Als iemand onder u, voor wijs en verstandig wil doorgaan, moet hij dat waarmaken, door een voortreffelijke levenswandel, door daden van wijze zachtmoedigheid. De wijsheid van boven is voor alles zuiver, maar ook vredelievend, vriendelijk, altijd voor rede, vatbaar, rijk aan Barmhartigheid, en aan vruchten van goede werken, onpartijdig en oprecht.
|