Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
29-09-2006
Een Zwarte Pietenverhaal (3)
Piet Speelgraag (3)
Hoe meer ik loop, hoe lichter de zak wordt denkt Speelgraag. 'Maar... hij wordt wel érg gauw een stuk lichter,' mompelt Piet Speelgaag. Dit is helemaal niet zo gek, want het gat dat het speelgoedmuisje heeft gemaakt, is steeds verder opengescheurd en daar zijn al een heleboel cadeautjes doorheen gevallen. Als hij bij zo'n tien huizen geweest is, voelt hij dat de zak bijna leeg is. Dat kan toch niet, denkt hij bij zichzelf, ik ben nog lang niet bij alle kinderen geweest. Hij kijkt nog eens goed in de zak en ziet net een cadeautje door het gat heen naar buiten vallen. 'O nee toch,' jammert hij, 'ik ben meer dan de helft van mijn cadeautjes verloren'. Speelgraag kijkt achterom en daar ziet hij ze liggen. Hij loopt terug en pakt ze, maar daar verderop ligt er weer een, weer een, en... Speelgraag moet bijna huilen, nu moet hij alle cadeautjes gaan zoeken in de regen en ze dan nog bij de kinderen brengen. Alsof dat nog niet genoeg is, begint het steeds harder te waaien. Het is laat die avond, als Speelgraag doornat terug komt. Sinterklaas is erg ongerust en ook wel een beetje boos. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
Ook deze middag is Speelgraag weer aan het spelen.Net heeft hij een mooie, grote, speelgoedmuis gevonden - zo eent die je moet opdraaien - of hoofdpiet Trapadoeli komt er aan. 'Zo Speelgraag, je hebt je zak nog lang niet vol, zie ik,' zegt de hoofd-piet. 'J...j...ja, m...maar...' Gauw stopt hij de opgedraaide speelgoedmuis in de zak. 'Niks te maren,' zegt de hoofd-piet, 'je moet niet spelen, maar inpakken, zodat alle kinderen op de verjaardag van Sinterklaas hun cadeautje krijgen'. Speelgraag krijgt een kleur als vuur, maar gelukkig is hij een echte Zwarte Piet met een echt zwart gezicht. En van de speelgoedmuis heeft Trapadoeli ook niets gemerkt! 'Voor straf moet je de zak wegbrengen als je hem vol hebt.'voegt de hoofd-piet er nog aan toe. Dat vindt Piet Speelgraag wel erg, want hij is een beetje bang in het donker en een dak vindt hij heel hoog. Daar kun je vanaf vallen. Trouwens, hij had vanavond nog naar Samson & Gert willen kijken. Vlug gaat hij weer aan het werk. In één minuut heeft hij de rest van de pakjes in de zak gedaan. Ondertussen is het muisje aan het ronddraaien in de zak. Maar niet alleen zijn pootjes bewegen, maar ook zijn bekje. Zo hapt hij telkens in het rond, hap, hap, hap, heel snel; Hij heeft al van een van de pakjes het papier stukgebeten. Ook zit er al een klein gaatje in de zak. Nu is de muis stil, hij draait niet meer. Speelgraag heeft daar allemaal niets van gemerkt en hangt gewoon de zak over zijn schouder. Hij gaat op pad.
Brr, het is koud buiten, het waait hard, het regend een beetje en het is donker. Speelgraag trekt zijn muts diep over zijn oren. In alle huizen ziet hij licht door de ramen schijnen. Hij hoort ook de kinderen zingen en juist dààr legt hij bij de voordeur pakjes neer. 'Trapadoeli heeft niet gezegd dat ik ze door de schoorsteen moet gooien,' zegt hij tegen zichzelf. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school
Bernardo is een Zwarte Piet die graag speelt en daarom noemt Sinterklaas hem plagend 'Piet Speelgraag'. Dit vindt Bernardo niet zo leuk. Hij heeft het gevoel dat hij door de andere Pieten een beetje wordt uitgelachen als Sinterklaas hem met deze naam aanspreekt. Hij wordt er helemaal kriebelig van. Maar hij speelt ook zo graag. Nu zit Piet Speelgraag in de grote werkkamer van de cadeau-Pieten. Daar liggen alle cadeautjes voor alle kinderen van heel Belgie. Je weet niet wat je ziet! Poppen en poppenhuisjes, houten treinen en elektrische treinen, voetballen, voetbalschoenen, voetbalkousen, prentenboeken, tekenboeken en leesboeken, zoooveel, zoooveel! Er is nog meer dan in de grootste speelgoedwinkel van het hele land. De cadeau-pieten pakken elk stukje speelgoed in hun hand. Ze schrijven overal een briefje bij: 'voor Jonas in Hasselt', 'voor Laura in Oostende'. Sommige cadeautjes moeten in papier worden verpakt. En zo gaat dat de hele dag door, de hele week, de hele maand zelfs. Want alle kinderen krijgen een cadeautje van de Sint. Speelgraag doet dit werk erg graag, want dan kan hij ondertussen lekker eventjes met al het speelgoed spelen voordat het in de zakken gaat. Hoofd-piet Trapadeoli vindt dat gespeel van Speelgraag absoluut niet goed, want wanneer Speelgraag steeds aan het spelen is, komt van cadeautjes uitzoeken voor de kinderen in Belgie niets terecht. Er moet flink doorgewerkt worden. Zo hoort dat!
uit: Sinterklaas op school, naar een idee van Mieke van Bunningen
Ik word altijd verguisd, Sinterklaas Door de leerlingen vergruist, Sinterklaas In een wereld vol tegenstand en voortdurende weerstand, Sinterklaas Daarom wil ik geen cadeautje maar een rustig klein bureautje ergens hier ver vandaan waar geen leerlingen bestaan
Op 19de eeuwse prenten is te zien dat Sint Nicolaas begeleid wordt door een lange magere man in een zwarte mantel met een vreemdsoortige steek op. Hij wordt Le Père Fouettard (=Vader gesel of Roe) genoemd en dreigt deugnieten met een lange roe, soms heeft hij er twee of meer bij zich. Hij lijkt op een soort kapelaan en totaal niet op een van de ruige Duitse begeleiders van Sint Nicolaas. Maar deze lange griezel stamt helemaal niet uit het rijke roomse leven, getuige uit een dagboekfragment uit december 1589 van Hubert Birelet, graanhandelaar te Metz, volgens Cuny (1987). Tot 1552 kwam Sint Nicolaas altijd op 6 december in z'n eentje naar de stad Metz om de kinderen speelgoed en lekkers te brengen. In 1552 belegerde keizer Karel deze stad, die toen onder Frans bewind viel. De inwoners van Metz riepen de koning van Frankrijk te hulp, want de strijd was hard en lang. Om hun stadsgenoten moed in te spreken hadden leden van de leerlooiersgilde een groteske personage bedacht en gemaakt, gewapend met een grote roe. Daarmee achtervolgde men de jeugd door de straten van Metz. Dit personage moest keizer Karel voorstellen, die door de Metzenaren natuurlijk als een tiran werd beschouwd. In het jaar daarna werd de stad bevrijd. Om dat te vieren lieten de leerlooiers het angstaanjagende personage weer door de stad gaan. Deze rondgang viel toevallig min of meer samen met die van Sint Nicolaas. In de jaren daarop werd het de gewoonte, dat Sint Nicolaas de brave kinderen beloonde en de groteske personage de stoute kinderen met een roe op hun billen sloeg. Later vergaten de Metzenaren dat deze figuur Karel V voorstelde en gaven de metgezel van Sint Nicolaas de naam 'Le père Fouettard'. Dit verschijnsel verspreidde zich door heel Frankrijk en kwam ook op kinderprenten terecht, waar deze 'knecht' ook wel met een lange bruine baard in een bruine pij wordt afgebeeld. Ook kent men in Frankrijk de kinderschrik Croque Mitaine die stoute kinderen in een zak meenam om op te eten.
uit: op zoek naar Zwarte Piet, Frits Booy Een speurtocht naar de herkomst, de ontwikkeling en de betekenis van de dienaar van Sinterklaas Stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité
Ieder jaar telkens weer weet de Sint het niet meer. Over wat hij jou zou willen schenken moet hij dan eerst heel goed nadenken.
Sint weet dat jou als brandweerman een grote fik erg fascineren kan. Maar het is van Sint wat veel gevraagd en bovendien ook nog eens erg gewaagd om voor jou een brandje te stichten. Nee, daarvoor zal Sint echt niet zwichten. Want Sint en zijn zwarte companen zijn nu eenmaal geen pyromanen.
Een ander cadeau wist Sint nog niet. Daarom ging hij vaak met pakjespiet lekker shoppen en winkels hoppen.
Op zijn zoveelste, uitbundige winkelronde heeft Sint ook voor jou een cadeau gevonden. Haal dus dan gauw het papier eraf, dan zul je zien wat Sinterklaas je dit jaar gaf.