henri Puvrez, Léon De Smet, en de criticus Paul Gustaaf Van Hecke. Sterk onder de invloed van "de prins van het Vlaamse luminisme" Emile Claus, die te Astene verbleef, en aangetrokken door de bekendheid van de eerste Latemse kunstenaarskolonie, rond Albijn Van den Abeele, vestigde de groep vrienden zich te Sint-Martens-Latem. In maart 1908 mocht Permeke uit het leger en keerde hij terug naar Oostende. Gust De Smet kwam ook naar Oostende, en het tweetal betrok samen een herbergkamer in de Kaaistraat. Geconfronteerd met het rauwe, harde vissersleven van die tijd, namen ze afstand van het lichte coloriet van de techniek van Claus, die ze niet toeliet hun emotioneel beleven op doek te brengen.
    In de lente van 1909 trok Permeke weer naar de Latemse vrienden, maar hij leefde er eerder teruggetrokken en interesseerde zich vooral voor de zware en pasteuse toets van Albert Servaes, die hij al kende van zijn Gentse academietijd. Servaes kon toen al doorgaan als de "Vader van het Vlaamse expressionisme".
    Op 27 juni 1912 trouwde Permeke met Maria Delaere uit Poperinge, zijn "Marietje". Het koppel vestigde zich in de Vuurtorenwijk te Oostende, te midden van het harde, maar sociaal aan elkaar gehechte vissersvolk. Hier kregen we de eerste doorbraak van het Permekiaanse expressionisme in al zijn emotionele geladenheid: dof gehouden tonaliteit, brutale vormgeving en gedurfde vervormingen, om zijn expressieve kracht en passie samen te bundelen en zijn kunst tot leven te brengen.
    Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak werd Permeke opgeroepen en ingezet bij de verdediging van Antwerpen. Te Duffel raakte hij zwaargewond. Hij werd overgebracht naar het Verenigd Koninkrijk, naar een hospitaal te South Hillwood. Na zijn herstel vond hij zijn vrouw en zijn moeder terug in Folkestone. Hier werd zijn eerste zoon John geboren. Intussen ontstonden contacten met Belgische kunstvrienden als Edgard Tytgat, Gustave van de Woestijne, Aloïs Boudry en Hippolyte Daeye. In maart 1916 vestigde hij zich in Chardstock (Devonshire). Hoewel hij nog steeds op krukken liep kreeg zijn schildersziel hem weer te pakken, en er ontstonden enkele meesterwerken als kleurenexplosies omheen het Engels pittoreske natuurgebeuren.
    In april 1919 keerde het gezin Permeke, met intussen drie kinderen, terug naar België, naar het huis op de Oostendse Vuurtorenwijk. Na zijn levensroes van het Devonshirelandschap werd de kunstenaar nu geconfronteerd met een desolate, deels berooide visserswijk. In sombere kleuren en krachtige lijnen bracht hij virtuoos raak geobserveerde vissersfiguren, als hoofdthema, in beeld. Daarna trok hij naar de Langestraat in het visserskwartier (1921-1925) waar Gustave De Smet en Frits Van den Berghe hem vervoegden. In 1921 bezorgden de Brusselse galerijhouders van "Sélection", P.G. Van Hecke en André de Ridder, Constant Permeke een opmerkelijke expositie in "Kunst van Heden" te Antwerpen. Ook te Parijs, in de galerij "La Licorne", in hetzelfde jaar, was het Franse onthaal een revelatie. Nu al toonde Permeke zich superieur aan zijn Latemse vrienden Frits Van den Berghe en Gustaaf De Smet. Tussen 1922 en 1924 trok Permeke regelmatig naar Astene, om er samen te werken met Frits Van den Berghe. In 1926 verbleef hij kort te Vevey (Zwitserland). Hij schilderde er enkele berglandschappen, die Albert Servaes interesseerden. In 1930 betrok hij het huis "De Vier Winden" te Jabbeke. Meteen wijzigde zich zijn thematiek: wat eerst visser en zee betekende, werd nu gedomineerd door boer en akker. Hij ontplooide nu ten volle zijn barokke kracht in een enorme productiviteit, met meesterwerken als "Gouden Oogst" (1935), "De Grote Marine" (1935), "Moederschap" (1936), "Het Afscheid" (1948), "Dagelijks Brood" (1950). Permeke ontpopte zich eerst in 1937 als beeldhouwer. Hierin zocht hij het isoleren van de menselijke figuur, alweer in een indrukwekkend monumentaal gebeuren. "De Zaaier" (1939), de grote "Niobe" (1946) en "De Drie Gratiën" (1949) gaven gestalte aan een beheerste monumentaliteit in een mythologische expressie. In 1934 kreeg hij de internationale erkenning ten volle, bij zijn deelname aan de "Biënnale van Venetië". Ook in 1926 al had hij België vertegenwoordigd, samen met zijn vrienden Frits Van den Berghe en Gust De Smet, in dezelfde stad, op de XVde Internationale Expositie.
    De oorlogsperiode 1940-1944 werd voor Permeke, zowel menselijk als artistiek, een tragedie. Zijn zoon Paul werd door de Duitsers weggevoerd en hemzelf werd het schilderen verboden. Zijn kunst, zoals het hele expressionisme werd als "entartet" beschouwd. Verbitterd zocht hij te Brussel een tijdelijke verblijfplaats. Na de oorlog werd hij in december 1945 benoemd tot directeur van het Nationaal Hoger Instituut en de Koninklijke Academie te Antwerpen, als opvolger van Isidore Opsomer. Bij deze benoeming had hij echter zijn persoonlijke voorwaarden gesteld. Nog geen jaar later, in oktober 1946, nam hij al ontslag en gaf de toorts door aan zijn goede vriend Henri Puvrez. Intussen was zijn zoon uit het gevangenkamp teruggekeerd en vond Permeke zijn werkkracht terug in vernieuwde levensvreugde.
    Het summum van zijn carrière bereikte Permeke op zijn retrospectieve expositie te Parijs, in 19471948. De feestelijke vreugde werd echter brutaal verdrongen door het overlijden van zijn echtgenote, op 3 mei 1948. Hij werd scherp getekend door het drama en, verzorgd door zijn dochter Thérèse, sukkelde hij met zijn gezondheid. Moreel gesteund door Mevrouw d'Ydewalle hernam hij toch enigszins zijn creatieve activiteit, doch zijn impulsief expressieve kracht vertoonde nu een zekere verfijning in tekening en in kleur. Aldus ontstond "De dame met de rode handschoenen" (1951), naast andere portretten en een reeks Bretoense landschappen. Op voorstel van de Franse Fauvisme-schilder Maurice de Vlaminck maakte hij in de lente van 1951 een tiendaagse reis naar Bretagne, waarbij hij het bekende Pont-Aven van Paul Gauguin aandeed. Na deze reis begon ziekte zijn gezondheid kennelijk te ondermijnen. In november van dat jaar moest hij het bed houden.
    Constant Permeke stierf kort na de jaarwisseling in 1952 op 65-jarige leeftijd in een ziekenhuis te Oostende. Op 8 januari werd hij te Jabbeke begraven, naast "Marietje". Op het graf had hij al een beeldhouwwerk van die andere Latemnaar Georges Minne laten plaatsen Permeke had als wens na zijn overlijden dat zijn woonhuis en atelier opengesteld zou worden voor het publiek als een museum.[1] In 1956 werd zijn huis met inboedel gekocht door de provincie WestVlaanderen, en in 1961 opengesteld als museum. Destijds bestond de boedel uit 121 werken van Permeke, maar deze is in de loop der jaren aangevuld met werk van onder andere Pierre Devos, Frits van den Berghe en Floris Jespers. Het Permekemuseum is, samen met het Ensorhuis, een satellietmuseum van het Mu.ZEE in Oostende.





    31-07-2018 om 09:24 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1914 louis de funes

     

    31-07-2018 om 09:23 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 31 juli 1914 louis de funes

    31 juli 1914 Louis Germain David de Funès de Galarza, bekend als Louis de Funès (Courbevoie, 31 juli 1914 – Nantes, 27 januari 1983), was een Frans komische acteur. Hij is een van de bekendste Franse filmacteurs van de tweede helft van de twintigste eeuw. Louis de Funès had Spaanse ouders. Zijn vader, Carlos Luis de Funès de Galarza, behoorde tot de adel en was aanvankelijk advocaat. Zijn moeder, Leonor Soto Reguera, kwam uit de Spaanse hogere burgerij. Ze hadden zich in Frankrijk gevestigd, waar hun drie kinderen – een dochter en twee zonen – werden geboren. Louis was de jongste. Vader De Funès was diamantair en woonde met zijn gezin in een rijke buurt bij Parijs, maar nadat hij door zwendel geruïneerd werd, liet hij vrouw en kinderen in de steek en vertrok naar Venezuela. Het achtergebleven gezin moest verhuizen naar een veel eenvoudigere woning. Moeder Leonor moest haar kinderen in vrij moeilijke omstandigheden opvoeden. Ze kon zeer autoritair en driftig tegenover hen zijn. Louis de Funès zou later zeggen dat zijn moeder met haar theatrale driftbuien zijn voornaamste lerares acteren was geweest. Louis de Funès leerde al vanaf zijn vijfde piano spelen. Hij volgde eerst een opleiding tot bontbewerker en studeerde later filmtechniek, maar werd in beide gevallen van school gestuurd. Daarop oefende hij allerlei baantjes uit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij als barpianist in een nachtclub, terwijl hij overdag lessen aan een toneelschool volgde. Daar leerde hij de acteur Daniel Gélin kennen, die er in 1945 voor zorgde dat hij voor het eerst een rolletje in een film kreeg.
    De daaropvolgende jaren speelde De Funès in tientallen films kleine, meestal onopvallende rolletjes. Tegelijk werkte hij op het toneel. Hij nam bijzonder veel acteerwerk aan. Volgens zijn zoon trad hij op één dag soms in drie verschillende toneelstukken op. In 1954 alleen al speelde hij in 18 films. In 1956 viel hij op in de cultfilm La traversée de Paris van Claude Autant-Lara, waar hij, nog altijd als bijrol, een personage speelde dat later zo typisch voor hem zou zijn.
    Zijn eerste hoofdrollen had De Funès in 1957 met Comme un cheveu sur la soupe van Maurice Régamey (de enige film waarin hij zelf piano speelt) en het jaar daarop met Ni vu, ni connu van Yves Robert, maar het was pas in 1963 dat de eerste echte De Funès-film er kwam: Pouic-Pouic van Jean Girault. Het jaar daarop (1964) werd de inmiddels vijftigjarige De Funès een echte vedette met twee kaskrakers: Le Gendarme de Saint-Tropez, eveneens van Girault, en Fantômasvan André Hunebelle. In de eerste film speelde hij de gendarme Ludovic Cruchot, wat zijn bekendste rol zou worden, in de tweede de blunderende commissaris Juve, die de absolute slechterik Fantômas moet bestrijden. Beide personages zou hij nog meerdere malen in vervolgfilms spelen: in totaal kwamen er drie Fantômas- en zes Gendarme-films. De Fantômas-reeks stopte na drie delen, onder meer omdat Jean Marais, die zowel de titelrol als de eigenlijk held speelde, steeds meer in de schaduw gezet werd door het komische optreden van De Funès. Nog veel groter was het succes dat De Funès in 1965 behaalde met Le Corniaud van Gérard Oury, waarin hij met Bourvil optrad. De film was in Frankrijk goed voor 12 miljoen bezoekers. Het jaar daarop maakte Oury met het duo Bourvil-De Funès de humoristische oorlogsfilm La Grande Vadrouille, de succesvolste Franse film in bijna een halve eeuw (17 miljoen bezoekers). In de jaren daarop volgde de ene De Funès-film na de andere, alle kaskrakers, met als laatste grote topper Les Aventures de Rabbi Jacob (1973) van Oury, die vaak beschouwd wordt als zijn meest geraffineerde film, vanwege de humor rond vooroordelen en racisme.
    Daarnaast bleef hij zeer actief op het toneel. Zijn grootste succes op de planken werd het stuk Oscar, waarin hij meer dan 400 keer optrad en waarvan hij ook een filmversiezou spelen. De zware inspanningen die hij daarbij leverde, eisten hun tol. Op 21 mei 1975 kreeg De Funès een hartaanval. Een week later volgde een tweede infarct, waardoor hij het acteren voorlopig moest stopzetten. Een lange periode van herstel volgde. Het toneel werd hem helemaal verboden en filmopnames moesten worden onderbroken door voldoende rustpauzes. Verzekeraars aarzelden om filmproducties met De Funès te verzekeren vanwege het risico voor zijn gezondheid. In 1976 verscheen De Funès opnieuw op het witte doek, verouderd en vermagerd, met de nieuwe kaskraker L'aile ou la cuisse, een komedie rond de Franse gastronomie. Hij trad nog in een half dozijn films op, waaronder het door hem zelf geregisseerde L'Avare, de verfilming van het klassieke toneelstuk van Molière. Begin 1983 overleed Louis de Funès aan een nieuwe hartaanval. Hij was 68 jaar oud.
    Louis de Funès was in de tweede helft van de jaren 1960 de bekendste en best betaalde Franse acteur. In Frankrijk zorgen zijn films voor 270 miljoen verkochte bioscoopkaartjes. Enkele films haalden er meer volk naar de bioscoop dan bekende Hollywood-producties. Ook in andere Europese landen was hij enorm populair, zeker in België, Duitsland en Italië, maar ook in het toenmalige Oostblok, met name in Tsjecho-Slowakije. In de Verenigde Staten was hij minder bekend, hoewel Les Aventures de Rabbi Jacob voor een Golden Globe werd genomineerd. De Funès blijft populair doordat zijn films via onder andere televisie en dvd bekeken worden.
    In alle films waarin Louis de Funès sinds 1964 optrad, speelt hij personages van een type dat soms werd aangeduid als de "kwade held". Hij is bekrompen, bevooroordeeld, achterdochtig, autoritair, onredelijk en opvliegend. Dat laatste uit zich vaak in spectaculaire driftbuien. Meestal is hij een hooggeplaatst persoon die ondergeschikten afsnauwt en oneerlijk behandelt, maar is hij tegelijk kruiperig jegens wie machtiger is dan hij. Desondanks weet hij met dat antipathieke personage de sympathie van het publiek te winnen, ook al omdat hij nooit echt kwaad doet en uiteindelijk aan de "goede" kant staat, en vaak tot inkeer komt nadat hij zich uit allerlei hachelijke situaties heeft weten te redden. Dat De Funès met dat type zo populair werd, komt wellicht omdat het zo herkenbaar is. Zijn weinig indrukwekkende figuur (1,64 m hoog, kaal met een haakneus), zijn manier van spreken en zijn gelaatsuitdrukkingen versterkten vaak de humor van zijn voorkomen. Bovendien verscheen hij op het scherm in ontelbare vermommingen, van een Spaanse edelvrouw en een New Yorkse politieagent tot een Belgisch matroos en een hippie. De echte Louis de Funès was helemaal niet het type dat hij speelde. Hij was eerder timide en voorzichtig en zei van zichzelf dat hij niet veel humor had. Zijn stem klonk anders als hij niet acteerde.
    Het enthousiasme van het grote publiek voor De Funès werd aanvankelijk niet gedeeld door veel cinefielen en filmcritici, die vaak hun neus optrokken voor zijn wijze van acteren. In intellectuele kringen
    werd meewarig gedaan over de "driftkikker" en "smoelentrekker" die optrad in films die weinig om het lijf hadden, maar die in zijn succesjaren meer verdiende dan andere, beter geachte acteurs. Later werd De Funès meer gewaardeerd om zijn acteertalent. Kenners zien in zijn werk verbanden met de commedia dell'arte en Charlie Chaplin. Zijn humor was clownesk, maar nooit vulgair. Kinderen zijn er dol op. Latere komische acteurs zien in hem een voorbeeld. Bovendien was hij een perfectionist die keihard werkte. Zelfs de kleinste rolletjes die hij in het begin speelde, bereidde hij intensief voor. Zijn komische prestaties, zowel door taal, mimiek en gebaren, waren tot in de puntjes ingestudeerd. De heftigheid waarmee hij acteerde, betekende voor hem een zware fysieke inspanning. Na zijn hartaanvallen moest hij het kalmer aan doen, maar dat ging niet ten koste van de kwaliteit van zijn acteerwerk. Hij mocht dan een groot acteur zijn, in echt grote films heeft hij niet gespeeld. Er waren plannen om films te maken met befaamde regisseurs, die nooit verwezenlijkt werden. Overigens beschouwde De Funès zichzelf uitdrukkelijk als een komisch acteur. Hij weigerde om in ernstige films op te treden.
    De regisseur die het meest met De Funès samenwerkte was Jean Girault. Samen hebben ze twaalf films gemaakt, waaronder L'Avare (die ze samen regisseerden) en de zes Gendarme-films. Le gendarme et les gendarmettes was voor beiden de laatste film: Girault overleed tijdens de opnamen. De actrice Claude Gensac trad in liefst elf films met Louis de Funès op, waaronder tien films waarin ze zijn echtgenote speelt. Velen geloofden dan ook dat ze werkelijk zijn vrouw was. Ten onrechte. Gensac speelde die rollen wel met de steun van De Funès' echte vrouw, die vond dat ze hem ondersteunde en kalmeerde. Door zijn hartaanval kon De Funès niet meer optreden in een nieuwe geplande film van Oury, Le Crocodile, waarin hij een Zuid-Amerikaanse dictator moest spelen. Toen De Funès definitief afhaakte, probeerde Oury de Brit Peter Sellers voor die rol in te zetten, maar toen Sellers in 1980 stierf, liet hij het project varen. Toen De Funès overleed, was hij aangezocht voor de komische oorlogsfilm Papy fait la résistance, waarin hij de halfbroer van Adolf Hitler zou spelen. Door zijn dood zou die rol uiteindelijk vertolkt worden door Jacques Villeret, maar de film werd opgedragen aan De Funès.
    Het eerste huwelijk van Louis de Funès in 1936, waaruit een zoon geboren werd, hield maar enkele jaren stand. Nadat hij het jaar ervoor gescheiden was, hertrouwde hij in 1943 met Jeanne Barthélémy (1914-2015), die zich "Barhélémy de Maupassant" noemde omdat ze verwant zou zijn aan de beroemde schrijver Guy de Maupassant (waar twijfel over bestaat). Ze had een grote invloed op haar man. Ze adviseerde hem over welke rollen hij moest aanvaarden en bemoeide zich soms met het maken van de films. Onder haar invloed zou hij ook alle contact met zijn oudste zoon hebben verbroken. Louis en Jeanne de Funès kregen samen twee zoons. De oudste, Patrick (1944), werd radioloog en schreef enkele boeken. De jongste, Olivier (1949), speelde in enkele films met zijn vader, maar werd later lijnpiloot. Jeanne erfde van een tante een deel van het kasteel van Clermont in Le Cellier, niet ver van Nantes. Louis de Funès zou later het hele kasteel kopen met het fortuin dat hij voor zijn rol in La Grande Vadrouille had verdiend. Hij legde er een rozentuin aan. Rozen kweken was zijn geliefkoosde tijdverdrijf. Buiten zijn werk leefde Louis de Funès vrij teruggetrokken en had hij weinig contact met andere acteurs en vedetten.
    Jeanne de Funès overleed op 101-jarige leeftijd en werd naast haar man begraven op het kerkhof van Le Cellier.
    De belangrijkste filmprijs die Louis de Funès ontving, was een ere-César in 1980. Hij werd in 1973 ridder van het Legioen van Eer. Een jaar na zijn dood werd een ras (cultivar) van rozen naar Louis de Funès genoemd. In 2014, honderd jaar na zijn geboorte, werd een nieuwe weg in Parijs de Allée Louis-deFunès genoemd.
    De Funès heeft een cameo gespeeld in twee Kiekeboealbums die zich in Frankrijk afspelen. In "Klavertje Vier", waarin hij als boerin "Louise" voorkomt en in "De Medusa-stichting", waar hij hoofd is van de gendarmerie, net als in zijn film Le Gendarme de Saint-Tropez. In Een echte Vitalko verkleden Balthazar en zijn handlanger zich in de luchthaven als rabbijnen, net als De Funès in de film Les Aventures de Rabbi Jacob. De handlanger merkt zelfs op dat hij het gevoel heeft er bij te lopen als in "een oude Louis de Funès-film". De Funès speelt in nog drie andere stripverhalen een rol. In "Lucky Luke" verschijnt hij in het album "De eenarmige bandiet", in "Asterix op Corsica" is hij gouverneur van Corsica en in "Stam en Pilou" komt hij als zichzelf voor in "Opa's Grote Vakantie".





    31-07-2018 om 09:22 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 30 juli 1964 de laatste kever vw

     

    30-07-2018 om 09:26 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 30 juli 1964 de laatste kever vw

    30 juli 2003 Longread: De bewogen geschiedenis van de Volkswagen Kever

    Deze week is het exact 70 jaar geleden dat de allereerste Volkswagen Type 1 – later bekend als de Kever – in Wolfsburg van de band rolde. Niemand die toen ook maar enig benul had dat Hitlers transportmiddel voor het volk het begin zou inluiden van het Duitse Wirtschaftswunder, en dat hij het met meer dan 21 miljoen exemplaren zelfs tot meest verkochte auto aller tijden zou schoppen. Een overzicht van een uiterst bewogen geschiedenis.
    De massaproductie van de Kever kwam – om voor de hand liggende redenen – slechts moeizaam op gang. Op 11 april 1945, enkele weken voor de dood van Adolf Hitler, bezetten Amerikaanse troepen de fabriek in Wolfsburg waar destijds vooral militaire goederen werden geproduceerd. Om de toekomst van de fabriek te garanderen en de economie weer op gang te trekken, gaf de Britse majoor Ivan Hirst op 22 augustus de opdracht om een eerste lot van 20.000 voertuigen te produceren. Eind 1945 hadden de 6.000 werknemers van de fabriek, wegens een acuut tekort aan grondstoffen en een hoge graad van improvisatie, welgeteld 55 voertuigen gebouwd.
    Pas na de grote munthervorming in 1948 en de invoering van de D-Mark, toen ook de rijkere burgers zich een auto konden veroorloven, kwam de productie van de legendarische Kever écht op toerental. Onder impuls van de Britten werd de fabriek in Wolfsburg gemoderniseerd, de export werd opgestart, en in oktober 1949 werd ‘Volkswagenwerk’ opnieuw in Duitse handen gegeven. Werknemers kregen voor het eerst
    inspraak in het beleid (werknemersparticipatie zou later één van dé pijlers van de Duitse economie worden, nvdr), en in West-Duitsland werd een heus dealernet op poten gezet.
    In de jaren die volgden, werd de Kever hét symbool voor het herstel van de Duitse economie. Ook in het buitenlang was de Beetle razend populair. Hij maakte mobiliteit betaalbaar voor het grote publiek, en was in zekere zin een katalysator van de democratie in ieder land waar hij gecommercialiseerd werd. In 1973 stak de Kever zelfs de Ford Model T voorbij als meest geproduceerde wagen aller tijden, een gebeurtenis die gevierd werd met een uiterst gelimiteerde en dus ook erg gegeerde Weltmeister-uitvoering.
    Niets leek op dat moment een einde te kunnen maken aan het sprookje van de Kever, maar het gevaar kwam uit eigen huis: de introductie van de oer-Golf. De Golf verruilde de befaamde, luchtgekoelde boxermotor van de Kever voor een voorin gebouwde watergekoelde viercilindermotor, een ideetje dat eigenlijk van Audi afkomstig was. Even werd nog overwogen om de motor van de Kever in de Golf te blijven gebruiken. Er bestaat zelfs een prototype uit 1969 met deze boxermotor, maar die oplossing bleek niet de meest economische. En dat Volkswagen met de Golf opnieuw de hoofdvogel had afgeschoten, hoeven we wellicht niet meer te vertellen…
    Vier jaar na de introductie van de Golf werd in 1978 de allerlaatste Kever op Duitse bodem geproduceerd.Toch duurde het nog een kwarteeuw, meer bepaald tot juli 2003, voor de 21.529.464e en allerlaatste Beetle van de band rolde in het Mexicaanse Puebla. Rijke investeerders die die Ultima Edicion willen kopen, zijn er overigens aan voor de moeite: de allerlaatste Beetle staat vandaag uitgestald in Volkswagens Zeithaus in Wolfsburg, exact op de plek waar het 70 jaar geleden allemaal begon. En wat dan met het feit dat Volkswagen na zo’n uniek verhaal toch nog een New Beetle uit zijn hoed heeft getoverd? Neen, in dit geval gaat er niets boven het origineel. Echt niet.





    30-07-2018 om 09:24 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 30 juli 1941 paul anka

     

    30-07-2018 om 09:22 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 30 juli 1941 paul anka

    30 juli 1941 Paul Albert Anka (Ottawa, 30 juli 1941) is een Canadese singersongwriter, songwriter en filmacteur die sinds 1990 de Amerikaanse nationaliteit heeft. Zijn ouders hadden een restaurant in Ottawa. Zijn vader was van Syrische en zijn moeder van Libanese afkomst. Anka zong in het koor van de Grieks-orthodoxe kerk, waarvan de dirigent hem muziektheorie bijbracht. Ook had hij pianoles. Op de middelbare school richtte hij met twee vrienden het trio The Bobby Soxers op. In 1955, toen hij veertien was, nam hij zijn eerste single op, I Confess. In 1957 ging hij naar New York met 100 dollar die hij van zijn oom gekregen had. Hij kreeg er van Don Costa, de baas van de ABC-studio's, de kans om Diana op te nemen, waarmee hij in één klap beroemd werd. Het nummer schoot naar de hoogste top van de hitparade en ging negen miljoen keer over de toonbank. Ook zijn opvolgers werden hits en Anka werd een tieneridool. Anka schreef ook hits voor anderen: It doesn't matter anymore voor Buddy Holly, She's a lady voor Tom Jones en de tekst van My way (op de melodie van Comme d'habitude van Jacques Revaux) voor zijn goede vriend Frank Sinatra. Anka wordt ook wel een jongere versie van Frank Sinatra genoemd. Hij begon ook te acteren. Een van zijn bekendste films is The Longest Day uit 1962 , waarvoor hij ook de titelsong schreef. Na enkele jaren zonder een hit zong hij een duet met Odia Coates in 1974: Having my baby. In 2005 kreeg hij een ster op Canada's Walk of Fame. Paul Anka treedt nog regelmatig op. Zo was hij in 2007 te zien en horen op het North Sea Jazz Festival in Rotterdam. Ook verscheen in dat jaar het dubbelalbum Classic songs - My way om zijn vijftigjarig jubileum in het vak te vieren. Op dit album brengt hij wederom jazzversies van bekende nummers, maar waar op Rock swings rocknummers worden bewerkt, zijn het deze keer popklassiekers. Ook staan op het album duetten, zoals My Way met Bon Jovi en You are my destiny met Michael Bublé. Van de laatste heeft Anka het debuutalbum geproduceerd. Paul Anka schreef samen met Michael Jackson ook diens nummer This is it, dat in 2009 na Jacksons dood werd uitgebracht. Van 1963 tot 2000 was hij met Anne de Zogheb gehuwd, met wie hij vijf dochters heeft. Hij trouwde daarna met Anna Åberg, met wie hij één zoon heeft. In oktober 2016 trouwde hij weer, de inmiddels 75jarige Anka, in Los Angeles met Lisa Pemberton





    30-07-2018 om 09:20 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 30 juli 1950 wim de craene

     

    30-07-2018 om 09:18 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 30 juli 1950 wim de craene

    30 juli 1950 Willem Marcel (Wim) De Craene (Gent, 30 juli 1950 – aldaar, 14 september 1990) was een Belgische zanger, tekstschrijver en componist, vaak ingedeeld onder kleinkunst, ofschoon hij ook met popmuziek en andere stijlen experimenteerde. Zijn bekendste liedjes zijn waarschijnlijk "Tim", "Rozane", "Breek uit jezelf" en "Mensen van 18", een duet met Della Bosiers. Wim De Craene werd geboren in een katholiek gezin met zeven kinderen. Op zestienjarige leeftijd begon hij rond te trekken. Hij studeerde verpleegkunde en toneel, maar brak zijn studie voortijdig af. Met de inkomsten die hij als schoorsteenveger en biertapper verdiende, kocht De Craene zijn eerste gitaar. Eind jaren 60 maakte hij deel uit van de Vlaamse folkgroep Ja en werd zo ontdekt door Miel Cools. Op achttienjarige leeftijd trok hij naar Amsterdam om dichter bij zijn mentor Ramses Shaffy te kunnen wonen. Shaffy liet hem optreden in het café chantant 't Cloppertjen en uit blijk van dank en bewondering noemde De Craene in 1974 zijn eigen zoon Ramses.
    Het jaar 1975 was zijn meest succesvolle jaar als artiest. "Tim" (van zijn album Alles is nog bij het oude), "Rozane" (uit zijn album Brussel) en zijn duet met Della Bosiers, "Mensen van 18", werden hits. De Craene liet zich voor de onderwerpen van zijn liedjes vooral inspireren door mensen die hij kende. Omdat hij vond dat mensen zich meer aangesproken zouden voelen wanneer hij veel voorkomende voornamen gebruikte, kregen veel van zijn nummers titels als "Tim", "Marieke", "Kristien", "Elke", "Rikky" of "Marcellino". Niet al deze nummers gaan over mensen die die naam dragen. "Tim" gaat bijvoorbeeld over zijn pasgeboren zoon, Ramses, maar omdat die naam minder goed in de melodie paste, gebruikte De Craene de voornaam van de zoon van één van zijn beste vrienden. "Rozane" werd geschreven voor ex-vriendin Chris Thys [1] , nu als actrice vooral bekend in haar rol van de ex-vrouw van Witse. In 1977 schreef De Craene zijn eerste musical, Help, ik win een miljoen.
    De Craene werd in de tweede helft van de jaren zeventig steeds minder populair. In 1978 organiseerde hij in Wetteren een prestigieus concert om zijn nieuwe album Wim De Craene is ook nooit weg te promoten, maar er kwamen amper 70 mensen op af. De zanger probeerde later steeds meer onder het stigma "kleinkunst" uit te komen en experimenteerde met andere muzikale stijlen zoals pop, rock, klassiek en disco. Op het album Perte Totale uit 1980 vermengde hij rock, ballads en elektronische muziek. Later in dat decennium liet hij zich ook door new wave inspireren. Helaas waren een groot deel van deze experimenten niet populair en veel ervan worden over het algemeen als mislukkingen gezien. De experimenten die echter wél werkten worden nog altijd gekoesterd door zijn bewonderaars. Toch voelde De Craene zich miskend. In 1981 scheidde hij ook nog eens van zijn vrouw. Op zoek naar erkenning en succes nam hij tweemaal deel aan de preselectie van het Eurovisiesongfestival: in 1981 met de groep Perte Totale en het nummer "Compagnie verliefd" en in 1983 als soloartiest met het nummer "Kristien". In de tumultueuze finale van 1983, gewonnen door Pas De Deux, werd hij derde. De hit "Breek uit jezelf" betekende in 1987 eventjes een nieuwe start, maar hij verkocht nadien nog steeds weinig platen. In 1988 schreef hij wel nog zijn tweede musical, Jan de Lichte. In september 1990 overleed De Craene in Gent aan de gevolgen van een overdosis antidepressiva. Algemeen wordt aangenomen dat hij zelfdoding pleegde uit liefdesverdriet vanwege een verbroken relatie.
    Ramses De Craene merkte op dat zijn vader nooit kerkelijk begraven wou worden, maar op verzoek van de familie en voor de fans gebeurde dit toch. Willem Vermandere was aanwezig en hield een toespraak. Dimitri van Toren, een vriend van De Craene, schreef onder de titel Wim De Craene een prachtig eerbetoon. Marijn Devalck maakte begin jaren 2000 het lied Voor Wim. Het graf van Wim De Craene bevindt zich in Melle op de begraafplaats bij de dorpskerk.
    Wim De Craene kreeg na zijn dood meer erkenning dan tijdens zijn leven. Zijn liedjes worden nog steeds veel gedraaid en nummers als "De kleine man", "Tim", "Rozane", "Mensen van 18" en "Breek uit jezelf" worden vandaag erkend als klassiekers. In de jaarlijkse eindejaarshitparade 100 op 1 op Radio 1, waarbij luisteraars hun favoriete Belgische muziek kunnen kiezen, staan "Rozane" en "Tim" al sinds de eerste editie uit 2002 hoog genoteerd. "Tim" heeft zelfs nog nooit de top 10 verlaten. In het najaar van 2010 verscheen de verzamel-cd Back to Back, met daarop liedjes van Wim en van Boudewijn de Groot. In december 2010 ontving Wims zoon Ramses De Craene een gouden plaat voor de verkoop van meer dan 10.000 exemplaren. In 2004 werd zijn nummer "Kristien" opgenomen in de eregalerij van de Vlaamse klassiekers van Radio 2. Op 4 februari 2016 werd zijn nummer "Rozane" opgenomen in de eregalerij van de Vlaamse Klassiekers van Radio 2. Op 23 april 2018 werd hij verkozen tot "Grootste Mellenaar"[2]
    In 2007, in het tweede seizoen van het VRT-programma Zo is er maar één, werd "Rozane", gezongen door Andrea Croonenberghs, uitgekozen tot "mooiste lied over vrouwen". Het lied won ook met voorsprong de eerste halve finale op 16 maart. In de finale moest "Rozane" de overwinning laten aan "Ik mis je zo", origineel van Will Tura en in het programma vertolkt door Udo. In 2009 werd "Tim" wederom uitgekozen tot beste Nederlandstalige nummer in de categorie 'Er Was Eens'. Hiphopartiest Maesland zette het nummer om in een rapnummer en kreeg door zijn originaliteit de Wildcard van Bart Peeters.





    30-07-2018 om 09:17 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!