Openbaring 22 v 11 zegt iets, dat je zal opbeuren.
"Wie onheil aanricht, zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden.
Wie goed doet zal nog meer goed doen, en wie heilige is zal nog heiliger worden".
Belgil....; wij leven in een tijd van uitersten. Aan de ene kant woedt satan als nog niet eerder...alleen op een iets andere wijze dan vroeger, ( althans in een reeks van landen; niet in Noord korea, daar gaat het nog ouderwets), meer met sluwe verleidingen.
Maar aan de andere kant, stort God de Heilige Geest uit op een wonderbare manier. Ikzelf ben al vanaf mijn prille jeugd gelovig en ik ben nu 84. maar toen ik 36 was, kwam ik in aanraking met rijkere vormen van het evangelie van Jezus Christus. Ik begon met aandacht, toewijding en liefde de bijbel te lezen en bij die geesteshouding is het geen wonder dat het woord van 1 Petrus 1 v 23 in vervulling ging. Ik voelde mij al spoedig 'als ingeboren in een nieuwe werkelijkheid': ik was door de genade van God en het offer van Onze Heer Jezus Christus, wedergeboren.
Men wees mij er op, dat er nog iets heerlijker bestond: de vervulling met Gods heilige Geest. Dan zou die Heilige Geest mij alles leren en te binnen brengen wat Jezus had gedaan.
Als 37-jarige maakte ik kennis met de doop in de Heilige geest en nu , als 84-jarige ben ik nog steeds brezig ontdekkingen in het rijk van God te doen.
Maar er zijn al weer nieuwe geslachten opgegroeid en nu mag ik op Internet jonge mensen verder onderwijzen in de doop met de Heilige Geest. Voorwaarde daartoe is uiteraard, dat zij: - ontdekt zijn aan allerlei verkeerdheden - vergeving gevraagd hebben daarvoor aan God - Jezus als hun redder hebben aanvaard - door trouwe schriftlezing voor zichzelf de weg hebben opengezet naar de wedergeboorte.
Maar wat mij nu zo opvalt is dít: deze jonge mensen groeien sneller in het geloof dan ik indertijd.
Ik zie een geslacht opgroeien, dat door de Heilige Geest geleid, goed doet en het in zich heeft om nog meer goed te doen. Ik zie mensen, die heilig zijn, waarmee bedoeld wordt,: afgezonderd van de wereld en groeiend naar het beeld dat Efeze 5 v 27 ons schetst: "Christus heeft zijn gemeente (zijn kerk) liefgehad en zich voor haar prijsgegeven om haar te heiligen, haar te reinigen met water en woorden en om haar in al haar luister bij zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver".
Die mensen zijn aan het komen. De 'grijzen'verdwijnen....'wit'en 'zwart' blijft over.
In 1943- toen ik was ondergedoken en geregeld op de vlucht- begonnen er moeilijkheden te komen rondom professor Schilder. Het ging allemaal over artikel 31 van de geloofsbelijdenis. Ik heb er een oud kerkboek op nagelezen en vind onder dit nummer: " Van de dienaren, ouderlingen en diakenen".
Ik heb het nog eens nagelezen en kan er niets in vinden, waaromtrent toendertijd een geschil had moeten zijn. Maar ik heb die geschillen, die er toch zeer duidelijk wáren, temidden van het oorlogsgeweld meegemaakt en het was een gebulder, waarbij het geschut aan het front, dat toen dwars door Brabant liep, soms overstemd werd. Als twintigjarige, die geen begrip had van ' het punt', heb ik me als toeschouwer opgesteld, Ik probeerde me er wél in te verdiepen, maar het luikte niet, hoewel ik toch als Gereformeerde jongen een trouwe J.V.-er was toendertijd
Eén keer, in november 1944, toen ik weer zo'n geschrift zat te lezen, pro of contra ...ik wéet het niet meer.....kwam er luchtalarm. Ik werd geroepen om hulp te bieden. Toen ik na het lijken-bergen terugkwam op mijn kamer, lag er nog steeds dat geschrift. Ik zag toen even zó scherp de zinloosheid van al dat gekissebis in.
Maar de scheiding, die zich direct na de bevrijding doorzete, heb ik als heel smartelijk ervaren. Opeens was ik van ' gereformeerd' 'gereformeerd synodaal ' geworden, terwijl kamerasden , met wie ik op J.V. had gezeten, nui opeens 'bezwaard', art 31- ers waren en naar de rap ontstaande mannenverenigingen gingen van ' die anderen'.
Maar ondertussen is het eindtijd aan het worden en zijn er vele antichristen bezig met het ' echt grote werk', het onderschoffelen van de naam van Jezus, in afwachting van de grote antichrist, die niet wil komen als ' tegen- Jezus', maar ' in plaats van Jezus', ( 1 Johannes 2 v 18).
Overal heb ik mijn contacten en ik bemerk, dat de straffe begrenzingen van de GKV, ( zo heten de ' bezwaarden', de ' artikel 31-ers' tegenwoordig) gaan vervagen en dat zij zich steeds meer bewust worden van de eindtijd-leus van de eindtijd-christenen, die alle krachten bundelen in de strijd tegen de zich gereedmakende Antichrist: Berouw....bekering.....wedergeboorte...doop in de Heilige Geest....gaven en vrucht ván die Geest.
Dáar moet het heen. Het aantal kerkscheuringen vermindert, zo heb ik althans de indruk.
En , naar de bede van Onze Heer Jezus Christus: (Johannes 17 v 11) zie ik thans gebeuren, dat ' vele - nog niet alle- neuzen éen kant op gaan staan' : de ware eenheid van alle ware kinderen van God. Ik ben zó gelukkig, dat ik deze ritselingen van een nieuwe tijd nog mag horen.
Als je niet naar de bijbel wilt luisteren, helpt niets.
Piepeloentje schreef:
Hoi allemaal, Veronderstel eens dat wetenschappers er eerstdaags achter komen (met bewijzen) dat er ná de dood wel degelijk leven is... Ik vraag me af hoe de maatschappij (de wereld) hierop zou reageren, wat zou er veranderen, positief of negatief. Gaat het aantal zelfmoorden onmiddellijk de pan uit rijzen? Gaat het aantal moorden dalen, je blijft immers leven. En hoe zit het met de religie(s), hoe gaan die zich plots opstellen en verantwoorden? Ben benieuwd hoe jullie hierover denken. Groetjes, Piepeloentje
Dag Piepeloentje,
De bijbel geeft op deze vraag een verrassend antwoord:
Lucas 16 vertelt het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus.
Om dat nu helemaal weer te geven, acht ik wat bezwaarlijk. Lees zelf maar eens 19 t.m.27; kort verteld komt het hierop neer, dat de rijke man slecht terecht komt: aan de verkeerde zijde van het dodenrijk. Voor Lazarus is het dodenrijk: een - nu al aangename- wachtkamer voor de heerlijkheid van God, die pas kan beginnen, wanneer Matth 25 van waarheid nú tot werkelijkheid stráks is geworden. Voor de rijke man is het een plaats van voorlopige hechtenis, in afwachting van het definitieve- reeds in de voorlopige detentie vaststaande- oordeel van Matth 25.
Goed dan.....: tussen ´de rijke man´en Abraham ontwikkelt zich een heel gesprek, waarvan ik weergeef , vanaf vers 27: ............... Toen zei de rijke man: "Dan smeek ik u vader (Abraham), dat u hem (Lazarus) naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij (Lazarus) kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet, net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen"
Abraham zei: " Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren".
De rijke man zei: "Nee vader Abraham , maar als iemand van de doden naar hen toekomt, zullen ze tot inkeer komen"
Maar Abraham zei: "Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat". ........ Dus: als de mensen zich niet op zo'n krachtdadige wijze laten overtuigen, dan zullen ze zich ook niet laten overtuigen door een geleerd bewijs.
1 Petrus 1 v 23 zegt; "....dat we wedergeboren worden, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God".
Toen ik de bijbel echt ging bestuderen, begon het mij geestelijk beter te gaan. Toen ik na de wedergeboorte ook door Gods genade vervuld werd met de Heilige Geest, ging het nog beter. Niet, dat het nu helemaal geweidig gaat, want het leven is soms erg moeilijk, vooral, wanneer je na 62 jaar huwelijk je vrouw toch naar een verpleeghuis moet brengen.
Maar de liefdevol verkregen kennis van de schrfiten is bij de verwerking een grote steun.
En overigens: Handelingen 17 v 11 zegt ook iets leerzaams: (...In de symnagoge van Beréa onderscheidden de Joden zich gunstig van die in Thessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren"....( als Paulus ze vertelde)
Je krijgt hier toch ook een gunstige indruk van schriftbestudering.
Ons brein bestaat uit hondermiljard cellen, die elk 70 uitsteeksels hebben, die met vele van de andere cellen in contact kunnen treden.
Ik heb in mijn leven bespeurd dat er vele factoren op ons brein inwerken, die tot dusver in de door mij gelezen postings.... ik heb ze overigens lang niet allemaal gelezen ...nog niet benoemd zijn:
Allereerst: waar komt dat brein met die bijna oneindig vele mogelijkheden vandaan: Ik antwoord, dat het brein door God geschapen is en uit de cellen , waarmee het leven is ontstaan, op een heel bewonderenswaardige wijze is 'geweven'.(Psalm 139 v 15).
Een vraag, die verder onbesproken bleef, was deze: waar komt toch al de narigheid op de wereld vandaan; echt niet allereerst de vreselijke, 'grote 'dingen, waamee de kranten zijn gevuld, maar zulke basisdingen als: - ontucht, zedeloosheisd, losbandigheid - afgoderij, toverij, vijandschap - tweespalt, jaloezie , woede, - gekonkel, ruzie, rivaliteit - afgunst, bras-en slemppartijen - en nog meer van dat soort dingen, (Colossenzen 5 v 19- 21).
Behalve de onzichtbare, goede werkelijkheid, die velen niet erkennen...God...is er ook een onzichtbare, slechte werkelijkheid, die velen niet erkennen...de duivel. Hij is de aanstichter van al deze dingen, waarvoor wijzelf , met onze vrije wil, de eind-verantwoordelijkheid dragen.
Er werd wel gewezen op de ijzeren wet van de zwaartekracht, een van de vele onnverbiddelijke natuurkrachten. maar God schiep deze natuurkrachten en als Schepper kan hij ze ook terzijde stellen. Toen Jezus ten hemel voer, glimlachte God over die zogenaamde ijseren natuurwet. En hetzelfde zal gebeuren, wanneer vele gelovigen ten hemel varen, zoals Openbaring 11 v 12 en 1 Thessalonicenzen 4 v 17 ons leren.
Dan is er de stelling geweest, dat heel ons leven in het verleden ons aankleeft. Maar dat is nog maar een deel van de werkelijkheid. De genen, die de overerfelijke eingenschappen overdragen, brengen niet alleen lichamelijke kenmerken over , , maar ook karaktereigenschappen. Dat maakt alles veel meer complex dan al die visjes, die uit de zee kunnen worden opgehengeld. Hoe dikwijls komt er niet een nare vis naar boven van intrigezucht van een overleden tante.
En dan de stelling, dat wij niet iets kunnen denken, dat wij nog niet hebben waargenomen. Gisteren, in het midden van de gemeente toonde de Heer in zijn genade, geprezen zij zijn naam en die alleen, het volgende: ........ Ik zag een enorme massa mensen, die schuil gingen onder een wolk van narigheid, nabij en ver. En een hand tilde een aantal gelukkigen daarbovenuit en liet ze de schoonheid van God en zijn onzichtbare rijk aanschouwen. En daarbij was een woord: "Dit is voor jullie allen weggelegd, als je maar wilt HOREN inplaats van 'zo eens wat horen' en ZIEN inplaats van alleen maar te zien. ................ Ik doe zo maar even een greep van wat er allemaal nog niet besproken is. Hiermee hoop ik de gedachtewisseling toch nog weer te verrijken.
Op een andere golflengte zitten, ( zie twee postings eerder)
Ach Cicero.....
Wat geeft het dat we op een beetje andere golflengte zitten.
Wannneer we allebei maar blij zijn met de Heer Jezus en dankbaar voor de redding, bevrijding, genezing en verlossing, die hij bracht.
(Dat is nu net weer die andere golflengte, waardoor ik me wat vrijmoedig uitdtruk).
En verder....de apostel Paulus zegt het zo heerlijk ontsprannen in Filipp.3 v15: "...En indien gij op enig punt anders gezind mocht zijn, God zal u ook dat openbaren. Maar hetgeen wij bereikt hebben, IN DAT SPOOR DAN OOK VERDER".
Natuurlijk vind ik het nagaan van de wordingsgeschiedenis van diverse bijbelboeken zinvol en nuttig. Hoe zou het ook anders kunnen ? Mijn eigen aandaxchtsveld ligt bij de eerste hoofdstukken van Genesis.
Ik heb alleen willen zeggen dat bij alle nieuwe vergezichten andere dingen bij mij toch wel enige prioriteit hebben.
God is niet uit te leggen, maar hij maakt het leven tot een feest
zotspook schreef:
Er is namelijk een god dit was volgens velen, de maker (schepper) van alle leven hier op de aarde en alles wat er mee te maken heeft, nu is m'n vraag als die god het levenbeginsel is van alles? Hoe is die dan ontstaan en door wat is die ontstaan? En hoe heeft die zich ontwikkeld?
Daag,
Nou zeg !!; jij vroeg: "Heeft iemand hier een antwoord op". En zeg, dat je al bladzijden lang bediend bent met alle mogelijke soorten antwoorden.
Ook ik wil mij in dit koor voegen. Ik ben Ger Gerritse, oud 84 jaar, dus als er iemand over een 'oud spook' mag praten, dan ben ik het wel.
Maar ik voel me heerlijk jong en vief. Dat komt omdat ik mij elke dag mag laven aan een bron die nooit ophoudt te vloeien.
De een kan de ander nooit overtuigen, maar voor mijn gedacht is het zo, dat er een oneindige, eeuwige God is, die onze verstanden zover te boven gaat, dat het onmogelijk is, hem te beschrijven buiten hetgeen hij ons zelf heeft meegedeeld.
En....dat is heel wat; hij is oneindig, heeft begin noch eind, dat gaat ons verstand volkomen te boven ,hij ontwikkelt zich niet, want hij is de Onveranderlijke, de Alomtegenwoordige, de Eeuwige. Maar hij zegt zulke lieve dingen als:: "O...alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt...koopt ...en EET. Já...komt... koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk".
En nog duizend lieve dingen méer zegt hij.
En vanmorgen was ik in een samenkomst. En rondom mij waren 350 mensen, waarvan 25% jonger dan 25 en ze waren gelukkig en ze dronken en ze aten van de liederen en de profetieën en de toespraak en de onderlinge contacten.
En de bron van dat alles was die oneindige, grote en toch zo hulpvaardige God die er zelfs niet tegen opzag om zélf naar de aarde te komen en... als Onze Heer Jezus Christus bij ons bekend geworden ....onze zonden als Redder voor ona uir te boeten, eer hij ze als Rechter gaat beoordelen.
Alleen geestelijk inzicht verschaft diepe bijbelkennis
Cicero schreef:
Wie inzicht heeft in het ontstaan van de Bijbelse geschriften, is in staat om de Bijbel beter te begrijpen.
Dag Cicero,
Twee punten: - wat is het nut van de tweebronnentheorie. - mensen die inzicht hebben in het ontstaan van de bijbel begrijpen die bijbel beter.
Over 'het nut van de bronnentheorie': Nog nooit heb ik gehoord dat er door de bronnentheorie zielen tot Jezus zijn geleid. Nu wil ik daar niet zuur over doen. Eeuwenlang waren er weinig echt nieuwe gezichtspunten in het geloof. Dan gaat je intellect aan het zoeken en dan vind je- onder meer- de bronnentheorie.
Maar sinds wij eindelijk wereldwijd Jezus' grote slotgeschenk , de Heilige Geest, gaan ontdekken, komt er zoveel nieuws binnnen.
Ten eerste fluistert God de Heilige Geest ons telkens weer nieuwe , dierbare geheimen in over onze Heer Jezus Christus,. (Johannes 14 v 26). Maar ook komt de royale Geest van God met zo'n keur aan hemelse gaven en hemelse vrucht, dat je gewoonweg duizelt van al dat nieuwe.
Dan heeft niemand eigenlijk meer tijd voor al dat 'onderzoek doen in het al bekende' .
En wat dat andere betreft: ' inzicht in de wordings-geschiedenis doet je de bijbel beter begrijpen' . De bijbel is een geestelijk boek en hij valt alleen geestelijk te begrijpen. Met een toegenegen hart de bijbel lezen, voert je tot de wedergeboorte. ( 1 Petrus 1 v 23) En de doop in de Heilige Geest doet je de achtergronden steeds scherper verstaan.
Zo is míjn begrip zeer gevoed, toen ik de woorden van Ef 6 v 12 echt helemaal begon te doorzien: "Onze strijd is niet gericht tegen mensen, maar tegen hemelse vorsten, de heersers en machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen".
Níet inzicht zonder meer, níet 'weetjes weten', maar geéstelijk inzicht, door de Heilige Geest gewerkt, is het punt.
In de kop van dit artikel zie je gelijk de titel, die ik aan mijn droom zou willen geven.
Min of meer ter beantwoording van jouw vragen nu het volgende;
Ik ga niet samen met de anderen naar binnen uit een soort waaghalzerij. ik voel dat ik naar binnen móet, maar ik stel het uit en ik stel het uit, omdat ....omdat een gevoel van roekeloosheid, dat tegen mijn diepste verlangens ingaat, mij tegenhoudt.
Ik weet dat het daarbinnen feestelijk is. ik ruik de koffie, ik ruik als het ware de goede geur van gebak, ik hóor het gelach, ik neem het plezierige stemmengeroezemoes waar. maar ik wil nog even buiten blijven. Waarom weet ik eigenlijk niet. Misschien wil ik mijzelf profileren, niet met de anderen meelopen, een uitzonderingspositie innemen.
Het plein was plezierig met al die mensen, die alleen maar wachtten op hed startsein om naar binnen te gaan. Nu zij haast allemaal binnen zijn en een klein, steeds kleiner groepje buiten blijft, wordt het daar leeg en kaal en het lijkt of er een kille wind opsteekt. De eerste regendruppels vallen al. Ik wil nu opeens in grote haast naar binnen.
Als ik na de ontzettende eenzaamheid tóch binnen ben , na dat eerste 'uitgeworpen zijn', is er even een moment van opluchting: toch gelukt. ................. hier even tijd voor een technische opmerking: Ik merk dikwijls in dromen, dat er opeens iets geruststellends komt, wanneer het net ontzettends eng is. Voor mijzelf geef ik daaraan als verklaring, dat mijn onderbewuste- of wat het maar is- probeert mij in slaap te houden en niet wakker te laten worden. In de meeste gevallen zal dit lukken en blijft er van de droom bij later ontwaken alleen een snel vervagende en verdwijnende indruk achter, (Psalm 73 v 20).
Maar in de gevallen, waarin ik de droom bewust onthoudt, krijgt mijn 'onderbewuste 'die overwinning niet.
Ik droom ook veel, want de droom komt door veel bezigheden(Prediker 5 v 2), zoals ik die altijd gehad heb, (nu nog op vijf forums actief). en daardoor slipt er wel eens een van die vele dromen door. .................... En nu die wand. Ik voel dat die wand er voor iedereen is. ik moest achteraf denken, aan die man, die binnen was in 'de hemel', maar die zich verraadde door het niet dragen van het bij de hemel horende feestkleed. Hij moest vertrekken. (Math 22 v 11 en 12).
Zo onherroepelijk om daar te zitten en te schreeuwen; binnen, maar eigenlijk verschrikkelijker buiten dan je ooit had ervaren. En tenslotte maar weggaan, door je eigen overtuiging gedwongen, dat het toch hopeloos is.
Helemaal zonder moed op ooit nog enige verandering in je situatie buiten lopen, waar alles spreekt van kou en huiver en onbehagen.
Dat was het zo'n beetje.
Daag Ger ( Dit was dus een nadere verklaring van de hiervóor geplaatste droom.)
Mag ik - als nieuwkomer op dit net- ook mijn steentje bijdragen aan de hoogwaardige gesprekken.
In Deuteronomium 29 v 28 zegt Mozes tot het volk Israel: "Wat verborgen is, behoort de HEER onze God toe; wat openbaar is, komt ons toe. Wij en onze kinderen dienen ons altijd te richten naar alle bepalingen van deze wet" (NBV).
De NBG klinkt mij hier wat bekender in de oren. Die heeft: "De verborgen dingen zijn voor de Heer onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrewngen"
Ik lees die laatste woorden van de NBG geactualiseerd, uiteraard voor eigen verantwoording, als volgt: "....om die te DOEN". (Ben ik nu een 'activist', zoals éen van jullie onlangs schuchter- geschrokken vroeg).
Ik acht mij hiertoe gerechtigd, omdat de Schrift op vele plaatsen oproept om actie te ontrwikkelen.
Maar in Johannes 6 v 44 lees ik: " Toch kan niemand bij mij (Jezus) komen, tenzij mijn Vader, die mij gezonden heeft, hem bij mij brengt".
Er zit in de uitverkiezing iets dat niet 'rond te krijgen' is. maar dat geeft toch ook niet. Mozes zegt het zo heerlijk ontspannen, ( door mij geparafraseerd): "De Heer is van een peilloos veel hogere orde dan wij mensen. Er zijn verborgenheden, waarin wij als mensen niet kúnnen schouwen. maar geopenbaarde dingen zijn er te over En ons deel van dit hele samenstel is om die te DOEN".
En dan kunnen wij ons rustig voegen naar het woord door Jezus gesproken, ( door mij ook weer geparafraseerd): - áls je al je onder tranen van berouw en schuldigerkenning je bekeerd hebt - áls je al door getrouwe bijbellezing- met-het-hart ( 1 Petrus 1 v 23) wedergeboren bent. - áls je al de Heilige Geest met al zijn gaven en vrucht deelachtig geworden bent.... ....dan is dat nóg genade van God.
Ik sta voor een school of zoiets met een onnoemelijk aantal lokalen.
Rondom mij krioelt het van mensen.
Nu klinkt een signaal. Het plein stroomt leeg, de gangen vol. Van daarbinnenuit komt een sfeer van feestelijkheid me tegemoet, 'puilt' als het ware naar buiten, het plein op. Maar terwijl het op het plein steeds eenzamer wordt, blijf ik maar rondlummelen. Tenslotte- als de laatste van de laatsten- ga ik dan ook maar naar binnen.
Uit alle lokalen klinkt gelach. Er is de geur van koffie en van gebak.Wij- allerlaatsten- worden de een na de ander binnengelaten . Tenslotte ben ik nog alleen in de gang. En voor mij blijft elke deur gesloten.
Woedend op mijzelf dwaal ik nu rond op het ontluisterde plein.
Even later ben ik toch binnen in een van die feestelijke zalen. Ik zit naast andere mensen. maar tussen mij en hen is een onzichtbare plasticwand. Zij zíen mij niet eens, ik hen wel. Maar wanneer ik hen toeroep, reageren zij niet. Zij kunnen ook mijn geroep niet horen. Ik verlaat tenslotte die zaal maar weer, waar ik allerlei leuke dingen hoor en ruik, maar daar geen deel aan krijg.
Mismoedig sta ik buiten in regen en gure wind.....
Jullie kennen mij allen als een Christen. Ik heb sterk het idee, dat ik hier in een droomgezicht iets zag van hemel en hel, zoals ik mij die voorstel.
In 1960 is er voor mij gebeden onder handoplegging voor de doop in de heilige Geest. Dit geschiedde op dezelfde manier zoals het gebeurde met de twaalf mannen in Efeze, (Hand 19).
Sindsdien zijn 48 jaar verlopen, jaren waarin ik al bijna directt in tongen sprak, ( ' klanktaal' heet dat tegenwoordig) en waarin ik al gauw vrijmoedigheid kreeg om te profeteren.
Sindsdien is enorm veel gebeurd. Nu ik 85 ben, kan ik zeggen, dat de geleidelijk aan in mijn leven veld winnende vervulling met de heilige Geest mij voor veel dwaasheden behoed heeft en voor veel dwalleren en mij veel bijbelkennis heeft gegeven en een steeds verdiepend inzicht in de Heer Jezus. Ik heb gaandeweg meer inzicht gekregen in de gaven van kennis, wijsheid, onderscheiden van geesten enz, die worden vermeld in 1 Corinthe 12.
Ik heb nooit gekke dingen hoeven te doen, zoals ' me krankzinnig gedragen'...in alles heb ik nooit iets anders meegemaakt, samen met de andere ' verkennners' van de nieuwe horizonnen, dan waardigheid, vreugde, vrede vriendschap, liefde en blijheid. Nee, dat is te kort door de bocht. Ik maakte wel eens moeilijke , nare dingen mee, maar in de levens van mijzelf en andere 'dóortrekkers' zag ik toch veel lankmoedigheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing opbloeien.
Ik vind het fijn om met Gods Geest gedoopt te zijn.
Uit de verbijsterende veelheid van inzendingen haal ik een posting van Wil over de schepping van zon en maan. Je moet toch ergens beginnen.
Genesis 1 v 1:God die eeuwig is en ons verstand vele malen te boven gaat, schiep op zeker moment de onzienlijke wereld, met de engelen En daarna schiep hij de zienlijke wereld, het heelal, met temidden van die miljarden sterren en honderduizenden sterrenstelsels die ene planeet, die voor hem ' de planeet van HET PLAN' was
In de hemel was een machtige engel opgestaan, die de keus tegen God maakte en als rebel uit de hemel werd geworpen.
vers 2: en als eerste wandaad scheurde hij de planeet aarde open, zodat de zeeën zich stortten op de gloeiende massa magma in de kern,wat een ontzettende ontploffing opleverde. Als gevolg daarvan werd de aarde omringd door een honderden kilometers dikke laag van steen, gruis en aarde. De gehavende planeet was toen woest en doods. Er was geen scheiding meer te zien tussen de planeet en de omringende mantel van gesteente enz.
v 3 God liet gewoon de wet van de zwaartekracht werken en de zwaarste stukken puin regenden het eerst af. Dat kan honderden miljoenen jaren geduurd hebben. Het begrip ' dag' moet dan ook gezien worden als ' afzonderlijk te stellen episode'. Toen de stoflaag enigszins was uitgedund, waren de zon en de maan weliswaar nog niet zichtbaar, maar kon er in al de stikdonkerte althans gesproken worden van: licht. Zon en maan waren immers gelijk met het heelal geschapen.Ze waren er toen al, alleen nog niet zichtbaar, alleen 'vermoedbaar', door dat kleine beetje oplichten en weer veranderen in bijna-donkerte.
6 naarmate de gruislaag verder afregende, kwam er voor het eerst iets aan de dag, datr wees op een afzonderlijk bestaan van de aarde en de omringende 'vuilmantel'. Dat was dat 'uitpspansel' De zeeën kwamen afzonderlijk te staan van de voortjagende wolken, die nog allerlei ongerechtigheden bevatten en nog lang niet de uitsluitende 'waterdragers' waren van nu.
9 en vervulgens krijgt de aarde steeds meer reliëf. Door het afregenen van steeds meer vaste stof ontstaan vaste gebieden, die boven de oerzee beginnen uit te steken.
11 er ontstaat een primitieve plantengroei. Het licht van zon en maan is nog diffuus. De 'dikke'atmosfeer schept een 'eenheidsklimaat' op aarde, waardoor van pool tot pool grote varenwouden verschijnen.
14 En toen kwam de dag, dat die vuile hemel openbrak. De zon en de maan kwamen nu onbelemmerd te vcoorschijn en de tijd van 'het broeikaseffect 'was voorbij. Normale fauna- en flora-omstandigheden konden ontstaan.
15 Daarna kon het eigenlijke 'scheppen'beginnen, zoals het al in bescheiden mate wás begonnen met die 'varen-wouden´. Al die dieren 'NAAR HUN AARD'.....een obstakel voor de evolutietheorie... En zo gaat dat dan verder.
En nu even 'off topic': gaat het zo ook niet met een mens: - er is een stikdonkere duisternis, waar geen enkele lijn in is te ontdekken - er komt iets licht in zo'n leven - er komt wat lijn. - de zon gaat schijnen; Jezus komt binnen - en daarna gaat het feest beginnen, totdat er uiteindelijk uit dat hoopje ellende een nieuw mens geboren wordt, wedergeboren, gedoopt met de Heilige Geest, trouw volgeling van Jezus.
Wanneer Jozua in Jozua 10 de slag bij Gibeon wint, staat er in vers 10: "De HEER zaaide paniwk in de gelederen van de vijand". En in vers 11: `Dew Heer wierp vanuit de hemel grote hagelstenen op Israels vijanden... er stierven meer soldaten door die hagelstenen dan door de zwaarden van de Israelieten"
En in die slag gebeurde ook het wonder met de zon, die een volle dag bleef staan. " Op die dag is voorgekomen, wat nooit eerder of later is geschied, dat de HEER op die manier gehoor gaf aan de bede van een mens"(14).
En zo zijn er meerdere voorbeelden in de bijbel. Zo zal het ook in het woud van Efraïm gegaan zijn. De Heer legde een extra vernietigende kracht in die takken, (Absalom) , die poelen en die kuilen en wat dies meer zij.
Wat 'verteerde dat woud' bij het oordeel over Absalom
Na het lezen van 2 Samuel 18 had ik een vraag over het dikgedrukte gedeelde hieronder. Hoe heeft een woud (is bos?) mensen verteerd? Was er een bosbrand, wilde dieren of iets anders?
6 Toen trok het volk het veld in, Israël tegemoet, en het kwam tot een strijd in het woud van Efraïm. 7 En het volk van Israël werd daar door de knechten van David verslagen, het werd daar op die dag een grote slachting: twintigduizend. 8 De strijd breidde zich daar over de gehele streek uit, en het woud verteerde die dag meer van het volk dan het zwaard verteerd had.
Zo nu en dan kom ik ook even in de discussie binnen om die -zo mogelijk-nóg te verlevendigen.
Zo las ik nu dat Videao Fred schreef, dat God wellicht sneller was dan het licht.
Het is nog sterker Fred. Duizend jaar zijn voor de Heer als éen dag. Hij is de Eeuwige, hij leeft in een eeuwig 'Nu'. Hij overziet de hele menselijke geschiedenis van het begin tot het -nog komende - eind tegelijk.
En dan schrijft Belgil. We kunnen God niet goed begrijpen tenzij.... Maar Belgil. Wij zullen de Heer God nooit helemaal kunnen doorgronden, zelfs niet in de tijd, nu nog ver weg, waarvan geschreven staat: "Wij zullen hem zien, zoals hij is". Hij is ´de heel andere´. Maar is het niet geweldig om een Vader te hebben in Jezus Christus, die zo hoog verheven is.
En dan schrijft Slade, dat er respect en liefde in ons hart behoort te zijn. Maar Slade....de Heer God bevrijdt ons van de zonde door de dood van Onze Heer Jezus Christus, zijn Goddelijke Zoon En dan brengt hij door God de Heilige geest respect en liefde werkelijk BLIJVEND in ons hart.
Sorry als ik jullie niet helemaal goed citeer.
Maar ik wilde ook even een bouwsteentje leveren voor ons gezamenlijke bouwwerk.
Je had ook een vraag over klanktaal, ( spreken in tongen).
Misschien kan het onderstaande je dienen:
Het is een zeer goede zaak om de Goddelijke liefde 'na te jagen' en daarbij behoort het streven naar de Geestesgaven'.(1 Korintií«rs 14 v 1). Wat de klanktaal betreft, die in Korinthe klaarblijkelijk wat meer in de aandacht stond dan de profetie, daarvan zegt Paulus: "Fijn hoor....die klanktaal...zo langs de rechtstreekse weg van je menselijke geest spreken met God, (2). Maar denk erom; niemand in de gemeente kan je verstaan, dus voor hen heb je geen nut. Voor hen is je taal onbegrijpelijk. Voor hén baat meer de weg van de profetie, (3) Het is geweldig, dat je zelf bij de klanktaal zo gebaat bent , dat het je zelf zo sticht en bouwt. (4). Het is mijn grote wens, dat jullie allemaal in klanktaal zou kunnen spreken (5). Nu ja....ook voor de anderen in de gemeente kan de klanktaal meer rendabel gemaakt worden; als je die uitlegt door middel van 'de gave van vertolking'. Dan staat het op éen lijn met profetie.(5).
Overschat de klanktaal nu toch niet in zijn nut voor de gemeente, maar geef de klanktaal zijn vaste plaats ....in het stichten van je zelf (6 -12)
Dus goed onthouden: wil je deze 'gave allereerst voor jezelf', (dus middellijk toch weer voor de gemeente), van rechtstreeks nut doen zijn voor de medegelovigen: dán de gave van vertolking erbij!( 13).
Wanneer je bidt in tongen, (klanktaal spreekt), staat je verstand even op non-actief, kan het lekker even uitrusten), (13).
Nu ook niet het klanktaal-bidden gaan onderwaarderen: nee...het is een eis om met je geest te kunnen communiceren én met je verstand...ik zeg het nog scherper : je moet met je geest kunnen zíngen én met je verstand, (15). Nog eens: zonder vertolking heeft de geemeente niets aan datgene, wat uzelf verrijkt, 16-17.
Ik zelf -Paulus- ben er God zó dankbaar voor, dat ik meer dan jullie allemaal in klanktalen spreek, maar ik geniet er zelf van en laat anderen in dit opzicht met rust, (18).
In 1 Korinthe 12 gaat Paulus dan nog nader in op het tot een bedíening worden van de gave om klanktaal te spreken. Je kunt een karaktertstructuur hebben, die het aan God mogelijk maakt om zijn genade aan jou zo uit te breiden, dat je véle klankltalen kunt spreken. Tot zover Paulus
Maar jullie, mijn hoorders, mag al blij zijn , als je heel ongedwongen deze vanzelfsprekende gave kunt beoefenen, wanneer je op je stille plekje, je gebedsheuvel bent, met alleen de wind als getuige enz...enz.
Wat is dat een mooi initiatief; dit door Zoemerke gestart topic. "Ik ben de weg, de waarheid en het leven", spreekt Jezus.
Later is de discussie verbreed. ik heb er alle bewondering voor, dat dit niet hatelijk is gebeurd, maar vol onderling begrip, waarbij iedereen aan iedereen de ruimte liet.
Daarom vind ik in deze, toch in het algemeen wel vriendelijke, atmosfeer de vrijmoedigfheid om iets te vertellen uit eigen leven.
Maar eerst een bijbeltekst: Psalm 34 v 9: "Proef....en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij hem schuilt".
Mijn vrouw is 83 en ik ben 84. En van 1992 gaan wij een zware weg door de kwalen van mijn vrouw, waarvan de voornaamste is een bijna volstrekte blindheid. (Inmiddels, 85 en 86)
Maar wij merken soms opeens van die lichtstralen, zo blij en goed, dat eigenlijk die zware weg er helemaal door wordt verzoet.
Mag ik eens een voorbeeld noemen. Drie jaar geleden werd mijn vrouw gekweld door een zware , een zeer zware hoest. Wij baden er veel voor. Ik legde haar ook de handen op ter genezing in de wonderbare naam van Jezus, maar die hoest bleef maar doorduren en was soms heel beangstigend. Zelfs onze naaste buren konden er soms niet van slapen, want vooral ´s nachts was het moeilijk.
Maar een half jaar geleden sprak de buurvrouw mij aan. `Ze hoest nooit meer hè...´t was indertijd zo erg met haar....en nu...` En toen pas realiseerde ik mij, dat de hoest al veel langer dan een jaar weg was.
Een ander voorbeeld. Mijn vrouw had later dan die hoest vreselijke hartpijnen, wanneer ze te bed lag. Ze kreeg voor die pijnen een ´onder de tong-spray', die heel naar prikte. maar soms nam ze in haar wanhoop wel tien van die sprays achter elkaar. Totdat zij een keer besloot: " Die sprays zijn onderhand nog pijnlijker dan die hartpijnen. Ik houd er mee op en 'lig' het dan maar uit".
Natuurlijk baden wij ook voor dit verschijnsel , zonder direct gevolg. En ook hiervoor legden wij in Jezus' naam de handen op Maar na dat gesprek met de buurvrouw realiseerde ik mij opeens, dat ook de hartpijnen al een jaar weg waren op zo nu en dan iets sporadisch na.
En terwijl ik dit aan jullie schrijf, schiet het mij opeens te binnen, dat we jarenlang 's nachts hebben opgezeten, omdat mijn vrouw de slaap niet kon vatten. Ook helemaal over.
En toen schoot mij op eenmaal Jesaja 28 v 16 te binnen In een wat oudere vertaling staat. "Hij. die gelooft, haast niet`.
En ik leerde er het volgende uit: wanneer je de Heer te hulp neemt, zul je er genoegen mee dienen te nemen, dat hij, de Alwetende, in zijn eigen tempo werkt en dat tempo ligt soms sneller, soms langzamer dan wij wel zouden willen. maar zijn tempo is uiteindelijk het beste voor de ontwikkeling van ons geloofsleven.
Nu is er ook een nieuwe vertaling van deze tekst, die luidt: "Wie zijn vetrouwen op de door mij ...God... gelegde hoeksteen grondvest hoeft geen andere toevlucht te zoeken".
* volgens latere ontwikkeling mogen wij voor 'dat fundament, die hoeksteen' lezen : Onze Heer Jezus Christus` Jesaja was immers een profeet, die de dingen al 600 jaar van te voren ´zag´.
En na al die ontdekkingen heb ik mogen juichen `Proef....en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij hém schuilt`.
In deze aardige discussie wilde ik toch ook deze persoonlijke ervaring eens inbrengen.
Gisterenavond stond ik even versteld. Voor een ander doel verzorgde ik een bijbelstudie. En toen bedacht ik opeens: hiermee kan ik wellicht ook Jantine dienen. Jouw vraag ging over de tempel , die nederdaalt uit de hemel, ( Openbaring 21 v 2, al formuleerde je het wat anders) en wij, mensen die toch ook weer kleine tempels zijn. En dit kwam allemaal in die bijbelstudie ter sprake.
Mag ik die aan jou overhandigen. Zeg niet: "Ger maakt er zich maar gemakkelijk van af. Even 'kopiëren...en daar ís weer een posting".
Nee Jantine; het is alleen maar bedoeld om een aanzet te geven tot een mogelijk verder gesprek, voor het geval je vragen hebt.
Daag Ger
Bijbelstudie 192
De gemeente in relatie met de Heilige Geest.
Eerst de teksten . Weet u niet, ( gemeente), dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont ? 1 Corinthe 3 v 16.
Vanuit hem groeit het gehele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel, die gewijd is aan hem, de Heer, in wie u ook samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest. . Gedachten bij 1 Corinth 3 v 16: De tempel van God wordt gebouwd op het ware fundament, zoals wij dat vinden in Hebr. 6 v 1-3:, die zesvoudige , oersterke grondslag: - zich afkeren van daden, die tot de dood leiden - geloof in God - de leer over het dopen - de leer over de handoplegging - de leer over de opstanding van de doden - de leer van het laatste oordeel De gemeente, die in haar kernleden doordrongen is van de hartenkennis van deze vaste gegevens, mag een gemeente naar Gods hart heten. Natuurlijk is het ook weer zo, dat elke gemeente een mixtuur is van min of meer gerijpte Christenen, waarin echter de kernleden de koers behoren uit te zetten. De gemeente van God is tegelijk een tempel van God. Hij, die de allerhoogste is en de volmaakte en de heilge en de alleen wijze, woont in de gemeente, want haar smaakmakende kern bestaat uit in de Geest gedoopte gelovigen.
Wonen is een blijvende zaak. God woont door zijn Heilige geest maar niet bíj ons, maar ín ons, ( (Joh 14 v 17).
De Heilige geest is de eerste gave aan ons . Hij is het onderpand van een nieuw, geestelijk, blijvend verbond. Hij schenkt de zekerheid dat wij zullen groeien naar de volwassenheid en de volkomenheid. Zoals de levensgeest van de mens zorgt voor de juiste opbouw van het lichaam, zo zorgt de Heilige geest in het meer samengestelde lichaam , de gemeente, voor de groei en de instandhouding van de gemeente.
Gedachten bij Efeze 2 v 21 en 22:
De gelovige bevindt zich in het lichaam van Christus, de gemeente. Het gemeentelichaam is, net al het menselijke lichaam, opgebouwd uit vele cellen, de afzonderlijk gelovigen, geheel of ten dele op weg naar de doop in de Heilige geest.. Elk gemeentelid, op de goede weg omhoog zijnde, is op zichzelf genomen al een klein bouwwerk, dat steeds stralender en heerlijker wordt. En als al die cellen gezond aan het worden zijn, wordt ook de gemeente steeds stralender en heerlijker. Daarom zegt 1 Petrus 2 v 5 : en laat ook uzelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. De wedergeboren Christenen, waaraan Petrus schreef , waren dus nog niet allen gedoopt en vervuld met de Heilige Geest en nog niet allen volkomen vrij. Hier komt weer dezelfde gedachte naar voren, die ik ook al aanstipte bij bespreking van de eerste tekst.
De bouw van Gods geestelijke tempel vordert tijd. Maar wanneer de tweede komst van Jezus daar is, zal hij de gemeente stralend en zonder vlek en rimpel aan zijn Vader voorstellen. Jezus komt niet terug om halmen te oogsten, maar rijpe aren. Dus door steeds meer stralend en heerlijk te worden helpen de gemeenteleden de gemeente vooruit en maken Jezus tweede komst mogelijk.
De gemeente is Vaders huis, zijn woning met daarin vele woningen. En al die woningen zijn woningen van God en levende stenen in Gods tempel. Zij zijn dat door de Heilige Geest.
Behalve de fundamenten, waarop de gemeente steunt, is er uiteraard ook een hoeksteen, ook weer een fundament, onze Heer Jezus Christus.
De eeuwige bestemming van de ware gemeente is niet alleen, - dat haar leden weten , voor eeuwig gered te zijn - ook niet dat dezen zich voor eeuwig in hun Heer mogen verheugen - maar dat zij Gods heiligdom mogen zijn, een woning, waar God zelf permanent woont. - 2Corinthe 6 v 16 zegt immers: Ik zal onder hen wonen en wandelen.
Nu zien wij nog maar een begin. Maar God gaat door
Op oudjaarsmorgen hoorde ik toch een leuke preek in de kerk.
Ik heb mijn indrukken daarover al op een andere site vermeld aan iemand anders.
Mag ik dat stuk even blauwen. het scheelt zoveel werk. Hier komt het ................................. zondag jongstleden hoorde ik een goede preek. En met een uittreksel daaruit hoop ik nu jou -als eerste- te kunnen dienen.
Vóor we van start gaan, Steffanie, even dit: de bijbel zegt: (Hebr 10 v 25): "Laten wij, in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen en dat des te meer naarmate u de dag van Jezus' komst ziet naderen".
Wanneer ik toch die samenkomsten had verzuimd, wat zou ik veel gemist hebben! En wat voor mij geldt, dat geldt voor jullie allen.
Maar nu die preek van zondag; Kort samengevat komt het hierop neer: In Matth 25 v 14 -30 wordt onder andere verteld van mensen, die vijf talenten te leen kregen en er vijf talenten bijverdienden.
De gebruikelijke les die wij er uit trekken is deze; Wanneer wij ons hele leven in dienst van de Heer Jezus stellen, dan bespeuren wij blij verrast, dat wij zélf in innerlijke waarde toenemen. Wij bespeuren bij onszelf onvermoede karaktereigenschappen, die wij kunnen gebruiken ten dienst van de Heer. Steeds meer van die innerlijke schatten bloeien open. Houd die gedachte vooral vást.
Maar let daarnaast eens op wat Jezus in Johannes 17 zegt: "Ik heb aan de mensen, die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekend gemaakt. Ze waren van u , maar u hebt hen aan mij gegeven".
En dan legt Jezus verantwoording af aan God over de aan hem gegeven mensen. Hij heeft ze innerlijk 'opgewaardeerd'. Ze zijn mensen geworden, die innerlijk hoger van gehalte zijn geworden.
Lijkt dat niet precies op de mensen van Matth 25, die met hun talenten aan de slag moesten.
En toen kwam in de preek déze oproep: "Alle mensen, die jullie pad kruisen, zijn in zekere zin jullie talenten. Tracht zó te zijn voor hen, dat zij geestelijk dichter bij God en zijn rijk en zijn schatten komen en daardoor ook zelf 'upgraded'worden".
Ik luisterde geboeid. En opeens wist ik: "Op ' Vraag het Ger´ heb ik nu honderdduizend inputs gehad. En ik heb geprobeerd aan al die mensen goede dingen van God te vertellen. O wat een kansen door Gods genade. Dank u Heer".
En tegen jou Steffanie, zeg ik dit: - jou pa naast jou in de kerk - die Russin, die een waardevol contact blijkt - die collega's op kantoor - die jongen in de trein.
O Steffanie....: wat een kansen voor jou en voor mij en voor iedereen.
Daag Ger
Nog even dit voor mijn Vlaamse vrienden
Zoëven zei hier iemand `Wat heb je nu aan dat geloof`.
Nou.... echt heel veel voor het leven van alle dag, vind ik.