Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
05-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.deel 1/12 Raket met duizend gezichten.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Raket met duizend gezichten.

%%%FOTO1%%%

Deel 1.

Saterozen.

              Jan fietst in zijn korte short door de Dorpstraat. De punten van zijn stofjas plakken nat aan zijn billen. Hij had de tijd niet genomen om te schuilen. Enkele kinderen die in een plas spelen wijzen hem lachend na: “Kijk,” joelen zij, “die vent heeft geen broek aan.” Jan doet alsof hij niets hoort. Hij houdt zijn aandacht op de twee zakken die aan zijn stuur bengelen. Hij wil zijn nieuwe aanwinst niet laten botsen. Het plastic zou kunnen barsten.

              De foto in het boek eist haar volle aandacht. Toch vindt ze deze de meest lachwekkende van allemaal. Spullen die zij normaal in de vuilbak kiepert zitten hier netjes aaneengelijmd en vormen samen één geheel. Kunst noemen ze dat! Een kleuter kan beter. “Toch moet het kunnen,” denkt ze. Ze heft haar blonde hoofdje even omhoog, maar de woorden onder de foto trekken opnieuw haar aandacht. ‘Niet alleen het object, maar ook de omgeving draagt bij tot het slagen of niet slagen van een kunstwerk.’ Zachtjes sluit ze haar ogen en de woorden sijpelen langzaam dieper, wilde plannen worden stukje bij stukje vastgelegd. Ze is zo diep in haar lectuur verzonken dat zij de laatste nieuwe hits niet eens hoort. De radio staat nochtans op tien.

Dat kan ze, de muziek keihard en toch met volle aandacht een boek lezen.

De livingdeur vliegt open en botst met een klap tegen de muur van de bergplaats. Jan probeert ze nog snel tegen te houden maar door naar de klink te grijpen rijst een plastic zak uit zijn handen. De zak met de koffiezetter klettert tegen de stenen vloer. Een droge knak doet hem beseffen dat iets breekt. De harde vloek doet dan ook niet op zich wachten. Hij kijkt naar de tafel en zucht. Met zijn vrije hand veegt hij de borden, koppen en vorken opzij. De tweede plastic zak die hij nog in zijn hand heeft zet hij op de vrijgekomen plaats. Weinig hoopvol bukt hij zich om de andere zak op te rapen, kijkt er even in en zet die dan ook op tafel.

“Wat een lawaai, dat horen ze tot op de hoek van de straat.” Jan probeert boven de bonkmuziek uit te komen en dat lukt hem zelfs, maar Yvette merkt er niets van. Schijnbaar slapend zit ze rustig met gesloten ogen in haar zetel, maar het boek in haar handen zit zo geklemd dat zelfs een slaapwandelaar het niet zou kunnen nadoen. In lange pas gaat hij naar de radio en draait de volumeknop met een ruk linksom. De harde metalen klanken blijven even luid zijn oor doorboren. Het kreng wil gewoon niet stiller.

“Wat een rommel,” mompelt hij en bonkt tweemaal op de houten kast. De radio valt stil. Yvette draait rustig een bladzijde om en leest de commentaar van de criticus. Jan staat weer terug aan de tafel en schuift nog wat borden opzij. Hij neemt de tweede koffiezetter uit de zak: “Yvette, ben jij ooit op een rommelmarkt geweest?” Glunderend kijkt hij naar zijn aanwinst. Yvette ligt alweer met gesloten ogen op de bank.

“En volk dat er was,” vertelt Jan verder. “Je kon er over de koppen lopen. Op sommige momenten was het onmogelijk om bij de kramen te komen. Een duizendste luk dat ik dit hier nog gevonden heb. Ik vroeg nog garantie maar dat geven ze natuurlijk niet op een rommelmarkt.”

Yvette opent haar ogen. “Hoeveel geld heb je gekregen om die rommel mee te nemen?”

“Gekregen, gekregen. Ik stond aan de andere kant van de kraam, daar moet je betalen. Maar van die twee maak ik ene goede.” Fier heft hij een koffiezetter omhoog. Een snoer waarvan de stekker ontbreekt, bengelt aan het toestel. Enkele druppels bruin vocht druipen langs de draad naar beneden en petsen op de tafel.

“Twee euro.”

Voorzichtig zet hij het vuile ding weer neer en neemt het tweede toestel van de tafel. Snel draait hij de verse barst in het omhulsel naar hem toe en heft het ding ook in de hoogte: “Twee en een halve euro. Met de stekker er nog aan.”

“Had die rommel maar laten liggen. Je had dat geld beter in onze leefpot gestoken.” Voordat Jan kan antwoorden springt de radio weer keihard aan en een schrille vrouwenstem krijst: “ I want, you will hear me.” Jan smakt de koffiepot op de tafel, het gebarsten stuk plastic springt los en valt verloren op de stenen vloer. In drie passen is hij in de hoek en bonkt tweemaal hard op het houten meubel met als gevolg dat een luid irriterend gebrom de kamer vult. Yvette staat rustig op en wandelt naar de hoek van de kamer bukt zich en trekt de stekker uit de contactdoos. Stilte!

“Nog zo een prachtoccasie. Rommel waar je vijf euro voor betaald hebt. Daar hadden we ook beter brood van gekocht.”

Maar Jan wil liever een ander onderwerp aansnijden en vraagt snel: “Wat ben je aan het lezen? Hé, je hebt de tafel nog niet afgeruimd. Het was toch uw beurt vandaag!” “Geen roman zoals je zou denken, maar een boek over Kunst. ‘KUNST EN ZIJN

OMGEVING’ Daar ga ik nog geld mee verdienen. Veel geld.”

Jan neemt een hamer en klopt zachtjes op het deksel van een koffiezetter.

“De enige juiste plaats voor kunst is op het containerpark.” Het deksel barst en splitst in drie stukken. “Kunst is tijdverspilling en kunstenaars zijn allemaal armoezaaiers. Als ze dood zijn geven andere zotten, kunstkenners zogezegd, miljoenen voor een stuk doek met hier en daar een streep verf op. Pure geldverspilling.” De drie stukken van het deksel schuiven over de grond.

Met een strijdlustige blik springt Yvette recht. “Twee versleten, vuile koffiezetters, dat is pas geldverspilling. En wil ik eens wat zeggen: de enige die hier geld binnenbrengt dat ben ik. Waarom zou ik hier dan staan afwassen en de tafel afruimen? Wanneer iemand de tafel nodig heeft, dan moet hij zelf maar afruimen. En dan kan hij ineens afwassen ook.”

“Bij jou is het ook maanden geleden dat je nog iets in de leefpot gestoken hebt. We zijn bijna blut. En daarbij ik werk toch ook.”

“Werken? Jij werken? Dat is nieuw.”

“Ah wel ja, ik werk. Koffiezetters herstellen. Als ik van deze twee er ene goede maak dan verkoop ik die en van dat geld koop ik weer twee kapotte en dan herstel ik die weer en dan verkoop ik die weer en dan koop ik…” “Vergeet maar geen adem te halen anders stik je nog.”

“Och ja, lach er maar mee.”

Yvette gaat recht voor hem staan en kijkt hem vrank in de ogen. “Waarom zou ik er niet mee lachen? Jij koffiezetters maken van die rommel daar?“ Venijnig wijst ze naar de tafel. “Zie maar dat ze niet ontploffen.” Even wacht ze, maar voordat Jan kan antwoorden zegt ze uitdagend: “Wel, ik maak een akkoord met jou. Ik zal terug in het huishouden helpen vanaf het moment dat jij je eerste euro verdiend hebt. En nu, trek maar je plan met de afwas en de tafel afruimen. En naar de winkel ga ik al lang niet meer. Saluut.”

Yvette gaat terug liggen en verdiept zich weer in haar boek. Jan begrijpt dat de discussie afgelopen is. Verslagen ruimt hij de tafel af, gaat naar de keuken en zet zich aan de afwas.

Nestor komt langs achter de keuken binnen. Onmiddellijk controleert hij de kamer. De kastdeur staat half open, de pan steekt met haar steel uit over het vuur, een keukenhanddoek hangt verfrommeld aan het rek, de anderen liggen verspreid over de grond. Hij kijkt naar de afwasbak, het schuim rijst boven het aanrecht uit.

Eerst hangt Nestor de handdoeken netjes geplooid over het rek en strijkt met zijn hand de laatste rimpels glad, hij sluit de kast en geeft de pan een kwartdraai zodat die weer veilig op het vuur staat. “Jan, je gebruikt te veel zeep. Je hebt meer schuim dan water. Trouwens wat sta ‘jij’ hier te doen? Is Yvette ziek? Het is toch haar beurt vandaag om af te wassen?”

“Nee, Yvette is niet ziek, ze had geen tijd.”

“Hoe geen tijd? We hadden toch een afspraak!”

Jan zucht: “Ze wil niet meer meedoen.”

Nestor neemt de moor van het vuur en vult hem met water. Met het schotelvod kuist hij zorgvuldig de onderkant af en zet de moor weer op het gasvuur. “Hoezo niet meer meedoen? Wilt ze weg? Heeft ze een andere woonst gevonden?”

Jan grist ruw een handdoek van het rek. Eén valt er op de grond, de andere hangen weer scheef en schots te dansen.

“Bijlange niet, waar zou ze naartoe gaan. Ze is hier veilig. Wie gaat er nu een computerspecialiste zoeken in een kraakpand.”

Nestor schuift de handdoeken weer zorgvuldig op het rek en wrijft zorgvuldig met zijn hand erover en begint te mompelen meer tegen zichzelf dan tegen Jan: “Ik kan dat zo niet zien liggen, ik zou wel willen maar dat moet allemaal in orde zijn.” Hij raapt de handdoek van de grond. Terwijl hij deze op het rek hangt beseft hij dat hij het vuur nog niet aangestoken heeft. Automatisch kijkt hij over zijn schouders maar ziet geen lucifers op de kast liggen. Hij wrijft met zijn linkerhand de plooien van de handdoek glad, trekt enkele schuiven open nog steeds op zoek naar stekskes, hij snuffelt op het aanrecht en kijkt vragend naar Jan. Maar Jan zit met zijn gedachten ver in het verleden. Ooit lang geleden heeft hij ook nog computers verkocht. Yvette kwam toen af en toe in de winkel. Op zekere dag vertelde zij hem dat ze saxofoon speelde, als hobby. Met een glimlach denkt hij aan zijn trompet die nu naast zijn bed staat. Het is het enige dat hij meegebracht heeft naar het kraakpand. Zijn enige troost en vriend nadat zijn vrouw hem verlaten had.

“Jan, voor de derde maal, weet jij waar de lucifers zijn? Ze liggen weer niet op hun plaats.”

Jan schrikt op en kijkt vluchtig rond. Hij gooit de handdoek op de kast die prompt van het blad afrijst, onverschillig voelt hij in zijn zakken. Nestor neemt als een robot de handdoek van de grond, vouwt hem netjes op en hangt hem aan het rek. Met zijn rechterhand wrijft hij hem extra glad. Jan heft een nog natte pan op en vindt de lucifers drijvend in het sop. Hij draait zich stilletjes met zijn rug naar Nestor, schudt de druppels van het doosje, wrijft het droog over zijn stofjas en geeft het aan Nestor.

“Binnenkort eten we netelsoep in plaats van tomatensoep met balletjes,” waarschuwt Jan hem terwijl hij zijn handdoek terug wil nemen. Te laat, Nestor had hem al gevonden. Ruw neemt Jan een nieuwe handdoek van het rek. Weer komen er enkelen mee en schuiven van het rek op de grond. Nestor bukt zich al maar Jan roept: “Laat die nu maar liggen. Die raap ik straks zelf wel op.”

Nestor kan het niet laten. Hij raapt de handdoeken op, plooit ze netjes in drieën en hangt ze weer aan het rek. Met zijn hand wrijft hij de plooien glad. “Wat bazel jij nu allemaal. Netelsoep in plaats van tomatensoep met balletjes? Heb je soms ruzie gehad met Yvette?”

Jan draait zich om en zet een afgedroogd kopje in de kast. “Ruzie, nee eigenlijk niet. Ik zei alleen dat de tafel nog niet afgeruimd was en ze was precies op haar teen getrapt.”

Nestor neemt het kopje en zet het op het juiste schap. “Ja Jan, maar HOE heb je dat weer tegen Yvette gezegd? Je weet toch dat ze niet gecommandeerd wil worden.

Heb je dat wel vriendelijk genoeg gevraagd? Weet je wat, ik zal eens een heerlijk potje koffie zetten. Met kokend water en een oude koffiebeurs, de enige echte koffie.” Jan geeft de koffiepot aan Nestor: “Nog altijd op grootmoeders wijze zeker?” grinnikt hij.

Minutenlang blijft het stil. De moor begint te zingen en Nestor giet het hete water in de beurs. Heerlijke dampen stijgen op en vullen de keuken. Jan neemt een kop en begint die af te drogen: “Deze morgen ben ik naar de rommelmarkt geweest. Toen ik thuis kwam was ik kletsnat van de regen, mijn kleren plakten aan mijn lijf, het water stond in mijn schoenen en mijn nat haar droop voor mijn ogen. Ik stond daar in de woonkamer met twee plastic zakken in mijn handen die ik kwijt wou maar de tafel was nog gedekt. De radio stond keihard en madame lag met haar luie kont in de zetel rustig een boekje te lezen. Dan moet je lief en vriendelijk blijven: ‘Yvetteke ben je de tafel niet vergeten af te ruimen, mijn kind? Nee, ik was niet vriendelijk. Ik vroeg haar om plaats te maken, maar mijn stem was niet luid genoeg. De radio stond op tien. Ik nam de twee zakken in mijn linkerhand en draaide de volumeknop linksom. Zonder resultaat. De beat bleef om mijn oren slaan. Ik bonkte wild met mijn vrije vuist op de radio die plots stilviel. Oef! Stilte. Ik schoof wat borden en pannen opzij zodat ik wat plaats kreeg voor mijn nieuwe aanwinst, want ik had die twee zakken nog steeds vast in mijn linkerhand. Ik begon te vertellen over de rommelmarkt maar ze onderbrak me en vertelde me droogweg dat zij de enige is die geld binnenbrengt en dat zij geen huishoudelijk werk meer wil doen. Niet koken, niet afwassen, niet kuisen, kortom niets meer.”

Droevig zet Jan de afgedroogde kop op het schap. Nestor neemt de kop en zet die een schap hoger, op het juiste schap. Plots ziet hij het, het bord naast de ondertassen. Brokken etensresten hangen nog aan de onderkant vastgeplakt. Moedeloos neemt hij het bord uit de kast en schudt meewarig met zijn hoofd.

“Niets meer, hoor je dat, ze doet niets meer,” herhaalt Jan.

“Ja, ja ik heb je wel gehoord. Als ik je goed versta wil Yvette beweren dat zij de enige is die geld binnenbrengt en dat zij daarom in het huishouden niet meer wil helpen. Ja, en het ergste is dat zij nog gelijk heeft ook. Zij is de enige die geld binnenbrengt,” antwoord Nestor met een ernstig gezicht en terwijl hij het bord aan Jan geeft, “dat bord is niet goed afgewassen, er hangen nog patatten aan de onderkant.” Jan neemt het bord aan en draait zich met zijn rug naar Nestor. Met zijn handdoek wrijft hij de patat eraf en geeft het bord terug. “Wat ik gekocht had was weggegooid geld beweerde ze en zolang wij geen geld in de leefpot steken wil zij niets meer doen in het huishouden. En winkelen, kan ze niet. Ze durft niet eens op straat te komen.” “Dat zou ik geloven, sinds zij dat computervirus in de wereld gestuurd heeft. Ze is als de dood dat iemand haar zou herkennen.” Nestor giet weer kokend water op de koffiebeurs. “Niets zo lekker als koffie uit een beurs. Nogal wat beter dan die papieren filters. Papier, dat trekt op niets, papieren filters proef je altijd. En, wat heb je dan eigenlijk gekocht op de rommelmarkt?” “Een koffiezetter”, zegt Jan droogweg.

“Een koffiezetter? Zo één met een papieren filter? Ja, dat is weggegooid geld. Niet moeilijk dat Yvette kwaad was. Wie koopt er nu een koffiezetter?”

“Ik mocht hem meepakken voor geen geld.”

Met half toegeknepen ogen vroeg Nestor: “Gratis, voor niks?” “Zo goed als,” verzwakt Jan zijn uitspraak.

“Hoeveel heb je dan eigenlijk betaald? Of mag ik het niet weten?”

“Twee euro. Dat is toch voor niks.”

“Is dat voor niks?… En werkt hij nog?”

“Nee, maar ik heb een tweede gekocht en van die twee maak ik ene goede.”

“Ook voor twee euro?”

“Nee, voor twee en een half. Er zat nog een stekker aan.”

“Wie geeft er nu geld voor een vuile versleten koffiezetter en dan nog ene zonder stekker.”

Jan kijkt paniekerig. “Het is maanden geleden dat Yvette nog iets in de leefpot gestoken heeft. Straks hebben we geen geld meer en dan moeten we netelsoep eten in plaats van tomatensoep met…”

“Met balletjes, ja, ik weet het al en daarom…” Nestor wacht even en giet nog eens heet water op de koffiebeurs. “Eerst nog een snuifje zout en de koffie is dadelijk klaar.”

“En daarom…? Zout en de koffie is klaar? Is dat de oplossing? Waarvan denk je binnenkort die koffie te betalen? We hebben weldra zelfs geen zout meer. De koffie is klaar; dat is nu de oplossing. Onze Nestor heeft gesproken.”

“Wacht, wacht eens wat, zenuwachtig ventje. Laat me eerst eens uitspreken.”

“Maar zeg het dan. Dat moet bij jou ook altijd zo lang duren.”

“Als je er niet tussenkwam was het al lang gezegd. Zwijg nu even en luister,” hier wacht Nestor even alsof hij niet goed weet hoe hij verder moet. “Omdat we altijd afhankelijk zijn van Yvette moeten we daar iets aan doen, en daarom… Ik heb het eigenlijk direct willen zeggen toen ik binnenkwam maar ik zag jou aan de afwas en ik was zo verbaasd dat ik eerst moest weten waarom Yvette er niet stond.”

“Ga je het nog zeggen of moet ik het uit uw neus peuteren?”

“Geduld man. Luister. Je kunt aan iets beginnen zonder na te denken of je kunt op veilig spelen. Als je iets wil bereiken moet je dat voorbereiden, op lange termijn denken. Zeker spelen. Er is niets zo zeker om geld te verdienen dan je handen uit de mouwen te steken.”

Jan kruist zijn armen en kijkt naar het plafond. “Ja, en wat zoek jij dan te gaan doen op lange termijn?” Koffie gaan verkopen soms? Koffie op grootmoeders wijze, met of zonder zout!”

“Ik heb thuiswerk aangenomen.”

“THUISWERK?! Wat voor iets dan? Enveloppen vouwen zeker? Thuiswerk, daar verdien je het zout op uw patatten nog niet mee. Of liever het zout voor in uw koffie.” Nestor draait zich naar de keukenkast en neemt voorzichtig een handdoek van het rek. Stilzwijgend vouwt hij die open op het tafelblad. Met beide handen strijkt hij het doek glad en zet twee kopjes op de handdoek.

“Neen geen enveloppen, plastic bloemen.” “Plastic bloemen?” vraagt Jan ongelovig.

“Ja, kunstbloemen. Bloempjes op steeltjes zetten.”

“Kunst! Spreek me niet van kunst. En zeker niet van kunstenaars. À propos, wat betaalt dat die KUNSTbloemen?”

Nestor giet opnieuw water in de beurs en tikt met een mes even op de rand van de pot. “Twee euro per doos.” Hij wacht even en omdat Jan niet onmiddellijk reageert: “Tien dozen is twintig euro.”

“Ik kan ook wel rekenen, maar hoeveel bloemen zitten er in zo een doos?” “Ongeveer honderd zeker?”

“Hoe? Weet jij dat niet? Knappe voorbereiding. Oké. Neem nu honderd bloemen. Dat is dan 2 eurocent per bloem. Ik zal wel koffiezetters maken. Dan kan ik zelf mijn prijs bepalen.”

“De vorige keer heb jij de wasmachine gemaakt. Heel de straat zat zonder licht.” “En alleen maar opsteken?”

“Nee. Insteken, de stekker insteken. Een vonk van een meter knalde uit het stopcontact, alles zag zwart en overal in de straat ging het licht uit. Knappe stielman ben jij.” “Nestooor. Ten eerste gaat het hier over bloemen, kunstbloemen ineensteken. En ten tweede die vonk kwam niet door mij. Dat was die wasmachine. Maar die bloemen, is dat alleen maar zo een knop op een steeltje steken?”

“Ja, zoiets. En dan inpakken ook natuurlijk.”

“Nestor, ze bellen. Ga jij opendoen of ik?”

“Yvette is daar, die zal wel opendoen.”

“Is dat niet gevaarlijk voor haar?”

“Ze zal haar pruik wel opzetten, zeker.”

“En haar uilenbril, dan herkent zelfs haar eigen moeder haar nog niet. Zeg die bloemen, die moet je toch niet volledig monteren of wel?”

“Och jong, ik weet er het fijne niet van. Straks brengen ze de dozen en dan maken ze een paar voorbeelden. Hier, uw koffie, laat hem maar niet koud worden.” “Een kleine demonstratie zal wel nodig zijn. Ik zou niet weten hoe men daaraan begint, een plastic bloem ineensteken.”

“Dat kan niet moeilijk zijn en als iedereen meehelpt, is zo een doos direct vol.” “Nestor, spijtig maat, maar ik ga koffiezetters maken. Die twee koffiezetters is nog maar een begin. Ik maak er ene goede van en verkoop die. Van dat geld koop ik vier oude toestellen en zo groeit mijn zaak en binnenkort...”

“Ja, ik begrijp het al. Je laat mij zitten met mijn bloemen. ’t Is niks, ik vraag het wel aan Yvette en als die helpt kom je vanzelf terug want jij wilt toch zoveel mogelijk bij Yvette zijn.”

“Wat is daar verkeerd aan? Yvette heeft ook haar goede kanten. Zij kan tenminste mee met de moderne tijd. Jij leeft nog in de middeleeuwen. Koffie zetten met een moorke! Phoe.”

Nestor weet wel dat hij niet supermodern is, maar hem uitmaken voor ouderwets, dat kan hij echt niet verdragen. Nestor kuist zwijgend voor zich uitstarend het vuur af en sluit de twee openstaande kastdeuren. Met het hoofd recht omhoog stevent hij naar de woonkamer. Vóór hij de keuken verlaat kijkt hij nog even om of alles in orde is.

“Hé Nestor, uw koffie, je vergeet uw kop koffie.” Maar Nestor is de deur al uit.

              De volgende morgen zit Jan in de woonkamer. Zijn tafel ligt vol gereedschap: een boormachine, twee hamers, een trektang, een stel schroevendraaiers en twee koffiezetters waar van één nog slechts de onderdelen te zien zijn. Het omhulsel ligt op de hoek van de tafel, klaar om er af te vallen. Nestor en Yvette komen binnen. Yvette met haar kunstboek in de hand. “Wel Jan, is de afwas al gedaan?” vraagt ze met licht leedvermaak.

“Je weet hé Yvette, als ik iets kan doen voor jou, dan is niets teveel hé,” antwoordt Jan opgewekt.

Nestor en Yvette blijven naast de tafel staan. “Wat ben je nu weer aan het ineen prutsen?” vraagt Yvette niet echt nieuwsgierig.

Jan houdt net enkele stukken van de koffiezetter aan elkaar: “Yvette, geef die tang daar eens, ik kan dit niet loslaten.” Nestor komt wat dichter en wijst met zijn vinger naar de koffiezetter. “Die vijs zit scheef.”

Jan draait het toestel naar zich toe om naar de vijs te kijken maar de koffiezetter schuift uit zijn handen en valt prompt uit elkaar. Enkele stukken kletteren op de grond. “Zie je nu! Waar bemoei jij je mee? Zie maar dat uw bloempjes niet scheef staan.”

Terwijl Jan onder tafel kruipt om de stukken op te rapen vraagt Yvette heel verwonderd: “Bloemetjes? Welke bloemetjes?”

Jan komt weer onder de tafel uit en stoot zijn hoofd tegen het tafelblad. “Au. Verdomme, rot tafel! Weet jij dat dan nog niet van die bloemen? Wel ja, meneer daar, meneer vindt dat we niet genoeg te doen hebben. Hij heeft thuiswerk aangenomen.” Nestor die wat verveeld zit met de zaak sorteert de vijsjes op tafel: de grote vooraan en de kleinere ernaast, de rondellen netjes eronder en op de laagste rij de moeren. En omdat Jan niets meer zegt, geeft Yvette Nestor een por in zijn zij.

Nestor schrikt op en kijkt Yvette schaapachtig aan: “Yvette jij bent toch ook met kunst bezig, niet? Wel dit zal je dan zeker interesseren. Kunstbloemen! Dat is echt iets voor jou. Je kunt er bij gaan zitten en het is een schoon tijdverdrijf. We vervelen ons hier toch maar.”

“Vervelen? Jij misschien wel maar ik moet dat hier terug ineen krijgen. En blijf van die vijzen af. Ik mankeer er precies al één,” werpt Jan er tussen.

Yvette gniffelt en wijst naar Jan. “Jij, jij mankeert al lang een vijs. À propos is die koffiezetter nog niet klaar? Ik heb wel zin in een lekker kopje koffie.”

Jan die terug onder de tafel gekropen is komt er weer onderuit, ditmaal voorzichtig om zijn hoofd weer niet te stoten. Hij knikt naar Nestor terwijl hij naar Yvette kijkt.

“Vraag het maar aan hem daar die maakt nog koffie met een koffiezak.” Zonder verder aandacht aan de anderen te geven, neemt Jan een tube lijm en begint de stukken plastic in te lijmen. De nog open tube lijm legt hij naast zich op tafel.

Nestor wil weten of Yvette nu mee wil werken of niet en begint haar te paaien. “Zeg Yvette, ik heb gehoord dat jij niet meer wil helpen in het huishouden. Dan heb jij toch wel wat meer tijd vrij. Zie jij daar niets in? Zo met gedrieën samen gezellig plastic bloemen ineensteken en het verdient nog goed ook.”

“Goed verdienen? Met plastic bloemen te maken? Daar verdien je het zout op uw patatten nog niet mee!”

“Jullie hebben precies afgesproken, jullie twee. Jan zei dat ook al. Maar ik zal jullie één ding vertellen: je kunt beter thuiswerk doen dan niks te eten te hebben.” Vol overtuiging zet hij zijn beide handen op de tafel en omdat er geen reactie van de anderen komt gaat hij verder: “Een mens voelt dat aankomen. De sfeer is gespannen, sommigen willen niet meewerken, anderen gaan zotte dingen doen en je begint je af te vragen hoe dat komt! Maar iedere keer dat je geld uit de leefkas haalt voel je de bodem dichterbij komen. Een mens denkt verder en denkt aan zijn eten. Dat is alles.” Nestor heft zijn arm weer op en een blad papier kleeft aan zijn mouw. Een bundel lijmdraden rekken zich uit van de tafel naar zijn mouw. Nestor kijkt het kleverige gedoe aan en probeert de draden los te trekken maar hoe meer hij beweegt, hoe langer de draden worden. Yvette wil zich verweren en als Nestor naar de keuken wil gaan om de draden lijm aan zijn mouw af te kuisen houdt zij hem tegen: “En daarom heb jij thuiswerk aangenomen, met het gedacht dat iedereen hier tegen honderd in het uur plastic bloemen zou gaan maken. En dat voor een appel en een ei.” Jan proest het uit, maar Yvette wijst nu naar Jan. “En jij Jan, heb jij daarom die afgedankte koffiezetters gekocht om zo een centje bij te verdienen?”

“Ja, euh…NEE, ik heb ze niet gekocht om bij te verdienen maar ik kon ze eigenlijk niet laten liggen. Ze hadden ze misschien wel weggegooid. Dat zou toch zonde zijn. En het idee om terug te verkopen is toch goed bedacht. Zo krijgen we weer geld in onze leefpot.”

Yvette wijst met gestrekte wijsvinger naar het ding dat op tafel staat dat nu met een koord bijeengehouden wordt. “Dat ding daar op tafel zal volgens mij nooit werken, dat kan alleen maar ontploffen, dat is al. Ik geloof goed dat ze die rommel weggooien en jij geeft daar nog vier en een halve euro aan? Goed zot ja.”

“Maar we moeten toch iets doen om geld bij te verdienen. Onze leefpot is bijna op.” De ogen van Jan staan wild in zijn hoofd. Hij zou er bijna bij gaan huilen.

Nestor trekt zich met een venijnige ruk los van de tafel. De slierten wiegen gevaarlijk naast de panden van zijn jas. Voorzichtig draait hij zich om: “Ik ga die lijm hier verwijderen. Ruziën jullie nog maar wat verder.”

Yvette kruist haar armen en zegt: “Jan als jij die rommel blijft kopen zal ons geld zeker rap op zijn,” zij verheft haar stem zodat ook Nestor haar goed kan horen,“ en daarbij wat jullie twee gaan doen dat interesseert mij niet. Ik heb mijn eigen plannen.” Bij de woorden ‘eigen plannen’ komt Nestor snel terug naar de woonkamer en zet zijn handen in zijn zij. De draden lijm zitten nu tot in zijn jaszak. Maar Nestor heeft even andere zorgen: “Zeg je gaat me toch niet laten zitten met die bloemen. Ik heb beloofd dat er volgende week dertig dozen af zouden zijn.”

Jan kan het niet laten op te merken: “Nachtwerk hé Nestorke. Nachtwerk hé man. Jij zult je voorlopig niet meer vervelen. Je zult niet meer moeten blijven plakken in de staminee.”

Yvette die de lijmdraden nu pas opmerkt zegt: “Hij plakt al genoeg zo. De lijm puilt al uit zijn zakken.”

Nestor bekijkt zijn jaszak en trekt voorzichtig zijn hand uit zijn zak. Hij wil zich omdraaien om weer naar de keuken te gaan. De lijmdraden irriteren hem geweldig. Toch bedenkt hij zich, draait zich weer om en vraagt:

“Yvette wat ben jij eigenlijk van plan?”

Jan geeft Yvette de tijd niet om te antwoorden. “Oh ik weet het al. Ze gaat computerlessen geven. Maar die vlieger gaat niet op. Er komt geen computer in huis. Ik heb mijn buik vol van computers.”

Yvette bekijkt Jan met spottende blik: “Niks computerles. En wat ik ga doen? Niks. Ik verdien geld zonder iets te doen. Veel geld.”

“Op uwe rug zeker,” zei Jan vlugger dan hij eigenlijk wou.

Nestor wil Yvette verdedigen en zet Jan op zijn plaats: “Ben je weer jaloe…? “ “Willen jullie twee me nu eens laten uitspreken! In plaats van steeds te zitten kibbelen.” Yvette wacht even opdat de anderen zeker zouden luisteren. “Ik ga de garage verhuren!”

Jan en Nestor roepen beide in koor: “DE GARAGE VERHUREN?!”

“Ja, ze staat toch maar leeg en als ik ze verhuur brengt zij geld op en ik moet er niets voor doen.”

Nestor schudt meewarig zijn hoofd. “Meisje, je weet toch dat die garage niet van jou is hé?”

Yvette staat nog steeds met haar armen gekruist en met zelfzekere stem geeft ze haar antwoord: “Dat weet ik. En ze is ook niet van jou, en ook niet van Jan. Wij betalen zelfs geen huur. Wij zijn hier zomaar in komen wonen omdat het huis hier stond te verkrotten. We hebben het opgekuist, we onderhouden het en als we de garage verhuren blijft die ook proper. De eigenaar mag blij zijn.”

Jan stond met open mond te luisteren. Als Yvette begon te praten was hij altijd verbaasd hoe eenvoudig zij de moeilijkste dingen kon oplossen. “Nestor, Yvette heeft gelijk. Als jij niet alle ramen gekuist had en ik die lekken op het dak niet hersteld had dan was het hier een echte bouwval geworden.”

Yvette voelde dat ze Jan al voor haar plan had gewonnen en wilde er nog wat aan toevoegen: “En als ik hier niet woonde waren alle ruiten kapot gesmeten door snotapen. Dan zat het hier vol duiven, ratten, kakkerlakken, muizen, wilde katten, hamsters, meeuwen…”

“Hamsters?” onderbrak Nestor haar.

“Neen, hamsters niet, maar meeuwen wel want die komen van het stort hier achter de hoek.”

Nestor zet zijn handen weer op de tafel maar deze keer voorzichtig aan de andere kant van Jan, ver weg van de tube lijm. “Ja, natuurlijk, de meeuwen komen naar al dat eten dat de mensen weggooien.”

Jan houdt zijn koffiezetter onderste boven. “Ja, ja Nestor, duivenstront op al de stoelen en tafels, en dat plakt zoals uwe jas.” Hij klopt met zijn vuist een paar maal op de bodem. Twee vijzen vallen eruit en een klad bruine vloeistof maakt een vlek op tafel juist naast de vingers van Nestor. “Ha, daar zijn mijn vijzen.”

Nestor springt als een haas achteruit. “Bah, viezerik!” Zonder wachten richt hij zich weer tot Yvette: “Zeg Yvette ik weet niet, maar… je kunt toch niets verhuren zonder dat het uw eigendom is?”

Yvette steekt haar kin vooruit. “Krakers hebben ook hun rechten. En daarbij ik laat de huurder contant betalen, centen in uw polletjes. Wat kunnen we verliezen? We hebben toch niets. Mijn moeder zei altijd: een kei kan je niet afstropen. En omdat wij niets hebben kunnen ze ons ook niets afpakken.”

“Ik vertrouw dat niet. Wat uw eigendom niet is kan je niet verhuren. Dat is onwettig en daarbij die garage kunnen we zelf toch ook gebruiken.”

“Oh. Wat wil je daar dan gaan doen? Whisky op flessen trekken misschien?” werpt Jan plots tussenin.

“Dat is gemeen, je weet dat ik alles doe om van de drank af te blijven. Sinds ik hier bij jullie ben heb ik nog geen alcohol aangeraakt.”

Plots begreep Jan waarom Nestor de garage niet wil verhuren. “Yvette, ik snap het al. Nestor denkt dat wij allemaal gaan helpen om die plastic bloempjes in elkaar te steken. Daar heeft hij plaats voor nodig. En zoals we hem kennen heeft hij altijd veel plaats nodig. Ik zie het al voor me: een grote tafel vol met stapels bloemen, haakjes, tangen, hamers en weet ik al wat meer gereedschap hij nodig heeft om die kunstbloemen te maken. Dan grote dozen vol met takken en stelen langs de muur en aan de andere muur zakken met oase, kunstblaadjes en dozen met afgewerkte stukken. Je kent hem toch er mag geen millimeter verkeerd staan, daarom heeft hij altijd zoveel plaats nodig.”

Yvette steekt haar armen in de lucht en knikt vastberaden met haar hoofd. “Oh nee, dat nooit. Ik verhuur de garage en dan hoef ik niet nog iets anders te doen.

Dat hij met zijn bloemen maar in de keuken gaat zitten, of op de wc voor mijn part.” Jan knikt instemmend en gaat naar de keuken. Nestor is ten einde raad. “Maar Yvette, in de garage is plaats genoeg. Ideaal voor thuiswerk. Toch geen rommel in de keuken. In de garage kan je alles laten liggen. Het ligt daar voor niemand in de…” Yvette laat Nestor zelfs niet uitspreken. “Ik heb al kandidaten voor de garage. Daarstraks was er iemand aan de deur die loodglas maakt. Dus als jij de garage wilt moet je ze maar huren. Wie eerst betaalt die krijgt ze. Punt amen en uit. En ga nu je jas maar schoon maken. De lijm is nu hard, met wat geluk kun je het er zo aftrekken.” Jan komt terug binnen met een kop koffie en gaat recht naar Nestor. “Uw koffie van gisteren, die zal nu wel afgekoeld zijn.”

              Enkele uren later komen Francesco en Xavier voorbij het kraakpand gewandeld. Francesco is met veel gebaren aan het woord. “Zelfs een architect kan een kunstenaar zijn. Hij zal dan in beton en staal denken, maar ook in licht en geluid. Het punt is dan alleen dat het laatste tijdelijk is. Ik refereer gewoon naar John Körmeling,

Nederlands architect en kunstenaar.”

Xavier loopt er wat verloren bij. Hij wil wel kunstenaar worden maar de hoge woorden van Francesco ontgaan hem meestal. Verstrooid kijkt hij naar het bordje op de garagedeur. “Hé, Francesco kijkt daar eens!”

Omdat Francesco niet onmiddellijk halt houdt maar met zijn hoofd in de wolken verder gaat, blijft Xavier staan en leest het bordje nog eens: “Francesco, kom eens zien.

Ze verhuren hier een kunstgalerij.”

Bij het horen van het woord kunstgalerij keert Xavier onmiddellijk op zijn stappen terug en leest in gedachten het bordje: “Mijn beste Xavier, een beeldende kunstenaar begrijpt door middel van zijn ogen. Hij hoeft zelfs absoluut geen kennis te bezitten van wat hij ziet. Hij voelt het. Het is iets wat academici wel nooit zullen begrijpen.” Xavier kijkt hem hoopvol aan. “Ik bezit helemaal geen kennis, kan ik dan beeldend kunstenaar worden?”

Francesco duwt tegen het kleinere deurtje in de garagedeur dat spontaan opendraait:

“Kom konijntje, een open deur is een uitnodiging. Laat ons binnengaan.”

Wanneer zij goed en wel binnen zijn komt Nestor van de groentewinkel thuis. In zijn netzak zit een prei en een selder. Beide groenten steken met hun loof boven de zak uit. Aan de garagepoort ziet hij het bordje van Yvette hangen. Hij vloekt binnensmonds en gaat langs het kleine deurtje binnen. Zorgvuldig sluit hij maar komt onmiddellijk terug buiten. Met een nauwkeurige precisie hangt hij het bordje recht en gaat dan pas binnen.

Xavier en Francesco staan wat verder in de garage en zien Nestor binnenkomen.

“Kom jij ook voor de kunstgalerij?” Roept Xavier naar Nestor.

Nestor denkt: dat zijn klanten voor de galerij, die ga ik ontmoedigen. “Kunstgalerij? Is dit een galerij? Heb jij al eens goed rond gekeken? Bekijk die muren eens: de verf is helemaal afgebladderd. En het plafond. Kijk eens omhoog. Gaten, allemaal gaten. Dat dak valt nog eens naar beneden. En de achtergevel, die ruit: kapot! En dat is de enige niet, kijk maar eens goed, zo zijn er nog meer. Slecht, heel slecht voor kunstwerken.”

Francesco luistert al lang niet meer naar Nestor en staat reeds in het midden van de garage. Xavier denkt: dat is zeker een kandidaat huurder en antwoordt kortaf: “Dat kan allemaal gerepareerd worden. Ik heb uw raad niet nodig. Ga maar terug naar uw moestuin. Wij waren hier eerst.” Hij haast zich naar Francesco en fluistert hem toe: “Francesco, ik denk dat we snel moeten beslissen want hier is nog een kandidaat. Je weet: eerst is eerst.”

Nestor roept naar hen van aan de poort: “En droog is het ook niet altijd. Natte muren zijn slecht voor een galerij. Eerst schimmel en daarna paddes…”

Xavier onderbreekt hem en roept terug: “Meneer wil je ons alstublieft laten werken.

Onze tijd is kostbaar.” Hij draait zich hoogwaardig naar zijn leermeester: “Meester

Francesco, wat wens je dat ik doe?”

Nestor geeft het op en verdwijnt door de deur naar de keuken.

“Xavier, meet jij de hoogte en de breedte van de garagepoort maar. Hier wil ik een kunstwerk maken dat de mensenmaat overschrijdt. De afmetingen van een werk zijn van onschatbare waarde om iets groots te scheppen. Soms is ruimte een leegte.

Zelfs dat is belangrijk. Iedere holte, leegte of lacune moet zijn betekenis krijgen.”

Xavier bekijkt schaapachtig zijn meester. “Een gat is een gat. Daar zit toch niks in.”

“Een gat? Een leegte, een holte wil je zeggen. Iedere leegte of holte heeft zijn betekenis. Een gat zonder betekenis is een hiaat. Onthoud dat vriend, een hedendaagse kunstenaar weet dat, begrijpt dat en gebruikt dat.”

Xavier haalt een lintmeter uit zijn zak en laat hem speels in zijn hand open rollen: “Ik zal eraan denken mijn, heu dat gat te gebruiken. Voor die poort nu, wat moet ik eerst meten de hoogte of de breedte?”

“Och konijntje, dat is gelijk. In het oeuvre van een kunstenaar kan de volgorde een marginale, een primaire, een centrale tot een obsessionele rol innemen. En hoewel we geneigd zijn om de betekenis ervan te minimaliseren kunnen we dat beter niet doen. Toch laat ik je in dit geval de vrije keuze. Meet je nu eerst de breedte of de hoogte, in deze fase maakt dat geen verschil. En gebruik een vouwmeter, dat is handiger om een hoogte te meten.”

Xavier neemt een stoel en plaatst die links onder de poort, daarna neemt hij nog een stoel en die plaatst hij rechts onder de poort. Hij gaat op de linkse stoel staan en meet de breedte van de garagepoort. De dubbele meter is tekort om de volledige breedte te meten en hij is te lang om van op de stoel aan het uiteinde een streepje te kunnen zetten. Daarom zet hij zijn stoel nu in het midden en meet van op de zijkant tot in het midden. Het kleine deurtje gaat weer open en een man met een doos in zijn handen komt binnen. Hij ziet Xavier op de stoel staan, gaat naar hem toe en vraagt

op vriendelijke toon: “Zeg man, waar mag ik deze doos ergens zetten?” Xavier meet zonder omkijken verder de hoogte van de poort.

“Hé meneer!”

Xavier let nog steeds niet op de man. De man met de doos wordt nerveus en roept:

“HE MANNEN.”

Francesco draait zich om en ziet Xavier op de stoel staan. “Xavier wat ben je nu aan het doen?”

“A wel, ik meet de hoogte van de poort. Ik meet eerst van de grond tot het plafond en daarna van het plafond tot de bovenkant van de poort. Ik trek het één van het ander af en ik heb de hoogte. Slim hé.”

De man met de doos wordt het beu en zet zijn doos zomaar ergens tegen de muur. Hij haalt nog verschillende plastic zakken met onderdelen van bloemen en nog drie pakken opgevouwen kartonnen dozen. Hij zet alles tegen de zijmuur naast de keukendeur. Met een bonnetje gaat hij terug naar Xavier.

“Teken jij voor ontvangst?”

Xavier kijkt over de man heen en roept naar Francesco: “Zeven meter vijf en zestig.” Francesco schrikt en roept verbaasd terug: “Wat zeven meter vijf en zestig? Wat is er zeven meter vijf en zestig?”

“Wel de poort.”

“Heren, wilt er iemand eens tekenen alstublieft?”

“Hoe kom jij aan die zeven meter vijf en zestig? Is dat de hoogte of de breedte?”

“Alle twee, ik heb ze opgeteld.”

“Maar Xavier je moet eerst alleen de breedte meten.”

“Ik mocht toch kiezen wat ik eerst wou meten. In deze fase maakte dat geen verschil.”

“Xavier, ik moet de hoogte en de breedte APART hebben. Dus meet nu eerst de breedte maar en de binnenkant van de dag nemen natuurlijk.”

“Wil er iemand tekenen?”

Francesco gaat naar achter in de galerij maar ziet nog even om en ziet Xavier nog steeds stil op zijn stoel staan. “Wel waarom begin je nu niet te meten?”

“Wat is een dag? Ik weet niet wat een dag is.”

“De opening, je moet het gat meten. Vooruit Xavier. Ik ga hier niet de hele dag wachten tot jij alles gemeten hebt.”

De man met het bonnetje tikt tegen Xavier zijn been: “Meneer!”

Xavier kijkt even omlaag. “Sorry wij willen niet gestoord worden.”

“Ja, maar ik heb nog wel wat anders te doen dan hier staan wachten hé. Zeg dat is waar ook moet ik er geen voordoen? Of weet je al hoe die bloemen gemaakt moeten worden?”

Xavier kijkt nu gekrenkt naar de man. “Francesco is een grootmeester en die heeft uw raad niet nodig.”

“Tja, als je het allemaal al kent, mij goed. In de doos liggen enkele voorbeelden. Als je hier wil tekenen dan kan ik naar de volgende klant.”

Francesco wil voort werken en roept naar zijn maat: “Xavier, tekent die bon nu maar. Die vent brengt mij uit mijn concentratie. Juist nu ik inspiratie heb. Ik voel mijn impulsen resoneren met de omgeving. Indien ik mij nu niet concentreer zal een kunstwerk nooit gerealiseerd worden.”

Xavier tekent.“Bedankt hé mannen. Jullie moeten echt geen uitleg hebben?” Xavier kijkt nog kwader naar beneden: “Hoor jij niet goed? Francesco is een kunstenaar en wil niet gestoord worden.”

De man verlaat hoofdschuddend de garage. Francesco komt naar Xavier en zegt zelfvoldaan: “Zo, ik zie het wel zitten. We nemen deze galerij.”

Beiden gaan ze naar de keukendeur en passeren de dozen en de zakken. Een verdwaalde duif probeert langs een raam buiten te vliegen en Xavier kijkt achterom. Hij stoot een doos omver. De voorbeelden van de bloemen rollen op de grond. Enkele bloemen liggen gekruist op elkaar. “Miljaar!” vloekt Xavier en bukt zich om de bloemen op te rapen.

Francesco springt plots voor zijn voeten. “STOP! Overal afblijven. Alles laten liggen.” Met uitgestrekte armen gaat hij enkele passen terug en duwt Xavier mee achteruit. Hij springt weer naar voren, neemt de modelbloemen en trekt de bloemknop van elke steel. Op één steel schuift hij enkele blaadjes en dan een knop weer enkele blaadjes en weer een knop. Zo gaat hij verder tot de steel haast helemaal gevuld is. Onderaan de steel plooit hij een klein krulletje. Hij steekt het geheel in de lucht.

“Kijk dat bedoel ik nu met kunst. ‘SATEROZEN’ Mooi en grillig van vorm. Geïnspireerd op de schoonheid van de natuur en de vraatzucht van de mens. Een saté vol rozen. Kom konijntje, laat ons niet langer wachten. Straks huurt iemand anders de galerij voor onze neus weg.” Nonchalant gooit hij de bloem boven op een doos. “Goed hé meester dat ik die doos liet vallen. Zo bezorg ik jou ook nog eens inspiratie.”

“Ooit, konijntje, ooit zal jij een groot kunstenaar worden. Misschien wel zo groot als ik.”

Yvette komt net op dat moment uit de keuken in de garage. “Dag mannen wat kan ik voor jullie doen?”

Xavier doet een stap naar voor en geeft Yvette een hand. “Mag ik je voorstellen, meester Francesco en ik zijn leerling Xavier. Mijn meester is hedendaags kunstenaar. Wij zijn op zoek naar een kunstgalerij.”

“Wel dan is het vandaag uw geluksdag, wat denken de heren van deze galerij? Deze plaats is uiterst geschikt om kunstwerken in tentoon te stellen. Kijk eens die afgebladderde muren. Hoe artistiek.”

“Kunst heeft afgebladderde muren nodig,” beaamt Francesco. Waarop Xavier direct de vraag stelt: “Kapotte muren, is dat dan ook al kunst?”

“De normen die bepalen wat kunst is en wat niet waren in het verleden heel duidelijk. Iedereen kon bij de eerste oogopslag kunst herkennen. Hedendaagse kunst echter vraagt meer van de toeschouwer. Hij moet de kunst aanvoelen. De omgeving zal hem daarbij helpen. Geen kapotte muren maar muren die verweerd zijn door de tand des tijd behoren bij de hedendaagse kunst.”

Yvette voelt de zaak vlotten: “Kunstwerken in de juiste omgeving komen meer tot hun recht. Kijk naar het plafond: dat reliëf is uniek.”

Xavier wil laten zien dat hij goed naar zijn meester geluisterd heeft: “De meester vindt het gat uiterst belangrijk omdat de juiste impuls erdoor moet kunnen.” “Gat? Welk gat?” vraagt Yvette verwonderd.

“Van de poort, hé meester. Het gat van de poort.”

Francesco moet hiervan op zijn nagels bijten: “Xavier! Zwijg! Mevrouw, voor mij is de omgeving even belangrijk als de kunst zelf. Tussen kunst en omgeving moet er voor een perfecte relatie gezorgd worden en naar die relatie ben ik op zoek. Soms wanhoop ik, daar er zoveel is dat mij beroert, al die invloeden brengen mijn geest in verwarring.”

“Is dat gat dan niet belangrijk meer?” vraagt Xavier ongelovig.

“Konijntje stopt nu met dat gat.”

Yvette voelt dat zij moet ingrijpen. “Kom laat ons naar binnen gaan dan kunnen we de financiële kant bespreken en een contract opmaken.”

              In de woonkamer zit Jan aan de tafel. Eén koffiezetter blijkt volledig in elkaar te zitten. Hij kijkt even na of alles op zijn plaats zit. Yvette komt binnen en roept Jan tot de orde: “Zeg maatje, maak eens wat plaats voor de mensen dat ze kunnen zitten,” en vervolgens tot de twee heren, “mijne heren dit is onze technicus. Hij kan alles herstellen, dat is handig voor ons als er eens iets kapot is. Ga toch zitten!” Daar er eigenlijk op tafel geen millimeter plaats vrij is en de stoelen vol met gereedschappen liggen, blijven beide mannen gewoon staan. Xavier wil direct tot zaken overgaan en vraagt onomwonden: “Hoeveel?”

Yvette kijkt even sluiks naar Jan. Maar die merkt haar niet eens op. Hij draait gespannen een vijs vast.

Xavier vraagt opnieuw: “Wel? Onze tijd is kostbaar, hoeveel vraag je voor die galerij?”

“Vierhonderd euro.”

“Wat? Vierhonderd euro?”

Er valt een stilte. Waarop Xavier een bod doet: “Honderd euro zal wel genoeg zijn zeker?”

De stilte van Yvette doet de spanning stijgen.

“Allez honderd vijftig euro dan.”

Yvette kijkt de man meewarig aan en blijft als Pietje de dood zwijgen.

“Twee honderd vijftig, dat is mijn laatste bod.”

“Meneer, jij bent niet de enige kandidaat huurder. Je geeft vierhonderd euro per maand met een waarborg van drie maanden. Op voorhand te betalen of ik verhuur de galerij gewoon aan iemand anders.”

Francesco bijt weer op zijn nagels. “Xavier, een grootmeester moet kunnen breken met het aardse, het slijk der aarde, het materiële. De hogere kunst fungeert als uitdrukking van een andere, bovennatuurlijke wereld die het wezenlijke herbergt, het poëtische. Xavier, betaal en maak dat contract op.”

Xavier neemt een bundel geldbiljetten uit zijn zak en vraagt: “Hoeveel moet je hebben?”

Yvette is sprakeloos bij het zien van zoveel geld.

Francesco merkt haar verwondering en verklaart: “Zijn papa is paardenfokker, aan geld geen gebrek.”

“Twaalfhonderd euro waarborg en vierhonderd als eerste huur. Samen zestienhonderd euro.”

Xavier telt duizend zeshonderd euro af en haalt een blocnote uit zijn aktentas.“Op wie zijn naam moet dat contract staan?”

Yvette kijkt weer sluiks naar Jan en merkt dat deze nog steeds druk met zijn koffiezetter bezig is: “Zet maar op Vermeulen Nestor.”

Jan staat recht en zegt luid en duidelijk: “Nestor Vermeulen. Meneer Nestor.”

Xavier steekt onmiddellijk zijn hand uit: “Geldmeyer, Xavier Geldmeyer.”

Jan negeert de toegestoken hand. “Ja, maar ik ben Nestor niet, zeg maar Jan tegen mij. Daarbij, ik heb met de zaak helemaal niets te maken.”

“Let maar niet op hem, hij is met zijn gedachten bij zijn werk,” zegt Yvette sussend tegen Xavier.

Xavier geeft het contract aan Yvette. “Als jij hier wil tekenen.”

Yvette zet zomaar een krabbel en laat de mannen buiten. Het contract laat zij op tafel naast de koffiezetter liggen. Jan gaat naar de keuken en vult een kan met water om de koffiezetter te vullen. Yvette komt handenwrijvend achter hem aan. “Zo, onze garage wordt nu een kunstgalerij.”

“Hmm,” mompelt Jan zonder veel interesse te tonen.

”Ik ben eens benieuwd welke kunst zij zullen maken.”

Jan springt recht. “WAT?!? KUNST, waren dat kunstenaars? DAT VOLKSKE KOMT HIER NIET BINNEN!” In paniek loopt hij roepend naar buiten: “He wacht, heren wacht.”

Yvette proest het uit want zij ziet door het raam dat Jan de verkeerde kant van de straat uitloopt. Tien minuten later komt hij hijgend terug binnen. “Te laat, ze zijn weg.”           Na het eten gaan Nestor, Yvette en Jan naar de garage. Daar zien zij de dozen en zakken tegen de muur staan. Waarop Jan in zijn haar krabt. “Amaai wat is dat hier allemaal? Dat is zeker dat thuiswerk. Geraak daar maar wijs uit. Zeg Nestor, hoe ga je die bloemen nu maken?”

“Wel gewoon hé.”

“Zijn ze dat dan niet komen uitleggen?”

“Daar hebben we toch geen uitleg voor nodig. Dat kan zo moeilijk niet zijn. Kijk hier ligt al een voorbeeld.” Nestor neemt het kunstwerkje van Francesco op: “Kijk maar, dat zijn gewoon wat bloemknoppen op een steeltje, wat blaadjes erbij, een krulletje van onder en het is klaar.”

“Is dat het model?” vraagt Jan onnozel.

“Dat zat er toch bij. Natuurlijk is dat het model. Dat zie je toch zo.”

Jan bekijkt aandachtig de bloem. “Doe dat eens uiteen, dan kunnen we zien hoe dat ineensteekt.”

“En ons voorbeeld dan? Dan hebben we geen model meer.”

“Is er dan maar één?”

Nestor wordt ongeduldig. “Als ik zeg dat we dan geen voorbeeld meer hebben, dan zal er maar één zijn zeker? Of zeg ik dat niet duidelijk genoeg? Moet ik er soms een tekeningetje van maken?”

Jan zijn ogen beginnen te glinsteren. “Natuurlijk, dat is het. Maak er een tekening van.”

“Dat kan ik niet. Ik kan niet tekenen.”

Yvette luistert vol interesse naar de twee kibbelaars. “Kom ik zal dat wel doen. We nemen het voorbeeld mee naar binnen en we schrijven gewoon alles op wat er op die steel zit.”

“En de juiste afstanden. Het moet correct zijn,” voegt Nestor er aan toe.

Samen gaan ze terug naar de keuken. Jan loopt achteraan. De duif probeert opnieuw buiten te komen en fladdert tegen het plafond. Jan wordt hierdoor afgeleid, kijkt omhoog en stoot een doos omver. Vlug zet hij de doos weer recht maar ziet niet dat er nog een overgebleven origineel bloemenmodel onder een radiator rolt.

              In de keuken tekent Yvette de satéroos op ware grootte na en kleurt ze ook in. De afstanden tussen de verschillende onderdelen zet Nestor erbij. Op een millimeter nauwkeurig. Het krulletje ziet hij drie keer na of de vorm wel helemaal juist is. De tekening ligt voor hen. Jan somt de volgorde van de onderdelen op. Yvette noteert. Nestor zegt plots: “Geef die lat nog eens dat ik alles nog eens nameet.” “Niks van, je hebt al drie keer alles nagemeten. Laat ons liever zien hoe zo een bloemknop ineensteekt.” Jan neemt het model van de tafel en trekt ruw een bloemknop van de steel. De knop valt in zijn hand uiteen. Nestor trekt snel de satéroos uit de handen van Jan.“Wat doe je nu? Kom ik zal dat wel doen. Voordat we geen enkele knop meer hebben. Je moet dat met zachtheid behandelen.” Voorzichtig pelt hij een tweede bloemknop uiteen. Jan wacht rustig af tot alle bloemblaadjes op tafel liggen. “En, grote meneer steek ze nu eens terug ineen ook?”

Nestor neemt het topje dat al de bloemblaadjes moet vasthouden in zijn linkerhand en met zijn rechter probeert hij de bloemblaadjes erop te steken. Telkens hij het derde blaadje erop wil steken schuift de boel uit elkaar. Jan probeert het ook maar die geraakt zelfs niet verder dan twee blaadjes. Yvette krijgt uiteindelijk na herhaalde pogingen de bloemknop terug in elkaar.

Jan zucht diep na de spannende gebeurtenis. “Ja, Nestor en dat allemaal voor twee cent. En er zitten zo vijf knoppen op dat steeltje. Om nog maar niet te spreken van de groene blaadjes die er telkens ook nog tussen zitten.”

“Yvette kan het. Vrouwen zijn daar heel handig in. Nu zul je wel willen helpen zeker, Yvette?”

“Ik? Bloemen maken? Nog in geen honderd jaar.”

“Straks begin ik eraan. Ik ga naar de garage en als niemand mij wil helpen zal ik het wel alleen doen. Stikt allemaal.”

“Naar waar ga jij? Naar de garage? Oh nee hé vriend die garage is verhuurd. Die garage moet leeg blijven.”

“Ik ga in de garage werken. Zolang die twee er nog niet zijn kan ik gerust in de garage werken.”

Jan gaat naar de woonkamer om zijn koffiezetter uit te proberen, in zijn vlucht roept hij snel naar Nestor: “Zo is het. Jij bent jouw werkplaats kwijt en ik mijn rust.” Als Jan terug in de keuken komt vraagt Yvette hem: “Uw rust? Wat heeft uw rust met de galerij te maken?”

“Natuurlijk. Iedere dag komen er twee halve garen die denken dat ze het warm water uitgevonden hebben. Die komen hier wat kunstwerken maken. Alle kunstwerken?

Geld verspillen en rommel maken ja.”

Yvette kijkt hem streng aan. “Als er ene is die rommel maakt dan ben jij het wel. Kijk maar eens in de woonkamer naar die rommel op tafel.”

Nestor schudt meewarig met zijn hoofd en vraagt aan Yvette: “Dat huurcontract, waar ligt dat eigenlijk? Ik wil dat eens lezen.”

“Dat ligt in de woonkamer op tafel. Tussen zijn rommel.”

Nestor verlaat de keuken en Jan vraagt stilletjes aan Yvette: “Wat gaat Nestor zeggen, als hij ziet dat het contract op zijn naam staat?”

“Pfft. Hij kan toch niet terug. Die twee kunstenaars hebben het dubbel.”

Yvette en Jan staan te gniffelen wanneer Nestor terug in de keuken komt. Hij zwaait met een bruinig nat velletje papier. “Is dit het contract soms? Dat is onleesbaar geworden. Dit lag naast de koffiezetter die daar ongelooflijk staat te stinken. Er lag een grote plas koffie naast en de dras vloeide van de tafel op de grond.”

“Mijn koffiemachine,”roept Jan. “Mijn contract,” roept Yvette gelijktijdig. Jan springt in paniek recht en spurt naar de woonkamer.

Nestor roept hem na: “Wees voorzichtig. Water en elektriciteit samen is gevaarlijk.” Yvette wil het contract en trekt het uit de handen van Nestor maar het doorweekte velletje scheurt in twee.

“Ja scheur het maar helemaal kapot. Dan zijn we er vanaf. Dan kan ik de garage gebruiken om mijn bloemen te maken. Daar is plaats genoeg voor ons drie. Samen staan we sterk.”

“Geen denken aan. De twee kunstenaars hebben nog het dubbel.”

Op dat moment doet een zware knal hen opschrikken. Even later komt Jan met zwart gezicht binnen.

“Het is mislukt. Mijn koffiezetter is ontploft.”

Nestor berispt Jan: “Ik heb het je nog zo gezegd. Water en elektriciteit gaan niet samen. Daar komen altijd vodden van.”

              Enkele dagen later rond de middag zit Nestor al van ’s morgens vroeg in de garage. Hij heeft zo al tien dozen vol met afgewerkte bloemen, net als satérozen, als Jan binnenkomt.

“Wel, Nestor. Hoe gaat het? Hoeveel dozen heb je al?”

“Tien dozen. Maar zie eens. Alles volgens de perfectie. Zelfs die krul mag je nameten. Die is exact even groot en met dezelfde vorm. Kijk eens die bloemknoppen! Allemaal juist even ver uit elkaar. Net zoals het model.”

“Tien dozen op hoeveel dagen?”

“Dat moet je niet tellen. Het zijn de inkomsten die tellen. De inkomsten zijn belangrijk.

Tijd? Die hebben we aan ons eigen.”

“Inkomsten? Tien dozen, dat is twintig euro op vier dagen.”

“Nee, geen vier dagen want gisteren was het elf uur eer ik begon. En de eerste dag is leergeld. Dat mag je niet meetellen.”

“Gisteren? Om elf uur begonnen en om tien uur ’s avonds gestopt. Je had zelfs geen tijd om te komen eten. Kom man je hebt al zeker veertig uur gewerkt. Als ik goed kan rekenen is dat aan een halve euro per uur. Dat wordt goed betaald. Je hebt al voor een maand koffie verdiend.”

Nestor grijpt een plastic zak met blaadjes en wil die naar het hoofd van Jan smijten maar Xavier en Francesco komen net binnengewandeld. Bij het zien van Nestor die de zak met blaadjes boven zijn hoofd houdt, klaar om te smijten, maakt Xavier de opmerking: “Het is ongehoord hoe het werkvolk tegenwoordig leeft. Die kennen toch geen fatsoen meer. Het zijn net wilden.”

Francesco neemt een bloem uit de doos: “Kijk eens, het is zeer interessant om de reacties van het publiek na te gaan. Kunstwerk en omgeving staan in permanente relatie. Denkproces, realisatie en reactie van de omgeving zijn essentieel voor een kunstenaar. Maar dit hier is, dit is enkel mimesis, nabootsingen. De mensen kunnen mijn kunstwerk wel namaken maar het vuur van de inspiratie ontbreekt.”

Nestor zet de zak weer op de grond en denkt na over de woorden die hij zopas gehoord heeft: “Kunstwerk? Hoe kunstwerk? Welk kunstwerk?”

Xavier staat zijn meester bij: “Wel, meester Francesco, hier aanwezig, heeft zijn creatieve geest laten werken en een kunstwerk gemaakt naar het thema van de vraatzucht.”

Francesco vult aan: “Een combinatie van schoonheid van de natuur en de vraatzucht van de mens.”

“Vraatzucht en wilde natuur?” vraagt Nestor ongelovig.

“Dat stokje is tenminste vol. Bloemen en blaadjes geprikt op één satéstokje. Een creatie van de grootmeester.”

Op dat moment komt Yvette binnen met het echte laatste model in haar hand. “Kijk eens mannen wat ik daarnet onder de radiator gevonden heb. Is dit misschien ook een model van die bloemen?”

 

05-05-2020 om 09:56 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
04-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al wie schrujft en jarige.

Al wie schrijft voor zijn genot

Vangt nooit bot

Al leest niemand

Dan nog valt hij niet door de mand

Met plezier zal hij schrijven

En dat zal immer zo blijven

 

Wie schrijft voor het geld

Wordt misschien de held

Maar de kans is zeer groot

Zijn verhaal beland in de goot

Zonder plezier van het schrijven

Dat zal immer zo blijven

 

Wie schrijft met plezier en krijgt geld

Is pas de echte held

Maar deze soort is zeldzaam

En zijn ze dan wel bekwaam

Om hun geld te beheren

Anders gaat het weer tegen hun keren

 

Daarom raad ik ieder schrijver aan

Blijf met je voeten op de grond staan

Probeer te genieten van elk moment

En wees steeds blij gestemd

Niet alleen bij het schrijven

Maar laat het altijd, zo blijven.

Bart

 

Een verjaardag is slechts één dag verder in je leven.

Een mens denkt dan, al is het maar heel even

Het is lang geleden, de tijd vliegt voorbij

Toch is deze dag bijzonder ook voor mij

Ik besef indien jij niet waart geboren

Ik zelfs niet van je kon dromen

 Bart.

 

04-05-2020 om 10:25 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
03-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voor onze helden

Het kwam als een donderslag

Het werd plots stil in de uitgaansbuurt

Iedereen was van slag

Want om de hoek is het corona die gluurt

 

Iedere dag een applaus om acht uur

Daarna is het weer stil

Enkel zij die lopen door het vuur

Enkel zij die werken wil

 

Laat in de avond komen ze pas naar huis

Vlug even naar de winkel daar of hier

Maar zij komen van een kale reis thuis

En zonder WC papier

 

Toch krijgen zij applaus

Iedere avond om acht uur

Ze zijn echt geen zeurkous

Maar dat proeft toch echt zuur

 

Alles gaat voorbij dat weten we wel

Het gaat hen niet om de gelden

Zij vergeten dit echt niet zo snel

Waarom niet jaarlijks één dag voor onze helden

 

Veertien maart

Die dag was de stad voor het eerst leeg

Die dag is het wel waard

Zodat een dankbare herinnering herleeft.

 

 

03-05-2020 om 09:45 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
02-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn vestzakje

Ik vind hier in mijn vestzakje

Nog een klein pakje

ik wil het aan ieder geven

die er mee wil leven

 

het is niet het hele zonlicht

slechts één straal,

maar op u gericht

verwarmd ze u helemaal

 

het zijn geen grote dingen

of dure ringen

enkel een kleine wens

tevredenheid aan ieder mens

 

geen moeilijke woorden

of hoge akkoorden

gewoon jij, die het verdiend

mijn beste wensen, vriend

 

 

Ik vind hier in mijn kotje

Nog een piepklein vodje

Ik ga het op maat knippen

Zo bedek ik neus en lippen

 

Het zal wel niet elke druppel stelpen

Maar alle beetjes helpen

We moeten ook niet overdrijven

Toch wil ik ook niet achterblijven

 

Het is een kleine moeite

Wat voldoet aan mijn behoefte

Zo kan ik bij je komen

In plaats van enkel van je te dromen

 

We houden wel wat afstand

Maar het verstevigd toch onze band

En volgen we braaf de regeling

Van onze geliefde regering.

Bart

02-05-2020 om 10:54 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

 

Vooraleer we het rijk der orchideeën binnen wandelen raad ik u aan nog even aar de bekerplantjes te kijken. De beker bevat een heerlijke nectar voor de mens nochtans is het dodelijk gif voor de insecten. Nepethes is de officiële naam voor bekerplant; ne = niet en penthes =droefheid. Het vocht van deze plant verzacht het leed. Als je wilt drinken mag de beker nog niet geopend zijn want anders is de nectar vervuild door de insecten.

 

Orchideeën zijn zeer gewaardeerd omwille van hun spectaculaire prachtige bloemen. Avonturiers waagden hun leven om de eerste orchideeën te verzamelen. Minstens 18000 soorten zijn in de wereld bekend.

 

In één van de tropische kweekkassen vinden wij mooie dendrobiums afkomstig uit Azië en het Himalaya gebergte. Het Griekse woord dendron betekent boom wat er ons op wijst dat deze orchideeën in de bomen leven. Wij mogen aannemen dat 1 op de 10 bloemen in de wereld tot de orchideeën behoort.

 

Steeds is één bloemblad uitgesproken opvallend gekleurd. Het geeft de orchidee haar karakteristiek uiterlijk. Het is het enige blad dat toegang geeft tot de geslachtsorganen.

 

Plantkundigen hebben ondervonden dat orchideeën om goed te kunnen gedijen, een bepaald soort schimmel nodig hebben. Door deze te benutten kan men nu ook in Europa prachtige orchideeën kweken.

 

Moeder natuur heeft aphrodite voorzien van stengels met lange doornen.

 

De citroengele anguloa is een orchidee oorspronkelijk uit Columbia.

 

Een begeerde snijbloem waar u minstens een maand volop van kunt genieten is wel het bekende venusschoentjes. En... met dit schoentje stappen we uit het rijk der orchideeën.

 

Vooraleer wij onze wandeling beëindigen, nog eventjes uw aandacht voor één van de grootste en zwaarste bloemen uit het plantenrijk.

De salomonscepter uit Afrika. Deze Hoornachtige bloem was de grote attractie op de wereldexpo 1958 te Brussel.

 

Wij hopen dat u genoten hebt van onze wandeling en zien u graag op bezoek in ons plantenpaleis te Meise.

 

Einde

 

 

 

 

01-05-2020 om 10:51 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
30-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

 

Wegens de enorme afmeting der grootste waterlelie ter wereld werd, een vijver overkoepeld in ons plantenpaleis te Meise namelijk de victoriahall.

 

Een jong blad van de victoriaregia zal zich tot een enorme bladschijf ontwikkelen. De plant ontwikkelt zich achter chlorofyl dat bladgroen wordt. Deze grote broer van onze waterlelies groeit in Zuid Amerika.

 

De bloemknop zal ’s avonds als een prachtige witte bloem ontluiken. Vervolgens wordt zij roze en zal als rode waterlelie op het eind van de 2de dag afsterven.

 

Even van nabij bekijken. In volwassen toestand is het mooi rond en kan wel een doormeter van 2 meter bereiken. Al wie geen 80kg weegt zou deze bladeren kunnen gebruiken als minibootje.

 

Wanneer deze nog niet geopende knop doormidden wordt gesneden bemerkt men juist achter de stengel het vruchtbeginsel, centraal de jonge stamper die nog moet doorgroeien. Mooi op een rijtje de meeldraden en aan de top de roodgekleurde bloembladen. Toch zullen deze rode kleuren deze koningin in het wit kronen.

 

De clerondendron of kansenboom heeft wel een eigenaardige bloemwijze, net als het ware bloempjes die speelsgewijs uit een dennenappel komen kijken. Dendron is Grieks voor boom. Wanneer men het blad kneust zal het aroma van pindakaas vrijkomen. Als boom wordt deze ongeveer 6m hoog.

 

Tot één van de grootste plantenfamilies namelijk de rubiaceae waar ook onze koffie en kinine vandaan komt behoort deze mooie pentas bloem. Penta verwijst naar vijf omdat de bloem stervormig is.

 

Laat u niet misleiden deze rode lothus bertheloti bloempjes hebben helemaal niets te maken met de vermaarde lotusbloem uit Egypte. Zij zijn immers afkomstig van de Canarische Eilanden. Deze plant is zeldzaam geworden omdat de vogelsoort die voor bevruchting moet zorgen bijna uitgestorven is. Gelukkig is de plant zich aan het aanpassen door zijn nectar ook voor insecten aantrekkelijk te maken.

 

Moest u ooit in de tropische wouden gaan wandelen dan zult u zeker de chamydocarys, met zijn eigenaardige bloeiwijze ontmoeten.

 

De commerciële variëteiten van deze kohleria worden ook bij ons gekweekt. Het is een gloxinia achtige uit dezelfde familie als het ons bekend Kaaps viooltje. De bloem hangt aan een 2.5cm lange fluweelachtige stengel.

 

 

30-04-2020 om 09:24 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
29-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

 

Nu ontmoeten wij de calistemon. Hij doet denken aan een flessenborstel. Zijn officiële Vlaamse naam? Lampenpoetser. Eigenaardig, de stengel groeit dwars door de bloem heen. Deze kleine familie heeft maar 25 soorten in struik- of kleine boomvorm. De meeldraden zijn rood en als de bloem uitgebloeid is is het zaad ook rood poeder. De orm: tak bloem, tak, bloem, tak...

 

Canna edulis is een moerasplant. De edele vorm van het bekende bloemriet., veel gebruikt als blikvanger in onze bloemperken. De knollen vervangt zetmeel en wordt gegeten door de lokale bevolking.

 

Acca selowianna een, prachtige bloem die later kleine heerlijke vruchtjes afwerpt. Bewonder de prachtige rode meeldraden. De vruchten hebben een zuurzoete ananas smaak.

 

De haemanthus is geen vluggertje. Deze Zuid-Afrikaan doet er jaren over eer hij bloemt. Hij behoort tot de narcissen familie. Hij wordt ook wel eens de poederkwast genoemd.

 

De flamingoplant is één van de aronskelken. Spijtig verspreiden zij meestal een walgelijke geur om dasvliegen aan te trekken. De officiële naam is anthurim. Afkomstig uit Cuba en leeft in moeras. Het schutblad is rood of groen. Het is de bureauplant bij uitstek, hij is niet alleen mooi maar ook zeer makkelijk in onderhoud.

 

Spectaculair is de bloei van de spathicarpa. Stamper en meeldraden groeien per uitzondering rechtstreeks op het blad.

 

Een beruchte moerasplant is de waterhyacint of eichornia. In Zuid-Amerika zijn ze echter een echte plaag. Door overwoekering worden rivieren en waterlopen als het ware afgesloten. De bladvoet zwelt op als een spons. Nieuwe planten groeien zowel aan de wortels als door verstuiving van het zaad.

 

Reedseeuwenoud geliefd in China en Griekenland is de waterlelie of Nympheae. Volgens legende werd Nympha wegens ontrouw aan hercules, in een waterlelie omgetoverd. De vrucht rijst onder het water.

29-04-2020 om 08:28 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
28-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

 

We wandelen voorbij de luciferplant of cuphea ignea. Zeer rijk bloeiend en afkomstig uit Mexico. De plant behoort tot de germeliaecea familie en is ongeveer 1 m hoog. De kelk is scharlakenrood met een zwarte rand. De kroon van de bloem ontbreekt. Het is alsof men een doos lucifers in de plant geworpen heeft.

 

Insectenetende planten groeien zowat overal ter wereld maar zeer overvloedig in Australie, de Tropen en Nieuwzeeland. Drosera’s hebben de eigenaardigheid hun gevangenen te verdrinken.

 

Onze Belgische heide kent ook een vleesetend plantje. de drosera rotundifolia of zonnedauw. Evenals de metalansis vangen zij insecten die zij met hun tentakels vasthouden. De harige tentakels scheiden een soort maagsap af zodat het insect verteerd. Drosera is het Griekse woord voor bedauwd.

Wie Zuid-Afrika zegt denkt aan het suikerbossie of Protea. De plant dankt zijn naam aan de Griekse God: Proteus: hij die zich willekeurig van gedaante kon verwisselen. Het blad zelf kan dikwijls ook zeer veel verschillen. De suikerbossie is een ideale bloem voor droogboeketten.

 

De gele kleur van de butomus nymphoides die ook zwanenbloem genoemd wordt trekt ons aan. Zwanenbloem omdat de stampers op kleine zwaantjes lijken. Zij groeien vooral in moerassige gebieden.

 

Uit het land van de glimlach komt deze prachtige hibiscus. Bij velen een bekende kamerplant. De bloemen bloeien slechts 1 dag doch de knoppen volgen snel elkaar op. De struiken kunnen 6m hoog worden. Ze gedijen het best in een vochtige atmosfeer.

 

Eerder zeldzaam is deze geel gekleurde hibiscus ook wel Chinese roos genoemd Zij behoren allen tot de familie van de heemst en stokroos die ongeveer uit 200 verschillende soorten bestaat.

 

De originele struik heeft rode enkelvoudige bloemen .Maar beschouw hier onder eens deze prachtige bloemige dubbele hibiscus .

 

 

28-04-2020 om 10:20 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
27-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

 

Een mooie passiflora kijkt ons aan. Deze passiebloem is één van de 60 soorten die ons bekend zijn voor hun eetbare vruchten. Uit één ervan wordt de grenadine gemaakt.

 

Wij komen bij de bromeliaceae, de familienaam voor bv. Alle anansachtige. Allen zijn het  tropische planten hieronder één van hen: de guzmania. Deze leeft zowel in de bomen als in de grond.

 

Evenals de vriesea fulgida behoren zij tot één grote familie van ongeveer 1600 ananasachtige. Na bloei en vruchtvorming sterven zij af. Deze plant eist een hoge luchtvochtigheid. Zij is de ongekroonde koningin der bromeliaceae. Ceae wil zeggen achtige.

 

De meesten van hen leven hoog in de boomkronen der Braziliaanse oerwouden. Aechmea’s benuuten de boomtakken als steun en wortelen zich in de ter plaatse gevormde humus. Zij onttrekken echter geen voedsel uit de boomtakken. Zij leven van lucht en water.

 

De bij ons meer bekende kamerplant nidularium toont duidelijk de gootvormige bladeren om zoveel mogelijk regenwater op te vangen. De bloemen hebben geen steel. Nidus is het latijnse woord voor nest. (nestbromlia)

 

Bijna alle bromeliaceae voeden zich zoals deze prachtige Guzmania met zijn draadvormige wortels,  met zuigmondjes. Deze zuigmondjes zitten onderaan de rozetten. Deze plant wordt ook wel eens scharlakenster genoemd.

 

Enkele uitzonderingen onder andere: bilbergia en de bromelia. Beiden bromelia-achtige die zich op de grond tot statige planten kunnen ontwikkelen.

 

27-04-2020 om 09:55 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
26-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloemen zeggen zoveel meer

Deze bloemen zeggen tien keer meer

Dan ik je vertellen kan telkens weer

Wit van mijn oprechtheid

Groen van uw frisheid

Het rood geeft mijn warme liefde weer

Die groeit ieder jaar telkens meer en meer

Bart

 

 

De viroloog zegt het telkens weer

Hij waarschuwt ons meer en meer

Afstand houden is een vaste waarde

En dat telt voor de hele aarde

Volgen wij allen heel gedwee

Dan wordt besmetting niet telkens maal twee.

 

26-04-2020 om 09:46 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
25-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen laatste deel

 

 

Dioptaas is een zeldzaam mineraal dat uit kopersulfaten bestaat. Geslepen is het een uitzonderlijk mooi juweel. Het is zowel hard als broos tegelijk.

 

Zeer zeldzaam en ook zeer mooi is auricalciet, meestal met limoniet als moedergesteente. De blauwgroene naalden vormen een prachtig tapijt. Het is een echt sierstukje voor de verzamelaars.

 

Nog een zeldzaam kopermineraal is malachiet dat plaatvormig kristalliseert. Het is prachtig om siertafels uit te vervaardigen of als wandbekleding zoals bv. In het winterpaleis in Leningrad.

 

Aphofilliet, roos, geel of groen wordt voornamelijk in Indië gevonden. Het is een zeldzaamheid die vooral door verzamelaars begeerd wordt.

 

Een zeer zeldzaam mineraal is okoniet. Okoniet is parelmoerglanzend in kristalliseert in zeer fijne haartjes. Daarvoor echter bestaat uit glanzende witte bollen. Dit exemplaar bevat zowel de bollen als de uitgekristalliseerde naaldvormige kristallen. Voor ik begon te fotograferen waren het alleen glanzende witte bollen. Maar door de warmte van de belichting (tijdperk van gloeilampen) werd de kristallisatie in gang gezet.

 

De woestijnroos is niet zoals weleens verteld wordt, de versteende vormen van kameelurine, het zijn ook geen versteende uitwerpselen of spuwsels van djinns maar gewoon een ophoping van gipskristallen gebakken in het hete woestijnzand. Na een zandstorm gaan de Arabieren ernaar op zoek om ze daarna aan de toeristen te koop aan te bieden.

 

 

25-04-2020 om 10:34 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
24-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 5

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Marcasiet in open lucht wordt het langzaam omgevormd tot limoniet dat een gele tot bruine kleur heeft. Het wordt gebruikt in gietijzer. Bij oxidatie worden er witachtige vlekken gevormd. Soms ook gebruikt in rozetten als sieraden.

 

Marcasiet wordt dikwijls gevonden in knollen, die aan de buitenkant reeds de omzetting naar limoniet vertonen. Nadat we ze hebben open gekapt kunnen we duidelijk de straalvormige marcasiet zien.

 

De bruine tonen hier duidelijk de overgang aan dat ook wel metamorfoseproces genoemd wordt.

 

Hier onder  zie je een recent gevonden stuk marcasiet dat nog niet aan verwering onderhevig is geweest.

 

Fluoriet is een veel voorkomend mineraaldat meestal 6- 8- of 12 vormig is. Het is een stof dat glas aantast. In zuivere vorm heeft het fluoriderende eigenschappen. Ook hier weer gebruikt in sieraden.

 

Steenzout is van levensbelang voor de mens daar het als voedsel gebruikt wordt. Het is meestal kleurloos maar door onzuiverheden kan het verkleuring vertonen.

 

Azuriet heeft een azuurblauwe kleur en is plaat of prismavormig. Het is een zeldzaam kopermineraal dat oplost in ammoniak. Bij smelting wordt het zwart van kleur.

 

De welbekende smaragd is een beryl soort en wordt dikwijls geslepen voor sieraden. Beryl kan verschillende kleuren hebben Bv. Blauwe beryl die ook wel aquarmarijn genoemd wordt.

24-04-2020 om 12:47 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
23-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 4

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

Cerusiet met bariet is een zeer zeldzame samenstelling. De grote grijze massa hier is cerusieten wordt gevormd door loodafzetting in koolzuurrijke wateren.

 

De plaatvormige bruin-rode kristallen is bariet. Dit kan in verschillende kleuren voorkomen zoals rood, geel, groen, zwart of wit.

 

Net als lood bezit bariet de eigenschap om radioactieve straling tegen te houden. Alle dokters kennen het bariumpapje dat ingenomen wordt juist voordat röntgenopnamen van de maag genomen worden. Bariet wordt eveneens in beton gemengd voor atoomschuilkelders of als kostbaar wit pigment voor verf.

 

De kleine bolletjes bovenop deze bariet zijn kleine pyriet kristallen.

 

Pyriet bestaat voornamelijk uit ijzer en zwavel. Het kan voorkomen in de vorm van een kruis, als vijfhoek of zoals meestal in kubusvorm.

 

Wegens het goudachtig uitzicht wordt dit mineraal ook “fools gold” of klatergoud genoemd.

 

 

 

23-04-2020 om 09:22 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 3

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

Vele mineralen kristaliseren in een holte , geode genaamd. Aan de buitenkant lijkt dit een gewone kei te zijn, die moet worden open gekapt om het mineraal te vinden. Deze geode bevat agaat waarop kwartskristallen gekristalliseerd zijn.

 

Opaal wordt dikwijls gebruikt voor sieraden. Er bestaan verschillende variëteiten zoals bv. Vuuropaal, edelopaal, en houtopaal afkomstig uit de versteende wouden van Yellowstone park in Midden-Amerika. Anduaan opaal, zoals hier te zien, is een pas ontdekte soort (jaren 80), gevonden in Mexico.

Edelopaal wordt gekenmerkt door zijn karakteristiek kleurenspel en is de enig opaalsoort die bij de edelstenen grekend wordt.

 

Agaat wordt dikwijls samen met k<arts gevonden. Bekende vindplaatsen zijn Brazilië en Uruguay. Het heeft een uiterst fijne korrel en is een prachtig edelsteen.

 

Agaat wordt dikwijls kunstmatig bijgekleurd.

 

22-04-2020 om 07:51 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
21-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 2

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

De eerste bergkristallen werden in de bergen gevonden, vandaar hun naam. Ze waren zo helder dat men dacht met versteende ijskristallen te doen te hebben. Later werd dit mineraal in verschillende gebieden gevonden, tot zelfs in Winterslag in België.

 

Herkimmer-diamant, ook wel diamantkwarts genoemd. Al lijkt de vorm op een geslepen diamant toch is het geen diamant, het is een kwartssoort met dezelfde samenstelling als bergkristallen. Hij heeft die naam te danken aan zijn lichtbreking en vorm. Deze diamantkwarts werd opgedolven tijdens de afbraak van een oud huis in New-York.

 

Purperkleurige kwarts wordt amethist genoemd. Het is dankzij de IJzeroxiden dat deze purper gekleurd is. Na verhitting wordt de kleur echter geel en noemt men het citrien. Degene die in België gevonden wordt is echter slechts lichtjes gekleurd, en dit door natuurlijke radioactiviteit. Natuurlijke radioactieve straling is ongevaarlijk voor de mens.

 

Tijdens onze zoektocht in Idar-Oberstein, dat gekend is voor zijn mineralen, en vooral voor zijn amethist hebben we een bergriviertje onderzocht. De oever van het stroompje waren zo dicht begroeid dat we verplicht waren door het ijskoude water te ploeteren. Ons lijden werd beloond met de vondst van dit prachtig exemplaar. Het is tegenwoordig moeilijk om nog zo’n amethist te vinden.

Amethist uit Brazilië is door ijzeroxide violet gekleurd.

 

Hier ziet u een stalacmiet gevormd in een vulkanisch gebied. Het gesteente is door de hitte gesmolten en kan daardoor een stalacmiet vormen.

Kwarts die een lange tijd wordt blootgesteld aan radioactieve straling kan verkleuren van licht- tot donkerbruin tot zelfs zwart. Rookkwarts is daarom ook zeldzamer dan andere kwartssoorten.

 

Kathedraalraamkwarts dankt zijn naam aan zijn vorm die hier duidelijk te zien is.

 

21-04-2020 om 08:00 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
20-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 1

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

De meeste zwavelkristallen worden gevonden op plaatsen waar de bodem ooit eens sterk verhit is geweest.

 

Zwavel komt veel voor op aragoniet. De belangrijkste plaatsen zijn Sicilië en het Vesuvius gebied.

 

Aragoniet wordt echter niet enkel gevonden als moedergesteente voor zwavel, maar ook als mineraal op zichzelf. Dit exemplaar werd gevonden in Differdance in Luxemburg.

 

Net als steenkool ontstaat aragoniet op metaforische wijze. Dit wil zeggen: door een verrottingsproces van organische stoffen ontstaat een warmte waardoor argoniet kan kristaliseren.

 

Dit mineraal kan ook in Belgie gevonden worden zoals dit exemplaar dat uit de mijnen van Jemelle komt.

 

Eenzelfde mineraal kan in verschillende vormen en kleuren voorkomen. Hier enkele voorbeelden van rodocrosiet in verschillende kristallisatie vormen zoals compacte massa’s, kubussen en puntvormen. De rode kleur komt door mangaan. Doorschijnende kristallen zijn zeer zeldzaam en worden dikwijls in sieraden gebruikt.

 

Eén van de meest voorkomende mineralen is calciet. Het wordt over de gehele wereld gevonden, heeft dezelfde chemische samenstelling als arogoniet maar wordt koud gevormd. Calciet wordt gebruikt om polaristiefilters uit te vervaardigen.

 

 

Kwarts is harder dan glas en kan alle kleuren van de regenboog hebben; het is ook het meest voorkomend mineraal in de gehele wereld. Het is één van de belangrijkste mineralen. Van in de oertijd tot nu in de modernste technieken; van de vuursteen tot de chip. Zelfs op het strand lopen we op korreltjes kwarts.

 

 

20-04-2020 om 13:37 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
19-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst met parodie corona

Herfst

Zomersproeten zijn gegaan

Wintertenen kondigen zich aan

Maar wat een kleurenpalet

Een zonnestraal schiet door het bladerdek

De rust keert plots weer in mijn vertrek

Ik dank de natuur

Voor dit wonderlijk uur.

Covid 19.

Bezoeken zijn gedaan

eenzaamheid kondigt zich aan

Maar wat een rust

Geen file op de E-zeventien

Geen drukte aan de kust

Alles door die covid negentien

 

19-04-2020 om 10:16 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
18-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorg voor onze oudjes.

Een gesprek tussen begeleider eneen demente persoon uit een rusthuis. De demente persoon maakt een normaal gesprek tot plots de dementie yoeslaat.

Begeleider:

Wij wandelen straks langs de kleuterklas

De kleintjes wachten op twee rijen

Zij leerden een nieuwe rondedans

Dan breng ik je naar de brandweer op de Leien

En het nieuwe gemeentehuis

Maar eerst gaan we naar de boer, naar de koeien

Demente persoon: 

Koeien? Koeien? Die heb ik al genoeg gezien

Vroeger bij ons thuis

Het moest altijd

Koeien melken en dan naar de wei

Ieder dag, telkens weer

Ik had geluk, Martin werkte aan de trein

Want ik wou geen boer zijn

Martin is al jaren dood

Nu zit ik alleen, helemaal alleen in een home

Breng jij me weer naar huis

Weet jij de weg?

Ik moet thuis zijn voordat Martin thuis komt

Want hij heeft geen sleutel mee

 BART

18-04-2020 om 12:34 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (1)
17-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van houtskool naar levend goud hoofdstuk 3

Van houtskool naar levend goud deel 3.

 

Jan Van Houtte (kunstschilder)

Na het bezinken van het Belgisch Kongo avontuur volgt in mei 1970 de doorbraak met een eerst grote expositie van olieverfschilderijen in de BP-gebouwen te Antwerpen.

“De levensbron” brengt een dubbele boodschap. Enerzijds zowel het mystieke in het ontstaan van het leven in de cosmos, met de vrouw als voortbrenger van het leven. Anderzijds de nietigheid in ons zonnestelsel.

De planeten zijn in de juiste verhoudingen geschilderd.

 

 

“De jonge leerlooier” met daarna 2 allegorische doeken “onverwacht bezoek” en “de erfgenamen” geeft de verscheidenheid van deze kunstenaar aan.

 

Allegorie of zinnebeeldig. Jan drijft hier de spot, of liever legt de vinger op de zere plek.

“De Erfgenamen”: Slechts één die treurt: de straathond.

“Onverwacht bezoek” In het moderne drukke leven is er geen tijd om aan de dood te denken.

 

ONVERWACHT BEZOEK.

In ons moderne en druk leven heeft men geen tijd om aan de dood te denken.

Deze bediende vraagt ook even een moment voor hem, hij wil opslag maar de directeur heeft het te druk om zich voor het personeel te bekommeren.

Eén van zijn liefjes is aan de lijn. De magere sober geklede man wacht geduldig op een teken van zijn overste.

Maar de dood wacht niet en tikt de manager op zijn schouder.

 

“De Erfgenamen”: Slechts één die treurt: de straathond.

Duurt het nog lang vraagt de aasgier

Nog even en dan is het voorbij antwoord de tweede

Wees gerust er is genoeg voor ons allemaal

Evenveel voor jou als voor mij

Wat kijkt die hond toch droevig merkt de eerste weer op.

Zou die om iets treuren?

Wat ligt hem zo gevoelig dat niets hem nog kan opbeuren?

 

Zijn allernieuwste kunstuiting is de “ikonacee”. Daniel Crul, bekend restaurateur wekte bij Jan tijdelijk interesse voor iconen.

 

Zijn bedoeling werd echter niet het nabootsen van specifieke iconen. Hij maakt gebruik van moderne technieken om de icoon in zijn persoonlijke kunstuiting te ontwikkelen.

 

Hierin geeft het levend goud de hoofdtoon aan. Vanuit verschillende gezichtshoeken verandert dit goud in een wonderbaarlijk verschijnsel van effecten.

 

De ikonacee is geheel nieuw. En dat ligt volledig in de lijn van Jan van Houtte, steeds in de betrachting om de schilderkunst met een ander materiaal te bestrelen.

 

De woorden “Non omnis moriar” zijn zeker van toepassing voor deze grootmeester. “Ik zal niet volledig sterven”

 

Deze uiteenzetting laat slechts maar een klein percent zien van Jan zijn werken. Op zijn tachtigste verjaardag exposeerde hij nog voor 700 bezoekers in 8 zalen. Alle werken waren van hem alleen, van 8 tot 80 jaar.

 

               Daniel Crul, een bekend restaurateur, wekte bij Jan een tijdelijke interesse voor de icoon. Toch was dit niet voldoende voor hem. Jan wou verder, breder. Na enkele nachten nadenken had hij plots een idee. Hij had nog geen naam maar de bedoeling was niet het nabootsen van specifieke iconen (wat ook kan natuurlijk), maar gebruikmakend van de moderne technieken, de icoon in zijn persoonlijke kunstuiting te ontwikkelen. Het goud levend makend en de hoofdtoon laten aangeven. Na enkele proeven zag de kunstschilder dat het goud vanuit verschillende gezichtshoeken veranderde in een wonderlijke verschijnsel van effecten. Vandaar levend goud. Jan koos voor de naam “iconacee” of icoonachtige. De iconacee is volledig nieuw en dat ligt volledig in de lijn van “Jan Van Houtte”, steeds in de betrachting de schilderkunst met ander materiaal te bestrelen.

               Iconen bestaan reeds van in de 6de eeuw. Zij behoren niet tot de artistieke wereld maar zij zijn een onderdeel van de religieuze liturgie. Ze bestaan uit een houten drager, zijn met goud bewerkt en bevatten meestal kerkelijke motieven zoals beeltenis van heiligen, Moeder Gods of Jezus. Het bladgoud dient enkel om het verhevene aan te geven, zoals een aureool boven het hoofd. In de 6de eeuw kende men nog geen olieverf daarom gebruikte men eierdooiers gemengd met water en azijn “tempera” genaamd. Tempera is het Latijn voor mengen. Deze mengeling geeft een frisse kleur maar is aan bederf onderhevig. Men moet het aanmaken en onmiddellijk gebruiken, daarenboven droogt het heel snel en bemoeilijkt het zo de schilderkunst. De houten drager wordt herhaaldelijk volledig vlak geplamuurd en geschuurd tot alle nerven verdwenen zijn.

               Iconaceën worden geschilderd met goud. Deze nieuwe techniek is ontworpen in 1983 door Jan Van Houtte zelf en is afgeleid van de icoon met toch wel enkele verschillen: een iconacee hoeft niet noodzakelijk iets met de kerk of een geestelijke waarde te maken hebben Zij is zuiver artistiek. De voornaamste eigenschap van deze techniek is de invloed van het “levend goud” op de kleuren, wat een schijnsel van effecten geeft, zelfs zichtbaar in het duister.

Het bladgoud komt hier dan ook op de eerste plaats, het is fundamenteel voor iedere iconacee. De gouden versieringlijnen komen bovenop de olieverf.

Het bladgoud wordt rechtstreeks op de plank aangebracht zodat de nerven steeds zichtbaar blijven en geven mee de toon aan van het kunstwerk.

Deze techniek is prachtig toegepast op de vissen in de onderwater zichten, kerstroos, Boeddha's en vele andere objecten. Het is door deze bijzondere technieken dat Jan zelfs een drie dimensioneel effect weet te bereiken. Een belangrijke eigenschap van bladgoud is dat dit materiaal niet verweerd, binnen duizend jaar heeft het nog steeds dezelfde briljante kleuren.

De iconacee kan extra versierd worden door er edelstenen in te leggen.

               Een verdere ontwikkeling brengt Jan tot de chrysogonieën. Het Griekse woord ‘chysogonos’ wil zeggen “uit goud geboren”. Het voornaamste kenmerk van deze techniek is dat deze in reliëf is uitgevoerd. Dit reliëf wordt gevormd door een half verheven en verguld boetseerwerk omgeven door gedroogde bladeren, al dan niet verguld en verder afgewerkt als een iconacee. De omlijsting gebeurt in fluweel. De chrysogonie verweeft natuur en kunst aan elkaar.

 

Powertex (verf met mortel).

               Powertex is een textiel verharder, een milieuvriendelijk alternatief voor polyester. De verharder is gemaakt op waterbasis. U kunt er alle materialen mee verharden die absorberend zijn zoals: textiel, papier, karton, pluche, leder, glasvezelmat enz. Powertex is uitstekend te combineren met zelfhardende kleisoorten, beton, steen, keramiek, hout, zand en Stone Art. Stone Art is een soort papier-maché met een zeer specifieke samenstelling. In combinatie met Powertex kunt u een zelfhardende klei maken, grove en fijne structuren alsook steen effecten verkrijgen.

 

 Jan ging in 1954, hij was toen 22 jaar, met zijn Franssprekende oom Charles (comandant bij het Belgisch leger) naar het museum voor natuurwetenschappen in Brussels. Hij zag daar de skeletten van grote vissen en zoogdieren. Onderweg naar huis broeide bij hem reeds de fantasie. Hoe zou het er vroeger uitgezien hebben? Welke grote dieren leefden er toen?

Thuisgekomen vond hij oude vel papier en maakte één van zijn eerste waterverven.

               Twee van de geraamtes heeft hij in vlees en bloed voorgesteld.. Uit voorbedachte raden koos Jan geen iguanodons (plantenetende dinosauriërs), door de minderbekende soort te kiezen kon hij meer zijn fantasie laten gaan.

Het landschappelijke gedeelte sproot tevens ook voort uit zijn rijke fantasie.

              Tegenwoordig worden zulke tekeningen samengesteld door specialisten met behulp van computers. Jan deed het reeds in 1954 met enkel een geraamte als voorbeeld, waterverf en een penseel. Hij was slechts 22 jaar.

Zijn moeder was er niet gerust in:

“Wat is dat toch met onze Jan met al die monsters?”

Achteraf blijkt hoe sterk zijn fantasie de werkelijkheid benaderd.

 

ENKELE TENTOONSTELLINGEN van Jan:

1970 BP-Building, Antwerpen.

1980 Flora-Fauna Expo ‘80, Zoo v. Antwerpen.

1981 Art Expo, New York en Texas (Dallas).

1982 Coliseum, New York.

1983 Laforet Museum, Tokio.

1984 Het Vleeshuis Lier

1985 Galerij Jos Cambré, Bouwel.

1986 Sachsenburg, Oostenrijk.

1987 Chopin, Middelkerke.

1988 C.C. + Daviidsfonds, Malle.

1989 Centro Cultural, Tenerife.

2012 Jubileumjaar van Jan, Oude pastorij Malle.

 

Andere Creatie:

Emanicipatie v/d vrouw, onderwaterzichten met

Goudblad, rode portretten zonder neus, voodoo-kultuur, de 4 elementen water-vuur-aarde-lucht, Azteekse godheden in Powertex Stone Art, ééncellige bacteriencolonie reeds geschilderd in 2011. (zie onderaan).

enz.

 

Hoogtepunt in zijn levenswerk: De Ring Der Liefde. Rode draad: de mens blijft centraal.

(Te bezichtigen in dienstencentrum “DE RING”.) 19 bekende personen die iets betekenden voor de mensheid. Onderaan centraal de gewone mens.

 

RING DER LIEFDE. (Nr ?? Bescikbaar)

Goede mensen die samen horen

Nog vers in ons geheugen

Ze zijn in dezelfde eeuw geboren

Ze deden veel goede dingen en waren verdienstelijk.

Eerst stond Christus mee van voren

Maar die was uit te oude doos

Daarom werd hij niet op de schilderij gezet

Enkel op de voorstudie staat hij altoos

Maar is nu vervangen door Jan met de pet

 

Eéncellige bacterie kolonie opmerkelijk nu in deze corona tijd. Maar Jan schilderde het reeds in 2011.

Einde Verhaal.

 

17-04-2020 om 09:35 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van houtskool naar levend goud hoofdstuk 2

Van houtskool naar levend goud hoofdstuk 2.

Jan en Belgisch Kongo.

 

               In 1951 studeerde Jan aan de tuinbouwschool in Gent om na zijn legerdienst ontwikkelingshulp te gaan doen in Belgisch Kongo.

Jan vertrekt op 24 jarige leeftijd naar Belgisch Kongo als ontwikkelingshelper. Men had dringend zijn hulp nodig want voor zijn specialisatiejaar kreeg hij gewoon een boekenpakket mee als zelfstudie.

Met het diploma van agronoom op zak kreeg hij de opdracht van INEAC om de inlanders gewassen te leren telen en hun teelt te verbeteren. Vanuit de hoofdpost Yangambi werkte hij op diverse plantages vooral in het oosten van Belgisch Kongo. Op zijn eerste werf stonden dahomey runderen en enkele paarden. Dahomey koeien zijn dwergkoeien die met weinig en schrale weides in leven kunnen blijven. Zekere morgen had één van de hengsten vuil aan de neusgaten. Jan moest beslissen wat er verder mee moest gebeuren. Het zelfstudie boekenpakket ging over veeteelt, hun verzorging en genezing. Het boekenpakket werd snel diagonaal doorgenomen, Jan liet dekens aanrukken om rond de hals te binden, hij dacht dat het paard een verkoudheid had. Het mocht niet baten, het paard stierf en Jan liet het in stukken snijden, zo ontdekte hij dat de luchtpijp van het paard verwrongen was waardoor het paard eigenlijk gestikt was. Omdat het geen ziek paard was dacht Jan om het onder de inlanders te verdelen, maar zij kenden het vlees niet en weigerden ervan te eten. Jan liet het dan maar begraven.

               In de negerdorpen ronselde Jan de nodige arbeidskrachten. Zo leerde hij de verschillende volkeren kennen. De verscheidenheid in de stammen wekte bij Jan grote belangstelling, hij lette vooral op hun zeden en gewoontes. Van zijn persoonlijke boy, Gaston, leerde de meester hoe hij met de bevolking moest omgaan. Hij had een camera gekocht maar al vlug begreep hij dat er niet gefilmd mocht worden. De stamhoofden dachten dat zij zo hun ziel in het zwarte kastje zouden verliezen en hun volgelingen werden bang van het zwarte doosje.

               Jan gebruikte zijn talent als tekenaar en begon met potlood op papier te tekenen. Zo werden zowel karakteristieke als etnologische portretten van de inlanders, tovenaars en stamhoofden vereeuwigd. De modellen poseerden maar al te graag voor de blanke man en Jan vond het zo fijn om hun verwonderd gezicht te zien wanneer zij het resultaat in ontvangst mochten nemen.

               Jan was een graag geziene gast in Kongo. Zo kreeg hij van de verschillende stammen velerlei geschenken zoals beeldjes, een waardigheids-mes, muziekinstrumentjes en nog veel meer. Toen hij op een namiddag in de Kongostroom wilde gaan zwemmen hebben zijn mensen hem zelfs voor de dood behoed. De stroom zat vol giftige waterslangen en dat wist Jan niet. Voor hij zijn tweede voet in het water kon zetten werd hij reeds teruggefloten, want al lijkt het niet zo maar een negerbevolking heeft alles rondom hen gezien. Gaston, Jan zijn boy, werd razendsnel verwittigd en die heeft Jan direct terug uit het water geroepen. Anders hadden wij waarschijnlijk nooit iets van Jan gehoord.

               Jan kreeg van de inlanders meer gedaan dan de meest andere blanken. Een braakliggend stuk grond van 16 ha (32 voetbalvelden) wilde Jan laten beplanten maar hij had geen vervoer en al de bomen 6 tot 10 kg per stuk moesten stuk per stuk aangebracht worden. Jan vroeg aan zijn werklieden: “Wie wil voor mij iedere morgen één boom meenemen?” Zo gebeurde het dat alle mannen iedere morgen een boom op hun hoofd legden en 1 uur lang deze meenamen naar het braakliggend stuk grond. Toen de manager dat hoorde wat Jan van zijn mensen gedaan kreeg werd hij onmiddellijk benoemd en werd hij als voorbeeld aangehaald.

               Na de onafhankelijkheidsverklaring hebben zijn werknemers en hun families hun chef geholpen om veilig uit de hoofdpost Yangambi te vertrekken. Dit heeft Jan te danken aan zichzelf want hij behandelde de bevolking steeds als mensen en zij behandelden hun chef als hun vriend.

 

 

“Jan hebt kunstopleiding genoten?”

 

 

 

“Enorm veel heb ik te danken aan wijlen prof. wijlen proffesor. Paul Wante. Toenmalig directeur van de academie van Berchem. Hij leerde ons o.a. dat tekenen vooral betekend zijn ogen te gebruiken.”

 

Wegens zijn verblijf in het toenmalig Belgisch Kongo vereeuwigde Jan karakteristieke en etnologische portretten zoals de inlanders, stamhoofden, en tovenaars van het evenaarsgebied.

 

 

 

Jan en de inlandse stammen

In Ruanda Urundi: TUTSI

 

In N.O. Kongo: MANGBETU: De dochter van de chef stond model voor Jan.

 

In Kisangana of Stanleyville: WAGENIA; De chef zelf was model.

 

Op de evenaar te noorden van de congostroom: TOPOKE

Deze stam was de enige die tegen StanLey durfde te vechten, de andere negerstammen zetten het op een lopen bij het zien van een blanke. De boy van Jan was een Topokees

         .

Aan de kongostroom: LOKELE: De handelaars op de kongostroom en kwamen zo in kontakt met Jan.

 

Plantage aan de Gazi: TURUMBU

Deze mensen waren de minst verstandige en laagst in rang. Toch werden deze mensen door Jan niet verstoten: op een morgen reed Jan met zijn boy Bolongola (Gaston) naar de marktplaats bij de Topkezen. Daar kwam een Turumba langs en Gaston Spuwde de man in het aangezicht. Jan vreesde voor een straatgevecht maar er gebeurde niets, de Turumba ging zonder iets te zeggen verder. Jan gaf Gaston een standje, want iemand in het aangezicht souwen doet men niet. Toen antwoordde de Topkees: “Mijn vader at deze afstammelingen gewoon op als zij op ons grondgebied kwamen, ik spuw gewoon maar in zijn aangezicht, hij mag dus niet klagen.”

 

Onder Zimbabwe links naast Botswana: MABUDU.

Een koning kwam langs en bracht zijn eigen orkest mee. Later in de dag haalde de gewestbeheerder van de Mabudu stam een platendraaier uit de kast, draaide met de hand de accu op en liet de muziek horen. De koning kon de show echter niet waarderen en zei laconiek: “Mijn muziek is mijn muziek en de uwe is de uwe.”

 

 

PYGMEEVADER

Leefde in Kinshasha aan de Uele. Uele is de naam van een grote rivier.

“Uele Uele: Maliba Makasi”

Ouele ouele: roei met kracht. (Vrij vertaald. )

Dit lied zongen de mannen wanneer zij met hun prauwen op de rivier roeiden.

 

Deze portretten in pastelkrijt vielen zo goed in de smaak dat men jan uitnodigde om in het buitenland te exposeren.

 

Om een overbekend iemand na te schilderen moet men lef hebben, maar lef heeft Jan. Dit portret behoeft geen naam iedereen herkent de wereldberoemde Einstijn onmiddellijk. Dit portret werd geëxposeerd in Texas.

 

Ngoeroe priester.

%%%FOT10%%%

Vader Van Houtte was zoals, gewoonlijk, weer een ernstig boek aan het lezen. Ditmaal van Ghandi.: “Deze priester uit India moet je eens schilderen.“ raadde hij zijn zoon aan. Jan nam zijn raad ter harte en maakte dit kunstwerk.

 

Nadat Jan Van Houtte zilver behaalde in New-York met o.a. “wageniachef” en het “magnbetumeisje” volgde snel daarna Mexico en in februari 1985 werd zijn werk tentoongesteld in Tokio.

 

               De stam Mangbetu situeert zich in noord oost Kongo en zij zijn afstammelingen van de Soedanezen.

               De rijkere notabele getrouwde vrouw draagt een mandje (huif) op haar hoofd. Hun haar word in de huif gevelcht.

               Wanneer hun haar moet bijgeknipt worden word het haar eerst ontrafeld en over het mandje gelegd . Daarna wordt het haar weer netjes in de huif gevlochten.

In 1983 selecteert het Franse “Foundation Bilan de l’Art Contemporon “ nabij Parijs onze kunstschilder om deel te nemen aan een wereldtentoonstelling van hedendaagse kunst te New-York.

Jan Stuurt 2 kunstwerken op: “DE WAGENIA CHEF” en het “MANGBETU MEISJE”.

Het prachtige portret van dit jonge meisje bracht Jan een zilveren medaille op. WAGENIA CHEF? Einstein Kort daarna exposeerde Jan in Mexico en in februari 1985 werd zijn werk tentoongesteld in Tokio.

 

“Jan Wat betekende Afrika voor uw kunst?”

“Deze periode heeft ongetwijfeld een beslissende rol gespeeld in mijn kunst carrière.”

 

 

Inderdaad , de weelderige jungle met zijn levendige insecten, zoals deze vlinder, bekoorde de kunstenaar zodanig dat hij het niet kon laten met kleuren te beginnen.

 

Avant l’ abatage.

Hier zien we een grote tropische vlinder.

Het is jan zijn eerste compositiewerk. De prachtige vlinder trok   zijn aandacht en bekoorde hem om in kleuren te gaan schilderen. Daar hij geen olieverf had, gebruikte Jan plakkaatverf (reclameverf) en schilderde op een stuk karton. Toch is dat niet echt te zien aan dit kunstwerk dat zeker een mijlpaal was in Jan zijn carrière in de kunst.

 

 

 



16-04-2020 om 13:57 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!