een Russisch Sinterklaasverhaal (2)
Nikola staat borg Nu waren de problemen voor Sergej en zijn gezin voorlopig ten einde. Maar de tijd vloog voorbij. Voor Sergej en Marja er erg in hadden was het al Kerstmis en over enkele dagen zou het Nieuwjaar zijn. En dan moest Sergej zijn schuld terug betalen, maar hij had geen geld. Hij had gehoopt met het geleende geld orde op zaken te stellen, dat alles weer goed ging en hij genoeg geld zou verdienen om Antip terug te betalen. Maar voor de arme Sergej was het onmogelijk zo'n groot bedrag bijeen te brengen. Tweehonderd roebel: dat was een vermogen!
Het werd Nieuwjaar en Antip wachtte op Sergej, maar die kwam niet opdagen. Hij wachtte nog een dag en nog één, maar Sergej kwam niet. Antip voelde zich steeds bozer worden; hij had vertrouwen in Nikola als borg gehad en nu was hij toch bedrogen.
De volgende dag besloot Antip de icoon van Nikola naar de markt te brengen. Daar had hij de hele dag rondgelopen en geprobeerd de icoon te verkopen, maar er was niemand die haar wilde hebben. Onder het rondlopen sprak Antip steeds maar tegen Nikola en verweet hem, dat hij er niet voor gezorgd had dat Sergej op tijd het geld had teruggebracht. "Je hebt toch persoonlijk gezegd dat je borg zou staan voor die arme stakker!" (wordt vervolgd)
|