Snoeperie ende slickermick
Te oordelen naar Bredero's al eerder genoemde Moortje bestonden de Sinterklaaslekkernijen in de zeventiende eeuw uit zoete rijstebrij en 'boekende flensjes' (boekweitpannekoekjes met krenten en schijfjes appel), uit huisjes van peperkoek met suikererwten, kabeljouwogen en 'kapittelstokjes' (besuikerde pijpjes kaneel), en ook uit vijgen. Vanouds zijn ook al de verschillende zoete 'St. Claescoecken' en broodsoorten bekend, zoals daar zijn, amandelbrood, banketletters, honingtaart, marsepein, taaitaai, speculaas en pepernoten. Nog tot in de vorige eeuw werden veel van de koeksoorten kunstzinnig beplakt met goudpapier. Omdat de koeken daar echter niet bepaald smakelijker van werden, en het plakspul bovendien nog ongezond was ook, zijn deze praktijken echter in onbruik geraakt. uit: Wie de koek krijgt, wie de gard Ed van Eeden
|