De Doos
Reflecties ten tijde van pandemie
08-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En de economie?

Als de pandemie ons één ding geleerd heeft, dat is het wel hoe één probleem de volledige wereld in de tang kan nemen en hoe snel weerstand ontstaat tegen maatregelen van de overheid genomen om een crisis te bezweren.

Dat kan ons alleen maar vervullen met bezorgdheid, want een andere – nog veel grotere – crisis klopt aan de deur: de klimaatverandering. Wie kan nog ontkennen dat er met het klimaat iets ernstigs aan de hand is? Wie durft er nog te stellen dat we het met enkele nieuwe wetenschappelijke innovaties wel zullen klaren?

Pandemie en klimaatcrisis zijn nauw gelinkt aan de economie.

Volgens Jan Eeckhout, Belgisch econoom en auteur van het boek “The profit paradox, how thriving firms threaten the future of work”, domineren vandaag de dag twee fundamentele problemen het economische debat: de klimaatcrisis en de polarisering als gevolg van het gebrek aan concurrentie. Dit zijn op het eerste gezicht twee verschillende problematieken, maar niets is minder waar, want ze zijn uit economisch perspectief nauw met elkaar verbonden.

De twee uitdagingen zijn niet nieuw. Al in de eerste industriële revolutie heeft de economie hiermee te maken. De snelle technologische vooruitgang, zorgde voor snelle economische groei, maar ook milieuvervuiling en economische ongelijkheid. Nieuwe uitvindingen volgden in de tweede industriële revolutie (olieraffinaderij, treintransport en telefonie), en het einde van de twintigste eeuw werd gekenmerkt door informatisering van de economie. Zulke tijdperken van snelle technologische vooruitgang verhogen de gemiddelde levenskwaliteit en rijkdom. Tegelijkertijd bewerkstelligen ze ingrijpende hervormingen in onze sociale en natuurlijke levenssfeer. De nieuwe rijkdom is niet evenredig verdeeld en de nieuwe technologie levert steeds grotere milieuschade op.

Er bestaat geen perfect vrije markt. Om gewone, simpele dingen te produceren, werkt de vrije markt goed. Maar goederen en diensten die tot stand komen dankzij baanbrekende innovatie, brengen schaalvoordelen met zich die economisch interessant zijn, maar uiteindelijk concurrentie tegenwerken of zelfs beletten. En tegelijk kan nieuwe technologie zó vooruitstrevend zijn dat we volop dingen produceren terwijl we nog niet eens weten of ze gerecycleerd kunnen worden.

De marktmacht van de dominante bedrijven en de milieuvervuiling zijn een voorbeeld van een falende markt. Dat betekent niet dat er geen oplossingen bestaan die gebaseerd zijn op de markteconomie. Met meer concurrentie verdwijnt de marktmacht en door het financieel en juridisch bezwaren van alle vormen van milieuvervuiling – zowel voor de producent als voor de gebruiker – kan milieuvriendelijke technologie gestimuleerd worden. Op die manier kunnen we de marktkrachten in positieve zin aanwenden. Maar dat vraagt wel om een overheid die de spelregels vastlegt en actief corrigeert; een overheid die zich bijgevolg heeft losgemaakt van alle soorten van beïnvloedings- en drukkingsmechanismen.

Er zijn twee grote hindernissen die de toepassing van een economie met de overheid als scheidsrechter enorm bemoeilijken. Zowel de klimaatcrisis als het gebrek aan concurrentie zijn van globale aard en vereisen bijgevolg globale oplossingen. En we weten hoe moeilijk de moderne wereld het heeft met het uitwerken van globale oplossingen! Het tweede obstakel heeft te maken met de democratie. De dominante bedrijven hebben een steeds grotere greep op de politiek. Meer marktmacht creëert winst en winst geeft bedrijven de middelen om de politiek te beïnvloeden en zelfs in bepaalde richtingen te dwingen. Indien de overheid erin zou slagen als onafhankelijke scheidsrechter op te treden en indien globale instellingen – een soort van centrale banken - de spelregels zouden mogen bepalen aan de hand van feiten en wetenschappelijke inzichten, dan zouden we beter gewapend zijn tegen de grote uitdagingen van pandemieën en klimaatverandering.

BRON: De Standaard – 7 en 8 augustus 2021 - De groene hand van Adam Smith. Door Jan Eeckhout.

08-08-2021 om 16:09 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
06-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pandemie en klimaatrampen

Langzamerhand worden we de noodsituaties beu. Nauwelijks heeft de pandemie aan kracht verloren, of de klimaatcrisis ontvouwt zich in de vorm van de ‘overstroming van de eeuw’ met daarnaast onmetelijke bosbranden en vernietigende modderstromen en dat alles wereldwijd. De vraag zou kunnen zijn, of we hier wel te maken hebben met crisissen?

Volgens de betekenis van het woord is een crisis ‘een overdreven uitzonderlijke situatie, een keerpunt waarop duidelijk wordt of er een oplossing wordt gevonden of niet’. Voor Hippocrates bijvoorbeeld waren de beslissende dagen voor een ziekte een crisis, omdat werd besloten of het organisme zich herstelde of instortte. Of het nu gaat om een psychologische, economische, militaire, sociale crisis of een betekeniscrisis: de horizon is altijd een ideale wereld, een gezonde, althans relatief onproblematische situatie.

Verwijzen de verschrikkelijke overstromingen als toonbeeld van de klimaatcrisis of de pandemie naar een crisis? Enerzijds, ja:  de schade door overstromingen zal binnen afzienbare tijd en met gebruik van ongeziene financiële en logistieke middelen worden geëlimineerd, en vroeg of laat zal hetzelfde gelden voor de pandemie.

Aan de andere kant nee: want corona en overstromingen tonen aan dat het vooral de samenleving zelf is die in een crisismodus is terechtgekomen, die overweldigd wordt met de noodzaak om verstoringen en uitdagingen het hoofd te bieden.

Met betrekking tot de klimaatcrisis zei de Franse filosoof en socioloog Bruno Latour ooit heel treffend: "Spreken van een crisis betekent helaas zich ernaar schikken dat ze voorbij zal gaan, dat we ze binnenkort achter ons zullen laten”.

Wat een groot ongemak veroorzaakt, is de angst of het voorgevoel dat het niet bij één keer zal blijven.

Natuurlijk is de overstroming ook een teken aan de wand van een toenemende frequentie en waarschijnlijkheid van dergelijke weersomstandigheden als gevolg van de klimaatverandering. Cruciaal is echter vooral de overtuiging dat enerzijds alle kennis en alle middelen voorhanden zijn om een aantal problemen aan te pakken. Maar aan de andere kant is het frustrerend vast te stellen dat het niet mogelijk is om deze middelen goed in te zetten of de bestaande kennis toe te passen.

Wat er gebeurt, beperkt zich tot oproepen uit alle soorten van hoeken dat we de problemen met z’n allen moeten oplossen en dat er collectieve inspanningen vereist zijn. We moeten ons leven veranderen, de zin van onze economische activiteit in vraag stellen en zo verder. Geruststellen door te overtuigen is populair en toch is het slechts een symptoom van het niet onder ogen zien van ons onvermogen om problemen op te lossen. Deze desoriëntatie is ook te wijten aan het feit dat wat betreft de corona- en klimaatcrisis de samenleving zelf met haar verwerkingsregels in een crisis verkeert.

Want de moderne samenleving en cultuur worden gekenmerkt door een uitgesproken vorm van machts- en werkverdeling, decentralisatie, onderbroken coördinatie, emancipatie van de delen van het geheel. De unieke prestatie van de moderne wereld is het resultaat van differentiatieprocessen. Bijgevolg is de moderne maatschappij goed in het oplossen van geïsoleerde en speciale gevallen, maar krijgt ze het zeer moeilijk met collectieve uitdagingen. Als er tijdens de coronacrisis geblunderd werd, dan was dat het mislukken in het combineren en afstemmen van ongelijksoortige logica’s, zoals het vertalen van wetenschappelijke evidenties naar politieke maatregelen waarbij een meerderheid zich kan aansluiten of een goed evenwicht te vinden tussen medische noodwendigheden en economische continuïteit. Anders gesteld heeft dat alles te maken met het opgeven van het holisme - naar het geheel kijken en niet naar de som van de verschillende onderdelen waarvan iets is opgebouwd - als basisideologie.

Het afstand doen van volledige staatscontrole is een beschermend mechanisme, dat vrijheid mogelijk maakt omdat het afwijking en pluraliteit beloont. En het sluit een structurele beperking van heerschappij en totale overheersing uit. Het is niet toevallig een eigenschap van het nationaalsocialisme, het fascisme en autoritaire regimes zoals Rusland en China, om deze beschermende mechanismen hardhandig buiten spel te zetten.

Om in het reine te komen met wat als een crisis is ervaren, kan het zelfs vandaag de dag misleidend zijn om deze waarborgen van de moderniteit opzij te willen schuiven, omdat op dit moment het risico van machtsverdeling, differentiatie en decentralisatie duidelijk wordt: markten zijn inderdaad grote probleemoplossers maar ze creëren eveneens grote problemen, en veel producten die de markt nodig heeft, kan het leefmilieu best missen.

Democratie is een ingenieuze vorm van besluitvorming, maar mensen kiezen soms voor de verkeerde oplossingen en gaan om principiële redenen in de tegenaanval. Wetenschap is ongelooflijk krachtig, maar kan de verwachting van ondubbelzinnige oplossingen niet stillen. Onderwijs brengt kennis bij de mensen, maar meer onderwijs zorgt altijd voor meer tegenstellingen en minder consistent gedrag.

Het onbehagen in de klimaat- en coronacrisis voedt zich met deze interne tegenstellingen. Het is geen toeval dat aan het begin van de eerste shutdown vorig jaar enkele sociale wetenschappers opgewonden en vol hoop opperden dat men de problemen zou kunnen beheersen zodra de structurele beschermende mechanismen van de samenleving werden opgeheven. Een afschrikwekkende fantasie?

De crisissen van de samenleving zijn geen crisissen in de zin van Hippocrates. Ze wijzen eerder op een permanente toestand die diep verankerd zit in de structuur van de samenleving en duiden op een dubbelwaardigheid die niet kan worden overwonnen door politieke beslissingen, omdat ook deze eraan onderhevig zijn. Politieke beslissingen zijn in ieder geval in een democratie ook afhankelijk van de publieke opinie en van een machtscyclus die als eerste beslist wat legitiem kan worden besloten. De ervaring tijdens de pandemie was dat gedragsnormen in alledaagse situaties niet met geweld kunnen worden afgedwongen en dat het mechanisme van de politiek altijd oppositie opwekt, bijvoorbeeld stemmen die pleiten voor vrijheid maar zich niets aantrekken van de vrijheid van de anderen, of die een proefdraaien in verband met een tijdelijke beperking van vrijheidsrechten als algemene en definitieve opschorting van vrijheid invullen. Dergelijke stemmen zijn enerzijds het gevolg van intellectuele zwakte, maar zijn anderzijds ook een uiting van een open samenleving die erin gelukt zich aan controles te onttrekken.

De grote uitdaging van de pandemie was en is dan ook vooral dat zichtbaar te maken wat anders verborgen blijft door de gebruikelijke routines. Zoals de Duitse filosoof Ernst Bloch zei, heeft de pandemie de wereld herkenbaar gemaakt; ze bevond zich helemaal niet in een uitzonderlijke situatie, maar toonde zich in zijn structuur: gevormd door tegenstrijdige doelen, door onbestuurbaarheid, door vertaalproblemen van voornemen naar praktijk.

Een vraag daarbij zou kunnen zijn of autoritaire bestuursvormen zoals in China en Rusland veerkrachtiger en crisisbestendiger zijn?  Het gebrek aan democratie en liberalisme wordt daar niet meer met beschaamdheid erkend, maar veel erger tot een programma gemaakt. De gevolgen in de praktijk spreken voor zich en hebben niet veel duiding nodig.

Het Westen daarentegen heeft veel verdienste, maar de praktijk in crisismodus laat een wrange smaak na. Misschien is dat momenteel de echte crisis. En misschien is dat de perfecte uitdaging voor een zelfverzekerde zelfcorrectie van onze samenlevingsvormen. Dergelijke zelfcorrecties moeten procedures uitvinden die kunnen omgaan met tegenstrijdige doelen, zoals bijvoorbeeld tussen medische en economische logica.

Heel mooi als oplossing! Even mooi als geruststellen door te overtuigen! Maar we weten allemaal hoeveel garen we daarmee gesponnen hebben.

Blijft dat onze samenleving zijn grenzen bereikt. Welke die grenzen zijn? Wellicht niet te stuiten zelfzucht en het geloof in de maakbaarheid van alles op het moment dat wij zelf bepalen?

Bron: Der Spiegel – Heft nr. 31/2021 – Die wahre Krise der Gegenwart – Essay von Armin Nassehi

06-08-2021 om 00:00 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
29-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe deze blog te lezen?

Roadmap

Wie gewild of toevallig in deze blog terechtkomt, krijgt misschien het gevoel zich in een doolhof of zelfs een escape room te bevinden. Begrijpelijk.

Hoe is deze blog tot stand gekomen en bijgevolg opgevat?

De basistekst is een groot document over ‘Covid-19’ of ‘corona’ of ‘de pandemie’. Die tekst is in 15 delen op de blog geplaatst, daarna volgen 14 aanvullingen.

Wie zinvol wil omspringen met deze blog begint met te kijken naar het ‘Archief per week’, blokje dat naast de tekst van de blog staat bij wijze van roadmap.

In week 8/3-14/3 bevindt zich de inhoudsopgave van de basistekst en ook een bijkomende tekst over veerkracht.

Vanaf week 15/3-21/3 volgt dan deel 1 tot en met 7. 1 staat laatst, 7 staat eerst. En zo per week verder tot alle delen zijn gepasseerd.

De aanvullingen kunnen zonder enige volgorde, bijgevolg naar eigen goesting, gelezen worden. Ze starten in de week 5/4 – 11/4.

Op dit ogenblik is het onduidelijk of en hoeveel aanvullingen er nog zullen volgen. Dat hangt af van wat corona nog brengt en of het gebeurde dan iets toevoegt aan de inhoud van de basistekst.

Veel lees- en nadenkplezier! En misschien tot …?

29-07-2021 om 18:01 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
11-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 14

Alles heeft zijn tijd

‘Alles heeft zijn tijd’, of het één volgt na het andere, dat stond reeds in de oude Hebreeuwse bijbelboeken te lezen. Maar wat als men niet weet waarvoor het tijd is? Dat is net wat ons overkomt, zo stelt Walter Weyns, socioloog aan de UAntwerpen, in een bijdrage in krant De Standaard.

In complexe samenlevingen zoals de onze roept alles om aandacht en ‘nu meteen’. De simpele deugd te weten wat er moet gedaan worden omdat de tijd er rijp voor is, zijn we kwijtgeraakt. Hoe meer we weten, hoe minder we beseffen wat eerst moet gebeuren. Er dient zich zoveel aan, alles is dringend. We kunnen niet alles tegelijk, maar toch denken we dat dit een na te streven ideaal is.

Als het aankomt op het stellen van prioriteiten was de pandemie een schoolvoorbeeld. In korte tijd werden alle andere kwesties dan Covid-19 of corona afgevoerd. Slechts één ding telde nog en bepaalde de agenda. Blijkbaar is het zo dat wij pas in ogenblikken van crisis echt goed weten ‘waarvoor het tijd is’.

Nu de beproevingen van de coronatijden stilaan ten einde lijken te komen, willen we alles en tegelijkertijd. En nog veel meer, want er moet verloren tijd ingehaald worden. Behalve een tijd voor crisis is er ook een andere tijd. Maar als we in die andere tijd terug gaan handelen onder druk van hoogdringendheid van alles en nog wat, en zo wat in het leven minder dringend maar wel essentiëler is uit het oog verliezen, dan is het leven de verliezer.

De aristotelische aanbeveling om het juiste midden te houden, is nog altijd heilzaam.

Bron: De Standaard – 10 en 11 juli 2021 - Pas bij een crisis weten we blijkbaar waarvoor het echt tijd is - Door Walter Weyns, socioloog (UAntwerpen)

11-07-2021 om 09:41 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
09-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 13

VERLOREN TIJD

Bij geluk van leven zou de Franse intellectueel, romanschrijver, essayist en criticus Marcel Proust 150 jaar geworden zijn.

Aan zijn meesterwerk “À la recherche du temps perdu”  - Op zoek naar de verloren tijd - begon hij in 1909 en hij voltooide het net voor zijn dood in 1922.

In het artikel “Sieg über die Zeit” in het weekblad Der Spiegel legt Volker Weidermann de link met het coronatijdperk.

Verloren tijd is wat veel mensen het Corona-tijdperk noemen, dat de wereld nog steeds belemmert. Omwille van de vele doden en uit angst voor talloze nieuwe slachtoffers, sloot de wereld haar deuren en landen hun grenzen, verlieten de mensen hun huis lange tijd niet, bleven vliegtuigen op de grond, bleven treinen, trams en bussen leeg, net zoals winkels, cafés, restaurants, sportvelden en -zalen,  toneel- en concertzalen en noem maar op. In tijden van de zwaarste lockdown en de grootste doodsangst, was het alsof het leven op aarde even tot stilstand was gekomen.

Verloren tijd... Wat is er in al die maanden niet geleerd, niet verdiend, niet gekocht, niet gevierd, niet beleefd, niet geleefd? Nu het normale leven terugkeert – al is het nog met beperkingen en de nodige onzekerheid - vragen we ons af: “waar is die verloren tijd gebleven en krijgen we die nog ooit terug?”

Wat in het artikel niet staat, is de bedenking dat tijd verliezen is iets dat voornamelijk in het hoofd gebeurt. Mensen versterken het negatieve gevoel dat met tijdsverlies gepaard gaat door zich daarover te ergeren, in plaats van ervoor te kiezen deze momenten anders in te vullen. Gebeurtenissen koppelen aan tijd heeft te maken met zingeving of veeleer de tijdelijke onmogelijkheid tot zingeving. Vandaar het gevoel van verlies. Wellicht was en is de pandemie meer een kwestie van het aanvoelen van leegte – reëel en in gedachten - dan van verlies van tijd?

Bron: Der Spiegel – Heft 27/3.7.2021 - Sieg über die Zeit – Von Volker Weidermann

09-07-2021 om 13:36 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
03-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 12

Lessen voor de toekomst

In zijn verzamelbundel essays “Sprachen der Wahrheit – Texte 2003-2020”, uit het Engels vertaald door Sabine Herting en Bernhard Robben, vertelt de auteur Salman Rushdie over zijn coronaziekte en de vraag van wat er van de pandemie ooit zal overblijven: een nieuw begin voor een betere mens- en menselijkheid of sociale en politieke verwoesting?

Omwille van zijn leeftijd en astma was Rushdie een topslachtoffer voor Covid-19 of corona. Maar hij overleefde. Deze gebeurtenis zette hem wel aan tot nadenken.

Zo viel zijn aandacht op het beroemde essay “Krankheit als Metapher” van Susan Sontag (eerst hersteld van kanker en later toch aan kanker gestorven) waarin zij er voor waarschuwde om een slechte gezondheid niet te gebruiken als een beeld van een andere sociale malaise. "Ik wil laten zien dat ziekte geen metafoor is en dat de meest eerlijke manier om ermee om te gaan erin bestaat om zoveel mogelijk los te komen van het metaforische denken, en zoveel mogelijk weerstand te bieden”.

Salman Rushdie heeft vastgesteld dat in de loop van de pandemie niet veel mensen deze raad gevolgd hebben. Zo werd corona afgeschilderd als een straf van moeder natuur of een oorlog tegen een onzichtbare vijand. Dat bracht mensen bij het gevoel dat er iets goeds kan voortkomen uit horror, dat wij deugdzame lessen kunnen leren, uit de cocon van opsluiting tevoorschijn kunnen komen als grote New Age-vlinders, in een wereld die vriendelijker, zachter, minder hebzuchtig, ecologisch slimmer, minder kapitalistisch, meer inclusief is. Dat lijkt hem nog steeds een utopie. Volgens Rushdie zullen de machtsstructuren van de wereld en de begunstigden daarvan niet gemakkelijk toegeven aan een nieuw idealisme. Hij is ervan overtuigd dat de mens beschikt over geweldige overlevingsvaardigheden en dat we zullen overleven. Maar hij betwijfelt echter of de lessen van de pandemie zullen leiden tot een sociale revolutie.

Pandemieën in het verleden hebben niet geleid tot grote veranderingen. De huidige pandemie heeft ons ook met de neus op een aantal vaststellingen gedrukt. De manier waarop wereldwijd sommige staatshoofden en politiekers met de pandemie omgesprongen zijn, hebben een aantal alarmlichten doen knipperen. Evenals de wijze waarop grote groepen mensen zich gedroegen als onwetende en zelfzuchtige bendes. Van veel zin voor het positieve getuigt dat niet.

Maar we kunnen altijd blijven hopen op verbetering en misschien maken onze kinderen en kleinkinderen deze betere wereld ooit wel mee, aldus Rushdie.

De tijd zal het leren.

Bron: Der Spiegel – Heft 26/26.6.2021 - Ein erstklassiges Ziel – Salman Rushdie 

03-07-2021 om 16:00 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
08-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 11

Vrijheid is coproductie

 

Nu de grote vrijheid binnen handbereik ligt, stelt zich meer en meer de vraag waarover we eigenlijk spreken. Wat is vrijheid en is de mens wel zo’n vrij wezen?

De vrijheid van de ene begint waar de vrijheid van de andere eindigt.

In een artikel in De Standaard verwijst Ignaas Devisch, hoogleraar medische filosofie en ethiek aan de UGent, naar Friedrich Schelling die in ‘Über das Wesen der menschlichen Freiheit’ (1809) schreef dat vrijheid de mogelijkheid van goed en kwaad is. Het kwaad is het drama van de vrijheid, want in een universum zonder vaste grond of ordening kunnen we letterlijk alles doen. In een liberale democratie staat vrijheid daarom altijd in verhouding tot veiligheid en het beperken van de mogelijkheid om een gevaar voor elkaar te zijn.

Het is de overheid die de opdracht heeft om ervoor te zorgen dat met de begrippen ‘vrijheid’ en ‘vrijheid van meningsuiting’ op de juiste manier wordt omgegaan. De staat moet voor de spelregels zorgen. Een dergelijke opdracht kan niet overgelaten worden aan individuen of private organisaties.

Dat dit voor de overheid geen gemakkelijke opgave is, staat buiten kijf. En dat de mens het in zich heeft constant te botsen op beperkingen die haar of hem worden opgelegd, is even wiedes.

Hoe moet de staat zich van die opdracht kwijten? Zoals een zedenmeester of zoals een notaris? Indringerig en betuttelend of eerder tussenkomend of bemiddelend? Of anders geformuleerd, de overheid als (opperste) moreel gezag of de overheid als deskundige, onafhankelijke en onpartijdige dienstverlener bij het afsluiten van contracten tussen personen?

Hoe dan ook hangt het succes af van coproductie, met de mens in de hoofdrol en de staat – in de meest wenselijke opstelling-  in de rol van ‘aanwezige afwezige’.

 

De Standaard – 8 juni 2021 - Moet de staat zich gedragen als zedenmeester of notaris? Door Ignaas Devisch.

08-06-2021 om 10:47 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
05-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 10

Evidence based

 

Op het ogenblik dat duidelijk werd dat de pandemie een enorm verwoestende kracht had, besloot de politiek afstand te doen van haar primaat. Een stapje opzij voor het primaat van de (medische) wetenschap. Daarenboven formuleerde de overheid haar voornemen om voortaan beslissingen te gaan nemen op basis van feiten. ‘Evidence based’ beleid, zo klonk het motto. De vraag die zich daarbij onmiddellijk opwerpt; luidt: “Op welke basis worden dan in normale tijden beslissingen genomen?”

Telkens als de cijfers de pan uit rezen, greep de politiek naar objectieve feiten, statistische modellen en virologische adviezen.

Daalden de cijfers dan ging de politiek terug op haar strepen staan en de wetenschappers stonden erbij en keken ernaar. Degenen die dan toch alarmbellen deden afgaan, werden scheef bekeken. Er waren er ook die begonnen te twitteren. En we weten allemaal wat dat met een mens kan doen.

Onze samenleving voltrekt zich binnen diverse denkbeelden, waarbinnen uiteenlopende waarden de richting bepalen.

De waarheid heeft haar rechten, zegt het spreekwoord. Wetenschappers verdedigen die rechten. Maar houden zij wel voldoende rekening met het gegeven dat wetenschap een zaak is van onderbouwde waarschijnlijkheden, niet van zekerheden?

De politici moeten uiteenlopende waarden tegenover elkaar afwegen en vervolgens een doordachte beslissing nemen. Zij moeten publieke verantwoording afleggen. De medische cijfers zijn één ding, economische groei en mentaal welzijn, een andere. Politici wikken en beschikken. Ze bezitten het primaat van de macht, tot zolang ze weggestemd worden!

Bron: De Standaard – 4 en 5 juni 2021 – En waarom zouden wetenschappers niet mogen twitteren? Door Rudi Laermans.

05-06-2021 om 11:00 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
30-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 9

Leed

De coronapandemie stortte zich op alle mensen in de wereld, wat niet betekent dat iedereen ze op eenzelfde en gelijke wijze beleefde. Het lot bepaalde de graad van het slachtofferschap.

Elke mens werd anders getroffen. Er circuleren massa’s verhalen over pijn, verlies, wanhoop, depressie en zo meer.

De ‘inequity aversion’, de afkeer van onbillijke ongelijkheid zit in onze natuur ingebakken. Niemand vindt het rechtvaardig als andere mensen meer hebben of – in het geval van de pandemie - minder lijden zonder dat daarvoor een verklaarbare reden bestaat.

Niettegenstaande zijn veel mensen er zich doorgaans van bewust dat hun persoonlijk verhaal niets meer is dan een flard van een alles en iedereen overstijgend groter verhaal. Vaak kon men tijdens de pandemie dan ook horen: ‘Ik heb het lastig, maar ik mag niet klagen want anderen hebben het nog lastiger.’ Dat psychologische mechanisme heet leedhiërarchie. Het wikken en wegen van leed zit ingebakken in ons denken.

Leedhiërarchie of ‘victim hierarchy’ raakt bovendien aan schuld en onschuld. Als onschuldige mensen zelf moeten lijden in de plaats van iemand die blijkbaar schuld treft en het beter heeft, dan rest weinig ruimte voor mildheid en begrip. Leedhiërarchie wordt daarenboven vrij vlug een manier om te bepalen wie welke hulp krijgt en wie ervan verstoken blijft. Het schalen of taxeren van leed wordt daardoor een amorele bezigheid, want pijn en verdriet kunnen niet gelenigd worden met behulp van een weegschaal.

 

Bron: De Standaard – 29 en 30 mei 2021 – Waarom mijn en uw pijn nooit dezelfde zullen zijn. Door Sarah Vankersschaever.

30-05-2021 om 10:38 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
28-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 8

Perspectief

 

Waar velen zo naar verlangd hebben, is er eindelijk: ‘perspectief’. Want er is licht aan het einde van de tunnel. De pandemiecijfers gaan de goede kant op. Vandaag lijkt het opnieuw alsof betere tijden er gaan aankomen. Alhoewel gaan hoge verwachtingen vaak samen met knagende onzekerheid. Wat de pandemie alleszins heeft aangetoond is dat kwetsbaarheid, angst en woede een gevaarlijke cocktail is. Vrees voor verlies gecombineerd met angst voor verandering blijft zelfs in goede tijden een krachtig iets en een gevaarlijke voedingsbodem.

Wat de pandemie nog heeft blootgelegd, is dat lang niet iedereen bereid of in staat is tot een debat op basis van feiten. Het duurt vaak een tijd voor onomstootbare feiten als zodanig vaste voet krijgen in het maatschappelijk debat, als het ooit zo ver komt. Grote groepen worden nooit bereikt en zullen nooit bereikt worden. In de tussentijd hebben valse feiten hun weg gebaand en leiden ze tot een wereldaanschouwing, waarin weinig plaats is voor rationeel denken en gemeenschappelijkheid. En iedereen zoekt zijn eigen wegen om zijn eigen boodschappen te verspreiden. Woorden kunnen zwaar wegen en zijn soms belast met onuitgesproken betekenissen. Wanneer zijn woorden schadelijk voor de democratie? Er is vrijheid van meningsuiting en de schending daarvan. Maar waar liggen de grenzen van de ‘freedom of speech’? En wie legt op basis waarvan die grenzen vast? Dát heeft de pandemie ons niet geleerd.

 

Bron: De Standaard – 28 mei 2021 – Democratie is geen comfortzone – Door Bart Sturtewagen

28-05-2021 om 09:59 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
08-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 7

Pandemie en taal

Waar de wereld van vol is, loopt de taal van over, althans zo las ik in het ‘De Standaard Weekblad’ nr. 493 van zaterdag 8 mei 2021.

Dat bracht mij op het idee om eens stil te staan bij een aantal coronawoorden en daar een ludieke invulling aan te geven. Hier gaan we dan:

-    avondklok: klok die aangeeft om hoe laat corona het gevaarlijkst is

-    anderhalvemeteren: op afstand blijven, want anders dreigt er ‘afstandschaamte’

-     antivaxer: synoniem voor ‘prikvertikker’

-     bemondkapt: het fijne gevoel om met een mondkapje door het leven te gaan

-     bubbel: uiterst kleine mensenkring die je vooral niet ziet

-     coronakwieke: vrouwelijk burgemeester of ander dynamisch persoon die niet aan de neiging kan weerstaan om als snelste       gevaccineerd te worden

-     corona-onduidelijkheid: al wat duidelijk is maar wat we niet willen

-     coronapas: soort rijbewijs voor gevaccineerden

-     coroontje: iemand die corona aan zijn been heeft

-     gecoroniseerd: te vergelijken met gekoloniseerd (ook een vies woord)

-     gezellige drukte: in coronatijden over de koppen lopen, bijvoorbeeld in winkelstraten

-     hamsterschaamte: een gevoel dat niemand heeft als er een pandemie uitbreekt

-     in coronatijden: periode van maart 2020 tot als ze eindigt

-     knuffelcontact: contact dat je maar beperkt mag hebben, want anders dreigt er ‘druppeloverdracht’

-     la boum: we nemen het park in en kloppen eens goed op de politie

-     ne me covid pas!: blijf uit mijn buurt en begin zeker niet te hoesten of te proesten

-     ophokplicht: van toepassing op pluimvee, maar sinds de pandemie ook op mensen

-     paaspauze: periode in het jaar dat je de kat uit de boom kunt kijken

-     pandemiepuppy: hondje dat je alleen maar graag ziet in tijden van corona

-     pandemoe: snakken naar post-coronatijden omdat we dan ons moe terug kunnen bezoeken

-     plexiglas: synoniem voor ‘spatscherm’ dat het coronavirus tegenhoudt of juist in de hand werkt - woord ook te gebruiken bij bestelling van witte wijn in een restaurant tijdens pandemie (glazen in glas zijn niet coronaproof!)

-     plezant: wat we zeker in coronatijd niet gaan doen

-     post-coronavrijheid: een woord dat we niet kunnen uitleggen, maar wel gaan ontdekken als alles voorbij is; zie verder bij 'vrijheidsprik'

-     raamdez-vous: afspraak waarbij de ‘bemondkapte’ contactpersonen zich beiden aan een verschillende zijde van een raam bevinden om gezellige momenten met elkaar door te brengen

-     spatscherm: zie plexiglas

-     statisziek: slepend gevoel na een overdosis coronastatistieken

-     triage: iemand klaarstomen voor quarantaine e.d.

-     venstertje-rijden: veilig reizen per trein (geldt enkel voor de heenreis)

-     viris: vrouwelijke vorm van virus

-     viroloog: veterinair die nog wat avondonderwijs heeft gevolgd; een ‘tafelviroloog’ is een viroloog die niet weg te denken is als gast in nieuwsuitzendingen op radio en t.v.

-     vrijheidsprik: inenting die de mens gelukzalig maakt

-     wc-papierschaamte: schaamte die een supermarktbezoeker ervaart als hij wc-papier hamstert bij dreiging of begin van een pandemie

-     zelfısolatie/ zelfquarantaine: je moet maar op het gedacht komen; hoe leuk kan dat zijn!

-     zwerfkapjes: je vindt ze overal

08-05-2021 om 00:00 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
06-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 6

Inentingsjaloezie en coronapas

 

‘Mensen handelen heel vaak emotioneel, instinctief en onbewust’ en ‘De mens handelt op basis van individuele overleving’, schreef ik in mijn blog van 4 mei over burgerlijke ongehoorzaamheid.

Een voorval in Limburg, waarbij een burgemeester zichzelf, vrienden, kennissen en getrouwen een flinke voorrang bij de vaccinatie verschafte, bewijst dat nogmaals.

Een andere beschouwing daaraan verbonden heeft te maken met macht. ‘Macht corrumpeert, absolute macht corrumpeert absoluut,’ een beroemde uitspraak van Lord Acton, een Engelse katholieke historicus, politicus en schrijver (10 januari 1834-19 juni 1902). Het wil zeggen dat macht een mens bederft. Macht heeft een donkere kant. En die donkere kant kan leiden tot machtsmisbruik of ook de schending van moreel gezag. Geld is een goede dienaar maar een slechte meester. Dat geldt ook voor macht.

Het staaltje eigenbelang in Limburg is misschien maar een fait divers, tenzij het bekeken wordt in het kader van twee nieuwe ontwikkelingen in de pandemie.

Een eerste ontwikkeling is ‘Impfneid’. Dit Duitse woord kan in het Nederlands omschreven worden als: jaloezie of afgunst ten overstaan van mensen die al zijn ingeënt tegen het coronavirus. Een vertaling zou kunnen zijn: ‘inentingsjaloezie of inentingsafgunst’.

Een andere ontwikkeling is de coronapas, gezondheidspas of vaccinatiepas. Dat document is bedoeld om degenen die volledig ingeënt zijn al een aantal vrijheden toe te kennen. Maar wat dan met dat deel van de bevolking dat nog zit te wachten op een uitnodiging om gevaccineerd te worden?

De reactie ligt voor de hand: discussies en frustraties alom.

De pandemie laat werkelijk alle kanten van de mens zien.

06-05-2021 om 15:02 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
04-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 5

Na de paaspauze de burgerlijke ongehoorzaamheid!

 

Burgerlijke ongehoorzaamheid is het opzettelijk overtreden van de wet of het negeren van bevelen van de overheid met als doel zich te verzetten tegen politieke besluitvorming. De meeste denkers en activisten die zich ermee bezig houden, stellen dat burgerlijke ongehoorzaamheid per definitie geweldloos is en nooit plaatsvindt uit louter eigenbelang.

De praktijk geeft echter aan dat georganiseerde acties van burgerlijke ongehoorzaamheid vaak slecht aflopen, meer verliezers dan pure winnaars opleveren, en sommige aanstokers en deelnemers een dubbele agenda hanteren: één voor de goede zaak en een andere zelfzuchtig of zelfs malafide.

Burgerlijke ongehoorzaamheid is volgens VUB-professor Timothy Desmet volledig te verklaren vanuit de menselijke psychologie. Een belangrijke les uit zijn analyse is dat men er vooral niet vanuit mag gaan dat de mens handelt op basis van rationeel gedrag. Burgerlijke ongehoorzaamheid tijdens de coronacrisis ligt in lijn met de menselijke psychologie. Mensen handelen heel vaak emotioneel, instinctief en onbewust.

De mens handelt op basis van individuele overleving. Verder schatten mensen de kans dat er iets ergs kan gebeuren lager in bij zichzelf dan bij iemand anders. Ook dit verklaart de diverse vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid.

De sociale norm speelt evenzeer een grote rol. De verslaggeving in de media over mensen die de regels niet volgen leidt tot imitatiegedrag. En tot slot leidt het gebrek aan eenduidige communicatie vanuit de overheid en andere verwarrende boodschappen tot psychologische stimuli voor mensen om terug te grijpen naar vooroordelen. Vaak laten mensen zich meer leiden door beelden in de media dan de informatie die de overheid verspreidt.

Het valt op dat na de ‘paaspauze’ – die de overheid in ons land invoerde - de burgerlijke ongehoorzaamheid is toegenomen en bijgevolg ook de berichtgeving daarover in de media. De promotors van die ongehoorzaamheid komen uit verschillende hoeken van de maatschappij; recent: cultuurhuizen, cinema’s, ‘la boumers’ (jongeren en hun aanhang die parken innemen), en zelfs politici, waaronder er zijn met de titel van burgemeester.

Inspelen op hoe de hersenen van mensen functioneren had een belangrijke bijdrage kunnen leveren in het succes van de lockdown en de exitstrategie, zo stelt Professor Desmet. Dat is ontegensprekelijk zo, al is de praktijk altijd weerspanniger dan de theorie.

Daarenboven is voorkomen slechts één aspect van het geheel. Minstens even belangrijk is wat te doen ingeval burgerlijke ongehoorzaamheid toch plaatsvindt, want het volledig uitsluiten is een utopie.

De oplossingen bevinden zich tussen enerzijds, er paal en perk aan stellen op Russische of Chinese wijze - waar niemand in een democratische rechtsstaat naar vraagt – en anderzijds, het gedogen om niet te zeggen het legaliseren; ook dat laatste zou niet verantwoord zijn en zelfs ondemocratisch ten opzichte van degenen die burgerlijke ongehoorzaamheid afkeuren. De oplossing ligt ergens tussenin en vraagt een balanceren tussen filosofische, sociologische overwegingen, aan de ene kant, en juridische overwegingen, aan de andere kant. Nog te zwijgen over de medische en politieke overwegingen. Het blijft hoe dan ook een zeer moeilijke evenwichtsoefening.

 

Bronnen:

*De Standaard – 3 mei 2021 – Burgerlijke ongehoorzaamheid betekent niet onvoorzichtig. Door Filip Tielens, Lieve Van de Velde.

*press.vub.ac.be / burgerlijke-ongehoorzaamheid-tijdens-coronacrisis-in-lijn-met-menselijke-psychologie

04-05-2021 om 11:05 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
02-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 4

History doesn’t repeat itself, but it often rhymes

Natuurcatastrofen komen uit het niets, gebeuren gewoon, en hebben weleens kwalijke gevolgen.

Zo overviel de Spaanse griep de wereld in het voorjaar van 1918, toen in Europa nog de Eerste Wereldoorlog woedde. Het virus veroverde de planeet en daar zou pas een einde aan komen in de zomer van 1919. Wereldwijd werd een derde van de wereldbevolking besmet. Het dodental overtrof dat van de wereldoorlog. Over de wereldoorlog werden meer dan 80.000 boeken geschreven, over de Spaanse griep enkele honderdtallen.

De toestanden van toen lijken erg op die van de huidige coronapandemie. Amerikaanse kranten waarschuwden de lezers: ‘Mijd hoestende of niezende mensen. Betreed geen ruimten die niet verlucht zijn. Blijf thuis als je je verkouden voelt. Hoed je voor bezorgdheid, angsttoestanden en uitputting. Draag een masker’. Ziekenboegen werden ingericht. Scholen, kerken en amusementsplaatsen, werden gesloten en te vroeg terug geopend, terwijl op veel plaatsen cafés en winkels toegankelijk bleven.

In een artikel vond ik dat de Spaanse griep gezien wordt als de trigger voor het opkomen van de filmindustrie naar kapitalistisch model. En het artikel gaat verder met de huidige coronacrisis uit te roepen tot trigger voor het einde van de huidige filmindustrie en bioscoopzalen. Vroeger waren het de filmstudio’s die films produceerden en deze in – vaak de eigen - bioscoopzalen toonden. Nu worden het de streamingaanbieders die films gaan produceren en tonen op de eigen platformen. Zo stelt het artikel. Of het ooit zover komt, valt af te wachten.

Om in de beide gevallen een zo grote rol toe te bedelen aan een natuurcatastrofe roept toch wel vragen op. Wellicht heeft de Spaanse griep wel het proces mee beïnvloedt, maar was de evolutie in kwestie er ook van zichzelf gekomen? En dat er een evolutie aan de gang is in verband met het bekijken van films, het lezen van boeken, kranten en tijdschriften of ook het doen van onze aankopen, is al van vóór Covid-19 het geval. Misschien zal corona dat proces versnellen of beïnvloeden?

Aan de hand van het artikel in kwestie zou men ook kunnen afleiden dat De Spaanse griep mee aanleiding heeft gegeven tot de “roaring twenties”, benaming voor de jaren twintig van de 20e eeuw als een zeer bewogen periode.

Staan wij thans voor de “roaring twenties” van de 21ste eeuw en in voorkomend geval wat is de rol daarin van de pandemie?

“History doesn’t repeat itself, but it often rhymes”  of anders geformuleerd “History doesn’t repeat itself, but it looks alike”. Of de geschiedenis zich herhaalt of slechts in de vorm van een variante terugkomt, dat zullen we in 2030 of misschien nog wat later weten! Waarschijnlijk zijn we daartegen al lang vergeten dat er ooit een coronacrisis was. Alhoewel.

 

Bron: Der Spiegel – Heft 17/24.4.2021 – Filmriss - Von Lars-Olav Beier, Lothar Gorris, Wolfgang Höbel, Oliver Kaever, Hannah Pilarczyk.

02-05-2021 om 00:00 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
19-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 3

Vrijheid is niets waard zonder solidariteit

In ‘Reflecties ten tijde van pandemie’ kwam het aspect vrijheid sterk aan bod.

Vrijheid is volgens Peter Mangelschots, schrijver en dichter, het meest misbruikte begrip waarop een beroep werd gedaan tijdens het voorbije coronajaar.

Vrijheid staat volgens sommigen op nummer één, vóór gezondheid, veiligheid en milieu. Ook bij de Franse revolutionairen in 1789 stond vrijheid op kop: 'Liberté, égalité, fraternité’.

Dat is fout, zegt Mangelschots. Fraternité staat ver boven liberté. Het gaat om solidariteit.

Er is in de loop van de jaren een disharmonie ontstaan tussen vrijheid als democratisch en breed gedragen vorm van zelfbestuur en vrijheid als een loutere veiligstelling van het eigen doen en laten. De klemtoon is verschoven naar dit laatste en dat individualistisch omgaan met vrijheid is antidemocratisch.

In een samenleving waar iedereen angstvallig zijn eigen rechten opeist ten koste van de maatschappij, is echte vrijheid niet mogelijk. Wie streeft naar alsmaar meer, is niet vrij, maar zit gevangen in het web van zijn eigen hebzucht.

Het kan anders, maar dan is er solidariteit nodig. Echte vrijheid vloeit voort uit solidariteit. Alleen dan is het leefbaar voor iedereen. Als we ons constant moeten beschermen en verdedigen tegen de absolute vrijheidsdrang van de anderen, zijn we niet vrij.

Om dat alles in goede banen te leiden, is er een overheid nodig om de spelregels te bepalen en te bewaken.

Iets om te onthouden als de klimaatcrisis ooit op volle toeren gaat draaien?

Bron: De Standaard – maandag 19 april 2021  - OPINIE VRIJHEID & DEMOCRATIE - ‘Liberté’ is niets waard zonder ‘fraternité’. Door Peter Mangelschots.

19-04-2021 om 14:00 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling 2

Het einde van de wereld? Nooit of te nimmer!

In mijn gelegenheidsschrift ‘Reflecties ten tijde van pandemie’ kwamen de verschillende crisissen aan bod die de wereld al een hele tijd teisteren. Schrijven over crisissen kan al vlug beschouwd worden als pessimisme of zwartgalligheid. Vandaar dat ik in aanvulling op mijn ‘Reflecties’ de kaart wil trekken van het optimisme. Het einde van de wereld? Nooit of te nimmer!

Als mensen – en niet alleen die op leeftijd - zeggen dat alles in het verleden beter was, dan is dat misschien een beklag over hun eigen welzijn, maar het is geen geldige uitspraak over de wereld. Zelfs in deze tijden van pandemie kan praten over hopeloosheid en ondergang in feite slechts beeldspraak zijn.

Covid-19 heeft al gedurende meer als een jaar de indruk doen ontstaan dat alles op springen staat. We zouden bijna vergeten dat algemeen bekeken de wereld erop vooruitgegaan is: gezondheid, welstand, opleiding, levensverwachting, vrede, democratie, veiligheid… Dat concludeerde de Amerikaanse psycholoog Steven Pinker twee jaar geleden in een gesprek met het Duitse tijdschrift Der Spiegel. Eigenlijk heeft de coronapandemie aan die conclusie niets veranderd. De wereld heeft nog voor gezondheidscrisissen gestaan en telkens werden die overwonnen. Ook nu zal dat zo zijn.

Een Engelse wijsheid luidt: ‘Expect the unexpected’ (verwacht het onverwachte). Daar is de mens niet erg goed in. Het liefst hebben we de toekomst zonder toevalligheden of onzekerheden. Planbaar dus. Om niet al te erg verrast en teleurgesteld te worden, verwachten we meteen het ergste. Zo zijn veel mensen ervan overtuigd dat alles uiteindelijk slecht afloopt.

Om tot dit standpunt te komen, worden negatieve trends van het heden eenvoudig naar de toekomst overgedragen, alsof ze een neerwaartse natuurwet volgen. Wat vandaag bergafwaarts gaat, zal bergafwaarts blijven gaan, dat is de universele formule van de pessimist. Het feit dat tijden kunnen veranderen, en zelfs ten goede, speelt bij dergelijke overwegingen geen rol. De zwartkijker weet altijd hoe het allemaal afloopt: slecht.

Studies hebben aangetoond dat mensen de neiging hebben om hun aandacht bij voorkeur te richten op het negatieve of bedreigende. De perceptie ten gunste van het slechte maakt het gemakkelijker om sneller op gevaar te reageren, maar sijpelt helaas door in het benaderen van het positieve. In het ergste geval verdwijnt het vermogen om het positieve te herkennen, of zelfs veranderingen ten goede voor mogelijk te houden.

Degenen die blind worden voor het goede en er niet in slagen een uitweg te vinden uit het gevoel van achteruitgang, verliezen het vermogen om te hopen en blijven angstig vastzitten in de crisis. Vragen van optimisme of pessimisme komen dan niet meer aan bod. Degenen die niet langer in een toekomst geloven, hebben geen feiten meer nodig voor een beter begrip.

Het is zeker verantwoord om beslissingen te nemen op basis van de huidige beschikbare kennis. Maar dat kan niet betekenen dat we de zekerheden van het heden voor altijd en onveranderlijk moeten houden. Onderzoek en wetenschap gaan namelijk met grote sprongen vooruit. Naast de menselijke kracht van innovatie, is er nog het mysterieuze menselijke vermogen dat ‘hoop’ heet.

Hoop is een grote kracht, misschien wel de grootste die er bestaat. Volgens de Duitse filosoof Ernst Bloch zoekt hoop in de wereld zelf wat de wereld kan helpen en door de combinatie van moed en kennis en is de toekomst niet het lot dat de mens te wachten staat, maar is het de mens die de toekomst mee bepaalt. Vertaald naar de coronapandemie betekent zulks dat er nieuwe hoop bestaat in de wereld, niettegenstaande alle problemen met de verscheidene vaccinatiecampagnes. Die hoop richt zich niet alleen op het einde van de pandemie, ze heeft eerder betrekking op de toekomstige levensvatbaarheid van mensen, die keer op keer in twijfel wordt getrokken.

Natuurlijk is niet alles in de wereld goed. Het is ook zo dat iets dat slecht is, niet beter wordt omdat het vroeger nog slechter was en mensen in nood hebben er weinig boodschap aan dat volgende generaties het beter zullen hebben. Een andere bedenking is dat wat thans aannemelijk lijkt, binnen afzienbare tijd mogelijk als onzinnig kan bestempeld worden. Wat vroeger helemaal klopte, kan later helemaal verkeerd zijn. Vergissingen en blunders zijn de constante metgezel in het menselijke streven naar geluk.

En route is het belangrijk om even weinig onder de indruk te zijn van de gevaren van mislukking als van de kans op succes. Als het bergop moet, dan moet het maar bergop, zonder zich daarbij veel vragen te stellen.

Pessimisten worden als slim beschouwd, optimisten als naïef, maar beiden zitten op het verkeerde spoor. De toekomst is aan de slimme realisten. Ze weten dat de mensheid op de goede weg is, zien hoop en weten dat hopen in feite werken betekent. Het is de juiste instelling bij het omgaan met alle mogelijke uitdagingen die op ons afkomen.

BRON: Der Spiegel – Heft 14/3.4.2021 - Weltuntergang? Im Leven nicht! - Von Ullrich Fichtner.

12-04-2021 om 16:10 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
05-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - aanvulling

Nog wat reflecties

Tijdens het paasweekend werd mijn aandacht getrokken door een interview met Ramsey Nasr, Nederlandse dichter, schrijver en acteur. Het ging erover dat, willen we na verloop van tijd niet in een rampenfilm terechtkomen, er veel moet veranderen.

Een aantal van zijn ideeën bevestigt wat aan bod kwam in mijn bijdrage ‘Reflecties ten tijde van pandemie’, terwijl een paar andere welgekomen aanvullingen opleveren.

Zo kaart Ramsey Nasr aan dat onze obsessie voor winst, groei en rendement de poten vanonder de samenleving heeft gezaagd. Hoe corona slechts een voorspel is van wat de planetaire crisis ons de komende jaren nog zal opleveren. Dat we ons in een tijdsgewricht bevinden, waarin gevaarlijke tendensen te zien zijn, zoals de opkomst van het populisme en extreemrechts tot de groteske ontkenning van het feit dat we onze wereld in hoog tempo aan het vernietigen zijn.

Volgens Ramsey Nasr zijn wij een veilig, gezond, openbaar leven als volstrekt vanzelfsprekend gaan beschouwen. We zijn winstmodellen gaan toepassen op zorg, onderwijs en cultuur en vrijheid gaan zien als iets wat ons toekomt. We vinden het gewoon om overal en altijd te zeggen en te doen wat we willen en bij de minste beperking kruipen we in de slachtofferrol. Dan volgen verwijten als schending van de democratie, de rechtsstaat, onze vrijheid, onze waardigheid en wordt het politiek stelsel verweten een dictatuur te zijn. We zien vrijheid als koopwaar, dat bij momenten uitverkocht is en waarvan de rekken zo snel mogelijk terug moeten worden aangevuld, terwijl vrijheid niet betekent altijd alles te kunnen doen waar men recht op meent te hebben, want vrijheid heeft te maken met de mogelijkheid om te doen wat men zou willen doen.

De politiek kiest de kant van de grootindustrie, steunt de multinationals en helpt mee om het milieu te vernietigen. En tegelijkertijd legt ze de verantwoordelijkheid bij de burger: die moet maar meer recycleren, isoleren en zonnepanelen plaatsen. Ze houdt mee de vraag-en-aanbodmantra van de vrije markt in leven: ‘wij voorzien alleen maar in de behoefte’. De praktijk is dat de vrije markt zelf de behoeften creëert.

Het is aan de overheid om sturend op te treden en het roer radicaal om te gooien. Het is geen kwestie van bijsturen. We moeten anders gaan omgaan met de vrije markt en de winstmaximalisatie. Het kapitalisme is geen heilzaam systeem waarvan iedereen profiteert.

We moeten onze manier van leven hoogdringend herzien in plaats van toe te kijken. Veel verbeelding is er niet nodig om te weten dat de wereld die wij nu kennen er slecht voor staat.

Wat de aan de gang zijnde pandemie betreft, haasten beleidsmakers zich om het virus te presenteren als de vijand. Maar er is geen vijand. We kunnen dit niet oplossen door het voor te stellen als ‘wij’ tegen ‘de ander’. Alsof wij geïsoleerd leven en geen onderdeel zijn van deze planeet. Het probleem is dat wij ons willen onttrekken aan dat grotere geheel. Het leven is metamorfose. Uit iets komt iets nieuws voort. Er bestaat dus niet zoiets als oneindige groei, groei gaat altijd ten koste van iets anders.

Stilstand, ongemak, eindigheid, natuurlijkheid, we waren het allemaal compleet ontwend. Het virus heeft er ons aan herinnerd dat dit de basisprincipes zijn van het leven.

We moeten opnieuw geloven in iets dat groter is dan onszelf, het grotere verband. En geluk herdefiniëren. Als geluk van iemand een ander levend wezen de mogelijkheid tot geluk ontneemt, is dat geen geluk. Ook hier geldt dat geluk bestaat bij de gratie van de onvolmaaktheid van het leven. Erbarmen en lotsverbondenheid zijn dan ook essentiëler dan ooit. We kunnen ons niet los zien van elkaar.

Bron: De Standaard Weekblad – nr. 488 – zaterdag 3 april 2021 - ‘De 21ste eeuw is de eeuw van het geweten’ – Interview - Door Jelle Van Riet

05-04-2021 om 11:18 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
29-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - deel 15

DEEL 15 - NAWOORD

De corona- of Covid-19- pandemie heeft veel mensen doen nadenken; ik ben daar één van. De redenen daarvoor zijn dat zo’n wereldwijde epidemie ‘once in a lifetime’ gebeurt. Of laten we dat tenminste hopen! Ze kwam plots, is langdurig, ook door de bril van geduldige mensen bekeken, en heeft een enorme verwoestende kracht, met wereldwijd meer dan 2,5 miljoen doden in één jaar. En we waren er zeker niet op voorbereid, niettegenstaande dat er door enkele experten voor gewaarschuwd was.

De globale impact van de pandemie zullen we pas over enkele jaren kennen. Want er is meer dan de dodentol en het leed dat daarmee gepaard gaat.

Dat de pandemie de wereld bruusk zal veranderen, en een historisch keerpunt is, daar geloof ik niet in. Veranderingen voltrekken zich in een slingerbeweging en volgens een organisch proces.

Dat de pandemie een waarschuwingsschot van de natuur kan zijn, laat mij niet onverschillig. De pandemie geeft aan wat we kunnen verwachten eens de klimaatverandering op kruissnelheid komt. Wanneer epidemieën en klimaatverschuivingen hand in hand gaan, dan is er grote reden voor bezorgdheid.

Corona heeft de aandacht verscherpt voor een aantal ontwikkelingen die al langer aan de gang zijn. De kapitalistische en consumptiemaatschappij, de wetenschappelijke en technologische revolutie, in het bijzonder de digitalisering, de globalisering, de democratisering, populisme, fake news en complottheorieën. Die ontwikkelingen hangen nauwer samen met elkaar dan op het eerste gezicht lijkt.

Heeft de pandemie ons lessen geleerd? Zoals ik er niet geloof dat Covid-19 de wereld op een historisch keerpunt heeft gebracht, zo neem ik ook niet aan dat eruit echt lessen getrokken zullen worden. Tenzij in mondjesmaat, in los verband, als het eens van pas komt.

De corona-epidemie heeft ons wel een spiegel voorgehouden en in die spiegel was het een en ander te zien.

De overheid en de overheidsinstellingen worden terug de belangrijke rol van behoeder en vooral financier gegund, maar tegelijkertijd verdacht gemaakt van onkunde, gesjoemel en misbruik. Het feit dat heel veel mensen zich in de loop ter tijden afgekeerd hebben van de instituten is pijnlijk duidelijk.

Bij de individuen en burgers reageert de ene eerder volgzaam, de andere hypocriet of rebels. Sommigen gedragen zich als bangeriken, anderen als roekelozen. Handelen gebeurt naar eigen inzicht, overtuiging en eigenbelang. Individualistisch dus. Het wij-gevoel is dikwijls ver weg. Dat weegt op de samenleving.

De big tech en de banken die door de overheid te hulp worden geroepen reageren op een manier zoals van hen verwacht mag worden: volgens het principe van de vrije markt.

Wij allen samen geloven al veel te lang dat we niet kwetsbaar zijn, dat alles altijd sneller, hoger en verder gaat. Dat we wereld maakbaar is. We vergissen ons. Nederigheid is geboden en het besef dat als gewone dingen ineens niet meer gewoon zijn, hoe bijzonder gewone dingen dan wel zijn.

In de spiegel zien we ook hoe elite en volk, staat en burgers, individuen en gemeenschap, links en rechts, boven en onder met elkaar in conflict gaan. En moeilijke woorden op een muur: waarheid, gelijkheid, vrijheid, waardigheid, rechtvaardigheid.

De spiegel geeft een beeld van de wereld waarin we verzeild zijn geraakt en kan ons helpen te begrijpen waarom er steeds zoveel tegenstrijdigheid heerst.

Mensen handelen vanuit hun intuïtie en zoeken pas daarna naar een verantwoording van hun handelen, en filosofisch bekeken is het zo dat communicatie alleen correct kan verlopen als de mededelingen en daarop gebaseerde handelingen overeenstemmen met de feiten, met de normen en met de gevoelens. Dan pas kan een democratie optimaal functioneren.

Democratie is belangrijk. Instellingen en normen zijn belangrijk. Waarheid is belangrijk. Goedheid is belangrijk. Hoop is belangrijk, al bestaat er geen hoop zonder angst om dat te verliezen wat je hoopt. Hoop is beter dan wanhoop. Hoop geeft geen daadkracht. Het geloof in daadkracht geeft hoop. En misschien is daadkracht dat wat we te veel missen ten tijde van crisissen en pandemieën? [1]

[1] De Standaard – 18 februari 2021 – “Hoop neemt een loopje met het denken”. Door Tinneke Beeckman.

“No man is an island”

John Donne (1572 tot 1631)

Hier eindigt "De doos - Reflecties ten tijde van pandemie", terwijl corona of Covid-19 gewoon doorraast en niemand weet hoe lang nog.

29-03-2021 om 08:38 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
28-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - deel 14

DEEL 14 - OVERZICHT

In dit gelegenheidsgeschrift zit een massa ideeën samengebald. Moest ik dit alles aanwenden in een gesprek, dan zouden de gesprekspartners me kunnen beschuldigen van ‘gish-galop’. Dat is een methode van debatteren, waarbij de tegenstrever een stortvloed (halve) waarheden en (valse) aannamen over zich heen krijgt, zodat het onmogelijk wordt dat alles te weerleggen. Deze term wordt soms vervangen door ‘trumptirade’.

De overvloed aan ideeën en stellingen is een gevolg van de methode die ik gebruikt heb om tot dit geschrift te komen: het verzamelen van tekstflarden uit krant De Standaard en het Duitse tijdschrift Der Spiegel alsook uit gelezen boeken.

Vandaar dat ik zal proberen hieronder tot meer overzicht te komen. Want de bedoeling van dit geschrift blijft een denkoefening houden, nadenken om de dingen beter te begrijpen en te plaatsen. Niet om chaos te creëren, want het zou intussen duidelijk moeten zijn waartoe dat kan leiden.

In het voorwoord wordt aandacht gevraagd voor het feit dat tijdgenoten nooit een historische gebeurtenis als geheel kunnen zien. Ze kunnen die alleen in stukjes benaderen. Dat is eigenlijk een probleem, want de mens heeft steeds behoefte om de dingen te begrijpen, om zo tot zingeving te komen.

Dat de corona- of Covid-19-pandemie een historische gebeurtenis is, met grote gevolgen en verliezers, daar twijfelen steeds minder mensen over. Alhoewel blijven er ontkenners bestaan. De balans van de pandemie zal pas over enkele jaren opgemaakt kunnen worden.

Het hoofdstuk Crisissen vertrekt vanuit de premisse dat er vóór de pandemie al een aantal andere crisissen bestonden, die zich nog altijd voltrekken. Zo zorgen oorlogen en conflicten voor migratiestromen, die op hun beurt leiden tot wanbegrip en afkeer binnen de landen van bestemming. De kapitalistische economie en consumptie verdiepen de kloof tussen arm en rijk. Het internet blijkt een grote bron van polarisatie. De wetenschappelijke en technologische vooruitgang heeft zich ontkoppeld van de morele vooruitgang. Het milieu wordt bedreigd, de democratie heeft het moeilijk en we leven met een andere soort van waarheidsbeleving. Het denken over de pandemie confronteert ons met het denken over de andere bestaande crisissen en leert ons de problemen beter te zien.

Bij crisissen rijst steeds de vraag of en hoe die de wereld gaan veranderen. Zorgt de crisis voor een historisch keerpunt? Leren we uit crisissen? Of gaan we zonder onnodige drukte terug over tot ‘business as usual’ of tot ‘meer van hetzelfde’? Het meest waarschijnlijke is dat er geen echte keerpunten komen, maar evolutie zich voltrekt in slingerbewegingen en op een organische manier.

Een ding lijkt voor de hand te liggen: we krijgen er een constante angst bij, namelijk die voor dodelijke virussen. ‘Na de pandemie is vóór de pandemie’.

De coronacrisis kan beschouwd worden als een waarschuwingsschot van de natuur en als een voorbode van wat we kunnen verwachten eens de klimaatverandering op kruissnelheid komt. Dat moet ons niet alleen tot alertheid dwingen, maar ook tot handelingsbereidheid. Want we hebben nu ondervonden hoe kwetsbaar we zijn. Het is in de geschiedenis nog gebeurt dat epidemieën en klimaatverschuivingen elkaar opvolgen.

Wat de coronapandemie zelf betreft, wordt in het hoofdstuk Crisissen aangegeven dat ze er extreem plots is gekomen: een onmiddellijke én wereldwijde bedreiging voor allen zonder onderscheid van rang of stand – alhoewel ook daar het mattheuseffect speelt - als een direct gevaar voor het leven en perfect aansluitend bij de angstreflexen en waarnemingspatronen van de mensen. Ze wordt soms vergeleken met een wereldwijde oorlog, maar dan zonder zichtbare tegenstander.

Een ander belangrijk gegeven is dat van de veranderende rol van de overheid ten tijde van een pandemie. Plots wordt een actieve overheid aangevoeld als een beschermer en behoeder en die ook de rekeningen betaalt.

Tot slot twee (alternatieve) scenario’s in vraagvorm: ‘Wat als de politici en de virologen stil hadden blijven zitten en er geen lockdowns waren geweest?’ én ‘Wat als we allemaal – zonder uitzondering – alle maatregelen gewetensvol en volgehouden zouden nageleefd hebben?’

‘Reflecties’ vertrekt vanuit het idee dat crisissen een spiegel aanreiken. De spiegel geeft ons een beeld van de reeds bestaande problemen waarmee we te kampen hebben en ook van de manier waarop we omgaan met de nieuwe crisis: corona of Covid-19. De spiegel reflecteert een andere waarheid, rechtvaardigheid, waardigheid, gelijkheid en vrijheid dan die we op het eerste gezicht gewoon zijn.

Na te zijn ingegaan op de manier waarop de overheid is omgesprongen met de pandemie en op het aspect (grond)wettelijkheid/-wettigheid van de genomen maatregelen - waarbij het ene betekent 'in de (grond)wet vastgelegd' en het andere 'in overeenstemming met de (grond)wet' – wordt gefocust op de reactie van de bevolking. Hoe mensen reageren hangt af van hun overtuiging en zingeving en van de groep waartoe ze behoren.

Burgers en overheid passen hun gedrag aan, maar vaak gaat het over een vorm van zelfbedrog. Er blijft de oude tegenspraak tussen overtuigingsethiek en verantwoordelijkheidsethiek, of het zich niet bekommeren over de resultaten van het handelen, omdat men handelt louter vanuit de eigen overtuiging, versus het zich wel bekommeren over de resultaten.

‘Reflecties’ tracht ook een antwoord te geven op de vraag: ‘In welke wereld zijn we verzeilt geraakt?’

Kenschetsend voor de wereld waarin we leven is het primaat van de economie. Waarbij we economie niet los mogen zien van begrippen als kapitalisme, neoliberalisme, elitarisme.

Alles staat in functie van de economie. De focus op efficiëntie en financieel voordeel heeft tot gevolg dat de sociale en morele ontwikkeling de economische vooruitgang niet volgt. Er wordt een spanningsveld gecreëerd tussen enerzijds economie en anderzijds gezondheid, gelijkheid, vrijheid, waardigheid en rechtvaardigheid.

Als dan plots een pandemie inslaat als een bom, dan is het paniek geblazen en worden alle ogen gericht op de staat. Het primaat van de economie ruimt plaats voor het primaat van de politiek.

De combinatie pandemie/economie heeft ons enkele zaken geleerd.

Zo blijkt de geprezen wereldwijde toeleveringsketen plots op beperkingen te stuiten en wordt er terug gedroomd van het oude protectionisme.

Kopen, reizen en feesten … het zit ons in de genen. Meer nog. We kunnen niet meer zonder. We bereiken op dat vlak een ernstige graad van fundamentalisme.

Het voorzien in vaccins gebeurt volgens de regels van de markt. Big pharma bepaalt de kosten en de leveringsvoorwaarden. De overheid moet zich schikken.

Van die overheid wordt veel verwacht als ultieme redder en geldschieter in nood. Wat dit laatste betreft roept de overheid de hulp van de banken in. Banken blijven echter banken en kennen enkel geldgewin.

De overheid wordt er vrij vlug van verdacht misbruik te maken van de pandemie om zich te profileren. Verwensingen als staatsdictatuur, politiestaat, schending van de grondwet, ondermijning van de rechtsstaat zijn niet uit de lucht. En inderdaad bestaat het gevaar en is het niet denkbeeldig dat een (ondemocratische) staat misbruik zou kunnen maken van crisissituaties, onmiddellijk en ermee gepaard gaand, of in de toekomst door zich op oneigenlijke wijze te beroepen op precedenten.

Opvallend is ook dat de overheid haar taalgebruik aanpast. Het wordt meer gericht op solidariteit en burgerzin. De bedrijfseconomische terminologie wordt even on hold gezet.

Grote delen van de wereld waarin we leven kennen democratie. Democratie is een omstreden en relatief begrip, dat te pas en te onpas wordt aangewend.

Het duidt op een politiek stelsel of besluitvormingsproces met grondrechten (of vrijheden) voor de burgers. Vandaar dat het vaak liberale democratie wordt genoemd. Een liberale democratie moet voor zoveel mogelijk vrijheid zorgen voor zoveel mogelijk burgers. Op de vrijheden rusten bijgevolg beperkingen, want waar de vrijheid van de ene begint, eindigt de vrijheid van de andere. Er zijn daarom gemeenschappelijke waarden, afspraken en regels nodig. De bevolking kan op verschillende manieren deelnemen aan de democratie. Het is de overheid die de spelregels bepaalt. Er bestaan zuivere democratieën en onvolledige democratieën.

Democratie is nauw verwant met het begrip rechtsstaat. Dat is een rechtssysteem dat bescherming biedt tegen machtsmisbruik.

Als er over democratie gesproken wordt is vrijheid een sleutelwoord en het hoogste goed. Vrijheid kan te maken hebben met vrij zijn onder de voorwaarde daarbij niemand schade te berokkenen of vrij zijn tot het verwezenlijken van de menselijke essentie.

Vrijheid hangt samen met de verantwoordelijkheid zelf op zoek te gaan naar wat rechtvaardig is en ernaar te handelen. Een situatie is rechtvaardig als men ze, zonder verlegen te worden, ten aanzien van de medemens kan rechtvaardigen. Alleen vanuit de relaties tot de anderen kan iemand zichzelf zijn.

Als vrijheid van enorm belang is, dan geldt dat evenzeer voor waardigheid.

Waardigheid kan vanuit twee hoeken worden bekeken: een juridische en een filosofische. Juridisch bekeken, komt de klemtoon te liggen op het algemeen belang en het ordelijk functioneren van de maatschappij. Voor filosofen komt het individu en zijn of haar zingeving op de eerste plaats. Dat verschil in benadering kan tot polemiek leiden bij de toepassing. Ook aan waardigheid zijn niet alleen rechten maar ook plichten verbonden. Waardigheid is nauw verbonden met rechtvaardigheid, rechtszekerheid, mensenrechten en simpelweg het goede doen.

En tot slot heeft democratie waarheid nodig, waarbij het de vraag blijft wie de waarheid mag claimen.

Ook de combinatie pandemie/democratie heeft een aantal ervaringen opgeleverd.

Door het oneigenlijk gebruik van woorden als democratie, vrijheid, waardigheid, rechtszekerheid, waardigheid proberen mensen de opgelegde maatregelen in een slecht daglicht te plaatsen, met als enige bedoeling: ‘we doen allemaal onze goesting’. Wanneer mensen de omstandigheden niet kunnen veranderen, veranderen ze de woorden.

Zelfs tijdens een pandemie lopen mensen moeilijk in de pas; ze worden geleid door hun doorgeschoten individualisme en egoïsme. Iedereen is tegen ‘te’, maar we weten niet meer wat ‘te’ betekent.

In een democratie wordt ervan uitgegaan dat alle ingezetenen volwassen en verantwoordelijk genoeg zijn om op de juiste manier te handelen. Potentieel gesproken is dat wellicht juist, al bewijst de coronapraktijk in veel gevallen het tegendeel.

De pandemie heeft ook aangetoond dat mensen vlug verontwaardigd zijn. Iedereen is verontwaardigd over de ander. Dat verraadt eigenlijk een ontgoocheling, een verwachtingspatroon dat anderen wel degelijk tot goed gedrag in staat zijn.

Uit de coronabeleving is ook gebleken hoe ongeduldig we geworden zijn. We zijn het zo gewoon dat alles ‘snel, sneller, snelst’ gebeurt. We beheersen alles en vinden voor alle problemen snelle oplossingen, liefst oplossingen die we kunnen kopen. Wij geloven in de maakbaarheid van de wereld. En toen kwam de pandemie en moesten we vaststellen dat de mens niet altijd het ritme bepaalt.

We leven in een gedigitaliseerde wereld. De derde Industriële Revolutie of ‘digitale revolutie’ heeft ingrijpende economische en maatschappelijke gevolgen. Communicatie is ingrijpend veranderd en informatisering, automatisering en robotisering snijden diep in het arbeidsproces.

Het streven naar vooruitgang gebeurt op een technocratische manier. Het geloof in de maakbaarheid van de samenleving is gebaseerd op een sterk geloof in wetenschap en technologie.

Dat proces versnelt vooruitgang, maar heeft daarnaast funeste bijwerkingen.

De grote technologiebedrijven nemen monopolieposities in, vergeten belastingbetaler te zijn, en hun streven naar geld en vooral macht lijkt onbegrensd. Er kan sprake zijn van digitaal kapitalisme of platformkapitalisme.

Informatisering, automatisering en robotisering kunnen hele branches op zijn kop zetten, miljoenen arbeidsplaatsen vernietigen en de machtposities in de wereldhandel verschuiven. Ze kunnen een kleine groep mensen zeer rijk maken en een grote groep mensen zeer arm.

De sociale media blijken stichters van ongelijkheid, identitaire versnippering, fragmentatie van de publieke opinie, ondermijning van de democratie en bron van haatcultuur. Alles liep mis vanaf het ogenblik dat de sociale netwerken hun op artificiële intelligentie gebaseerde algoritmes en filterbubbels op ons loslieten.

De overheid slaagt er blijkbaar erg moeilijk in om de werking van de big tech aan een beperkende regulering te onderwerpen. Voor een deel ontbreekt ook de wil om dat te doen.

Digitalisering heeft er ook toe geleid dat de bereikbaarheid van firma’s en openbare dienstverleners is afgenomen. Loketten voor fysiek bezoek worden afgeschaft of er wordt nog slechts gewerkt op afspraak. Telefoneren wordt in een strikt keurslijf gestoken door de ‘druk 1, 2, enz.-methode’. En voor het overige is er de website en de app als zaligmakend toevluchtsoord.

De digitale revolutie heeft veel goede kanten, maar mag niet langer een doel op zich zijn. Ze moet ruimte scheppen voor nieuwe vormen van samenleven, arbeid, economie en geluk.

Ook de combinatie pandemie/digitalisering heeft een aantal ervaringen opgeleverd.

Zo heeft de coronacrisis helder gemaakt dat menselijke gedrag sturen op basis van voorspellingen en simulaties op basis van data, modellen en statistieken niet zonder slag of stoot verloopt.

De negatieve gevolgen van de beperkende coronamaatregelen kunnen min of meer opgevangen worden door de digitalisering. Deze stelt een pakket surrogaten ter beschikking, zoals home-office, webshops en internetplatformen.

De pandemie heeft een bont gezelschap tegenwringers opgeleverd: de coronarebellen. Dit soort rebellen komt en gaat met elke crisis. Na de crisis verdwijnen ze schijnbaar, om bij de volgende crisis terug op te veren.

Een belangrijk thema van dit gelegenheidsgeschrift is waarheid. Dat wordt benaderd vanuit verschillende invalshoeken.

De journalistiek heeft het moeilijk. De relatie tussen de pers en de lezers is verzuurd. Lezers vinden dat ze te veel betutteld worden. Dat de media te selectief omgaan met waarheid en er zelfs een loopje mee nemen. Te weinig interesse hebben voor wat de lezers echt belangrijk vinden en geen respect tonen voor de lezers. De journalistiek ondervindt daarenboven de concurrentie van het internet en de sociale media, die de lezers een alternatief bieden dat vrij, ongebonden, onverschrokken en meer op maat is van het gewone individu.

Onze verhouding tot de waarheid is erg veranderd. Fake news, alternatieve feiten en complottheorieën zijn mainstream geworden, populisme en extremisme sociaal acceptabel. De controlemechanismen tegen deze ontwikkelingen tonen zich zeer kwetsbaar. Een pandemie zoals corona of Covid-19 blijkt daarentegen een ideale broedplaats voor leugens, wij-zij-denken en opgeklopte haat.

Hoe mensen met waarheid omgaan, heeft er onder andere mee te maken hoe rechtvaardig ze zijn.

Jonathan Haidt komt in zijn boek “The righteous mind” tot de conclusie dat mensen op twee manieren redeneren: ‘intuïtief’ – onderbewust, automatisch – en ‘strategisch’ – op basis van de ratio of nadenken - en dat ze gedomineerd worden door de intuïtie.

Jürgen Habermas komt daarnaast tot de overtuiging dat mensen op drie manieren handelen: instrumenteel, strategisch en communicatief. Instrumenteel handelen is gericht op het verwerven van controle op de materiële en sociale omgeving. Strategisch handelen is gericht op het realiseren van privé-doelen. En tot slot communicatief handelen. Dat houdt in dat handelen gericht is op wederzijds begrip. Mededelingen moeten niet alleen waar zijn (overeenstemmend met de feiten), maar ook juist (overeenstemmend met de normen) en waarachtig (overeenstemmend met de gevoelens). Communicatief handelen is een noodzakelijke voorwaarde voor een functionerende democratie, zo besluit Habermas.

Het deel dat volgt, is meteen het laatste: 'Nawoord'.

28-03-2021 om 08:54 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
27-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - deel 13

DEEL 13 - REFLECTIES - RECHTVAARDIGHEID

In 2019 verscheen een boek van Rutger Bregman, met als sprekende titel “De meeste mensen deugen” – Een nieuwe geschiedenis van de mens.

Laten we ervan uitgaan dat inderdaad de meeste mensen deugen. En toch heeft de coronatijd getoond dat het gedrag of handelen van mensen niet altijd even voorspelbaar en vlekkeloos is.

‘We willen zo graag rationele wezens zijn – die het goede doen – maar dat zijn we niet’, stelt Jonathan Haidt, auteur van het boek “The righteous mind – Why good people are divided by politics and religion”, dat in 2012 verscheen en waarvan er in 2021 een Nederlands vertaling is uitgekomen.

In dit boek getuigt de sociaal psycholoog dat mensen vooral intuïtief denken. Zelfs schijnbaar objectieve overtuigingen van hoogopgeleide stedelingen zijn volgens hem evenzeer gedreven door emoties als de overtuigingen van het ‘volk’ of de gewone mensen. In dat perspectief ziet Haidt een oplossing voor de losgeslagen polarisering die onze democratieën verscheurt. We moeten leren begrijpen waarom niet iedereen hetzelfde denkt over politiek en moraal.

Ons denken is verdeeld in twee soms tegenstrijdige krachten. Enerzijds de automatische, onderbewuste processen en anderzijds de bewuste processen. Plato sprak in die context van een ‘wagenmenner en zijn twee paarden’. De menner stond bij Plato voor de ratio, de paarden voor de emotionele driften. Volgens Haidt klopt dat beeld niet. Plato had gelijk dat er twee soorten denken bestaan, maar vergiste zich over welk deel sturend is.

Volgens Haidt zijn onze onderbewuste denkprocessen oeroud. De bewuste processen zijn veel minder oud en zijn met het ontstaan van taal gekomen. Ons bewust denken werkt daarom minder goed. Conclusie is dat we gedomineerd worden door onze automatische processen.

Haidt spreekt, in plaats van over een wagenmenner en zijn twee paarden, over een jongetje op de rug van een olifant. De paarden van Plato en de olifant van Haidt gaan er soms met de menner van door.

In The righteous mind formuleert Jonathan Haidt een zestal lessen, telkens gebaseerd op een redenering.

Een eerste redenering is: ‘Intuïtie komt op de eerste plaats, strategisch redeneren op de tweede’.

Wanneer je jezelf betrapt op het verzinnen van belachelijke post-hoc-argumenten, zal je niet zo vlug andere mensen afwijzen alleen omdat je zo gemakkelijk hun argumenten kunt weerleggen. Je bent maar een kleine rijder op een grote olifant. Dat is de eerste les.

Het morele domein verschilt per cultuur. Het is ongebruikelijk eng in Westerse, ontwikkelde en individualistische culturen. De Weird-culturen: Western, educated, industrialized, rich an democratic (Westers, opgeleid, geïndustrialiseerd, rijk en democratisch). Socio-centrische culturen – gericht of gefocust op de eigen sociale groep – verbreden het morele domein om meer aspecten van het leven te omvatten en te reguleren.

Mensen hebben soms onderbuikgevoelens, vooral over walging en gebrek aan respect, die hun redenering kunnen stimuleren. Moreel redeneren is soms een post-hoc verzinsel.

Als moraliteit niet primair voorkomt uit redeneren, dan blijft een combinatie van aangeborenheid en sociaal leren de meest waarschijnlijke drijfveer. We zijn geboren om rechtvaardig te zijn, maar we moeten leren waarover mensen zoals wij precies rechtvaardig zouden moeten zijn.

Moreel redeneren maakt deel uit van onze levenslange strijd om vrienden te winnen en mensen te beïnvloeden. Daarom komen intuïties op de eerste plaats, strategisch redeneren op de tweede plaats. Je begrijpt morele redenering verkeerd als je erover nadenkt als iets dat mensen zelf doen om de waarheid te achterhalen.

Als je iemands mening over een morele of politieke kwestie wilt veranderen, praat dan eerst met de olifant. Als je mensen vraagt iets te geloven dat hun intuïtie schendt, zullen ze hun best doen om een ontsnappingsluik te vinden, een reden om aan je argument of conclusie te twijfelen. Ze zullen bijna altijd slagen.

Hersenen evalueren onmiddellijk en constant. Sociale en politieke oordelen zijn sterk afhankelijk van snelle intuïtieve flitsen.

Onze lichamelijke toestand beïnvloedt soms onze morele oordelen. Slechte geuren en smaken kunnen mensen meer veroordelend maken, net als alles wat mensen aan het denken zet over zuiverheid en reinheid.

Affectieve reacties zijn op het juiste moment in de hersenen op de juiste plaats.

De olifant (automatische processen - intuïtie) is waar de meeste actie plaatsvindt in de morele psychologie. Het redeneren is natuurlijk belangrijk, vooral tussen mensen en vooral wanneer redenen nieuwe intuïties oproepen. Olifanten regeren, maar ze zijn niet dom noch despotisch. Intuïties kunnen worden gevormd door te redeneren, vooral wanneer de redenen zijn ingebed in een vriendelijk gesprek of een emotioneel boeiende roman, film of nieuwsbericht. Maar het komt erop neer dat wanneer we zien of horen wat andere mensen doen, de olifant onmiddellijk begint te leunen. De berijder, die altijd probeert te anticiperen op de volgende beweging van de olifant, begint rond te kijken naar een manier om een dergelijke beweging te ondersteunen.

Moreel denken gelijkt meer op een politicus die naar stemmen zoekt, dan op een wetenschapper die naar waarheid zoekt. We zijn obsessief bezorgd over wat anderen van ons denken, hoewel veel van de zorgen onbewust en onzichtbaar voor ons zijn. Bewust redeneren werkt als een perssecretaris die automatisch elk standpunt van de hogergeplaatste rechtvaardigt. Met de hulp van onze perssecretaris zijn we in staat om vaak te liegen en vals te spelen, en het dan zo effectief te verdoezelen dat we zelfs onszelf overtuigen en geloven dat we eerlijk zijn. Redeneren kan ons tot bijna elke conclusie brengen die we willen bereiken, omdat we vragen: ‘Kan ik het geloven?’, wanneer we iets willen geloven, maar ‘Moet ik het geloven?’, als we niet willen geloven. Het antwoord is bijna altijd ja op de eerste vraag en nee op de tweede. In morele en politieke kwesties zijn we vaak groepsachtig in plaats van egoïstisch. We zetten onze redeneervaardigheden in om ons team te ondersteunen en om betrokkenheid bij ons team te tonen.

Een tweede redenering gaat als volgt: ‘Moraliteit omvat meer dan kwaad en eerlijkheid’. Dat leidt tot de tweede les. Pas op voor iedereen die volhoudt dat er één echte moraal is voor alle mensen, tijden en plaatsen, vooral als die moraliteit gebaseerd is op één enkele morele basis. Een single story is altijd gevaarlijk, want er is nooit één narratief. Er bestaan verscheidene morele grondslagen of morele systemen.

* De grondslag ‘zorg 1  kwaad’, maakt ons gevoelig voor tekenen van lijden en behoefte; hij zorgt ervoor dat we wreedheid verachten en willen zorgen voor degenen die lijden.

* De grondslag ‘rechtvaardigheid/eerlijkheid 1 bedrog-bedriegerij’, maakt ons gevoelig voor aanwijzingen dat een ander waarschijnlijk een goede of slechte partner is voor samenwerking en wederzijds altruïsme; het maakt dat we valsspelers willen mijden of bestraffen. Deze grondslag maakt ons ook gevoelig voor proportionaliteit.

* De grondslag ‘trouw 1  verraad ‘maakt ons gevoelig voor signalen dat een ander wel of geen teamspeler is; het zorgt ervoor dat we sommige mensen vertrouwen en belonen, en het zorgt ervoor dat we degenen die ons of onze groep verraden pijn willen doen.

* De grondslag ‘aanvaarding van gezag 1  omverwerping van gezag’ maakt ons gevoelig voor tekenen van rang en status, en voor signalen dat andere mensen zich wel of niet goed gedragen, gegeven de functie.

* De grondslag heiligheid 1  ontaarding ‘maakt het voor mensen mogelijk dingen te koppelen aan irrationele en extreme waarden - zowel positief als negatief - die belangrijk zijn om groepen samen te binden.

* De grondslag ‘vrijheid 1  onderdrukking ‘laat mensen elk teken van poging tot overheersing opmerken en kwalijk nemen; het wekt een drang op om samen te werken om gemeneriken en tirannen te weerstaan of omver te werpen. Deze grondslag opereert uiteraard in spanning met de grondslag aanvaarding van autoriteit.

Een laatste redenering luidt: ‘Moraliteit bindt en verblindt’ en die leidt tot de derde les. Vergeet niet dat er op de achterkant van ons hoofd, net onder de huid, een klein bultje wacht om te worden ingeschakeld: de ‘bijenkorfschakelaar’. Onze geest is niet alleen ontworpen om ons te helpen de wedstrijd binnen onze groepen te winnen, maar ook om ons te helpen verenigen met degenen die wedstrijden tegen andere groepen kunnen winnen. Mensen zijn voorwaardelijke bijenkorfwezens. We hebben het vermogen (onder speciale omstandigheden) om ons eigenbelang te overstijgen en onszelf (tijdelijk en extatisch) te verliezen in iets dat groter is dan onszelf. Dit vermogen is de bijenkorfschakelaar, een andere manier om te zeggen dat we allemaal ‘homo duplex’ zijn; we leven het grootste deel van ons leven in de gewone (profane) wereld, maar we bereiken onze grootste vreugde in die korte momenten van overgang naar de heilige wereld, waarin we ‘gewoon een deel van een geheel’ worden.

Mensen nemen hun ideologieën niet willekeurig over, of door ideeën op te nemen die ze om hen heen vinden. Zodra mensen lid worden van een team, raken ze verstrikt in de morele matrix. Moraliteit bindt en verblindt. Het bindt ons in ideologische teams die elkaar bevechten alsof het lot van de wereld afhangt van de kant die wij gekozen hebben en die elke strijd wint. Het verblindt ons voor het feit dat ook andere teams kunnen bestaan uit goede mensen die iets belangrijks te vertellen hebben.

We zijn zeer intuïtieve wezens wiens onderbuikgevoel onze strategische redenering drijft. Dit maakt het moeilijk, maar niet onmogelijk, om contact te maken met degenen die in andere matrices leven, die vaak zijn gebouwd op verschillende configuraties van de beschikbare morele grondslagen.

Overheden kunnen en moeten superorganismen, die te groot en te machtig worden, afremmen door middel van regelgeving.

Haidt koppelt zijn smakenpallet aan links en rechts.

Volgens hem toont onderzoek aan dat links minder begrijpt van het waardenkader van rechts dan andersom. De linkerkant heeft een beperktere invulling van moraliteit. Ze focust vooral op medelijden en gelijkheid. Rechts bedient een bredere waaier en heeft het ook over loyaliteit aan de groep, patriottisme, respect voor autoriteit, tradities en heiligheid.

De verkoop van zijn boek nam toe na de bestorming van het Amerikaanse Capitool in januari 2021 door de aanhangers van inmiddels ex-president Trump. Volgens Haidt komt dat door het internet. Tussen 2009 en 2011 hebben Facebook en Twitter de like- en share-knoppen toegevoegd. Dat speelt sterk in op een aantal reflexen in de menselijke natuur. Emoties, en vooral negatieve emoties, lokken meer reactie uit en dat werd plots beloond. En met beloning kun je menselijk gedrag makkelijk sturen. Daarna leidden algoritmes ertoe dat we in echokamers terecht zijn gekomen. Het internet en sociale media zijn daardoor heel goed geworden in het versterken van onze ‘confirmation bias’. Het is makkelijker geworden voor het jongetje op de rug van de olifant om voor zichzelf te verantwoorden waar de olifant hem naartoe meeneemt.

Het lijkt soms alsof we allemaal radicaliseren. Volgens Haidt blijft het centrum de grootste groep. Zowel in Amerika als in Europa. Maar je hoort die groep minder. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de meest rechtse groep ongeveer 8 procent van de Amerikaanse bevolking vormt. Dat zijn de echte racisten. De extreemlinkse groep bestaat uit 7 procent. Dat zijn vooral hoogopgeleiden die uiterst politiek correct zijn en de polarisering verder voortstuwen. Die twee extreme segmenten zijn ook de meest ‘witte’ groepen in de maatschappij. We zien dat ze steeds meer zuurstof opzuigen in het politieke debat en dat politici mee radicaliseren, terwijl het gematigde centrum vaak verweesd en politiek dakloos achterblijft.

Historisch gezien is er geen slechtere manier om mensen te verenigen dan een pandemie. Virussen maken ons bang van elkaar: de ander brengt de dood, er zijn tekorten en mensen hamsteren eten. Het wantrouwen neemt toe. Maar evengoed zijn gedeelde vijanden, bijvoorbeeld tijdens een oorlog, de meest effectieve verbindende kracht. Dat voor het eerst in de menselijke geschiedenis een virus als wereldwijde vijand werd ervaren, had een verbindend gevoel. Naarmate de lockdown vordert, zal dat populistisch weer meer worden aangegrepen. Hoe langer de pandemie blijft duren, hoe verder we verwijderd raken van de verbindende effecten in het begin.

Politici moeten opnieuw leren luisteren, niet misprijzend of manipulerend, maar met nieuwsgierigheid. Het gaat niet alleen over de ander overtuigen. Het gaat er ook om van hen te leren. Alleen met die ingesteldheid kun je iets doen aan polarisering. Demagogen appelleren alleen aan de olifant. Je moet ook de ratio blijven omarmen, maar dat is moeilijker. Daarom zijn demagogen net zo succesvol. Dat is ook de inherente zwakte van een democratie. Die draagt al het uiteindelijke afglijden naar tirannie in zich. Gelukkig zijn moderne, liberale democratieën geen pure democratie en zijn er behalve de wil van het volk ook instituties.[1];[2]

Van Jonathan Haidt naar Jürgen Habermas is een immense stap. Jürgen Habermas is een Duits filosoof en socioloog, geboren in Düsseldorf op 18 juni 1929, en wordt gezien als een van de meest vooraanstaande hedendaagse filosofen.

In zijn boek “Theorie des kommunikativen Handelns” (2 volumes) stelt hij dat het handelen van mensen instrumenteel, strategisch of communicatief kan zijn.

Instrumenteel handelen is gericht op het verwerven van controle op de materiële en sociale omgeving. Strategisch handelen heeft betrekking op mensen, maar is niet zozeer gericht op onderlinge overeenstemming als op het realiseren van privé-doelen. Bij instrumenteel en strategisch handelen staan de persoonlijke doelen van de handelende persoon centraal. Communicatief handelen daarentegen is niet zozeer doelgericht; het overstijgt de doelrationaliteit en stelt zingevingsvragen. Het gaat om wat waar en waardevol is en over het bereiken van een consensus hierover. Communicatief handelen gebeurt via dialoog.

Communicatief handelen gaat niet alleen op voor het niveau van de groep, maar ook voor het niveau van de samenleving. De publieke sfeer moet aan een aantal eisen voldoen: zij moet vrij toegankelijk zijn voor alle burgers, de discussie moet vrij zijn van persoonlijke belangen, het gemeenschappelijk belang moet voorop staan en ten slotte mogen de deelnemende burgers niet onderworpen worden aan enige vorm van dwang.

Te midden van alle culturele verschillen tussen mensen en ondanks alle totalitaire rampen van de twintigste eeuw is er de mogelijkheid van het rationele gesprek. In ieder feitelijk gesprek over de waarheid van uitspraken of de juistheid van normen speelt het beginsel van redelijke overeenstemming mee. Het rationele gesprek is in zijn ogen geen utopisch ideaal, geen illusie die schetst hoe mensen zouden moeten samenleven.

Habermas vertrouwt erop dat mensen elkaar kunnen begrijpen en tot overeenstemming komen.

Wie iets zegt, doet niet alleen een uitspraak over de natuurlijke of sociale werkelijkheid, maar doet ook een beroep op zijn medemensen. Taal beschrijft niet alleen, maar claimt ook geldigheid, wil overtuigen. Taalgebruik is een vorm van handelen. En dat handelen kan rationeel getoetst worden: op waarheid, juistheid en waarachtigheid of echtheid.

Kennis is altijd gekleurd door de achtergrond en ideeën van de kenner.

Op basis van het bovenstaande komt hij tot een nieuwe definitie van waarheid. Waarheid is niet alleen objectieve kennis, maar wordt meer gedefinieerd door consensus (overeenstemming van gevoelens of opvattingen, het harmoniemodel).

Habermas breidt ook het begrip rationaliteit uit. Dit wordt ook wel het communicatief handelen genoemd. Dit houdt in dat het handelen niet doelgericht of strategisch moet zijn, maar gericht op wederzijds begrip. Mededelingen moeten niet alleen waar zijn (overeenstemmend met de feiten), maar ook juist (overeenstemmend met normen) en waarachtig (overeenstemmend met gevoelens). Dergelijk handelen is een noodzakelijke voorwaarde voor een functionerende democratie.

En een manier om uit corona- en pandemiediscussies te geraken?[3]

[1] Boek “The righteous mind” – Why good people are divided by politics and religion. Jonathan Haidt. Publicatiejaar 2012.

[2] De Standaard – 20 februari 2021 – “We zijn simpelweg niet geprogrammeerd om naar de rede te luisteren”. Interview Jonathan Haidt. Door Kasper Goethals.

[3] Tekst op mijn pc waarin het boek ‘Theorie des kommunikativen Handelns’ van Jürgen Habermas besproken wordt - 11 mei 2013 - Bron: De Standaard Weekblad? Het boek heb ik slechts gedeeltelijk gelezen.

“Het virus maakt de wereld lelijk.

Het is de angst die de wereld lelijk maakt. Je ziet het aan de halve gezichten op straat.

Het is de woede die de wereld lelijk maakt. Frustratie verdraagt zich niet met schoonheid of esthetiek.

Het is de hygiëne die de wereld lelijk maakt. Wat werkelijk van waarde is, is onhygiënisch.

Het leven is gereduceerd tot overleven. Leven zonder franjes”.

Uit: “Leven zonder franjes”. Ilja Leonard Pfeijffer, schrijver -  De Standaard van 23 februari 2021, de mening -  Bewerkt.

Het volgend en voorlaatste deel is getitteld 'Overzicht'.

27-03-2021 om 08:15 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Coronadoden
  • Protest is permeabel
  • Recht op idiotie
  • Vrij zijn
  • Complexe problemen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!