Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
05-06-2006
Een beetje geschiedenis
Sint-Nicolaasplaats - Antwerpen (1)
De geschiedenis van het Sint-Nicolaaspleintje is verweven met de geschiedenis van de Falcontinnen en het ambacht van de Meerseniers.
Falcontinnen
Falco de Lampagne, de Florentijnse directeur van de Hertogelijke Munt te Antwerpen (vandaag de Nationale Bank), liet in 1350 op het broek of drasland ten noorden van de toenmalige stadsvesten een godshuis voor weduwen en "jonge dochters" stichten. Het waren reguliere kanunnikessen die zich bij het kapitel van Windesheim dat behoorde tot de stroming van de nieuwe devotie zullen aansluiten. Zij werden Falcontinnen genoemd naar deze Falco.
Toen Falco in 1354 stierf, liet hij behalve zijn beroemde naam ook een berg schulden en zijn "Falconshof" na.
Door het bankroet van hun weldoener moesten de zusters van het Falconshof verhuizen. Ze vonden onderdak in de middenstad, in de huizen van ene Willem draeck. Van 1386 af was er inderdaad sprake van dat de Falcontinnen een refuge met kapel gewijd aan Sint-Nicolaas bezaten "buyten de nieuwerstratepoerte" in een huis van een zekere Willem Draeck.
De uitbeelding van Zwarte Piet kent vele invloeden uit Duitssprekende landen, namelijk van de Zwarte Man, de Kindervreter, Piet de Smeerpoes en de schoorsteenveger.
De Zwarte Man
In verhalen en afbeeldingen uit de 19de -eeuwse kinderboeken duikt af en toe een zwarte figuur op, die een kruising lijkt van Sinterklaas, Zwarte Piet en de Kerstman. Soms is het echter ook een schoorsteenveger. Hij wordt de Zwarte Man genoemd en speelt een opvoedkundige rol, want ondeugende kinderen worden in kinderboeken door hem gecorrigeerd. In het dagelijkse leven zullen deugnieten met hen ook bang gemaakt zijn.
De Kindervreter
Een ander afschrikwekkende figuur waarmee de Europese jeugd sinds eeuwen door de ouderen in het gareel werd gehouden, is de Kinderfresser. In zeer aangrijpende teksten en prenten werd er gedreigd met deze gruwelijke verschijning, al in de 14de eeuw in Tirol. Hij kwam de stoute kinderen via de schoorsteen halen en stopte ze in jaszakken, tassen en manden om ze ergens op een afgelegen plek op te eten! Een vergelijking met Ruprecht ligt hier voor de hand, als men bedenkt dat een kindervreter Butzen-Brecht heet en beiden manden vol deugnieten meevoeren.
Eeuwenlang gebruikte men in Nederland afschrikwekkende figuren om de jeugd in het goede spoor te houden of te brengen. Ze bedreigden de kinderen met afranselen, verdrinken, opeten, meenemen naar een duister hol of verminken. Het kon niet op! Bekende enge figuren hierbij zijn onder andere de Bietebouw, Bullebak, Tenensnijder en Baas Kinderschrik.
Op een nacht was er iets ernstig aan de hand. Er zat een Piet vast in de schoorsteen. Het was een lange, dunne schoorsteen en het was een korte, dikke Piet. Doole heette hij. Doole kon niet meer naar boven en hij kon niet meer naar beneden. Het enige wat hij nog kon was roepen en dat deed hij dan ook. 'Oehoe....oehoe....' Maar geen van de Pieten die op het dak waren hoorden hem. Ze hoorden wel 'oehoe....oehoe....' maar ze dachten: dat is een uil, een winteruil of een sneeuwuil. Laat die maar roepen, dat doet hij zeker graag. Doole riep nog een keer, 'joehoe....ioei....joe....' Maar omdat het zo'n lange, dunne schoorsteen was waar hij in zat, botste het geluid van zijn stem tegen de wanden. Het kon er niet uit en toen werd het een echo. 'Joehoe....ioe....joei....joe....' De kinderen die in de huizen lagen te slapen, werden er wakker van. Wat een eng geluid, dachten ze, en zomaar midden in de nacht. Dat horen we anders nooit! Ze kropen heel diep onder de dekens. Een paar anderen gingen juist rechtop zitten en keken met grote ogen in het donker. 'Joehoe....ioe....ioei...' klonk het van alle kanten.Een klein meisje ging al bijna huilen om haar vader en moeder roepen. Maar gelukkig, een van de Pieten, Pixy, spitste zijn oren. Misschien is dat toch geen uil, dacht hij, misschien is het iets anders. En toen begon hij overal te zoeken, kriskras over de daken, want dat gekke geluid kwam nu eens van links en dan weer van achteren, en dan wéér van links. En zo kwam Pixy bij de lange, dunne schoorsteen. 'Is daar iemand of is daar niemand?' riep hij naar beneden. 'Iemand,' riep Doole terug. 'Ik zit ....oeioei....vast!' 'Ssst....niet zo hard. Alle kinderen worden wakker.' De andere Pieten kwamen nu ook aangelopen. Ze stonden in een kringetje om de lange, dunne schoorsteen en ze lieten een touw naar beneden zakken. Eén, twee, hop,' fluisterden ze en, tjoep, ineens stond hij op het dak, Doole. Hij was een beetje langer geworden en ook wat dunner. Zijn benen bibberden en hij zei: 'Ik wil het aan Sinterklaas vertellen.' 'Goed,' riepen de Pieten. 'Wij brengen je wel naar hem toe!' 'Is het werk op het dak al klaar?' vroeg ik, toen ik alle Pieten aan zag komen. 'Nee, Sinterklaas, maar Doole heeft iets meegemaakt.' En toen hoorde ik wat er gebeurd was en ik nam meteen een besluit. 'Pieten,' zei ik, 'zoiets mag nooit meer voorkomen. Het werk op het dak moet in stilte gebeuren, de kinderen mogen niet wakker schrikken. Voortaan dragen jullie een schoorsteenhamertje, allemaal, aan een lusje om je riem. Als je vast komt te zitten, dan doe je alleen maar klop....klop tegen de wand van de schoorsteen. Dat horen de kinderen niet. En als ze het horen dan denken ze dat het gewoon de geluiden van de nacht zijn. Maar jullie horen het wel en dan kunnen jullie elkaar gauw gaan helpen.' 'Hoi!' riepen de Pieten. Ze waren blij dat ze een schoorsteenhamertje kregen. Alleen Pixy riep 'Oehoei....oei....oei....' Maar dat was om Doole te plagen.
uit: Sinterklaas' verhalen. Jan van Gelder en Carli Biessels Tekening: Alex de Wolf
Behalve deze 'voorlopers' van Zwarte Piet zijn er nog andere veelal folkloristische figuren die alleen of in combinatie diens uitbeelding en functioneren beïnvloed kunnen hebben. Zij lijken te stammen uit het geloof aan kwade geesten en passen heel goed in de opgeleefde aandacht voor het bovennatuurlijke en fantasiefiguren (ook voor de jeugd) zoals die in de (vooral Duitse) Romantiek werden verzameld, onderzocht en geplubliceerd.
Vlaamse invloed
Sint Maarten trad in enkele streken in Vlaanderen als een soort Sinterklaas op. Hij had een zwarte knecht bij zich, die Nicodemus werd genoemd. Deze dreigde ook deugnieten met een roe te slaan of in een zak te stoppen.
uit: Op zoek naar Zwarte Piet. Frits Booy Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité
In de rode jas van mama, Met een mijter van karton, Met de wandelstok van opa Loop ik deftig naar 't balkon.
Ik heb witte wollen draden Aan mijn kin met plakband vast. Deftig bij de balustrade Sta ik, zwaai ik, zeer gepast Deftig naar het volk beneden, Naar de mensen in de straat.
Want ze denken daar met reden Dat de Sint te zwaaien staat: Sinterklaas in zakformaat.
Een zesde verklaring: een half-Moorse huurling als voorbeeld
Volgens Langeler (1994) wordt onze Moors uitziende Zwarte Piet verklaart met het verhaal van Cristoforo Moro, die in de zestiende eeuw als huurlingenaanvoerder met succes voor Venetië vocht tegen de Turken onder de vaandels van San Marco en San Nicolo. Hij trad zeer misdadig op tegen vrouwen en kinderen. Na zijn dood kwamen om hem te eren zijn helm en dolk in de San Nicolokerk te Venetië terecht. Maar hoe en waarom deze volwassen, brute donkere huurling een kleine tweehonderd jaar later met een Moorse page in een Nederlands sinterklaasboek kan worden verbonden, blijft helaas een onbeantwoorde vraag. Deze theorie is vergezocht (letterlijk en figuurlijk).
uit: Op zoek naar Zwarte Piet - Frits Booy Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité
Een speurtocht naar de herkomst, de ontwikkeling en de betekenis van de Dienaar van Sinterklaas.
Een vijfde verklaring: Zwarte Piet als maanmytisch wezen!
Volgens Hoek (1960) is Zwarte Piet de levende personificatie van de donkere maan, dat wil zeggen nieuwe maan. Zijn bewijzen hiervoor zijn: 1) De zak; deze is te klein om alle stouteriken in te stoppen. Nee, ze dient om een voorstelling te geven van het zo moeilijk te verklaren feit, dat de volle maan uit de hemel verdwijnt. De donkere figuur zou haar in een zak hebben opgeborgen. 2) Het strooien; bij nieuwe maan kan men de sterren beter zien schijnen en dat wordt uitgebeeld door het strooien.
Als men Zwarte Piet juist wil kleden, moet zijn kostuum niet geel/groen of zoiets zijn, maar zwart met rode randen: zwart van de nacht en rood van de opkomende maan. In Tsjechië en Slowakije verschijnt Sint Nicolaas met een zwarte figuur, de duivel (nieuwe maan), en een witte figuur,een engel (volle maan) het Goede, dat bij ons in Sinterklaas zelf is overgegaan. Ook deze theorie is niet te bewijzen.
uit: Op zoek naar Zwarte Piet. Frits Booy Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité
Een vader verteld aan zijn zoon over Sinterklaas. Zegt-ie: "Ach schei toch uit met je Sinterklaas.
Ik heb alles gevonden in de kelder, het kostuum, een baard en die staf.
Ik geloof allang niet meer in Sinterklaas; En,"zegt-ie "nou we toch kerels ondereen zijn, met die ooievaar kan je ook wel inpakken." Zegt z'n vader: "O ja, weet je dan hoe 't wel gaat?"
"Ja," zegt-ie,"Kinderen worden geboren en ik zal net zo lang zoeken tot ik die boor ook gevonden heb."
Volgens schrijver Anton van Duinkerken (1948) kocht bisschop Nicolaas van Myra een Ethiopische slaaf, die christen was geworden met als doopnaam Petrus. Hij werd Piter genoemd. Nicolaas gaf hem de vrijheid. Uit dankbaarheid hiervoor is deze Piter zijn leven lang in dienst van de bisschop gebleven. Een aardig verhaal, maar in de oudste bronnen en afbeeldingen betreffende bisschop Nicolaas is helemaal niets over een dienaar te vinden.
Zwolle - Met een bestraffende toespraak van de officier van justitie en een proeftijd tot december zijn een hulpsinterklaas en twee zwarte pieten er woensdag in Zwolle genadig vanaf gekomen. Het drietal had in september in vol ornaat een supermarkt in Zwolle beroofd van een volle kar pepernoten.
De gestolen waar is vervolgens aangeboden op de Spaanse ambassade in Den Haag. De actie werd gefilmd en was een onderdeel van de theateract "Not The Dr.Phil Show" van cabaretiers Willem Alkema en Wim Holsappel. De supermarkt kon de actie niet waarderen en deed aangifte.
Vandaag (05/04/2006) verschenen de drie voor de officier van justitie die moest beslissen of het al dan niet tot een rechtszaak zou komen. Zij besloot echter dat het bij een proeftijd kon blijven. " We mogen nu tot december niets doen dat een strafzaak opleverd", zei Holsappel. In vol ornaat verscheen het drietal voor de officier van justitie. De officier stond ze ondermeer in dichtvorm te woord. "Dat het niet tot een rechtszaak zou leiden, was al snel duidelijk", aldus Holsappel. Omdat de theatermakers in september met een show het land intrekken, hebben ze voorlopig in Zwolle geen ludieke acties gepland.
De cassière die volgens de supermarkt door de actie getraumatiseerd raakte, heeft inmiddels een bloemetje gekregen van het duo. "En ze krijgt nog een dvd met de opnamen", beloofde Holsappel.
uit: de Standaard (06/04/2006) kijk inhoud blog: "Niet alleen in de Aldi" (27/09/2005)
Pietjes glijden door de schoorsteen Pietjes klimmen op het dak langs de regenpijp naar boven met cadeautjes in hun zak klauteren op vieze daken heel voorzichtig - pan voor pan en daar worden al die Pietjes echt ontzettend smerig van dus als het allerlaatste kindje ook een pakje heeft gehad moeten al die Pietermannen keurig een voor een in bad.
bron: Marianne Busser en Ron Schröder, Het grote versjesboek
Een derde, voor-Germaanse, verklaring, en wat voor een! (2)
In een theatrale uitbeelding van natuurlijke krachten (zang en dans) sprak de sjamaan namens de geest van het woud met zijn bomen, vruchten, kruiden en dieren, en namens de mens, de jager en verzamelaar. In wezen bemiddelde hij tussen hen, waarbij hij de mistieke liefde, het respect en de dankbaarheid van de jager ten aanzien van zijn prooi liet zien, want beiden maakten immers deel uit van dezelfde natuur. Zo probeerde de mens van toen het misterie van het leven te begrijpen en er zich mee te verenigen.
De sjamaan was dus de religieuze leider, maar ook de leider wat betreft kennis van vuur, voedsel, genezing, tijd en voorouders. Vanaf prehistorische tijden tot een eind in de Middeleeuwen schijnt de meest gerespecteerde sjamaan van een clan duivel te zijn genoemd, zijn helpers vaak heksen. Tot in de zestiende eeuw stonden ze - vaak in afgelegen streken - nog hoog in aanzien.
De Kelten, Germanen, Grieken en Romeinen annexeerden deze primitieve volkeren veelal en namen ook hun natuurgod Herne over. Deze werd gereduceerd tot een figuur van minder belang, lachwekkend en ondeugend, vooral ook vanwege zijn duidelijk seksuele aspect.
Pieterbazen, Pieterbazen, Pieterbazen zijn nooit moe. Midden in de koude winter Komen wij naar Belgie toe.
Als de golven huizenhoog staan, zeggen we: geen nood. No, no, no...We kruipen In 't vooronder van de boot.
Als het regent...als het regent... dan zegt Sinterklaas: wat nu? Maar daar kunnen wij toch tegen met een Spaanse paraplu!
Laat die regen lekker regenen, no, no, no... geen nood! Geen karwei is ons te moeilijk, geen cadeau is ons te groot.
Pieterbazen, Pieterbazen, Pieterbazen zijn nooit moe, laat de grote wind maar razen, wij gaan naar de kinderen toe.
Laat hem razen, laat hem blazen. No, no, no... geen nood. Over muren, over daken, langs de gevel en de goot, Zonder één geluid te maken, naar de hoogste schoorsteen toe. Pieterbazen zijn nooit moe.
Een derde, voor-Germaanse, verklaring, en wat voor een! (1)
Er bestaat sinds 1995 een opzienbarende theorie over de herkomst van Sinterklaas, Zwarte Piet en de Kerstman, en alle bijhorende voorlopers en aanverwante zaken, van Van Renterghem (1996). Dit is op zich een spannende en boeiende uiteenzetting over bijzondere folkloristische figuren en verschijnsels door de eeuwen heen. De kern van deze studie is de volgende: nog sterker dan in de Keltische en Germaanse tijden werd de mens in Europa in de eeuwen ervoor beheerst door een zeer hechte verwantschap met de natuur. Omdat veel ervan niet te verklaren viel, geloofde men toen dat alles bezield was. De voornaamste mytische personage hierbij was de natuurgod Herne, te vergelijken met de heidens-klassieke god Pan: het allesomvattende. Deze godheid was de personificatie van de meest primitieve oerkracht aller tijden: vruchtbaarheid, dat wil zeggen: de soort in stand houden door voedsel en voortplanting. Degene die hem het meest na stond, was de sjamaan, een soort priester/medicijnman, voorloper van de Germaanse druïde en de christelijke priester. Hij beeldde de band tussen de mens en de natuur uit. Hij vermomde zichzelf als deze oerkracht bij rituele feesten van zang en dans met behulp van een gewij of horens, een dierenmasker, vacht, poten en staart, soms met duidelijk staan mannelijk geslachtsdeel (het vruchtbaarheidssymbool bij uitstek!). Attributen daarbij waren een tak of boompje.
Hevige strijd om de juistheid van deze twee theorieën (2)
De rooms-katholieke herkomsttheorie vertoont toch enkele zwakke punten, vragen die niet via legenden en dergelijke kunnen worden beantwoord. Zo is het merkwaardig dat in vele Midden-Europese streken, vooral in het Alpengebied, de duivelachtige figuren in de traditionele Nicolaasgebruiken meer centraal zijn komen te staan dan de heilige zelf. Nog moeilijker wordt het te verklaren, waarom onder andere in Duitsland de Nicolaasfiguur zich ontwikkelde tot een afschrikwekkende gestalte waarmee de jeugd werd bang gemaakt.
In de Nederlandse en Vlaamse sinterklaascultuur duiken er weer heel andere vragen op. Als onze sinterklaasgebruiken namelijk niets met Wodan en de zijnen te maken hebben, hoe is het dan te verklaren, dat onze Sinterklaas a) op een schimmel b) over de daken rijdt met c) een bediende, die lekkers en geschenken d) door de schoorsteen gooit? Bisschoppen reden sinds de late Middeleeuwen weliswaar aan hun stand verplicht op een paard, maar van bisschop Nicolaas van Myra is dat niet bekend. En over de daken ging hij zeker niet! Hij gooide geld of goed gevulde beurzen via een deur of raam naar binnen, maar had daarbij geen assisterende bediende.
Uit dit alles blijkt dat we die Germaanse elementen niet zomaar mogen negeren, laat staan ontkennen. uit: op zoek naar Zwarte Piet. Frits Booy
Hevige strijd om de juistheid van deze twee theorieën (1)
In de 19de eeuw ontbrandde er tussen onderzoekers een hevige strijd over de herkomst van Sint Nicolaas en zijn zwarte dienaar. Rooms-katholieke geleerden vonden, ja eisten bijna, dat deze figuren alleen maar te verklaren waren uit de rooms-katholieke leer en heiligencultuur. De legenden en biografieën over de heilige bisschop Nicolaas van Myra, die soms een duivel aan zich onderwierp, bewezen dat volgens hen afdoende. De vele Nicolaasoptochten en Nicolaasdrama's door scholieren en studenten lange tijd gehouden respectievelijk opgevoerd, versterkten deze theorie. deze roomse geleerden waren fel tegen de theorie van anderen, die inhield dat Sint Nicolaas en zijn knecht (ook) uit de Germaanse mythologie zouden zijn ontstaan, namelijk afstammend van oppergod Wodan en diens begeleiders. Niet alleen vonden de roomse geleerden deze theorie heidens dus verwerpelijk, maar ook ontbraken er concrete bewijzen voor. Met dat laatste hadden ze wel een sterk punt. K. Meisen (1931) zou dit christelijke standpunt opnieuw verdedigen. De nazi-autoriteiten verboden het boek echter, omdat een belangrijk aspect van de Edelgermaanse cultuur erin werd verworpen.
uit: Op zoek naar Zwarte Piet - Frits Booy Een speurtocht naar de herkomst, de ontwikkeling en de betekenis van de dienaar van Sinterklaas
Piet, zijn knecht, zo zwart als roet, Met een ketting aan zijn voet, Kijkt door 't vensterglaasje. Als dan allen, groot en klein, Goed en wel naar bed toe zijn, Roept hij Sinterklaasje.