Hevige strijd om de juistheid van deze twee theorieën (2)
De rooms-katholieke herkomsttheorie vertoont toch enkele zwakke punten, vragen die niet via legenden en dergelijke kunnen worden beantwoord. Zo is het merkwaardig dat in vele Midden-Europese streken, vooral in het Alpengebied, de duivelachtige figuren in de traditionele Nicolaasgebruiken meer centraal zijn komen te staan dan de heilige zelf. Nog moeilijker wordt het te verklaren, waarom onder andere in Duitsland de Nicolaasfiguur zich ontwikkelde tot een afschrikwekkende gestalte waarmee de jeugd werd bang gemaakt.
In de Nederlandse en Vlaamse sinterklaascultuur duiken er weer heel andere vragen op. Als onze sinterklaasgebruiken namelijk niets met Wodan en de zijnen te maken hebben, hoe is het dan te verklaren, dat onze Sinterklaas a) op een schimmel b) over de daken rijdt met c) een bediende, die lekkers en geschenken d) door de schoorsteen gooit? Bisschoppen reden sinds de late Middeleeuwen weliswaar aan hun stand verplicht op een paard, maar van bisschop Nicolaas van Myra is dat niet bekend. En over de daken ging hij zeker niet! Hij gooide geld of goed gevulde beurzen via een deur of raam naar binnen, maar had daarbij geen assisterende bediende.
Uit dit alles blijkt dat we die Germaanse elementen niet zomaar mogen negeren, laat staan ontkennen. uit: op zoek naar Zwarte Piet. Frits Booy
|