Aan een monnik, die teruggetrokken in een klooster leefde, werd eens gevraagd: 'Wat is de zin van een leven in stilte en eenzaamheid?'
De monnik was juist bezig een emmer water te putten. Daarom vroeg hij zijn bezoekers dichterbij te komen. 'Kijk nu eens in de put. Wat ziet u daar?' Ze keken de diepte in maar zagen helemaal niets.
...
Korte tijd later zei de monnik: 'Kijk nu nog eens naar beneden.' Opnieuw bogen de bezoekers zich over de rand van de put. 'Wat ziet u nu?' vroeg hij. 'Nu zien we onszelf,' was het antwoord.
Daarop vervolgde de monnik: 'Toen ik zojuist water uit de put haalde was het oppervlak onrustig. Maar nu is het rustig geworden. Dat is de ervaring van de stilte: je ziet jezelf. En als je in jezelf tot rust gekomen bent, zie je niet alleen de hele wereld met heel andere ogen, maar ook God.'
|