Sint te huur (3)
Sinterklaas was gaan zitten in de mooiste leunstoel van de kamer en begon zijn toespraak. 'Goedenavond vrienden, dag beste Peter,' zei hij met zijn diepe basstem. 'Ik ben blij dat ik in dit huis ben. Er woei op zee namelijk zo'n hevige storm, dat ik dacht...' Er werd hard op de deur gebonsd. Iedereen keek elkaar verbaast aan. Wie zou er nu moeten komen op sinterklaasavond? Zouden de buren iets komen lenen? Maar die bonzen toch niet op de deur?! 'Heb jij iemand uitgenodigd?' vroeg vader aan moeder. 'Ik niet, ik zou niet weten wie het moest zijn'. De kamerdeur zwaaide open. Er viel een diepe stilte in de kamer. Met grote ogen van verbazing zagen ze wie er binnenkwam: Sinterklaas! 'Goedenavond vrienden, dag beste Peter. Ik ben dit gastvrije huis maar door de achterdeur binnengekomen, want er was niemand die de voordeur voor mij open wilde doen. En we hebben toch héél hard en héél lang gebeld, niewaar Piet?' En hij wendde zich tot zijn knecht. Op dat moment ontdekte hij dat een soortgenoot reeds de tijd gevonden had dit huis met een heilig bezoek te vereren. Kleine Peter barstte in gesnik uit en kroop weg achter de piano. In de kamer brak een heftig tumult los. Vader en moeder begonnen tegelijk aan elkaar van alles te vragen. De twee sinterklazen verloren hun waardigheid en begonnen tegen elkaar te schreeuwen. De eerste sinterklaas schreeuwde: 'Je bent een bedrieger. Jij bent de échte niet. Maak dat je wegkomt'. Dreigend hief hij zijn staf op. De tweede sinterklaas reageerde verontwaardigd: 'Wie is hier vals? Ik niet! Pieten gooi hem d'r uit.Meteen!' En ook hij hief dreigend zijn staf op. Weer werd er op de deur gebonsd. En wat niemand voor mogelijk had gehouden, gebeurde: (wordt vervolgd) uit: Sinterrklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
|