Ik ben Walter Smeekens
Ik ben een man en woon in Rucphen (Nederland) en mijn beroep is Gepensioneerd agoog.
Ik ben geboren op 21/05/1936 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen; verhalen schrijven; foto's maken.
Ik ben gehuwd en heb 4 kinderen en elf kleinkinderen.
Toevluchtsoord van Maria voor allen die in nood verkeren.
In afwachting van de nieuwe Rucphense dorpskern: De jeu des boulesbanen.
De Rucphense wandelroute "Klavere Vrouwke"
Heideven in onze Heemtuin.
Lieve moeder Maria, zegen alle moeders die uw hulp zo hard nodig hebben.
Zomer 2009
Bloemencorso in Zundert Ieder jaar op de eerste zondag in september
De gedachtenisplaats, op de Belgisch-Nederlandse grens, aan het overlijden van een van Neerlandse beruchtste smokkelaars, tijdens de Eerste Wereld Oorlog [1914-1918]: "Klaver vrouwtje".
Rucphen, juweel in de Westhoek
Wat interessant is
10-04-2009
OVERDENKING BIJ DE PAASWEEK 2009 (deel II)
Veroveraars stellen meteen nieuwe bestuurders aan. Dat gebeurde in Wereldoorlog II toen Nederland de duitser Seijss-Inquart als rijkscommissaris kreeg en de Nederlander Mussert als hoofd van de NSB. De Romeinen deden zo iets dergelijks al in de oudheid. Zo stelde keizer Tiberius Pilatus aan als landvoogd in Palestina en benoemde hij een van hun mensen - Herodus - zogenaamd als "Rex" [=Koning] In datzelfde Palestina drukte ook de religie een groot stempel op de samenleving. Telken male als hun land bezet werd door een vreemde mogendheid, deed het geloof opgeld, dat er een sterke persoon (= de Messias) zou opstaan, om hun land te ontzetten. Profeten kondigden die dan aan. Zo ook nu. Volgens het volk was er Johannes de Doper. De asceet, die opriep tot boete doening, omdat de Romeinse bezetting een straf van God was. En als voorbeeld wees hij het zondige leven van Herodus aan. Een aanklacht die niet bepaald vleidend was voor de zogenaamde "grote Joodse leider". Gevolg: Herodus legde deze onheilsprofeet kort en krachtig het zwijgen op. Dat was regeren! Maar met een andere had hij meer porblemen. Die timmermanszoon uit Nazaret. Zeer duidelijk een levens gevaarlijk man. Hij had kontakten met gehandicapte bedelaars en zieken, zelfs melaatsen, die hij genas. En tot overmaat van ramp wist hij zelfs - volgens de verhalen - een dode tot leven te wekken.
En laatst had hij een intocht in Jeruzalem gehouden en had een hoop stampei gemaakt in de tempel. Niet dat dit laatste Herodus bijzonder stoorde, maar bij die intocht was er sprake geweest van "Koning der Joden". En dat laatste zinde Herodus allerminst. Het kwam hem dus bijzonder goed uit dat de Hogepriester de Nazareëner zocht, om hem uit te schakelen, omdat hij het lef had zich "Zoon van God" te noemen en als zodanig het uiterst lucratieve geldwisselstelsel de tempel - zijn Vaders huis, zo hij zei - uit te gooien. Een prima reden om die knaap uit de weg te ruimen. Alleen moest hij het nu heel subtiel aanpakken. Niet Herordus moest het vonnis voltrekken, maar de landvoogd Pilatus. Dus fluisterde hij de Hogepriester de te volgen route in. Wat hierbij bijzonder goed uitkwam, was zijn jaarlijks beleidsverslag aan de keizer. Als hij Tiberius kon vertellen dat de landvoogd niet bepaald een sterk Romeins beleid voerde, kon dat alleen maar positief voor de koning uitpakken. En wie weet, kon zijn schoonzoon dan wel eens op de stoel van Pilatus terecht komen. Als hij dit twijfelend beleid eens heel voorzichtig - zo langs z'n neus weg - aan de landvoogd liet merken, zou die wel komaf maken met die zoetsappige Nazareëner.
Herodus zag de donderbui voor Pilatus al hangen. Klem had hij hem zitten. Want uit angst voor een slechte rapportage zou hij die wonderdoende Jezus wel aanpakken. En wat Herodus uiteindelijk aan de keizer zou vertellen, was iets wat alleen Koning Herodus wist.
In de Christelijke traditie is de "Goede Week" [= de week voor Pasen] de belangrijkste tijd van het {kerkelijk} jaar. In deze week herdenken zij het ontstaan van het Christelijk geloof [aan het begin van onze Westerse jaartelling], voortkomend uit de overtuigings-overleveringen van het Israëlitische volk. Het was in die tijd, dat de Romeinse legers het overgrote deel van Europa, de Noordkust van Afrika en de westelijke delen van Armenië, Mesopotamië en Arabië onder de voet gelopen hadden. Waaronder ook het land van de Israëlieten.
Kaart Historische Schoolatlas
Precies zoals de Duitse legers in 1940 West Europa bezet hadden. Maar geen enkel volk wil zich door anderen de wet laten voorschrijven. Met hand en tand probeert men zich onder een dergelijke bezetting uit te werken. Aanvankelijk kleinschalig, door enkelingen. Maar spoedig krijgen zulke akties meer struktuur en zijn er ook meerdere personen bij betrokken. Dat de overvallers aan dit ondergronds gedoe drastisch een einde wilde maken, was duidelijk. De Romeinen willden dat in hun tijd ook. Bezetters nemen 't dan niet zo nauw met de medemenselijkheid. Wie verdacht werd, pakte men op. Zonder pardon.
Zo iemand werd dan voor zogenaamd 'verhoor' onderhanden genomen. Want men wilde 'namen en adressen' van medewerkers, of er die waren of niet. Dergelijke 'verhoren' waren beuls praktijken, waarbij de gevangene vaak meer dood dan levend, namen gaf, of bezweek. Kreeg men namen, dan was hun lot bezegeld.
Opgebouwde muurresten op de fundamenten van de boswachters woning. {Vloeiweide monument nabij Rijsbergen}
Zo werkte het in 1940 - 1945. En zo werkte het reeds destijds in het Romeinse Rijk. Wie niet horen wilde, moest maar voelen. En als afschrik middel werd zo'n afstraffing, of vonnisvoltrekking, publiekelijk vertoond.
Zwervend door het buitengebied van Rucphen waren we in deel twee van onze fotoreportage aangekomen in de wandel- & fietsrustplaats Het Ossekopke. En vandaaruit gaan we nu weer verder.
Naambord van de wandel- & fietsrustplaats in Rucphens buitengebied.
't Ossekopkes taverne met speeltuin
"Fietsen.. op de plaats rust!!"
Een van de mooie boswandelpaden
Een van de verharde fietspaden door de Rucphense bossen
De Rucphense heide
Waar zelfs voor onze mindervaliden ruimte te over is.
Fietsend door bos en langs heide en dat zo goed als in mijn achtertuin
Waar kun je als mens nog meer genieten?
Laat daarom voor het aangenaam verpozen geen lege flessen en dozen achteloos rond zwerven.
Komend uit die schitterende natuur nader je langs dit fietspad wederom Rucphen
Juist buiten het dorp tref je dan nog het Munnikenheide College.
Met dit kunstwerk in de voortuin
Via deze weg kom je dan vanzelf weer in de dennenbossen
U ziet het. Wie wil genieten van rust en natuur is van harte welkom.
Volgens de RK Bijbel schiep God het Paradijs Eenn schitterende tuin, waarin de mens mocht genieten. Helaas, de mens verpeuterde zijn geluk En moest de tuin verlaten. Ter blijvende herinnering aan die ideale plek Liet de Heer RUCPHEN EN OMGEVNG.
In dit tweede deel van de fotoreportage over mijn dorp neem ik u mee naar het gebied buiten de bebouwde kom. Ons zogenaamd buitengebied; op ± 5 à 10 minuten lopen vanuit het centrum.
De in 1912 door de gemeente gebouwde dokterswoning "Sonnevanck" [Thans particulier bezit.]
De voormalige burgemeesterswoning van Rucphen. Door burgemeester Crusio "Villa Lucia" gedoopt, naar zijn enige dochter.
O.B.S. {Openbare Basisschool} "Het Palet" De enige openbare school binnen de gemeente grenzen.
Senioren woon- & zorgcomplex "De Kerkakkers" {Hierin schuilt geen dubbele bodem, al zou men dit kunnen vermoeden1}
Het uitzicht van het senioren woon- & zorgcentrum Rucphen bestaat wel degelijk uit de kerk en de akkers. Dus: ...
De in vervallen staat verkerende Heimolen; overgenomen van de gemeente Boschenhoofd [was Hoeven en is nu Halderbergen] De gemeenteRucphen is voornemens er een touristische atractie van te maken.
Het naambord onder de wiekenas.
Het informatuiebord
Dit spreekt voor zich.
Dit zijn de eerste huizen van de stad Roosendaal [laatste nieuwbouw wijk 2008/2009] die en masse op Rucphen uitzien; met op de achtergrond de ondersteunende TVtoren.
En zo fietst men dan onze bosrijke omgeving in. [Ook achter je, zo getuige de fietsspiegel.]
Een van onze fantastische chaletparken.
De Langendijksestraat in lentetooi
Een van de verharde fietspaden door de bossen. {Allen opgenomen in de West Brabantse knooppuntrouten}
Wandel- en fietsrustplaats "'t Ossenkopke" [= Brabants voor Koolmees] een veel voorkomend vogeltje in naaldbossen.
Om het vijftal te voltooien, die samen de gemeente Rucphen vormen, is nu het kerndorp Rucphen aan de beurt. Het is het dorp waar mijn huis staat en waar ik reeds 36 jaar woon. Mijn dorp dus.
De entree van het kerndorp Rucphen
De Schijfsevaartkant richting dorpskom.
De Raadhuissaete Rucphens winkelgallerij.
De kernmerkende toren van het gemeentehuis
Eerste steen gelegd door Burgemeester de Weert in 1850
Het wapen van Rucphen in de gemeentehuistoren
Het markante gebouw tegenover de Raadhuisstaete.
De parkeerplaats "Raadhuisplein"
De RK Parochiekerk: "St. Martinus"
De Mariakapel. Aan de parochie aangeboden door de schooljeugd in 1936
De RK. Basisschool
Het naambord van de RK. Basisschool
Gemeenschapshuis "De Vaart"
Wijkgebouw van de Thuiszorg [Voormalig Wit-Gele Kruis gebouw]
De basis voor de rem op de ontwikkeling van het dorp St. Willebrord [vroeger 'Het Heike' genoemd] ligt al in 1287, bij de tweedeling van het graafschap Strijen. Bepalend voor het huidige grondgebied van St. Willebrord is: 1. De eerste grensregeling in 1290 van de tweedeling uit 1287; 2. De strichting van nieuwe heerlijkheden rond 1350 3. De vorming in 1810 van de huidige gemeenten Etten - Hoeven en Rucphen, waarbij het grondgebied van St. Willebrord werd opgedeeld tussen de drie voornoemde gemeenten, volgens de grensbepalingen uit de 14e eeuw.
De dorpsstraat in St. Willebrord vormde - destijds - de grens tussen de baronie van Breda en het markizaat van Bergen op Zoom. Hierdoor kwam St. Willebrord onder drie rechtsgebieden te liggen.
In 1929 verzocht de gemeente Hoeven het provinciaal bestuur om gebiedsuitbreiding met het dorp St.Willebrord. Helaas, voor hen, raakte West Europa in een dusdanige financiële crisis, dat het onverantwoord was de armlastige gemeente Hoeven uit te breiden met het economisch uiterst zwakke Willebrord. Alles bleef hierdoor bij het oude.
Maar na de tweede wereldoorlog stelde de gemeente Etten, in 1945, opnieuw de grenswijzigings kwestie aan de orde. De adder onder het gras zat in het voorstel, om een nader onderzoek in te stellen naar de beroepsbevolking van St. Willebrord {voor gezamelijke rekening van Hoeven, Etten en Rucphen} met het doel industrie aan te trekken. Hoewel de gemeenteraad van Rucphen hierin niet veel heil zag, stemde zij in en het onderzoek werd gestart. Ondertussen echter zocht de Rucphense gemeente raad contact met de nv EMFDordt [nv electromotorenfabriek Dordt]. Men kwam overeen, om op een 5 ha groot stuk heidegrond, tussen Rucphen en Sprundel, een nieuwe fabriek te vestigen, waardoor de uitkomst van het bevolkingsonderzoek in Willebrord niet meer van direct belang was, om industrie aan te trekken. Doch de burgervaders van Hoeven en Etten waren het in de tussentijd eens geworden over een verregaande gemeenschappelijke regeling ten aanzien van St. Willebrord, dewelke op 3 september 1947 definitief zijn beslag dreigde te krijgen.
Maar de gemeenteraad van Rucphen verklaarde zich unaniem niet accoord met de ontwerp-regeling. Hetgeen duidelijk in het Brabants Nieuwsblad [= regio krant] te lezen was.
Het zou hierna nog tot april 1951 duren alvorens men tot overeenstemming wist te geraken over de definitieve gemeenten grenzen. Op 26 april 1951 was het echter zo ver. De gemeente Rucphen zou voortaan officieel bestaan uit de kerndorpen: Zegge, Rucphen, St.Willebrord (totaal), Sprundel en Schijf. En dat is tot op heden nog zo. Bron: Gemeente Historie 1930-1980 door: A.J.M. Hezemans
Het kerkdorp Sprundel is veruit het oudst bekende dorp van de gemeente Rucphen. Reeds in 992 schenkt Hilsondis, gravin van Strijen, het goed van Sprundel aan de abdij van Thorn, waarvoor de hertog van Brabant als beschermheer optrad. Vandaar dat een deel van het Sprundels gebied: "Sprundel onder de hertog" genoemd werd. Dit gebied hoorde - zoals bleek uit de akte van 1198 - niet tot het land van Breda. Maar deze hertogelijke enclave was een doorn in het oog van de landheren van Breda en Bergen op Zoom en zij lieten dus niets onbeproefd om de grenzen van dit gebied zo eng mogelijk te houden. Daarin slaagden zij meer naarmate het gezag van de hertog taande. Vooral ten tijde van hertogin Johanna [1355-1406] zagen de landheren hun kans schoon. Zeker toen Johanna dringend financiën nodig had en in barre nood - in 1388 - geld leende van de heer van Breda met als onderpand haar hertogelijke gebieden. Sprundel was dus vanoudsher een heerlijkheid met eigen schout en schepenen, die rechtstreeks onder de hertog van Brabant stond. De uitgifte van de 'moergronden' tussen 1300 en 1350 vormen uiteindelijk de begrenzing van het grondgebied, waaruit later de gemeente Rucphen is ontstaan, met als oudste dorp Sprundel. Het is eerst met de komst van koning Willem I, 1 december 1813, dat aan deze zelfstandigheid een einde komt. Had keizer Napoleon - bij de herinrichting van het bestuur der Nederlanden - Sprundel nog als een eigen "Maire" [=gemeente] aangeduid, schout Joseh Voeten te Rucphen, protesteerde hiertegen heftig. Helaas het einde van de Franse overheersing was nabij. Napoleon werd in oktober 1813 verslagen bij Leipzig. Vandaar dat eerst uit de archiefstukken van 1814 blijkt, dat de naam van de gemeente: 'Sprundel en Rucphen' werd gewijzigd in: "Rucphen en Sprundel" en later in: "Rucphen en Vorenseinde". Doch de strijd om de bestuursmacht over het grondgebied Sprundel vond eerst in 1950 een {voorlopig?} einde. Op 22 juli 1950 kopte het Brabants Nieuwsblad nog: "Openbaar Protest van Sprundel tegen inlijving bij Etten." Bron: Gemeente Historie 1930-1980 door: A.J.M. Hezemans
In een oud archiefstuk uit 1357 is het volgende te lezen [vertaling]. "Hendrik van Boutershem en Marie van Merkshem verkopen aan Jan van den Houte, Jan Elewoutssone, Jan Beudijnssone en aan Pieter Zelle en Willem Bonarde: 37 hoeven moer en 55 1/2 hoeven wildert met het recht wegen en waterlopen aan te leggen en de rechtspraak te regelen." De latere heerlijkheid Rucphen dankt haar ontstaan o.a. aan deze verkoop, die ook ten dele de gronden bevatte van "de moer van der swerter scive" waaraan het dorp Schijf zijn naam ontleende. Maar door de stichting van nieuwe heerlijkheden en parochies werd het West Brabantse gebied zo verbrokkeld, dat de normale groei van 'Rucphen en Vorenseinde' verstikt raakte onder het warnet van bestuurlijke verhoudingen. Eerst na de Franse revolutie kwam hieraan een einde. Vandaar dat eerst in 1882 de parochie Schijf gesticht werd, op initiatief van de Rucphense kapelaan van Leyen. Op 22 november werd de kerk ingewijd. Maar in november 1914 trof het noodlot de nieuwe kerk. In de herfststorm van dat jaar woei de spits van de toren, hetgeen pastoor van Eekelen inspireerde om in z'n memoriaalboek te noteren: "De toren behoeft dan niet meer 's avonds binnengehaald te worden." Deze aantekening werd de aanleiding om de Schijvenaren voortaan ''Torensjouwers" te noemen. Doch de carnavalvierders vonden het een erenaam. En vanaf die tijd, tot op heden, wordt Schijf - tijdens het jaarlijkse narrenfeest - omgedoopt in "TORENSJOUWERSLAAND".
Bron: Gemeente Historie 1930-1980 door: A.J.M. Hezemans
Na Zegge is het nu de beurt aan Shijf. Het kleinste kerkdorp van de gemeente Rucphen.
De binnenkomst
Een van de woningen aan de rand van het dorp
Het dorpsbeeld van de Schijfse mens
Aangeboden door heemkundekring: "Swerter scive" [=zwarte schijf] in 2003
De spreuk op de vier zijden van de basisplaat. Rechts van vooraf bezien: "In eenvoud geboren ..."
Achterzijde: "In eenvoud gesterkt..."
Linkerzijde: "Opgedragen aan de mens die in de turf heeft gewerkt."
En naast De Scijvenaer aan de overzijde van de straat de ANWB wegwijzer {= paddestoel}
U kunt overal heen behalve naar Rucphen [lijkt het wel!]
Gelukkig is er de fietsknooppuntenroute van het SES West Brabant
De hoofdstraat van Schijf De Antoniusstraat
Het Rooms Katholieke kerkgebouw
Met ernaast de pastorie
Het gemeenschapshuis "Den Hoge Dries"
De RK Sint Martinus basisschool
Het ouderen steunpunt Sint Antoniushof
Het centrum van Schijf [met links "Kir Royal"] en in het midden de mini rotonde
Parkeer mogelijkheid voor de auto. Tevens fantastisch uitgangspunt voor: fietsroutes [knooppunt route SES West Brabant + Knooppunten netwerk Antwerpse Kempen {kaart 2}] en wandelroutes met het Nordic Walk knooppunten netwerk
Zelfs overnachten voor twee of maar dagen is mogelijk.
Het kerkdorp Zegge moet ergens in de 14e eeuw zijn ontstaan. Exacte gegevens, zoals een stichtingsoorkonde als die van Rucphen, ontbreken. Maar uit historisch onderzoek elders blijkt 'n woonoord Zegge te bestaan. Het eerste archiefstuk omtrent Zegge dateert uit 1717. Vanaf de 19e en 20e eeuw zijn meer daadwerkelijke gegevens bekend. Zo bestaat er 'n foto van het Zegs kapelleke uit 1920. Alsmede een advertentie om ter bedevaart te komen. Ook heeft in Zegge een standerdmolen gestaan, vanzelf in de Molenstraat. Deze is echter in juni 1908 afgebrand, aldus een krantenbericht in de Oudenbosche Courant. Van de latere stoomgraanmaalderij van de familie van den Broek zijn zelfs foto's uit 1925 bewaard gebleven. Tijdens de laatste wereldoorlog bouwden de Duitsers - binnen de realisatie van de Atlanticwall - een bunker langs de weg Breda-Etten-Roosendaal. Dit oorlogsbouwsel werd in 1976 gesloopt in het kader van de recontructie van rijksweg 256. Verder kent Zegge een rijk verenigingsleven. Met als meest bekende: de harmonie met drumband en de voetbalvereniging. De vijfde vinger aan de hand, die Rucphen zou kunnen heten, is een bezoek zeker waard Al was het maar om er even te onthaasten en een kaarsje te branden.
De gemeente Rucphen bestaat uit vijf kerndorpen. Vroeger KERKDORPEN genoemd. Ieder dorp heeft zijn eigen voorzieningen, alleen worden ze bestuurlijk uit een gemeentehuis bestuurd. En nu wil ik graag de overige vier dorpen de revue laten passeren. Te beginnen met ZEGGE.
Straten informatie over de gehele gemeente
Aanduiding van de dorpskern
De hoofdstraat van Zegge. De O.L. Vrouwestraat
De spoorlijn dwars door het dorp
Het beroemde Zegse kapelletje toevluchtsoord van Maria Bijzonder bezocht in de maanden MEI en oktober. [zie openigstijdenbord hieronder]
Stopplaats voor menige wandelaar, fietser en automobilist Voor even een moment van bezinning en het branden van een kaarsje.
H. Hartbeeld voor de kerk.
Germeenschapshuis de Nieuwenbergh. Thuishaven voor diverse verenigingen
Steunpunt voor senioren Vroegere Rooms Katholieke Sint Aloysius jongensschool. Alleen de voorgevel is bewaard gebleven
Voormalige ambtswoning van het hoofd van de jongensschool
De Onze Lieve Vrouwenstraat in zuidelijke richting.
Sportcentrum voor binnensporten. Zoals bijvoorbeeld: zaalvoetbal; folleybal; turnen; badminton; zwemmen e.d.
Daarnaast is aan dit sportcomplex ook een buitenzwembad en minigolfbaan verbonden.
En in zijn onmiddellijk omgeving liggen o.a.
Waarbij het skidomijn hiervoor reeds een vernoeming kreeg.
Doch een unicum vormt de:
Een Brabantse natuur- en landschapstuin gelegen tussen de knooppunten 74 en 76 van de West Brabantse SES-routes.
De tuin is open op alle werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur. De toegangsprijs is 1,50 p.p. of 7,== p.p. voor een jaarkaart. Wie wil weten hoe Westbrabant er in vroeger dagen uitzag, mag een bezoek aan deze tuin niet voorbij laten gaan.
Mijn zoon doet aan sportvissen. En zo af en toe krijg ik ook eens de gelegenheid om met hem mee te gaan. Vooral als hij weer eens wat nieuw materiaal op de kop heeft getikt. En dat was nu het geval.
Hij had een schitterende nieuwe werphengel gekocht en ik mocht mee om het ding eens uit te proberen. Vol enthousiasme vertrokken we naar de visplek. En daar mocht ik dan mijn kunsten vertonen. Eerst natuurlijk de juiste dobber gezocht.
Die gevonden en bevestigt, kon de worp gemaakt worden. Met een fantastische zwaai zwierde ik dobber en lijn de verte in. Helaas iets te ver, want het spul raakte verstrikt in het oeverriet aan de overkant. Maar niet getreurd. Met een forse ruk zou ik dat wel even hetstellen. Geen centje pijn. Maar waar ik geen rekening mee gehouden had, was die speedbaot racer. Voor ik 't wist, schoot hij tussen mij en de dobber aan de overkant door en pikte en-passant m'n vislijn mee. In minder dan geen tijd zat die hele lijn als een kluwe tussen de racebaotschroef en zijn buitenboordmotor. Ik zag het gelijk. Even dacht ik nog de hengel te kunnen vasthouden. Maar toen die race-figuur uit z'n boot sprong en met zevenmuilslaarzen op mij af kwam, begreep ik 't. Roets! .... Werphengel los en ....weg wezen!
Het was goed, dat ik me nog juist kon vastpakken, anders had ik met m'n hele klieken en klakken tegen de slaapkamervloer geslagen. Ik was wel meteen m'n bed uit. Hoe kan een mens zo raar dromen! Nog enigzins slaapdronken, trok ik m'n kamerjas aan en slofte naar de hal, om de krant te pakken. Maar helaas zag ik een halmatje een weinig over het hoofd. Had ik de val uit m'n bed nog kunnen voorkomen; nu was er geen moedertje-lief meer aan te doen. Languit belandde ik naast de krant op de halvloer. En wat zag ik als eertste? VRIJDAG DE 13e!
Mijn ochtendblad, BNdeStem regio Roosendaal, valt deze morgen met zijn gewone 'plof' op mijn deurmat. Niets bijzonders aan de hand, denk je dan nog. Maar als je hem open vouwt, verandert plotsklaps je dag. Je ziet:
Met een schok sta je een ogenblik - totaal uit het lood geslagen - stil aan de tafel, waarop je krant ligt. Stom staar je naar de gekopte bovenkant. Maar dan dwaalt je blik omlaag En wat je voor absoluut onmogelijk houdt, schijnt toch gebeurd. Ook aan de andere kant van de oceaan heeft zich een zelfde drama afgespeeld. En dan te bedenken dat het vandaag een feestdag zou moeten zijn. Tenslotte is een van mijn schoondochters jarig. De vrouw van mijn zoon! En het kind van hen zou ... een van die twee mannen hebben kunnen zijn. 'n Gedachtenflits. Meer niet. Maar toch. Je voelt je rugharen overeind komen. Die jongens hebben ook ouders en grootouders. En die lezen wellicht ook hun ochtendblad. Mijn God nog aan-ie toe! Nee! Mijn Mens nog aan-ie toe!! God staat hier buiten. Wij mensen doen dit elkaar aan. Waarom?
'n Bede drijft dan door mijn gedachten. "God geef me de innerlijke rust om de dingen te accepteren die ik niet kan veranderen; de moed om de dingen te veranderen die ik kan veranderen; en de wijsheid om het verschil te zien."
21.00 uur: De TV meldt terroristische dreiging in Amsterdam Ikeagebouw en de Arena en hun omgeving zijn afgesloten door de politie. Zeven mensen gearresteerd. Precies vijf jaar na de trein aanslag in Madrid. Verband? Men weet het nog niet.
Is dit alles dan totaal voor niets geweest? Onmogelijk! Er moet hoop zijn. Waar? In de meer dan zestig jaar dat het al vrede is in West Europa. Of beter nog in de gedachten dat God de Scheppende kracht in de kosmos is, die ons verstand ver te boven gaat.
Het schijnt zo langzaamaan tijd te worden om je tuin voorjaars klaar te gaan maken. Het zonnetje nodigt je daartoe uit. Tenminste zo om de twee á drie dagen. Want in de tussen liggende termijn, giet het soms water. En dat komt dan niet uit de tuinslang, maar puur uit de wolken. En onder dergelijke omstandigheden, voel ik me dus nog niet geroepen, om de tuinarbeid te gaan aanpakken. Sommige mensen zijn echter minder beangstigend en dus zonder omwegen begonnen. Die zijn echter moediger dan ik. Maar wie weet, wat nog niet is, kan komen. En hoewel ik niet ben van: 'stel maar uit tot morgen, wat ik heden kan doen', is het wat dit tuinwerk betreft wel zo. Hoe schaamvol dit ook moge zijn. Voor-als- nog neem ik me voor, direct te beginnen, als het weer wat meer meewerkt. Tenslotte is de weg naar Rome al sinds mensenheugenis geplaveid met goede voornemens. Dus kan de mijne daar ook nog wel bij. We zien dus morgen wel.
We verlieten het boerengedoeke van Klaasen, op het moment, dat de soldaat er z'n wacht had opzitten. Het snerpende schotgeluid hadden we nog juist gehoord. Maar dat dat geluid de gillende angstkreet van het konijn had overstemd, was ons toen nog onbekend. Bovendien hadden we ook niet vernomen, dat het schot ook een lichtflits tot gevolg had. Precies alsof er een bliksem door het zwerk kloof. Maar dat kon ook wel gedacht geweest zijn. De soldaat durfde nadien ook niet onomstotelijk te beweren, dat hij dat licht zelf gezien had. Hoe dan ook. Het schot was gevallen; het konijn blijkbaar getroffen en in ieder geval terstond verdwenen. Alsof het van de aardbodem was weggevaagd. Vandaar dat de landsverdediger, meer dan tevreden over zichzelf, beddewaarts gekeerd was. Het moet de andere ochtend zo tegen de klok van tienen geweest zijn, toen de boeren familie en het krijgsvolk in de keuken aan de koffie zaten en plots Sjo Slof kwam aanwaaien. Sjo - in het dorp beter bekend als Sjo-Kwezel - woonde, op d'r eigen allenig, in 'n oud vervallen krotje, in de geburen. De mensen wisten eigenlijk niet goed raad met haar. Ze leek te vuil, om zonder wanten aan te pakken. Maar aan de andere kant hielp ze altijd wel, waar ze helpen kon. Tenminste dat was het algemeen gedacht. En ze was ook een van de trouwste klanten van de pastoor. Iedere morgen zat ze - voor dag en douw - om zeven uur in de kerk. Samen met haar zilveren dooske met rozenkrans en een dik oud kerkboek. De naam Kwezel had ze dus niet voor niets. Maar deze voormiddag steunde en kreunde ze als een oude locomotief, die juist z'n laatste ritje had volbracht. "Wa doet 'r op Sjo?" informeerde de boerin vriendelijk. "Gao mar gaauwkes zitte. 'k Pak seffes 'n bakske veur oe." En ze schoof ondertussen uitnodigend een stoel bij. Met een zucht, alsof ze de voorbije morgen al een hele kar met hooi had opgestokken, liet Sjo zich op de stoel ploffen. "Mèènse, mèèns! Wa zei 'k blij da 'k zit! Wulde da wel gelôôve. M'n been!" "Wat is er met uw been?"informeerde een van de soldaten vriendelijk. "Och, manneke. Ge moest 's weete.. Pijn m'nne jong. Nie te zegge." "Oh ja? En waarom dan wel?" vroeg de man belangstellend. "'n Oôpe been héé, m'nne jonge. En da 's nie om te laache, horre." "Nee, dat zal wel niet," beaamde de soldenier. "Maar is daar dan niets aan te doen? Is er geen dokter die u helpen kan?" "Unne doktôôr?" sneerde Sjo. "Manneke, wij wôône op 'n durp. Nie in de stad!" "Woont hier dan geen doktor?"vroeg de man verwonderd. "Bijlange nie, man!"zei Sjo, langs het snauwen af. Hoe kon iemand ook zo stom zijn! "Wel," sprak nu de sergeant, die de avond tevoren de wacht in de schuur betrokken had. "Ik wil wel eens naar uw been kijken, hoor mevrouw." "Zeide gij dan unne doktôôr, ene?" vroeg Sjo min of meer ongelovig. "Doktor wel niet," antwoordde de milicien, "maar aan het front heb ik menige kameraad moeten helpen." "Wel as ge dènkt mèèn te kunne hellepe ... veuruit dan mar," en Sjo begon het windsel van haar been los te maken. Toen het verband verwijderd was, bekeek de sergeant haar been aandachtig. Schudde eens met z'n hoofd en haalde omzichtig z'n banjonet uit het foedraal. "Héé, héé! Wa godde nou allemaol klaor stôôve? Ge dènkt toch nie, da ge méé da waope in munne pôôt gaot peutere, héé kèèrel!" "Nee,"antwoordde de krijgsman. "Ik ga niet in uw been peuteren. Ik ga er heel uw voet afsnijden." "Zeide gij héélegaor van de koeie besnuffeld! Weg mee da mes! Wa dènkte wel? Za'k mun eige hier efkes invuliede laote snije. Rot gaauw op!" En met een katterapte schoot Sjo overeind en vloog de keuken uit. Sinds die dag heeft Klaasen nooit meer een mustert gemist en ook z'n kool bleef keurig op het veld staan.
Zondag 8 maart was het dan weer zo ver. Honderden wieler enthousiasten waren uit heel Nederland en België gekomen om de nieuwelingen en amateurs van de wielersport in deze eerste voorjaars omloop gade te slaan. Een heerlijk lentezonnetje veraangenaamde het verblijf langs de straten en zorgden er voor, dat de wielrenners er behoorlijk de sloffen in zetten. De wind hielp mee, om het koren van het kaf te kunnen scheiden. Op die manier ontstond er een leuke spel, hetgeen uiteindelijk resulteerde in de overwinning van een Zweed. Deze jongen, die voorheen vreselijk last had van het 'waaier rijden' [wat hij van huisuit niet kende] en de 'kasseien' [kinderkop-straatstenen] - die hij ook niet gewend was - had echter in een jaar tijd veel bijgeleerd. En toen er nog slechts drie van de 145 en 'n halve kilometer te rijden waren, nam hij de kuierlatten en wist niemand hem meer te volgen. De Zweed Johan Landström [zo heette hij tenslotte] werd de eindoverwinnaar van de 33e voorjaarswielerklassieker van de gemeente Rucphen. Hulde!
De verkeerspolitie voorop.
Gevolgd door de verkeersregelaars
De wedstrijdleiding voorop in de geneutraliseerde zone bij aanvang
In onze straat is zo maar spontaan de lente voor de dag gekomen, terwijl de officiële winter nog gaande is. Maar een speels zonnetje, dat af en toe door het wolkendek piept, heeft enige plantenbolletjes doen ontwaken. Zonder de minste angst steken zij hun bloemknopjes uit de grond, want de warme zonnenstraaltjes vertelden hen, dat de lente aanstaande was en dan moet je het leven onmiddellijk opzieren met de mooiste kleuren. En laat ze dat nu juist doen vóór onze seniorenwoningen! Je ziet het: voor optimisme is het nooit te laat. Je kunt wel eens denken: "Wat een pest-die-mist!" Maar wees er van overtuigd. "Het trek wel op-die-mist!" En je ziet het. Geweldig, wat een kleurenpalet. En dat zomaar verborgen in de grond!.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Gemeentehuis Rucphen
Ik weet niet hoe ik moet bidden; Ik weet niet wat te zeggen; Ik heb niet veel tijd. Wat dan?
Het lichtje dat ik offer is: 'n beetje van mijn bezit, 'n beetje van mijn tijd, 'n beetje van mijzelf, dat ik achterlaat voor Maria.
Dat stralende lichtje stelt mijn gebed voor, dat ik voortzet terwijl ik wegga. -.-.-.-.-.-.- Muurgebedje uit Mariakapel Horendonk
Ginds ver aan de einder, Daagt ' t Mariaoord, St. Willebrord; Met in zijn schaduw De Vlegter & de Kim.
Een restantje Paradijs. [om 't nooit te vergeten!]
Mijn lief sprak en zei tot mij: "Sta op, liefste, mijn schoonheid, En kom naar mij. Want voor jou is de winter voorbij, De regen is opgehouden en verdwenen De bloemen ontluiken uit de aarde De tijd dat de vogels zingen is gekomen. Dus ... Sta op mijn liefste en kom naar mij."
Dit nooit meer. Dodenherdenking 4 mei 2009
Zij gaven hun leven voor onze vrijheid. Vloeiweide Rijsbergen