God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
In de loop van een leven beleeft een gezin vele mooie momenten: de rust, de maaltijd samen, een uitstapje naar het park of de natuur, een bezoek aan de grootouders, het bezoek aan een zieken ...
Maar als de liefde ontbreekt, ontbreekt de vreugde, ontbreekt het feest. En het is Jezus die ons altijd die liefde schenkt: Hij is de onuitputtelijke bron.
Roeping heeft iedereen, of hij het nu weet of niet. Allemaal stellen we ons vroeg of laat de vraag: "Hoe zal ik een gelukkig mens worden? Waarom ben ik er? Wat heeft God met mij voor?" Het is een opdracht voor iedereen. God heeft ons allemaal nodig, wie we ook zijn, waar we ook wonen of werken, man of vrouw…
De weg van het evangelie is één van de mogelijkheden om een antwoord te geven op de vraag hoe ik of jij gelukkig kan worden. Voor ons dé weg. Die weg ontdekken kan de moeite waard zijn, niet alleen voor jezelf, maar ook voor de anderen. Leven met God, voor God, met mensen voor mensen.
is voor een groot deel gebaseerd op de Schriften, en zo vergeten we maar al te vaak dat het leven van Jezus o.a. te boek gesteld werd door de evangelisten waarvan Lucas er één van was. Het is dan ook gepast even sil te staan bij de figuur van de Heilige Lucas.
Velen zijn trouwens genoemd naar zijn naam: Luc of Lucas.
Ik denk dat Jezus zelf geen wervingsdrang getoond heeft maar alleen wie hij zelf was en welke hoop hij in zich droeg; gezegd dat er ook voor ieder mens plaats was in die hoop...
Anders zou hij toch beter kort na palmzondag zijn biezen gepakt hebben...niet???
Heer God, de komende dag wil ik in uw handen leggen. maar ik doe het niet zonder enige aarzeling. Ik weet niet wat ik te verwachten heb, Zal de dag slecht zijn of goed? Zal hij mij zegen brengen of pijn? Eigenlijk weet ik niet wat ik U mag schenken, noch wat ik U vragen moet. Daarom, Heer, geef ik U in goed vertrouwen mijn pijn en mijn verdriet, mijn vreugde en verwachtingen. Ik geloof dat Gij mijn herder zijt. Leg uw hand op mij, kijk naar mij om.Wees nabij in mijn leven door mijn medemens, door uw Zoon, Jezus Christus, de Heer.
De Bijbel in Gewone Taal is een duidelijke bijbel voor iedereen. Door de begrijpelijke taal komen bijbelverhalen dichtbij!
Wat is uniek aan de Bijbel in Gewone Taal? In de Bijbel in Gewone Taal staat de begrijpelijkheid van de tekst voorop. De teksten bestaan uit woorden die iedereen kent. De zinnen zijn niet te lang en lopen goed. De tekst is duidelijk opgebouwd. Lastige beeldspraak wordt verduidelijkt. De lay-out is overzichtelijk, met korte stukken tekst waar een kopje boven staat.
Ontmoeting met personen en verhalen Door de gewone taal in deze nieuwe Bijbel komen de verhalen dichtbij. U staat oog in oog met de tekst van toen. Met de verhalen, de bijzondere woorden, de personen die je in de Bijbel tegenkomt.
God is volgens mij daar waar we hem hier en nu toelaten in ons leven. In het klein en in het groot. We kunnen uit gebrek aan vertrouwen wel eens de moed verliezen denk ik. Ik denk dat het belangrijk is om zielevrienden te hebben zodat je samen vreugde kunt beleven in de H Geest.
Wat heeft er zich vandaag in mijn hart afgespeeld? Is daar iemand binnengekomen die ik niet ken? Zit de sleutel wel op zijn plaats? Dit zal ons helpen om ons te beschermen tegen zoveel verdorvenheid, ook tegen wat we zouden kunnen doen mochten die demonen, die heel snugger zijn en die ons uiteindelijk allemaal bij de neus nemen, bij ons binnenkomen.
"Na 50 jaar onafhankelijk zijn de Afrikanen in staat om zelfstandig te denken. Het Westen geeft ons voorbehoedsmiddelen, terwijl wij nood hebben aan voedsel, onderwijs, gezondheidszorg en de uitbouw van de infrastructuur. De Afrikaanse gezinnen zijn materieel misschien arm, maar zij bezitten een grote geestelijke rijkdom."
Onze Vader, die is en die zijn zal, geheiligd zij Uw Naam: Ik zal er zijn. Uw rijk kome en is begonnen, en wat U wilt zal heden zijn.... Voedt ons met Uw gaven, iedere dag opnieuw. Heb geduld met ons zondaars, en laat ons ook geduldig omgaan met elkaar. Maak het ons niet te moeilijk, en geef de richting aan op onze weg. Dat het zo mag zijn.
Ik weet niet waar ik heen ga. Ik ken de weg niet die voor me ligt. Ik kan niet met zekerheid zeggen... waar hij zal eindigen. Ook ken ik mezelf niet echt, en als ik denk dat ik Uw wil volg, dan betekent dit nog niet dat ik dat ook werkelijk doe. Maar ik geloof dat het verlangen om U te behagen U in feite ook behaagt. En ik hoop in dat verlangen te leven bij alles wat ik doe. Ik hoop nooit iets te doen zonder dat verlangen. Als ik dit doe dan weet ik dat U mij zult leiden langs het rechte pad, hoewel ik er misschien niets van begrijp. Daarom zal ik altijd op U vertrouwen, ook al lijk ik verloren en in de schaduw van de dood. Ik zal niet bang zijn want U bent steeds bij mij, en U zult mij nooit aan mijn lot overlaten om mijn gevaren alleen te doorstaan.
Moge de HEER u zegenen en behoeden! Moge de HEER de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de HEER zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!
- Hebben jullie ook een offerfeest? - Ja kind. - Wanneer is dat dan? - Elke zondag, de Mis is ons Offerfeest... - Maar, wat wordt er dan geofferd? - Dan offert Christus zich op voor ons...
Oktober is in de RK-Kerk de maand van de Rozenkrans. Dit gebruik stamt uit de 19e eeuw en werd vooral gepropageerd door paus Leo XIII. Het is ee...n uitbreiding van het liturgische feest van Maria Koningin van de Rozenkrans op 7 oktober.
Slag bij Lepanto In de Rooms Katholieke Kerk is de maand oktober gewijd aan de Rozenkrans. De keuze van deze maand hangt samen met de liturgische gedachtenis van Maria van de Rozenkrans op 7 oktober. Deze viering werd ingesteld door de heilige paus Pius V in 1571. Hij had de christelijke overwinning van de Slag bij Lepanto (7 oktober 1571) toegeschreven aan het bidden van de rozenkrans.
Dominicanen Het rozenkransgebed werd gepropageerd door de orde der Dominicanen, waartoe Pius V zelf ook toe behoorde. Volgens een legende was de Rozenkrans een geschenk van de Heilige Maagd Maria aan Sint Dominicus (1170-1221), stichter van de dominicanen. Maria zou de rozenkrans hebben gegeven als wapen in zijn strijd tegen de Albigenzen.
Alanus de Rupe Het rozenkransritueel bestaat in de kern uit het 150 maal reciteren van het Wees gegroet. De dominicaan Henry Kalkar (1328-1408) beval de gelovigen aan bij ieder tiental weesgegroeten ('tientje) een gebeurtenis uit het leven van Jezus en Maria te overwegen. De dominicaan Alanus de Rupe (1428-1478 in Zwolle) was de grote propagandist van het rozenkransgebed. De legende over de oorsprong van Rozenkrans zou op hem teruggaan. Alanus verdeelde het leven van Jezus en Maria in de blijde, de droevige en de glorievolle geheimen, zodat ieder vijftal tientjes gepaard kan gaan met een meditatie over deze mysterieuze episodes.
Encyclieken Leo XIII Het gebruik om jaarlijks de hele maand oktober in het teken van de rozenkrans te stellen, dateert uit de 19e eeuw. Het was paus Leo XIII (1878-1903) die een intensere Maria-devotie in deze maand bevorderde door zijn oproep om extra vaak de rozenkrans te bidden. Opmerkelijk is dat Leo in totaal tien encyclieken over het rozenkransgebed schreef: Supremo apostolatus officio (1883), Vi è Ben Noto (1887), Octobri Mense (1891), Magnae Dei Matris (1892), Laetitiae Sanctae (1893), Iucunda Semper Expectatione (1894), Adiutricem (1895), Fidentem Piumque Animum (1896), Augustissimae Virginis Mariae (1897), Diuturni temporis (1898). Alle werden gepubliceerd in september, ter voorbereiding van de daaropvolgende rozenkransmaand. Alle pausen na Leo XIII hebben in navolging van hem de gelovigen opgeroepen in oktober extra tijd aan de rozenkrans te besteden.
Fatima Naast de 7e oktober kwam er na 1917 nog een andere belangrijke oktoberdag voor Maria-vereerders bij: de 13e, de herdenkingsdag van het zogenoemde Zonnewonder van Fatima, dat plaatsvond op 13 oktober 1917. Een menigte van circa 70.000 belangstellenden en nieuwsgierigen namen toen bij Fatima (Portugal) een bovennatuurlijk kosmisch fenomeen waar. Uit getuigenverslagen bleek dat velen bang waren dat de zon zich op de biddende menigte zou storten. De mensenmassa stond op een veld verzameld rond drie herderskinderen: Lucia Dos Santos, Jacinta Marto en Francisco Marto. Zij beweerden dat op 13 mei 1917 Maria voor het eerst aan hen was verschenen.
Zienertjes van Fatima met rozenkransen. Vlnr: Jacinta, Lucia en Francisco
Rozenhoedje bidden in huisgezin Vóór het Tweede Vaticaans Concilie was het heel normaal dat de rozenkrans, of eenderde deel daarvan ('rozenhoedje'), in katholieke huisgezinnen werd gebeden. Na de sociaal-culturele wendingen van de jaren zestig raakte deze praktijk in onbruik. Toch worden in veel parochies in oktober nog steeds gezamenlijke rozenkranssessies gehouden. Ook worden afbeeldingen van de Heilige Maagd extra gehuldigd.
Jaar van de Rozenkrans Johannes Paulus II (1978-2005) probeerde de rozenkrans weer terug te brengen in het leven van iedere katholiek. In het zicht van zijn 25-jarig pontificaat stelde hij een speciaal 'Jaar van de Rozenkrans' in: van 16 oktober 2002 tot en met 16 oktober 2003. Kardinaal Karol Woityla werd namelijk op 16 oktober 1978 tot paus gekozen.
Wij, de sterken, moeten de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen en niet ons eigen belang dienen. Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is. Ook Christus zocht niet zijn eigen belang.
Aanwezige, wie zijn wij, dat wij wonen mogen in uw schaduw, trouw door U beschermd? Overdag weten wij ons gedragen door U en ook de nacht hoeven wij niet te vrezen. Laat ons groeien in het vertrouwen, dat U ons omgeeft met goede engelen en dat U ons nabij bent. Bij U vinden wij ontferming en geborgenheid; bevestig ons in dit vertrouwen, van dag tot dag, van nacht tot nacht.
Wij willen hulp bieden. Wij willen iets doen voor mensen die in nood zijn. Wij willen mensen troosten die verdriet hebben en de pijn verzachten van mensen die lijden. Met dat verlangen is natuurlijk niets mis. Het is een nobel verlangen dat in zichzelf goed is. Maar als wij niet beseffen dat degenen die wij willen helpen Gods zegen met zich meebrengen, zal ons hulp niet lang standhouden. Dan raken wij snel opgebrand…Degenen die onze zorg nodig hebben, wachten erop ons die zegen te geven.