Vanuit het doodse Pau naar Spanje. Naarmate we Spanje naderen wordt het weer slechter. Onmiddellijk na de "Tunnel de Somport", de toegangspoort van Frankrijk naar Spanje, valt er dikke hagel vermengd met sneeuw. De temperatuur zakt tot 6°. We rijden amper nog 30km per uur op de gladde wegen. Wat verder verandert de hagel en sneeuw in regen. Maar het blijft gieten tot we in Zaragoza zijn.
We vinden een plaats aan een pretpark en ontmoeten er Noren, die vertellen ons van hun 6-maanden durende reis naar Spanje, Portugal en Marokko. Vooral naar Marokko moeten we gaan, zeggen ze, en ze geven ons alvast alle infobrochures, websites. Even over nadenken of we dat zullen doen. Mischien ooit, waarom niet.
Rond 16 u nemen we de bus naar het centrum van Zaragoza. Hier vieren ze "Semana Santa" met een processie zoals we nog nooit hebben gezien. Je kan het niet vergelijken met een processie in België, je zou het tot de 3de macht moeten heffen.
Enorm veel volk hoopt zich uren op voorhand op in de straten. Dan schuift een ongelooflijke lange stoet voorbij.
Zaragoza biedt, naast een prachtige kathedraal, nog andere kerken en gebouwen die we willen bezoeken. Dus blijven we hier nog minstens één dag, waarschijnlijk twee dagen.
Heerlijk kunnen joggen langs de rivier. Daardoor weer laat vertrokken. We vervolgen onze reis en rijden verder naar Pau. Wat een drukke stad.We verblijven in het midden van het marktplein. Hier staan een paar honderd autos waaronder ook campers. Dit wordt vermoedelijk onze laatste nacht in Frankrijk. Het is bewolkt maar toch nog 18,5° om 19h.
We hebben weer rustig geslapen...Vanmorgen om 9u45 vertrokken, een record!
We schieten dus goed op en zijn reeds rond 16u in Périgueux. Op de camperplaats kunnen we onze watertank vullen en het afvalwater achterlaten.Heel wat Nederlanders, Fransen en Engelsen vonden deze plaats ook.
We wandelen in het kleine stadje.Imposante kathedraal van buiten, maar van binnen vrij kaal.
We zien enkele heerlijke ijssalons.Wanneer we er later op de avond weer langsgaan om ons te tracteren op eenslaapmutsje, zijn al de winkeljes en ijskraampjes en ijssalons dicht. Tja, dan maar geen ijsje Het weer is heerlijk zacht, geen wind dus ook geen last van de pollen .
Kaartjes gekocht, geschreven en gepost en nu weer bedtijd 21u30.
We hebben onze loopschoenen niet voor niets meegebracht. Daar zijn we onze dag mee begonnen.Als je daarna nog moet douchen vliegen de uren voorbij.Wanneer we vertrekken is de parking bijna leeg.
De « D » wegen liggen er rustig bij en de dorpjes volgen elkaar zodanig op dat je bijna voortdurend 50 per uur moet rijden. In een klein dorpje, Theillay, vinden we een standplaats aan een kerkhof.Plaats voor verschillende campers, maar alleen wij blijken voor deze plaats interesse te hebben.
Wel, het was hier heel rustig en dat is het de hele nacht gebleven! Aan een kerkhof ben je tenminste zeker van de rust en de stilte, dag en nacht !
Vanavond zijn we gestopt aan een meertje in Geraudot. Het is een plaats waar campers mogen staan en we zijn hier natuurlijk niet alleen. Maar toch is het rustig. We hebben heel mooi gewandeld in het bos, aan de rand van het meer.
We rijden binnendoor, door de dorpen. Het is veel relaxer rijden en de wegen zijn in zeer goede staat. Zo schieten we natuurlijk niet erg op , maar de reis op zichzelf is het doel van onze vakantie, vinden we. Er is één addertje onder het gras. We kunnen niet blijven rijden aan dat tempo want René was vanavond al flink aan t niezen en snotteren de berk woont hier ook
Ik vroem, jij vroemt, wij vroemen, Vroem vroemt...
Hebben we alles bij? Zijn we niets vergeten? Waar zullen we vanavond slapen? In de kampeergids vinden we het ideale plekje om te overnachten. " Rij 1 km en daarna rechts... 4 km en daarna links...3,5 km en dan...", zegt onze GPS en dat blijft zo maar duren. Wie vertrekt er nu ook op 1 april met vakantie? De ideale plek blijkt veel verder te liggen dan we dachten. Het is al donker en we zijn moe. Dus stoppen we bij het eerstvolgende plekje waar we aan de kant kunnen. Het blijkt de parkeerstrook aan een kerkhof te zijn.
Hier liggen Duitsers langs Fransen. Samen gevochten, samen gesneuveld, samen begraven... zouden ze weten waarom? Het onzinnige van een oorlog wordt mijn inziens uitgedrukt door het aantal slachtoffers. Hoe moet je aan hun vaders en moeders uitleggen wat dit betekent voor hun vaderland? Ik ben blij dat ik dat niet moet doen, want ik zou het niet weten...
Vroem heeft in Ierland het ene modderbad na het andere genomen en dat valt op. Hij is niet om aan te raken met de spons. Daarom krijgt hij eerst een beurt in de carwash. Na enkele euros in de automaat en vele liters water zien we zijn oorspronkelijke kleur terug. Thuis wordt
Vroem grondig schoongemaakt, vanbinnen en vanbuiten. Hij krijgt een rubberen tuinmat. De dweil eronder zal de modder opvangen bij het instappen als het regent. De lakens worden ververst, handdoeken, schoteldoeken enz. aangevuld.
De lange terugreis biedt ons een zee van tijd om samen terug te kijken op de voorbije week. Wat vonden we fijn? Waren er min-punten?
De ruige, ongerepte natuur vormt een enorm contrast met de verstedelijking in Vlaanderen. De Ieren zijn warm en vriendelijk. Toch is Ierland niet camper-vriendelijk. De parkings langs de stranden en wandelgebieden werden ontoegankelijk gemaakt voor campers. Daar zullen wel redenen voor zijn. Maar wat we begrijpen niet waarom er dan geen plaatsen voorzien worden waar campers wèl even mogen parkeren om een wandeling te maken. Campings bieden wel overnachting, maar zijn te ver afgelegen van sommige wandelgebieden.
Op deze foto zie je dat de doorgang aan het begin van de parking, net hoog genoeg om autos door te laten.
Toch wegen de moeilijkheden met de camper niet op tegen de rust, de puurheid en de geschiedenis die in Ierland te vinden zijn. We hebben slechts een tipje van Zuid-West Ierland gezien. Om naast de natuur de vele oude gebouwen en monumenten in heel Ierland te bezoeken, hebben we waarschijnlijk een half jaar nodig. Dus praten we onze laatste reisuren vol met plannen over wanneer en hoelang we zullen teruggaan.
InKlimacthomas makenwe eenafscheidswandeling langs het zandstrand.
In Rosslare wacht de boot. De zee is weer heel vriendelijk voor ons. Zo kalm hebben we haar deze week niet gezien. De overtocht verloopt rustig. Zelfs René slaapt enkele uurtjes.
We hebben vannacht last gehad van het geraas van vrachtwagens. Een goede ervaring om in t vervolg op tijd een slaapplaatsje te zoeken.
We rijden naar het volgende schiereiland, Beary. Op het uiterste punt is een kabelbaan, het enige vervoermiddel van en naar het eiland Dursey, waar ongeveer 50 mensen wonen.We hebben geen enkele behoefte om die trip te maken, want de metershoge golven die tegen de rotsen van het schiereiland slaan zijn zo indrukwekkend. Elke meter die je verder stapt is een ander schouwspel. Er staat een wandeling aangegeven. Dit wil zeggen, er is geen paadje. Je gaat over de kliffen van het ene wegwijzertje naar het andere. René loopt heel de wandeling uit en toont me later de prachtige fotos die hij genomen heeft.
Ik kan niet mee. Ik wil wel maar kan niet! De wind is zo hevig en er is niets om mij aan vast te houden. Ik loop gebogen of ik kruip van de ene heuvelrug naar de andere. Zodra ik een gemakkelijke steen gevondenheb blijf ik gewoon zitten kijken. Voor het eerst in mijn leven verveel ik mij niet omdat ik niet kan wandelen. Ik zie de golven die vanuit de uitgestrekte zee aanzwellen om metershoog boven de rotsen uit te stijgen, telkens anders.
We wandelen via een zandstrandje naar een kloof en blijven daar zitten om de ene foto na de andere te nemen.
Toch kunnen we niet vastleggen wat de zien en horen. We voelen zelfs de grond trillen wanneer de golven door de kloof breken.
Vlakbij is een kleine parking met uitzicht op een baai. Hier blijven we slapen.
De nacht is verrassend windstil en we slapen heerlijk.
Vanmorgen rond 7 uur opgestaan, want vorige avond wekker gezet om niet meer zoveel van de dag te missen.
In Sheeps Head maken we een mooie wandeling, langs de zee, die tegen de steile rotsen aanloopt.
Vroem wacht hier.
We kunnen nog verder tot aan het uiterste punt van Sheeps Head, maar dat moet het over een rotspaadje, dat er nu glibberig bij ligt. Samen met de wind, die het mij sowieso weer moeilijk maakt om overeind te blijven, zie ik dat niet zitten. Het is wel de moeite om hiervoor ooit terug te komen.
De andere kant van het schiereiland is nog veel mooier, vooral omdat de weg daar dicht bij de zee loopt. Een Hof Van Eden, met heuvels, hier en daar schapen en zo rustig om te wandelen,met enkel het ruisen van de zee als achtergrondgeluid. Spijtig dat het door de aanhoudende regen mistig is, anders hadden we ook nog mooie vergezichten gehad.
Rustig om te wandelen maar NIET om met een camper te rijden! Zodra we doorhebben dat het zogeheten Geitenpad net breed genoeg is om over te fietsen, kan Vroem niet meer terug.
Links rijden vervalt: Vroem neemt de hele breedte van het Geitenpad in. Als er een tegenligger aankomt, moet één van ons beiden achteruit, tenzij je aan de oprit van een zeldzaam huisje kan wachten. De Ierse chaufeurs zijn echter zeer hoffelijk voor ons en zetten zich reeds opzij als ze ons van verre zien aankomen, om ons voorrang te geven. Ik had kunnen begrijpen dat ze met een jij buitenlandse dikzak, wat kom jij hier doen in ons landelijk gebied! tot vlak vóór ons zouden rijden.
Kijk, dit is een van hun beste wegen Je kan er zelfs met twee autos naast elkaar rijden!
Vroem kabbelt rustig verder, tussen takken en modderige greppels, over dikke stenen hobbelend, in haarspeldbochten steil bergop en bergaf, dank zij zijn zeer bekwame chauffeur die er al even kalm bij blijft. Dus had ik kunnen genieten van de meest onbeschrijfelijke panoramas die we ooit gezien hebben. Waarom kunnen we onze angsten niet even vertellen dat ze aan het fout adres zijn, omdat alles hier OK is?
Het wordt weer veel te vroeg donker om nog een plaatsje te zoeken en nu staan we langs een drukke baan. Het is rotweer. Maar regen en wind zijn ook natuurelementen. Die horen bij Ierland.
Weer véél te lang geslapen! Heel de nacht bonkte en trok de wind aan Vroem. Het heeft ook aanhoudend zwaar geregend. Maar vanmorgen is de hemel weer open.
We houden halt in Toormare, op een kleine parking met uitzicht op een baai, zoals er zoveel zijn. maar op deze rots staat een soort altaartje, duizenden jaren oud. Net als bij al dieandere indrukwekkende monumenten weet nog niemand met zekerheid wie dit bouwde en met welk doel.
Het monument kijkt uit over de baai.
Indien, zoals verondersteld wordt, de druïden hier hun rituelen hielden, dan hadden zij wel de ideale plaats gekozen om tot rust en inkeer te komen.
We rijden naar Mizzen Head in het uiterste zuiden van Ierland.
Daar aan de kust genieten we van het spel van de natuurelementen. Niet te beschrijven hoe de golven tegen de rotsen slaan. Gelukkig is alles veilig en zeer goed omheind. Zomaar op de kliffen lopen is verboden en ook onmogelijk. De windstoten zijn zo hevig dat je gemakkelijk van de rotsen gesmakt kan worden. Ik moet opletten dat ik altijd een omheining kan vastgrijpen want ik word door de wind telkens zomaar enkele meters vooruit geduwd.
Later op de dag wandelen we langs een zandstrandje in een baai in Mizzen Head. Prachtig schouwspel van kleurrijke wolken die voorbij vliegen. Plots krijg je het mooiste zonnigste weer voorgeschoteld en 10 minuten later prikken de hagelbollen in je gezicht.
In de verte zien we Vroem.
Terug in Vroem, kletsnat, tot en met mijn onderbroek. René blijft droog, wantzijn motorbroek is waterdicht.
Heel rustig en weer lang geslapen. Af en toe bonste de felle wind tegen Vroem. Af en toe kletterde de regen. Maar vanmorgen straalt de zon weer.
Prachtige wandeling gemaakt langs de baai, waar de golven tegen de rotsen aanspoelen. Dreigende donkere wolken gaan voor ons opzij en tracteren ons op regenbogen in verschillende vormen.
De hemel wacht geduldig tot we s middags binnen zijn om haar sluizen te openen.
Na het eten rijden we naar de een groep Stone Circles, reusachtige menhirs die overal inIerland te vinden zijn. Tussen twee buien door stappen we door de zompige modder naar de plaats waar de stenen staan. In de overvloedige literatuur krijgen ze magische eigenschappen toebedeeld. Moesten de menhirs kunnen spreken, wat zouden ze ons dan vertellen?
Renéheeft de plaats in elk geval speciaal gemaakt door uit te schuiven en in de modder te vallen. Fototoestel omhoog gehouden en dat is dus helemaal gered. Gelukkig is zijn jas niet vies maar zijn broek kan de rest van de vakantie in de wasmand doorbrengen.
Nu staan we in Union Hall op de kade van een verlaten vissershaventje. Het waait en de regen gutst onafgebroken naar beneden.
Allebei supergoed geslapen, 11 uur aan een stuk. Geen lawaai van feestende Ieren, geen vuurwerk gehoord.
De eerste dag van 2012 begint stralend.
We rijden naar Youghal en eten op een parking aan de zee. Daarna wandelen we langs een mooi strand met keien.
Neen, ik zal geen stenen rapen, beloof ik mezelf. Maar ze glinsteren zo mooi in de zon en ik kan me weer niet inhouden. Gelukkig wil Vroem het straks voor heel de verdere reis meedragen.
Het strand ligt er zonnig bij, kalme zee, zacht briesje. Wel oppassen om niet in de hondenpoep te trappen. De Ierse honden zijn wel zo vriendelijk als hun baasjes, maar ze laten ter plaatse vallen wat ze teveel hebben.
Na de wandeling rijden we naar Charlies Castle in de buurt van Kinsale. We zoeken ons een modderpaadje rond een groot fort en komen uit bij een prachtig zandstrand in een baaitje. Verder gaan we niet want het schemert al goed.
Vanop de parking zien we het mooi verlichte Kinsale in het dal liggen. Ook het fort is nu verlicht.
Na het eten maken we een avondwandeling via een voetgangerspaadje naar de stad.
Uit de talrijke kroegen klinkt gelach en gezang van luidruchtig feestende Ieren.
De zee was vriendelijk voor ons! We vonden de golven niet abnormaal hoog. Toch riep de kapitein vanmorgen af dat het schip 45 vertraging had wegens het slechte weer vannacht. Maar we zijn niet zeeziek geweest en dat zullen we fier kunnen vertellen aan al diegenen die erop gegokt hadden. Het regelmatig gedreun van de motoren en de deining van de zee was voor mij rustgevend. Als slechte slaper was dit voor René geen ideale nacht.
Zodra we aan wal gaan doen we inkopen. We rijden tot in Dunvargan. Daar vinden we een plaatsje op een heel rustige parking, met zicht op een klein haventje. Aan de andere oever zien we de feestelijk verlichte stad.
Zou er straks vuurwerk komen boven het water? Maar zolang kunnen we niet wachten. De vermoeiende bootreis laat zich voelen. We zijn doodmoe. Het wordt eten en naar bed. Geen oud op nieuw feest.
Vannacht goed geslapen. Maar wat een lawaai. De wind huilde en gierde en de regen smakte tegen Vroem. En wij lekker droog en warm in ons bedje in ons Vroemeke. Even nuanceren: René had kou. Zijn slaapzak is kapot. De rits gaat niet meer dicht.Gelukkig hebben we een resreveslaapzak bij, evenals een reservedekentje, reservepillamp enz Al die extra dingen komen soms toch van pas!
Nu staan we op de inrit van de carferry te wachten tot we op de boot mogen. De regen valt in bakken naar beneden. Maar het is windstil, het beste weer dus om een rustige overtocht te maken.
In de vooravond deden we een poging om naar het centrum van Cherbourg te wandelen. We hadden toch de hele dag in de auto gezeten en wilden wel wat beweging. Maar na een half uurtje gaven we het op: alles wat onder onze jas uitkwam was drijfnat. De kleren die we voorzien hadden voor op de boot zullen de nacht doorbrengen in Vroem op een handdoek.
20u20. We zullen dadelijk wel inschepen. Spannend! Nog nooit met de boot op reis geweest. Mensen vertelden ons de wildste verhalen over stormachtige overtochten in de Ierse Zee en natuurlijk over zeeziek zijn.
Wordt dit voor herhaling vatbaar of zal het onze eerste en meteen ook laatste bootreis worden?
Met Vroem begint onze vakantie op het moment dat we de motor starten. Morgennamiddag willen we in Cherbourg aankomen en de boot nemen naar Rosslare.
De reis verloopt naar omstandigheden rustig. Weinig vrachtwagens en weinig reizigers zo vlak voor nieuwjaar.
Voorbij Calais maken we een wandeling langs de zee, die daar krachtig tegen de rotsten zwiept. Mooi! Met onze warmste winterjas, muts en handschoenen kunnen we tegen de kou. Maar de windstoten zijn soms zo hevig dat ik moet opletten om niet te vallen
Onze dag eindigt op een parking, 50 km van Rouon. Lekker spagetti gegeten met al even lekker wijntje erbij. We luisteren naar het gekletter van de stortbuien en voelen de windstoten die Vroem heen en weer schudden.
Na onze vroegere tentavonturen die we nog niet vergeten zijn, is dat puur genieten om warm en droog te zitten.In bedstel ik me voor dat Vroem ons in slaap wiegt en aan de windstoten te merken, zal Vroem dat heel de nacht volhouden
Heerlijk koffie drinken op het strand in Meschendorfer Südstrand... een mooie afsluiter van onze eerste ervaring met een mobilhome. Ondanks alle technische tegenslagen is dit voor ons de leukste manier om te reizen.