Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
26-04-2009
Drie nieuwe topstukken in Groeningemuseum
Sint-Nicolaasretabel bijna volledig (1)
De sinterklaastijd blijft één van de meest wonderbaarlijke periodes van het jaar. Op 3 december 2008 werd bekendgemaakt dat de Vlaamse overheid drie nicoliaanse topstukken had verworven. Het gaat om drie (van de vier) zijpanelen van een Sint-Nicolaasretabel van een anonieme Vlaamse meester uit het einde van de 15de of het begin van de 16de eeuw. Zij zijn voortaan te bewonderen in het Groeningemuseum te Brugge, dat reeds in het bezit was van het centrale schilderij, waarop, de heilige, zetelend op een troon, wordt afgebeeld. De panelen behoorden tot 2002 tot de collectie van Baron François van der Elst. Het is vooralsnog een raadsel waar het vierde zijpaneel zich bevindt. De aangekochte panelen stellen drie verschillende Nicolaaslegenden voor: de drie maagden, het graanwonder en de drie knapen in het pekelvat (moordscène). Het vierde, nog ontbrekende, zijpaneel heeft ook betrekking op de pekelvatlegende,nl. de scene waarin Nicolaas de jongelingen weer tot leven wekt. Pikant detail is het paneel met de moordscène gedurende een nog onbekende periode 'geretoucheerd' was: het mes van de bijl was overschilderd en heft werd zodanig verlengd dat het vlak boven de lantaarn reikt. De toenmalige eigenaar kon waarschijnlijk moeilijk overweg met de wreedaardigheid van het tafereel en liet het wapen weg werken.De retouche werd na de Tweede Wereldoorlog ongedaan gemaakt. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Het vroegere logo van het Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen werd gehaald uit het boek "Ikonografie van Sint-Niklaas in Vlaanderen" (1972) van Renaat van der Linden. In de kolommen 315-316 gaf hij de beschrijving en afbeelding van een Nicolaasmedaillon op een suffragiebriefje uit de 17de of 18de eeuw. Dergelijke prenten waren vergezeld van een tekst en werden op religieuze plechtigheden aan de gelovigen uitgedeeld bij het offeren.
Het suffragiebriefje bevatte ook de volgende tekst op de keerzijde: 6. December
Den heylighen NICOLAUS wiert door de gebeden van syn ouders van God verkregen. Hij weygerde s Woensdaghs en s Vrijdaghs de borste sijns voesters te suygen; zoo heeft hy de verstervinge alsook bermhertigheyd tot den aermen gesogen. Syne ouders gestorven synde, heeft alle sijn goed besteedt om sijnen naesten naer ziel ende lichaem te helpen. Vaerende naer Jerusalem en de heyligge plaetsen te bezoeken, voorseyde hy een tempeest, en stilde het door sijne gebeden. Hij wiert door Gods besonder ingeven Bischop van Myra verkozen. Hy was eenen vader van alle weduwen ende weesen. Dry edellieden ten onrechte vanden keyzer veroordeeld sijnde, aenriepen hem, die sigh verthoonde aen den keizer en verloste hen. In sijn overleyden sagh hy de Engelen tot hem komen, en gonck met hun naer den hemel.
Renaat van der Linden had de suffragiebriefjes aangetroffen in de verzamelingen van het Ruusbroecgenootschap (Antwerpen) en van Frans van Bost (Gent). Lieven Dehandschutter
Hij stak zijn hand uit en de koning stak ook voorzichtig zijn hand uit. Toen hij de heilige zijn hand schudde wist hij dat Sinterklaas wel degelijk bestaat. Op dat moment plopte er in de stal weer een been tevoorschijn aan het zwarte paard van de koning. Toen wenkte Sinterklaas de zwarte Piet die de zak van Sinterklaas droeg. die zette de zak voor de Goedheiligman neer. "Kijk er maar eens in," zei Sinterklaas tegen Aldobert. Toen de koning in de zak keek zag hij duizenden en duizenden kadootjes Grote, kleine goedkope en dure, voor jongens en voor meisjes. Voor alle kinderen van het land. Toen geloofde hij dat het echt kon. Alle kadootjes in één zak. In de stal plopte weer een been tevoorschijn. Toen klapte Sinterklaas in zijn handen en honderden Pieten buitelden van de boot af, dansten, sprongen, klommen langs lantaarnpalen, regenpijpen en masten. Ze liepen over daken, sprongen op de schoorstenen en verdwenen er in. Ze waren overal tegelijk en Aldobert dacht: "Die Pieten bestaan dus wel degelijk." Plop, ging het voor de derde keer. daar bracht de HoofdPiet het paard van Sinterklaas van boord en gaf de teugels aan Sint. Die werd door drie Pieten in het zadel geholpen en toen sprong het paard vooruit en voor dat de koning met zijn ogen kon knipperen sprong de schimmel over de daken en stegen van zijn stad. Toen hij het zag geloofde hij. "Plop" klonk het en het zwarte paard van de koning kon weer lopen. Die was zo blij dat hij Sint uit nodigde in zijn paleis. Naast elkaar reden ze door de stad. Een wit paard en een zwart paard.
Overal in het land werd een groot feest gevierd met muziek, slingers, snoepgoed en limonade. En voortaan werd dat elk jaar gedaan op de verjaardag van de Sint. En de grootste feestvierder was Aldobert de koning. En ook de prinsjes en prinsesjes kregen voortaan Sinterklaaskadootjes. Frans Schobbe uit Sinterklaas is jarig.
Toen verscheen er weer een vreemde man bij de poort van het kasteel. Een heel oude man op een schimmel. Hij wilde de koning spreken over zijn paard. Aldobert vroeg aan de oude man met zijn lange witte baard wat er mis was met zijn zwarte hengst. De oude man zei: "Majesteit, als u gelooft in Sinterklaas en zijn zwarte Pieten. Als u gelooft dat er voor alle kinderen kadootjes in de zak zitten en als u gelooft dat de schimmel over de daken kan lopen dan komen ook de benen weer terug." "Ik geloof pas als ik het zelf zie," zei de koning. "Het zij zo," zei de oude man en reed weg op zijn schimmel. De volgende dag kwam de vuurtorenwachter melden dat er een heel grote stoomboot aankwam over zee en dat hij vol hing met slingers en dat er honderden zwarte Pieten op dansten. De koning wilde dat met eigen ogen zien en ging naar de haven, te voet nog wel. Daar kwam de stoomboot de haven binnen varen. Het schip legde aan en alle kinderen van de stad zongen uit volle borst. "Zie ginds komt de stoomboot." De koning zong niet mee. Sinterklaas kwam aan land en ging naar de koning toe. Hij vroeg: "Dag Majesteit, weet u wie ik ben?" "Ja, u bent Sinterklaas, maar u bestaat niet," zei de koning. "Geef mij eens een hand," zei sinterklaas, "dan zult u wel zien dat ik wel degelijk besta." (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig
De volgende ochtend ging de staljongen naar de stal om het zwarte paard van de koning te zadelen voor het dagelijkse ritje van de koning. Hij kwam de stal binnen en kreeg de schrik van zijn leven. Alle vier de benen van het paard waren verdwenen. Het arme beest lag op zijn buik droevig te hinniken. De staljongen haastte zich naar de koning en die vroeg: "Staljongen wat kom je hier doen, jij hoort in de stal en niet in mijn mooie zaal." "Majesteit er is iets vreselijks gebeurd, daarom kom ik naar u toe," zei de jongen bibberend van angst. "Nou vertel op," zei de koning nors. "Majesteit, u kunt vandaag niet uit gaan rijden." "Natuurlijk wel, ik ben de koning en ik doe wat ik wil." "Maar majesteit, de benen van uw paard zijn verdwenen." "Wat zeg je daar, de benen van mijn paard verdwenen? Dat kan niet." "Komt u zelf maar kijken, majesteit, het is echt waar," zei de staljongen. De koning stapte naar de stal zo snel hij dat kon zonder te rennen (een koning rent natuurlijk nooit). En daar zag hij dat het waar was. Daar lag zijn lievelings paard, zonder benen in het stro. De koning moest er bijna om huilen. Hij vroeg de wijze raadsheren om raad, liet de beste dokters er naar kijken. Niemand kon helpen. De benen waren gewoon verdwenen en het paard kon niet meer lopen. Het was uit met de dagelijkse fijne ritjes door het park en de duinen. Aldobert was helemaal uit zijn doen. Hij sliep slecht en had een rothumeur. Zelfs tegen de koningin deed hij lelijk. Wekenlang duurde het al en nog waren de benen niet weer aangegroeid. De koning was wanhopig. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig