De vrijers van de hijlikmaker
Ook fondanten of marsepeinen harten, al dan niet voorzien van linten of andere opsmuk, behoren nog tot het vaste snoepaanbod in de Sinterklaastijd. In de zeventiende eeuw werden dergelijke harten doorgaans bedekt met een witte suikerlaag waarop figuurtjes waren aangebracht: een cupido, twee door een pijl verenigde harten, een paar trekkebekkende duifjes, of andere liefdessymbolen. De betekenis hiervan laat niets aan duidelijkheid over, en verwijst naar de belangrijke functie die Sint Nicolaas had als 'hijlikmaker', ofwel huwelijksmakelaar. Daarvan getuigt nog de bekende liedregel 'Sinterklaas, goedheiligman, trek je beste tabberd an'. Onmiskenbaar is ook de strekking van een versje uit het achttiende-eeuwse liedboekje Het nieuwe vermakelijke Thirsis Minnewit:
Sinter-Niclaas, waarde vriendt, Geef mij toch wat mij dient, Mijn blommetje staat nu in zijn fleur, Achttien jaartjes ben ik deur, Het valt mij te lang, Het valt mij te lang, Wilt mij verhoren, Of ik moet smooren Al mijn leven lang. Uit: Wie de koek krijgt, wie de gard Ed van Eeden
|