God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Maak een goed mens van mij, Heer. Ik weet, het is iets heel gewoons: zo'n goed mens die met zijn medemens mee kan voelen en denken, mee kan lachen en huilen, en die zichzelf gezegend weet door elk geluk, door elk succes dat anderen komt verblijden. Een mens die graag medemensen een plezier doet en mild is met geheel zijn hart, die hoe omzichtig hij ook is, bereid is bedrogen uit te komen. Een mens die zonder ooit de waarheid te ontvluchten, toch overal het goede ziet, die zoals Gij, Heer Jezus, mild en met respect onthalen kan wie iedereen de steen heeft toegeworpen. Was ik zo´n mens: een rust voor gejaagden, een steun voor zwakken, een milde haard voor wie verbitterd zijn. Maak een goed mens van mij, Heer, zacht en nederig van hart, gelijk Gij. Dan zal ik velen die zwaar belast en beladen zijn, tot uw verkwikking leiden.
Ze begonnen onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste was. Jezus merkte wat hen bezighield en hij nam een kind bij zich, dat hij naast zich neerzette. Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.
ZIJN MOEDER ZEI TEGEN JEZUS: ’KIND, WAT HEB JE ONS AANGEDAAN? JE VADER EN IK HEBBEN MET ANGST IN HET HART NAAR JE GEZOCHT.’ (LUCAS 2,41-51)
Welke ouder herkent dit niet? Welke moeder heeft nooit dit woord gesproken? Met angst in het hart zoeken ouders hun kind: een kind verdwaald op het strand, een kind aan de drugs, een kind dat wegblijft in de nacht, een kind dat koppig eigen wegen gaat.
Maria, moeder van Jezus, wil ook moeder zijn van ouders die wanhopig op zoek zijn naar hun kind. Ga met hen mee op de harde weg van hopen en vrezen. Sla uw beschermende mantel over alle verdwaalde kinderen, en breng hen weer veilig thuis. Wees gegroet, Maria.
DE HEER DOET MIJN HART VAN VREUGDE SLAAN. (1 SAMUEL 2,1)
God schenkt vreugde die blijft. Paus Franciscus blijft alle christenen oproepen om vreugdevol te leven. Niet de vreugde van entertainment of kortstondig plezier, maar een “diepe en blijvende vrede in ons hart”. Hij benadrukt dat we deze vreugde niet uit onszelf kunnen opwekken, maar dat het een “vrucht en gave is van de Heilige Geest”. Een vreugde en dankbaarheid die ontstaat als “we herinneren wat de Heer voor ons heeft gedaan”.
“Het is niet makkelijk in deze vreugde te groeien,” zo zegt hij, want christenen moeten de zekerheden die onze rijkdom biedt, achter zich durven laten. Niet onze rijkdom zorgt voor vreugde, maar God. Iets waar de rijke jongeling uit het evangelie volgens Marcus mee worstelde. “Vanuit de herinnering wat God voor ons heeft gedaan, ontstaat echter hoop”, zodat we ons altijd mogen verheugen, “zelfs in moeilijke momenten.
God, wij staan geschaard rond het beeld van Maria zoals ze aan Bernadette verscheen. Zij is de Moeder geworden van Uw Zoon, de Redder van de wereld, Uw mensgeworden Woord. Van Zijn lijden en sterven en verheerlijking was zij de eerste getuige en heeft zij in haar moederhart alles bewaard. Uw Zoon heeft op zijn kruis haar tot moeder aan ons allen gegeven.
Zo draagt zij ook in haar moederhart onze zorgen en angsten, ons verdriet en onze pijn, onze vreugde en ons geluk. Wij vragen U haar beeld te zegenen dat wij in onze gemeenschap willen vereren met vertrouwen en dankbaarheid. Moge haar voorspraak ons helpen om zo te leven dat ook wij Uw wil vervullen en dat wij in goede en kwade dagen elkaar nabij zouden zijn met hartelijkheid en zorg. Moge Maria voor ons en voor allen die met ons leven de hoge beschermvrouwe zijn nu en voor altijd. Amen.
De rozenkrans, een snoer met kralen. Van zilver, glas of hout; hij wordt van oudsher al gebeden. Op bedevaart of als men rouwt.
De rozenkrans hij lijkt verdwenen, maar niets is minder waar. In Fatima ,Banneux en Rome, Te Lourdes en ook in Kevelaer, juist daar, in alle pelgrimsoorden, houdt de rozenkrans nog stand, en gaat hij steeds met veel devotie gestadig door een ieders hand.
De rozenkrans, het Onze Vader En dan tien keer een Wees Gegroet. Het bidden van dat snoer van kralen, geeft rust en kracht ,het doet je goed.
JUIST VANDAAG VIEREN WE HET FEEST VAN HET HEILIG HART VAN JEZUS.
Heer, mijn God, uw hand heeft mij beschermd en bewaard. Vergeef mijn klein geloof en alle onrecht bedreven. En help mij anderen te vergeven. In uw handen leg ik allen die ik lief heb, dit huis, mijn eigen lichaam en ziel. Uw heilige naam zij geprezen.
Je kan ook bidden met woorden van Maria uit de Bijbel. Haar bekendste gebed is ongetwijfeld het Magnificat of de Lofzang van Maria: Lucas 1:46-55. Religieuzen en priesters bidden dit elke avond als onderdeel van het getijdengebed. Ze staan daarbij recht zoals voor de evangelielezing.
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer, verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser,
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd, van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed, de Machtige, groot is Zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen voor ieder die Hem erkent.
Hij doet zich gelden met krachtige arm, vermetelen drijft hij uiteen,
machtigen haalt Hij omlaag van hun troon, eenvoudigen brengt Hij tot aanzien;
behoeftigen schenkt Hij overvloed, maar rijken gaan heen met lege handen.
Hij trekt zich Zijn dienaar Israël aan, Zijn milde erbarming indachtig;
zoals Hij de vaderen heeft beloofd, voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
Het Weesgegroet is na het Onzevader ongetwijfeld het belangrijkste en populairste gebed. Het eerste deel verwijst naar de Bijbel: Lucas 1:28 en Lucas 1:42. Het tweede deel is een toevoeging uit de 16de eeuw.
Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met u. Gezegend zijt gij boven alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Jezus. Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen.
Hemelse Vader, dat onze mond vandaag weer vurige woorden van liefde zal spreken, dat onze handen weer daden van warmte uitstralen, dat onze ogen zullen schitteren van genegenheid, onze oren gespitst zijn op signalen van ongerechtigheid, en onze voeten zullen gaan op de weg van de vrede, dat bidden wij U, God van leven.
Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren.
Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.