Hij is steeds wéér wat Steve Stevaert maar een keer kan zijn. Vrijelijk strooit hij zijn noten op de grond, symbool van de zaden waaruit in het nieuwe jaar de gewassen zullen ontkiemen. Hij is als de natuur, die groeit en bloeit en zijn oogst kosteloos ter beschikking steld. Overvloedig. Anoniem. Om niet. Dit is immers het geheim van het leven: het schenkt om niet. Niet alles kun je verdienen, niet alles is te koop. Waar Sinterklaas verrast met zijn geschenken in de schoen bij de schoorsteen of in de surpriseverpakking, wordt van de ontvanger geen ander woord verwacht dan 'Dank U Sinterklaas.' Weten dat hij het niet verdiend heeft, maar het geschonken wordt om niet; wie dit kinderen meegeeft, leert hun dankbaarheid en vreugdevolle aanvaarding voor wat geschonken wordt. Dat is wat anders dan 'recht hebben op'. Dit is van hogere waarde dan de ervaring dat ijver, vlijt en deugdzaam gedrag beloond worden. Die ervaring is elders te leren. Het sinterklaasfeest staat voor een geheim. Kinderen kunnen ingewijden worden als we het spel goed spelen.
In de tweede helft van de twintigste eeuw staat deze rol van Sinterklaas ter discussie. Er gaan zelfs stemmen op die - en dat is kenmerkend voor het tijdsgewricht - pleiten voor 'het recht' van kinderen om te krijgen, voor niets. Was het vroeger bij de viering van het jaareinde ook niet zo dat kinderen de vruchten van het land werden toegestopt, gewoon omdat ze kinderen waren? Wat er ook van zij, het spel van Sinterklaas leent zich uitstekend voor dit idee van het gulle geven, van het weggeven voor niets. De sinterklaas die bevrijd is uit zijn kleinburgerlijke, pedagogische rol van dreiger en vermaner, is veel heiliger en de betekenis van het spel is veel dieper als we het van zijn moralistische ketenen ontdoen. Nicolaas geeft 'om niet'. Hij wordt in deze opvatting het symbool van de onvoorwaardelijke giften, het toonbeeld van het belangloze geven. (Wordt vervolgd)
uit: Sinterklaas op school: Jos Beke, Peter van Hasselt
Uit de kranten: "Arbitter als Sinterklaas - Sinterklaas Steve Stevaert" enzovoort!!
Een Sinterklaas in déze rol krijgt vele schimpscheuten over zich heen. Alleen de ontvanger kan het waarderen. Wie zoveel voor niets, dat wil zeggen zonder tegenprestatie, weggeeft wordt voor gek verklaard. Maar deze beschimpte sinterklaas lijkt slechts op de sinterklaas van pakjesavond en de sinterklaas van het huisbezoek. Bij deze laatste verschijningsvormen van Sinterklaas is wel degelijk sprake van wederkerigheid, van een tegenprestatie. 'Voor wat hoort wat', is het onuitgesproken motto. Zo spelen wij het spel. Wie veel te geven heeft aan anderen die niet in staat zijn hetzelfde te doen, ceëert bij die anderen een morele schuld (Van Leer, 1997). Wordt die schuld te hoog, dan is de aflossing alleen nog mogelijk door onderdanigheid en gehoorzaamheid. We zien hoe gemakkelijk opvoeders van dit beginsel gebruikmaken. Sinterklaas vraagt voor al zijn geschenken slechts gehoorzaamheid terug: het kind moet zich netjes gedragen en zijn best doen, meteen en gedurende het gehele jaar. Het met cadeautjes overladen kind kan in zijn afhankelijkheid slechts terugbetalen met vlijt, ijver en een deugdzaam leven. Wie dit volhoudt, wordt het jaar daarop weer volop beloond. In deze hele cyclus van belonen en dreigen met de straf niets van Sinterklaas te zullen krijgen, schuilt een vorm van chantage. Kinderen gaan zich gedragen omwille van de beloning en onderwerpen zich aan de persoon van Sinterklaas om het begeerte te verkrijgen. Er is geen keus voor hen. Bij weigering is de kans groot niets te ontvangen. Deze persoonlijke afhankelijkheidsrelatie wordt best verworpen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas op school - Jos Beke, Peter van Hasselt
De school is zelfs nog niet bezig, nog geen speelgoed te bekijken, maar de SINTERKLAAS is al in het land, ja ja, hij was al in de wedstrijd Anderlecht - GBA te zaterdag.
Daar was al een mooi kadootje te bekijken!!! Jammer dat GBA ook niet zo een kadootje kreeg, zij hadden het meer verdient!!!
Auteur: Patrick Bloemen, Overpelt Uit Het Belang van Limburg, 7 augustus 2006
'Weet je kinderen, de mensen, en niet alleen de grote mensen maar ook de kinderen, vragen elk jaar grotere cadeaus. Tot nu toe had ik geld genoeg, maar toen we dit jaar inkopen wilden gaan doen, had ik veel te weinig geld om voor àlle mensen iets te kopen. Daarom laat ik me nergens zien, ik ben bang dat de mensen erg boos op me worden wanneer ze alleen maar van die kleine cadeaus krijgen.' 'Maar Sinterklaas,' zei Jonas, 'dat is toch heel oneerlijk van de mensen!' 'Dat is gemeen,' zei Lauren, 'Je krijgt al die cadeautjes toch zomaar cadeau, helemaal voor niks. We moeten wat verzinnen, zodat alle kinderen grote cadeaus krijgen als ze dat willen. Als we nu eens aan de grote mensen vragen of ze U willen helpen. Ze kunnen best zelf grote cadeaus betalen en dan net doen of ze van U komen. Daar hoeven ze met niemand over te praten.' 'Dat is helemaal geen gek idee, Lauren. Maar ik kan toch niet zomaar aan de mensen gaan vragen of ze me soms zouden willen helpen.' 'Dat doen wij toch gewoon,' zeiden Jonas en Lauren. 'Hoe dan?' vroeg de Sint. 'We schrijven een brief aan de burgemeester en daarin vragen we of hij het aan de mensen wil vragen.' Zo gezegd, zo gedaan. De burgemeester zorgde ervoor dat alle grote mensen een brief kregen waarin het probleem van Sinterklaas stond. Hij vroeg in die brief aan iedereen of ze Sint zouden willen helpen. De mensen waren zo blij dat Sinterklaas weer gevonden was, dat ze erg graag wilden helpen. Zo werd het toch een fijn Sinterklaasfeest, dat jaar. En toen Sint het jaar daarop kwam, hielpen de grote mensen hem spontaan weer. Misschien waren ze ook wel een beetje bang dat Sinterklaas anders niet meer zou komen. En zo komt het dat nog élk jaar de grote mensen Sinterklaas een beetje helpen met het kopen van de cadeautjes.
uit: Sinterklaas op school, praktijkboek voor de viering van het sinterklaasfeest. Jos Beke, Peter van Hasselt