Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
28-06-2006
Op zoek naar Zwarte Piet
Een speurtocht naar de herkomst, de ontwikkeling en de betekenis van de dienaar van Sinterklaas.
De schoorsteenveger
Een frappant verschijnsel is de schoorsteenveger, die zijn knechtjes letterlijk door de rookkanalen stuurde om deze met een roe en een zak schoon te maken. Ze gebruikten een bal aan een ketting om nesten uit schoorstenen te verwijderen. Door al dat werk werden ze natuurlijk roetzwart. Ook deze figuur duikt op in de Duitse kinderboeken om kinderen schrik aan te jagen. Dat moet dan in het dagelijkse leven ook gebeurd zijn.
uit: Op zoek naar Zwarte Piet. Frits Booy Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité
in 1845 verscheen in Frankfurt een opzienbarend kinderboek van Heinrich Hoffmann, zeer beroemd geworden onder de titel Der Struwwelpeter, bij ons bekend als Piet de Smeerpoes. Daarin staat een verhaal over drie blanke jongetjes die een jonge Moriaan uitlachen om zijn zwarte huidskleur. Ineens duikt 'de grote Niklaas' op, een deftig heerschap met kamerjas en slaapmuts. Hij stopt de jongens voor straf in een reuzeninktpot, waardoor ze nu ook zwart zijn.
Van den Berg (1989) noemt deze Moriaan een 'incunabel' (voorloper) van onze Zwarte Piet, maar dat is zeer de vraag. 1) Het gaat Hoffmann duidelijk om het aan de kaak stellen van discriminatie van donkere mensen; 2) het Moriaantje en 'de grote Niklaas' lijken totaal niet op Zwarte Piet en Sinterklaas; 3) er staat 'grote' en niet 'Sint' Nicolaas; 4) er is bij Hoffmann geen duidelijke relatie tussen deze beide figuren. Frappant is echter wel dat in Bohemen stoute kinderen voor straf met roet zwarte gezichten kregen.
uit: Op zoek naar Zwarte Piet - Frits Booy Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité
Sinterklaas, ik schrijf je even, dat je mij niks hoeft te geven. Maar het mag natuurlijk wel, ik wil graag een spannend spel, lotto, valkuil, of stratego, of een aanvuldoos van lego; heel veel schriften en een pen; en een boek dat ik niet ken; en een grote poppenwagen...
Maar ik wil er niet om vragen; nee, je hoeft mij niets te geven, daarom schrijf ik je maar even.
Bron: Dolf Verroen en Nannie Kuiper, Dank je lekker.
In 1419 herbouwt het befaamde ambacht van de meerseniers de Sint-Niklaaskapel in de Lange Nieuwstraat gedeeltelijk en men noemt Pieter Appelmans , bouwheer van de kathedraal, als architect, hoewel daar weinig tastbare bewijzen voor zijn. Aan de kapel, wordt een klein portaal aangebracht met een fraai Mariebeeld in het middendeel. Uit de rekeningboeken blijkt dat deze Lievevrouw er zeker reeds voor 1730 stond, want beeldhouwer Michel Van der Voort herstelt dan het Mariabeeld voor 9 gulden. In 1814 werd het beeld een van de eerste in ere hersteld. Deze madonna verdween.
Sint-Nicolaas, patroon van de Meerseniers, werd in 1707 op zijn voetstuk geplaatst in het midden van het pleintje. Ook de aanpalende gebouwen dateren uit de eerste helft van de 17de eeuw; het hoofdgebouw, het eigenlijke godshuis, is negentiende-eeuws (het nummer 7, achteraan het pleintje).
Wanneer in 1420 de Falcontinnen vertrokken, terug naar het Falconbroek, verkregen de Meerseniers het gesticht, dat zij als godshuis voor hun zieke en arme leden inrichtten: een twintigtal behoeftige leden mochten er met vrouw en kinderen hin intrek nemen.
Tijdens het Frans bewind werd er beslag gelegd op het godshuis en de kapel. Het hele complex werd in 1789 door het Centraal Bestuur aan de Commissie der "Burgerlijke Godshuizen" (een soort OCMW) geschonken.
Het OCMW, thans nog eigenaar, zorgde in de periode 1958-1968 voor een knappe restauratie van het Sint-Nicolaaspleintje, onder leiding van architect Van Averbeke.
Nr. 8 is het atelier de Levensboom van schilderetser Juliaan Severin, (Borgerhout 1888 Kruibeke 1975).
In het midden figureert een mooie pompzuil met Sint-Nicolaasbeeld. Aan de achterzijde is een poortje van het ex-godshuis Sint-Nicolaas. Nr. 16 is de schippersbeurs, met fraaie neogotische erker. Beschermd monument sinds 28 november 1985
De geschiedenis van het Sint-Nicolaaspleintje is verweven met de geschiedenis van de Falcontinnen en het ambacht van de Meerseniers.
Falcontinnen
Falco de Lampagne, de Florentijnse directeur van de Hertogelijke Munt te Antwerpen (vandaag de Nationale Bank), liet in 1350 op het broek of drasland ten noorden van de toenmalige stadsvesten een godshuis voor weduwen en "jonge dochters" stichten. Het waren reguliere kanunnikessen die zich bij het kapitel van Windesheim dat behoorde tot de stroming van de nieuwe devotie zullen aansluiten. Zij werden Falcontinnen genoemd naar deze Falco.
Toen Falco in 1354 stierf, liet hij behalve zijn beroemde naam ook een berg schulden en zijn "Falconshof" na.
Door het bankroet van hun weldoener moesten de zusters van het Falconshof verhuizen. Ze vonden onderdak in de middenstad, in de huizen van ene Willem draeck. Van 1386 af was er inderdaad sprake van dat de Falcontinnen een refuge met kapel gewijd aan Sint-Nicolaas bezaten "buyten de nieuwerstratepoerte" in een huis van een zekere Willem Draeck.
De uitbeelding van Zwarte Piet kent vele invloeden uit Duitssprekende landen, namelijk van de Zwarte Man, de Kindervreter, Piet de Smeerpoes en de schoorsteenveger.
De Zwarte Man
In verhalen en afbeeldingen uit de 19de -eeuwse kinderboeken duikt af en toe een zwarte figuur op, die een kruising lijkt van Sinterklaas, Zwarte Piet en de Kerstman. Soms is het echter ook een schoorsteenveger. Hij wordt de Zwarte Man genoemd en speelt een opvoedkundige rol, want ondeugende kinderen worden in kinderboeken door hem gecorrigeerd. In het dagelijkse leven zullen deugnieten met hen ook bang gemaakt zijn.
De Kindervreter
Een ander afschrikwekkende figuur waarmee de Europese jeugd sinds eeuwen door de ouderen in het gareel werd gehouden, is de Kinderfresser. In zeer aangrijpende teksten en prenten werd er gedreigd met deze gruwelijke verschijning, al in de 14de eeuw in Tirol. Hij kwam de stoute kinderen via de schoorsteen halen en stopte ze in jaszakken, tassen en manden om ze ergens op een afgelegen plek op te eten! Een vergelijking met Ruprecht ligt hier voor de hand, als men bedenkt dat een kindervreter Butzen-Brecht heet en beiden manden vol deugnieten meevoeren.