Toen Katie uit vakantie terug thuis kwam vernam ze van haar ouders dat haar lieve opa overleden tijdens haar afwezigheid. Helemaal ontdaan snelde ze naar haar oma om haar te condoleren en om naar het waarom te informeren van het overlijden van haar opa. - Maar omaatje toch, hoe is dit kunnen gebeuren, opa was toch nog gezond en sterk ? - Ach, lieve schat, hoe moet ik dat nu aan u uitleggen, opa is gestorven tijdens de liefdesdaad.. - Maar oma, als je de 90 nabij zijt dan is dat niet meer aan te raden, je ziet het nu wel. - Ach Katie, wij deden het al jaren zo, van toen het wat minder werd. We deden het alleen nog maar op zondagmorgen, 10 minuten voor de hoogmis en op de tonen van de kerkklokken, ding..dong.. bij ding erin en bij dong eruit, maar vorige zondag moest die met zijn créme glace karretje toch juist onder onze slaapkamer staan bellen zeker....
DE SCHONE SLAAPSTER, KLEIN DUIMPJE EN QUASIMODO (DE KLOKKENLUIDER VAN NOTRE DAME) ZATEN SAMEN TE KEUVELEN TOT PLOTS DE SCHONE SLAAPSTER ZEI: -IK ZEG HET,JULLIE ZEGGEN HET, IEDEREEN DIE IK KEN ZEGT HET... IK BEN HET MOOISTE MEISJE TER WERELD EN IK GA DAT LATEN VASTLEGGEN IN HET "GUINNESS WORLD RECORDS BOOK". -DAN GA IK MEE, ZEI KLEIN DUIMPJE, - WANT IK BEN ONGETWIJFELD HET KLEINSTE MENSJE TER WERELD. -MAAR IK BEN ZEKER DE LELIJKSTE MENS TER WERELD, ZEI QUASIMODO,- EN IK GA OOK MEE. ZO GEZEGD, ZO GEDAAN, EN MET Z'N DRIEEN TROKKEN ZE NAAR LONDEN. DE SCHONE SLAAPSTER GAAT ALS EERSTE HET BUREEL BINNEN EN KOMT EVEN LATER TERUG BUITEN MET EEN SMILE OP HAAR GEZICHT EN ZEGT TRIOMFANTELIJK DAT ZE IN HET BOEK STAAT. KLEIN DUIMPJE IS DE VOLGENDE EN OOK HIJ KOMT EVEN LATER BREED LACHEND TERUG BUITEN. OOK HIJ IS GESLAAGD IN DE PROEVEN. QUASIMODO IS DE LAATSTE MAAR HIJ KOMT TERUG BUITEN MET EEN ONTGOOCHELDE BLIK IN ZIJN OGEN. DE 2 ANDEREN BEKIJKEN HEM VRAGEND EN MET VERSTIKTE STEM ZEGT HIJ:- WIE IS IN GODSNAAM CAMILLA PARKER BOWLES ????
BIJ EEN TRAMHALTE STAAN EEN JONGE EN EEN OUDERE MAN.DE JONGE MAN HEEFT EEN UITBUNDIGE ROOD/BLAUWE/GROENE HANEKAM EN DE NODIGE RINGEN EN KETTINGSKES IN NEUS EN OREN. DE SENIOR STAAT HEM AANDACHTIG TE BESTUDEREN EN KAN ZIJN OGEN NIET VAN DE JONGE GAST AFHOUDEN. DE PUNKER MERKT DAT EN VRAAGD OP EEN GEGEVEN MOMENT: - ZEG IS MENIER, HEDDE GIJ NOOIT IS NIKS UITGESTOKE AS GE JOENK WORD ? - JAWEL, NATUURLIJK DAT, ANTWOORD DE SENIOR, IK BEN IS ZO ZAT GEWEEST DAT IK EEN PAPEGAAI GENEUKT HEB, EN NU VRAAG IK ME AF OF DAT GIJ MISSCHIEN MIJNE ZOON BENT...
De vrouw van de Swa stond in de keuken het avondmaal voor te bereiden. Daar het bloemkool met worst was nam ze de worsten uit de frigo en met een mes sneed ze de twee uiteinden van de worsten. De Swa hadt dat gezien en vroeg zich af waar dat goed voor was: - Zeg, Angéle, waarom snijde gij die tjoepekes van de worsten ? - Dat weetekik nie, ons moe doet dat ook altijd. - Dat zou ik toch gére wete, morge gon w't heur vrage ! 's Anderendaags zij met z'n tweeen naar ons moe. - Zeg moe, waarom snijde gij altijd die tjoepekes van de weuste veur as ge ze bakt ? - Waarom ? Da weet ik nie, mijn moeder deed dat ook altijd, 'k heb nie anders gewete... - Dan moete we 't heur vroage hé, zei de Swa, en zijle met z'n drijen weg naar de bomma. - Zeg bomma, waarom snede gij vreuger altijd de uiténde van de weusten af ? - 'k Zou't nie mier weten mor ons mémé hebbe kik nie anders wete dong.. Da moete is on heur vroage... as ze het nog wét. - Mor mémé zit toch in da rusthuis, zou ze da nog wete ? Toch trokken ze met zen alle naar het rusthuis waar mémé aan het genieten was van de rust en de stilte. - Dag mémé, we komen is iet vroage, wéte gij nog vreuger, dan sneede gij toch altijd die tjoepkes van de sociskes, wéte da nog ? - Ja, da weetekik zeker nog, verwa moete da wete ? - Wel, zei Angéle, wij doeng da ook nog allemaal mor we wéte nie verwa da we dat doeng ! - Zeg, ge goa mij toch nie vertellen da golle nog altijd in da klein panneke bakt hé .