Ik ben De Boeck Etienne, en gebruik soms ook wel de schuilnaam tjenneke.
Ik ben een man en woon in Wommelgem (Belgie) en mijn beroep is gepensioneerd hoofdtreinwachter.
Ik ben geboren op 11/11/1951 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: miniatuurtreinen in clubverband-AMRA-modeltreinen.
Heel vroeger ging ik met mijn moeder naar een andere supermarkt,vvordat het shoppin center af was. Aan de afdeling charcuterie wad een jonge dame,heel snel en beleefd in de bediening. het enigste wat er was,ze kon blijkbaar niet lachen.De plooi in haar gezicht bleef dezelfde aan deze toen ze opstond. Op een zeker moment werd ik aangesproken van een de andere dams van die afdeling:Etienne,kun jij ons helpen?Wij proberen al geruime tijd dat vrouwtje te laten lachen.Kun jij ons helpen aub? Ik daarop:Voor mij geen probleem want ik laat zelf een zure haring lachen. Waarop de dame:En wanneer ga jij dat doen? Ik:Dat kan en wil ik niet zeggen,maar laat wel een belleke rinkelen. Op een Donderdag stond ik aan te schuiven en dat meisje was van dienst.Ik zei iets en ik zag haar lippen wat bewegen.Ik dacht in mezelf:Etienne,morgen gaat ze lachen. Een van de andere komt naar me toe en ik zei haar:Zorg er voor dat ze morgen een proper slipje in haar handtas meeheeft,en als het ook kan de andere meisjes doen het eveneens. Ik met een peanutsmile in mezelf:Als ze moet lachen,goed maar dan allemaal. De volgend morgenwou ik van die heel kleine sauciesje kopen. Het was vrijdag.Ik trok een nummer. Die dame trok het nummer dertien.Ik zei:Hé dat ben ik en dan nog op een vrijdag. Haar mond ging open in een wat verlegen smile. Ik:Honderd gram van die vijffrankstukken. Haar mond ging nog verder open. Ik daarop:Zeg gij kunt toch nog lachen ook. Zij begon hard te lachen en dat duurde wel tien minuten.En ja het was de bedoeling van mij.De anderen lachten ook.Snel moesten ze een voor een naar het toilet om van slipje te veranderen. De meestergast kwam te voorschijn met een gezicht of die had al eeuwen woorden met zijn vrouw. Hij zei me:Dat doet ge niet meer hé.De klanten mogen niet wachten. Hij sprong in en de klanten eveneens lachen. Drie dagen later moest ik op het bureel van de supermarktbaas komen.Zijn zoon de toekomstige baas was er ook. deze zei me:Doet dat niet meer hé Etienne,maar ik heb tuis daar eens goed van gelachen en mijn madam ook.De meestergast kon daar niet mee lachen. Ik daarop:Daar komt verandering in,die lacht volgende week ook,dat garandeer ik. Ja hij lachte ook maar daarna heb ik die niet meer gezien.Ik dacht hij is met pensoien. Nu later weet ik waarom hij soms niet lachte:Een duivenmelker en zijn duiven hadden niet goed gevlogen. Mijn spreekwoord:GE HEBT 100 SPIEREN NODIG OM EEN LANG GEZICHT TE TREKKEN,GE HEBT VIER SPIEREN NODIG OM TE GLIMLACHEN-SPAAR ENERGIE EN GLIMLACH. Laat het niet over julie hart komen en lach ook.
Ik had vroeger gergeld een vestropte neus. Na lange tijd stuurde mijn huisarts me naar een specialiste-ja een dame. Daar werd vastgesteld dat ik zat met polipen in de hoogste graad. Ik kreeg medicijnen(cortisonen) om de neus open te houden. Op een dag moest ik om 09.00 in de kliniek zijn. Ik kreeg onmiddelijk een bed toegewezen,waar ik al moest gaan liggen. Om twee uur kwamen ze mij halen om naar de operatiekamer te voeren.Het waren twee knappe blonde verpleegsters.Ik werd op een heel smalle operatietafels gelegd. Een verpleegster:De benen wat meer open leggen. Ik:Ik dacht dat ik voor mijn neus kwam. De narcotiseur kon geen spuit meer geven van het lachen. de dokteres operatrice vroeg:Zijt gij allergisch voor iets? Ik:Ja voor een lege portemonee. Dat was blijkbaar het laatste dat ik gezegd had. Er klopte iemand op mijn hoofd.Ik bewoog en hoorde zeggen:We gaan hem in slaap doen. Kort daarop hoorde ik:Mijnheer De Boeck. Ik bewoog en zag daar iemand in het wit staan en dat er naast mijn een soort kapstok stond met een plastieken fles eraan.Ik viel terug in slaap.Tien minuten later-het kon ook een andere tijd zijn,voelde ik mijn bed bewegen en keek in de ogen van een heel jong knap verpleegstertje. Ik dacht:Etienne zijt gij aan het dromen. Ik werd afgeleverd in de kamer. Na een half uur weer een verpleegster,maar die kwam een flesje aan de kapstok hangen en terwijl ze dat deed zei ze:Een geneverke van de baas. Twee uur later kwam die weer erin met een flas plat water. Ik een venijnig lachje op mijn smoeltje,drukte op de knop en ja daar kwam ze.Ik vroeg om een glaasje in te schenken omdat ik het niet kon. Kort daarop kwamen ze binnen met mijn kamerbuur die het zelfde ondergaan had. Er werd weer een ander flesje aangehangen en kort daarop vloeide dat door de aders. Ik zou goed slapen,maar praktisch geen oog dicht gedaan. De anderen in de kamer zeiden me dat ik snurkte gelijk een grasmachien,maar het kwam van een andere kamer. Ik belde om een knap verpleegster om wat water.Daar kwam ze,maar.....het was zo een oude die binnenkwam en met een stem sprak of ze had vijf sloefen sigaretten gerookt.Ik had ineens geen dorst meer. Om zeven uur belde ik een laatste maal:Zuster kijk er zit bloed in het buisje. Zij:Dat komt omdat uwe zak leeg is. Ik daarop:Wat zorap. Zij begon te blozen en kort daarop mocht alles uit de arm. Ik mocht aan de tafel gaan zitten om te lunchen. Die middag was het warm eten en op mijn bord lag een stukje wit vlees bij. Ik vroeg:Dat komt toch niet uit mijn neus. Om twee mocht ik naar huis en ik kreeg een week extra ziekenverlof.De dienstdokter was er niet blij om,hij wou mij dadelijk laten werken. Tjenneke
Ik heb jaren met Nederlandse collegas samengewerkt en dit van 1971 tot 2003.Ik heb daar goede herinneringen aan.Veel vrienden gemaakt.Maar onder alle koren zit kaf.Ik wil niet zeggen dat de beste ben.Maar iemand beschimpen in het bijzijn van collegas dat kan pijn doen voor sommige.Ik geef antwoorden terug,wij zeggen van eigen deeg koek. Zo was er Nederlandse machinist die graag opschepte omdat die het dichtst bij het koninklijk paleis in Den Haag woonde. De collegas van stations uit Noord-Brabant hadden die niet graag,alleen om zijn gepoch. Op een avond kwam ik met een trein aan uit Brussel in Roosendaal.Ik werd afgelost door een conukteur uit Roosendaal en die verwittigde mij al dat DE Machinist daar was in het dienstverblijf. Ik trok mij dat niet aan en ging gewoon daar naar toe om mij bokes te verorberen. Zit ik daar-komt die machinist op mij af.De andere kijken ons aan wat er gaat gebeuren. De machinist:Ha Belgske,zijt gij daar terug? Ik: jij toch ook uit Den Haag. Hij:Weet jij wat BELG betekent? Ik:Zeg het maar. Hij: BEN ERG LOMP GEBOREN. De collegas verwonderd naar wat ik ga zeggen. Ik sta op geef hem een klopje op de schouders:Jij rijdt toch met auto.Met naast de nummerplaat twee grote letters? Hij fier:Ja N L Ik:Dat betekent NOG LOMPER. De collegas begonnen allen te lachen en felciteerden me. De Haagse machinistheeft gewoon de zaal verlaten en heeft daar nooit meer een voet binnengezet. Zo mensen zolang ze mij niets aandoen,zal ik dat een ander ook niet aandoen. Wij zijn allemaal mensen die geboren zijn op deze moeder aarde en dat moet zo blijven. Tjenneke
Ik heb zeker al eens gemeld dat ik een hondje had. Op een dag kwam ik thuis van de vroege dienst.Mijn vader was gaan vissen op het Fort op 5 minuten te voet van ons huiss.Ik kleedde me snel om.Ik nam de leiband en ging met de hond tot aan het water om naar vader te gaan kijken. de hond had daar nog nooit geweest dus was ze geschrokken vader daar te zien. Hij zag de hond en riep haar:Mascotte,kom naar het baaske. De hond dacht even na en dacht de kortste afstand tussen twee punten is een rechte.Ze trok zo hard dat ik de leiband moest lossen en zonder aarzelen sprong ze in het water om naar vader te zwemmen.Wij verbaasd want ze had dat nog nooit gedaan. Ik de hele weg rondlopen tot vader,die juist al zijn visgerei aan het inpakken was.De hond sprong uit het water en schudde zo met haar hondelichaam dat de druppels in het rond vlogen en zo dat wij nat waren. Samen gingen we de weg terug naar huis.De hond heigde van vreugde en geluk,ze had haar baasje gaan afhalen. Vader ging binnen terwijl ik aanstalten maakte om de auto in de garage te zetten en wat dacht je,de dame moest mee. Die avond heeft ze in haar mandje gelegen met gelijk een glimlach op haar snoetje. tjnneke
Mijn grootvader een sale-boss aan de dokken kwam eens in de tuin werken.Ik was nog maar een ventje van 8 toen en omdat het woensdag was was ik die namiddag thuis. Twee dagen er voor had hij twee konijnen medegebracht en die zaten rustig in hun kot vanachter in de hof.Ik kreeg van hem het bevel om de koten uit te kuisen. Ja waar moet ik de konijnen zetten.Dus de gouden middenweg.Ik zette ze bijeen en begon aan kot nummer een.Als die proper was nieuw stro erin en zette de konijnen weer bijeen en begon aan het andere kot.Terwijl keek ik wat die twee deden.Ja die deden zo aardig. Toen kwam grootvader even kijken en vloeken zo dat ge het in de andere gemeente kon horen. mijn moeder kwam kijken en vroeg:Va waarom roep je zo?. Groetvader:Zie wat die zot van je gedaan heeft. Ja ik kende dat nog niet zo goed-die konijn waren gymnastiek aan het doen. Grootvader:Nu kan ik nieuwe konijnen kopen. Ik moest maar als straf voor die twee zorgen,hij zou voor die anderen zorgen. Ne enige maanden beviel mijn konijn van 12 jong. En nu komt de aap uit de mouw-zijn nieuw konij beviel ook maar van 14 stuks.Hij had een zwangere gekocht.Hij was eerst boos maar daarna hebben wij eens goed gelachen.Hij heeft de helft van de zijne verkocht en ik de helft van de mijne. Maar we hebben zeker 5 jaar konijn gegeten zonder dat wij nieuwe moesten kopen. Drie jaar later ben ik gaan werken en dat zelfde jaar ben ik bij hem gekomen in de kliniek met mijn vader.Hij riep mij appart:Zorg goed voor je moeder(wat ik nog 37 jaar later nog altijd toe-het is mijn plicht). Kort erop is hij gestorven.Ik heb mee geweest op de begrafenis en in mij eerste uniform van de spoorwegen. tjenneke
Vroeger was er bij ons nooit een hondje in ons huis in Wommelgem. Op zeker moment kwam een van de zussen thuis met de mededeling dat wij een hondje konden krijgen.Dit hondje van het vrouwelijk geslacht werd verstoten door hondenmoeder en de andere pupys. Ik kwam thuis van een late dienst en ik zag daar een klein hoopje miserie liggen in een klein mandje.Ze keek mij aan en blafte naar mij.Misschien omdat ik uniform voor haar stond. Mijn vader kwam naar ons toe en nam de leiband en ging met haar wandelen.Ja hij bleef een 10 minuten buiten. Ik de volgende morgen wou het dier eten geven,maar ze wou het niet opeten.Mijn vader-haar baasje-moest het doen. Vier dagen later was vader ziek en ik had twee dagen vrij.Hij vroeg me:Etienne,ga jij eens wandelen met Mascotje,want zo hadden wij haar gedoopt. Ik nam de leiband,maar het dier tegenstribbelen.Maar de schrijver dezes hield niet af.Ik ging met haar wandelen.We waren snel terug omdat ze koppig was.Mijn vrije dagen waren voorbij en ik had de vroege dienst.Ik maakte mijn schoofzak en terwijl had ik de hond buitengelaten. Die middag was ik vroeg thuis-een korte dienst.Ik ging mij omkleden en nam ons Mascotje vast en zette ze op straat om te gaan wandelen. Die avond ging ik mijn auto in de garage zetten.Ik nam haar mee omdan met haar te voet terug te komen. En toen gebeurde het.De hond wou altijd mij gaan wandelen en zeker dat ik de wagen ofwel ging halen of wegbrengen. Haar lieveling was haar plastieken popje waarmee ze in haar mandje ging slapen. de nachten ging ze op een doekje liggen op de zetel van vader. Geen kat was veilig in de tuin want was haar gebied.Maar een kater mocht er komen de onze.Die twee waren onafscheidelijk.Ze speelden samen,ze sliepen naast elkaar,ze aten samen. Toen de kater gestorven was heeft de hond lang getreurd. Ze heeft zelfs een biefstuk gestolen,dat heb ik reeds gemeld met een andere blog. Veertien jaar werd ze.Ze begon slecht te zien ze liep slecht en huilde zeker van de pijn. Ik ben haar naar de dierenarts gegaan.Normaal blafte ze hem aan,maar die laatste maal lag ze daar op die tafel en bewoog haar pootje om te duiden:geef toch dat spuitje,verlos mij van de pijn.Ze keek me een laatste maal aan,gaf me nog een lakzoen zoals ze altij deed en twee tranen rolde uit haar ogen.Ik moest even een traantje wegpinken en bekwam een krop in de keel. Ze was geen hond.Dit was een mens op vier poten.Ze had een eigen stoel waarop ze zat mee aan tafel.Ze at mee met ons uit een eigen bord en julie geloven het misschien niet,ze wou niet eten als haar speel goed vork en mes niet nast dat bord lagen. Dit heb ik al eerder willen schrijven,maar nu kwam het eindelijk uit.Ik kon niet op haar kwaad zijn. Veertien jaar bij ons en ze was gelukkig en ik hoopte dat ze een plaats gekregen heeft in de dierenhemel want dat had ze verdiend. Tjenneke.
Ik had eens de late dienst,dus was het ik die met moeder die morend naar de supermarkt reed.De inkopen werden gedaan en aan de afdeling beenhouwerij nam ik voor mij een biefstuk. iki zou die klaarmaken met frietjes. Thuis gekomen begon ik de tas uit te laden en ik legde alles in de kast.Even later ging ik mijn biefstuk nemen om die te kruiden om te bakken.Doch ik vond die niet.Mijn moeder wist ook niet waar die was.Zij telefoneerde naar de supermarkt terwijl ik terug er naar toe reed.Daar werd mij verwittigd dat ik deze aan de kassa in de zak had gedaan.Terug thuis op zoek maar niets.Moeder is een nieuwe gaan kopen bij de beenhouwer in de straat. Ik maakte alles klaar en heb die dan opgegeten met twee borden friet,kwestie goed versterkt op de trein te komen voor een zware dienst. Terwijl ik zat te eten viel mijn oog op het nestje van onze hond.Zij lag daar maar in tegenstelling van altijd nu op haar rug met de poten naar boven.Ik zag iets onder haar kussentje steken dat op papier leek.Ik erop af en zij met de staart tussen de benen.Ik lichtte haar kussentjt op en ik zag het papier waarin het vlees was verpakt.Wat was er gebeurd:De hond had het pakje van de tafel genomen en de inhoud opgegeten en de verpakking goed en bijna onzichtbaar verstopt. Elke keer ik een pakje met vlees meebracht riep vader:Etienne,Mascotte is daar. Dat heeft zo lang geduurd tot de hond op 14 jarige leeftijd is overleden.Ze vroeg zelf om te gaan,ze had kanker en weende elke dag van de pijn.Dit was geen hondje maar een klein kind en soms erger. Tjenneke.
Tijdens mij verlof in Bayern,toen ik nog in het eerste hoteletje was,leerde ik een echtpaar met jonge kinderen kennen. De avonden heb ik de kinderen geholpen bij hun opgaven voor de school,met hun les Frans. Zo was ik daar ook met de wintermaanden. Ik zat in de woonkamer een kruiswoordraadsel te doen.Komt de jongen,toen zeven jaar naar mij toe en die noemt mij reeds met voornaam,wat andere bewoners nooit deden.Hij vroeg:Etienne ga jij mee doen met ons? Ik:Wat,Lars(zo heette die jongen),wat ga je doen? De jongen legde me uit dat ze gingen bobsleeen in de tuin,maar in plaats van met een bobslee met een plastieken zak. Ik me klaarmaken om die jongen een plezier te doen.Zo sleeden we een uur op de zak op een berg in de tuin. Maar een paar dagen later ging ik terug naar Belgie want de dienstplicht riep. We spraken af dat we de volgende winter er terug zouden zijn. Iedereen was er-we wisten niet dat het de laatste maal zou zijn,want het hoteletje werd verkocht-. Ik had een zak mee van zeker 2 meter lengte en een halve meter breedte. Er werd plezier gemaakt.Er was dat jaar nog een echtpaar bij met twee meisjes.Die Lars vroeg of ze meededen.Ik ging naar binnen en liet de kinderen alleen doen.Ik nam een foto-dat was een zicht. Lars voorop op die lange zak met daarachter allemaal meisjes.Plezier dat die maakten en zo dat die lange zak snel stuk was.Ik zat gezellig met de mensen met de kaarten te spelen.Het duurde zolang tot de beide moeders de kinderen-stijf van de vrieskou-naar binnen moesten. Ge moet geen dure zaken kopen om winterpret te hebben,met heel envoudig materiaal gaat het ook. tjenneke.
Op zondag,19 Juni ging ik mijn zuster eens erop uit.In Wommelgem onze woonplaats,namen wij de bus richting Antwerpen.Daar aangekomen moesten wij op een andere bus overstappen.Onderweg moesten wij allen eruit daar de bus een andere route volgde.Op gedempde zuiderdokken stond immers nog de Sinksefoor. Wij kwamen tenslotte aan ik de Zuiderkroon.Wij moesten onze brief afgeven om binnen te komen. Binnen kwamen wij tal van VTM-acteurs tegen.Een gedrom om maar een autogram te krijgen. Het was de avantpremiere van de laatste seizoensaflevering. Een pauze deed ons besluiten om een verfrissing te nemen wegens de enorme hitte. Daarna kregen wij een ander applaus een opvoering van de groep:De Romeos. daarna een laatste sessie handtekeningen en fotkiekjes nemen met bepaalde acteurs. Eigenlijk door de schmink zien ze in werkelijkheid er anders uit dan op het scherm. Rond zeven uur zijn wij dan huiswaarts gekeerd.Onderweg nog even een pakje frit stoofvlees en een broodje pitta en we waren rond half negen thuis. Ik ga nu de aflevering niet vertellen,maar kijk wel even naar teve voor deze extralange uitzending op zondag 26 juni ek. Veel kijkgenot wens ik julie allen toe. Tjenneke.
1986 we waren weer eens in het mooie plaatsje Neuhaus bei Schliersee in Bayern. Mijn nichtje was ook mee.Ze kreeg deze reis aangeboden van mijn vader die tevens haar grootvader is.Ze was nog maar twaalf en mocht over naar de middelbare school. We hadden al veel uitstappen gemaakt met onderandere het grens bergstadje Bayerischzell.Dit kliene stadje ligt op ongeveer 15 kilometer van de Oostenrikse grens.Vanop een terrasje waar we even iets dronken hadden wij een uitzicht naar de Wendelstein met daarop het hoogstgelegen zonnenobservatorium van Duitsland 1827 m. Je kan er geraken met een toeristisch treintje van de achterkant van in het plaatsje Brannenburg.Je kunt deze berg ook te voet doen(dat ik ooit eens gedaan heb).Of met de kabiknebaan van het dalstation in Osterhofen.Deze baan heeft maar een tussenpaal.De kabelbaan heeft twee kabines waarvan deze die naar boven gaat de dalende afremt.Capaciteit 50 personen per cabine per maal en doet er maximaal 7 minuten over.Bij maximaal benuttiging 450 personen per uur per richting. Wij gingen terug naar het hotel voor het middagmaal.Ik besloot om in de namiddag de cabine met het meisje te doen.Ze had die namiddag genoten en toen wij terug in het hotel waren stelde ik vast dat mijn hoed nog boven op de berg was.Ik er naar bellen en ja die lag nog op de stoel waar wij iets gedronken hadden.Ik terug de 20 minuten rit en even de hoed gaan halen. Ik had beloofd dat dit niet meer zou gebeuren. Tjenneke
Op een avond begaf ik mijn voor de nachtdienst naar mijn werk. Ik reed met de auto naar de dienstparking van het station Antwerpen-Berchem. Ik maakte in Antwerpen Centraal alles klaar.De computer om in de trein eventueel kaartjes te kunnen geven.Het wa s de nacht van vrijdag op zaterdag Ik nam de trein van Centraal station naar Berchem om 23.16. Ik begaf mij onmiddelijk naar spoor 4 om de laatste trein van Brussel naar nderland te nemen. Ik schrok mij een bult.Maar een reiziger,die ik onmiddelijk controleerde.Toen de trein aankwam,kwam de Nederlandse colega mij verwittigen dat iedereen in orde was. Aangekomen in Roosendaal begaf ik mij naar het personeels verblijf voor een korte pauze.Deze pauze duurde van 00.05 tot 05.55.Julie zien goed. Ik onmiddellijk mijn eten opeten en een drankje uit de automaat. Maar wat doe je een hele nacht zo alleen in een lokaal van een vreemd spoorwegnet. Ik heb voor de Nederlandse colegas de twee koffiezetter gereinigd en verse koffie ingezet.Ik moest alleen het toestel om04.45 opzetten en de beginners hadden om 05.00 vers gemaakte drank.De tafels ook proper gamaakt.Zo was er dadelijk een uur.voorbij.Even wat teevee gekeken maar het was sport.Een paar kruiswoordraadsels opgelost. Om 04.45 kwamen de eersten binnen:Wel Belgske moet jij niet slapen zoals de anderen het hier doe? Ik daarop:Ik werk met de nachtdienst en niet met de slaapdienst. Om 05.55 begaf ik mijn naar spoor 1 voor de eerste trein Naar Antwerpen.In het weekend rijdt die naar het Centraal station.In de week met uitzondering van de feestdagen naar Berchem en moeten ze oversteken. De trein kwam aan en de Rotterdammer die op de treinwas en doorreed naar Brussel.Ah het is Etienne.Nou weeral gedaan hé,maar er is geen klant aanwezig en maar een die opstapt en dan nog ene met een jaarkaart.de reiziger nam plaats bij ons.Ik dronk nog even een watertje en maakte mijn reisverslag af en printte alles op mijn computer met op elk kaartje een 1 van het aantal reizigers. Wie zou zo graag zulke dienst doen.Toen ik met pensioen gegaan ben hebben vele NSers mij gemist.Nu moeten ze terug de kofie klaarmaken. tjenneke
In 1987 in mijn verlof in Bayern ging ik met zus eens wandelen.We wilde de Firstalmenrundweg maken.Mijn zuster was voor de laatste maal mee daar op verlof. We gingen door een straat de Durnbachstrasse.De Durnbach is een klein smal waterlopje dat ergens in de bergen ontspringt ddo het water van een gletscher.Deze beek loopt verder het dal naar het zuiden om in een andere stroompje uit te monden die dan verder weg gaat richting Isar Donau. Wij vervolgde onze weg door het bos naar boven over de Stockeralm tot aan de oude seilbaan.Aan de Sattel hebben wij een rustpauze ingelast,daar mijn zus al moe was. Zo gingen wij over een smal paadje tot aan de Obere Firstalm waar wij een schoon overzicht hadden naar het oosten en zuiden.De Schliersberg en de Schlierachwiese. Boven hebben wij 90 minuten pauze gemaakt om de innerlijke mens te versterken en te genieten van de rust en de natuur. Een heel smal en steil paadje voerde ons naar de Unter Firstalm waar wij onze wandelstempel haalde. Maar toen gebeurde het:Van de Krettenburg -een bergje-kwam een ezel naar beneden gesprongen recht op mijn zus.Toevallige wandelaars zagen het.Mijn zus begon te wenen en te gillen.De mensen en ik stonde te gieren van het lachen. Door het lawaai was de ezel zo snel verdwenen als hij te voorschijn kwam. Ik:Wie was nu de ezel-die weg liep of die er stond te wenen. Mijn zus kawaad weg.Die avond in het cafee van het hotel had ik het verteld.Een manaan de stamtafel:Ja,dan is dat toch waar over die ezel. De volgende dag zijn er mensen van de gemeente op zoek gegaan naar die ezel.Ze zouden die gevonden hebben,maar moesten hem laten en doen,want hij was niet alleen maar met een gezinnetje.Hij was zijn gebied aan het verdedigen. Ze hebben daarna niks meer gehoord of gezien over de ezel. tjenneke.
Zoals veel jaren,ben ik ook dit jaar naar Bayern geweest. Ik heb alle weerstypen meegemaakt op een week:Regen-hagel en een sneeuwstorm en dan een heel zonnige dag van -5 tot plots op enkele uur tijd tot 33 graden.Met als gevolg een onweder de avond nadien. Maar we hebben ons geamuseerd zeker in de biertent van het jaarlijks Pinksterfeest. Een biertje(dat ik niet meer drink) was er maar een van een liter. Maar volgende maal word ik gevierd om daar voor de veerstigste maal te komen voor meer als een week. Wat het deze keer gaat zijn----een grote verrassing. Ik moet dan ook het dialekt van die streek spreken. Wij hebben veel olaatsjes bezocht.Ik zet de Duitse naam en daar naast de naam in het dialekt Neuhaus Neihaus Miesbach Miesjboch Bayrischzell Boyrischzej Lengriess Leingriass Munchen Minga(g als zachte k) Tegernsee Deggansee Ik ken ze nog niet alle in het dialekt maar in een cafe als ge de Fraulein vraagt voor de rekening. Freulein zahlen Freileing zoing het klinkt als chinees. Tot een volgende Blog Tjenneke
Hier volgt een kleine anekdote. Ik ging vroeger met vader regelmatig vissen als ik een vrije dag had van mijn werk. Wij zaten dan op het fort van Wommelgem op 5 minuten te voet van ons huis. Wij hadden praktisch altijd beet.Wij deden nochtans niks in onze voeder. Daar waren ook ander vissers die met specialiteitjes visten.Ze hadden ook eens wat vis,maar niet zoveel als wij.Wij zetten onze vis altijd terug,zodat wij de volgende keer zeker waren van dat er nog vis in het water was. Op zeker keer kwam er een van die andere vissers bij mij staan om te zien wat ik mijn voeder deed. Hij was de pocher van hun ploeg.Mijn vader keek me aan om te waken dat ik niet in de zak zou gezet worden.Ik had door dat vader mij aankeek.Ik zette een venijnig lachje op. De pocher vroeg me:Zeg wat doet gij eigenlijk in uwe voeder? Ik heel schijnheilig:AXIOMA. Hij:Waar kunt ge dat krijgen? Mijn vader mengde zich in het gesprek en zei kortweg:Bij de apotheker. De man ging terug bij de anderen zitten.Na een uurtje gingen ze naar huis. Een paar dagen later stuurde zijn vrouw om AXIOMA naar de apotheker. De apotheker:Van weet gij dat? De vrouw vertelde dat ik het gezegd had.De apotheker begon te lachen want ik had die al op voorhand verwittigd. Hij begon uit te leggen wat AXIOMA betekent en dat niet gekocht kan worden. De visser heeft twee weken niet tegen mij gesproken. Maar toen wij weer aan het vissen waren kwam hij naar mij toe en hij zei:Zeg plezante ge hebt mij nogal eens zitten hé. Ik:Ja maar ik was verkeerd het is Postulatum dat ik heb gebruikt. Ken julie het vervolg.Zijn vrouw weer naar de apotheker. Ik heb die pocher niet meer zien vissen aan onze normale plaats,maar hij is naar de andere kant gegaan.De oudere vissers waren blij dat die weg was en dat ze terug geruster konden vissen. tjenneke.
Ik was ook eens in de winter daar in Bayern maar niet alleen maar met mijn jongste zuster. Op een dag maakten wij een wandeling in de omgeving.We bewonderde de mooie omgeving. Boven mijn zag ik de berg de Brecherspitz,waarvan de top was bedekt met een wit tapijt van sneeuw.Het was of de top van goud was,door de zonnestralen.Aan de andere kant zag ik de andere bergen. Zo kwamen wij via een klein straatje dat Davidsveld heet.Verder ging de straat omhoog.Mijn zus liep voorop.Boven aangekomen was of de weg een zadel was.Ik riep naar haar:Ik wou dag oep a kl....viel. Ik had het niet gans uitgesproken of ik lag er,maar ik bleef niet liggen,ik schoof gewoon de ganse straat naar onder tot aan de grote baan.Gelukkig dat er juist geen verkeer was.Ik liet niets blijken toen ik in het hotel kwam.Maar de mensen riepen al dat ik gevallen was.Een van de hotelgasten had het gezien.Wij hebben daarover zeker een half uur gelachen. Men ziet een put graven voor een ander ....... tjenneke.
Vandaag was ik snel terug van de boodschappen.Ik was gisteren kolerig op mijn broer. Ik ging in de tuin om te zien wat ik nog kon doen.Daar stond ik dan tussen een paar oude verwilderde bomen.Ik ging ze eerst te lijf met een snoeischaar,maar ze werkten allen tegen mij. Ik ging terug naar binnen en zag in de oven een paar spareribs liggen van de dag daar voor.Oh ik zou een gek zijn ze te laten liggen.Dus gaf ik mijn tanden het bevel om dat vlees te doen verwijderen.Wat had dat gesmaakt.Nog een goede slok water om die te kruidige smaak wat te verzachten. Toen ik buiten ging,zag de grote handzaag liggen op een plaats die mij uitdaagde deze te nemen tegen de strijd van de wilde bomen. Een paar keer zagen en terug naar binnen om de zweetdruppels te doen verdwijnen aan een doek.Ik hervatte de strijd-eerst van gelijkheid.Naargelang de tijd verstreek begon mijn kracht de overhand te krijgen.En zo werd duidelijk dat de wilde bomen de strijden aan het verlieren waren en ze gaven alles op.Zo kwam het dat ze allen afgezaagd op een hoop op het gras lagen. Ja ze moesten al twee jaar eruit. Morgen ga ik het stoffelijk overschot verkleinen en in dozen leggen zodat ik deze volgende week naar het containerpark alles kan wegdoen. Ho wat is dat zalig,meer zon in de tuin.Nu nog een week of twee zo mij uitsloven ende tuin ziet er weer uit zoals in de glorietijd. Wat voel ik mij nu opgelucht. veel leesgenot. Tjenneke
Tijdens een van mijn verloven in Bayern maakte ik een grappige anekdote mee. Ik had die morgend eens goed gewandeld en ik was op de middag snel bediend met mijn middageten. Ik was bijna klaar toen een oud echtpaar men kinderwagen binnenkwam en een plaatsje zochten. Een beetje later was er een geroep te horen op het terras.Ik keek naar de deur en zag een jong echtpaar zenuwachtig doen.de dame riep:Help!Roep de politie want iemand heeft mijn kind gekidnapt. De waard stond te gieren van het lachen en keek mij al lachend aan.Ik begreep er niks van.Nu begon de man te roepen.Daar ik alleen was met dat ander echtpaar bleven ze roepen.De waard viel bijna om van het lachen.Ik stond op om mijn gsm te pakken.Nu begon dat ander echtpaar ook te lachen.De waard uitgeraasd met lachen,begon mij uit te leggen waarom er gelachen werd.Dat jong echtpaar kwam binnen en excuseerde zich tegen mij,want zij wisten niet dat ik er ook was en dan zouden ze het niet gedaan hebben. Wat was er gebeurd.De twee echtparen waren samen aan het wandelen en verkozen het restaurant waar ik overnachtte om te middagmaal.De waard kende hen,want de mensen met de kinderwagen warn opa en oma van het kind.De andere de ouders. Wij hebben dan twee uur samen gezeten om eens te praten over onze beide landen. tjenneke
Een tuin onderhouden,is zwaar werk. Ik ben al van Donderdag 09/05 bezig.Ik doe het alleen,maar daardoor zal heel veel tijd in beslag nemen. Slechte bomen heb ik al voor de helft met een handschaar gesnoeid.De elektrische schaar is deffekt en is al beland op het containerpark.Het grootste gedeelde van de afval uit de tuin is al op zijn bestemming.Maar ik moet een nieuwe kaart op het gemeentehuis kopen.Deze zal per maal aanbieding op het containerpark geknipt worden-naargelang wat ge brengt en met welk soort voertuig.Snoeihout,lege flssen en blikjes en oud papier zijn gratis--recicleerbaar- Oud ijzer grote boomstammen die door de verhaspelaar gaan zijn natuurlijk een of twee gaatjes waard. Ik kwam per toeval mijn jongste broer tegen met zijn vrouw en haar dochter.Ik zei hem vriendelijk dat hij niet meer helpen moest,daar ik het allemaal alleen deed. Hij daarop:Wat!Mijn 50 gaat eraan. Ik zou moeder niet willen vragen mij te betalen om de tuin te doen,want zij kan op 83 jarige leeftijd dat geld beter gebruiken. Daarom ben ik een beetje boos op de junior. Hij werkt ook aan het spoor,maar hij moet nog zeker 20 jaar doen voor zijn pensioen. Het moest er even uit. tjenneke.
Ja het gaat weer over mijn verlof in Bayern. Op een dag,het was mooi weer ik besloot een uitstap te maken naar het mooie plaatsje Bad Tolz aan de Isar.Bad tolz is dan de hoofdplaats van de gelijknamige Kreiz(dit is een soort kanton). Wij met de wagen.Toendertijd reed ik nog met een opel kadet. Ik reed rond om een plaatsje te vinden.Ik zag verder een kamion staan en ik dacht:Etienne,ge kunt er voor staan.Daar Bad Tolz een plaatsje is dat hoog ligt,moest ik een stukje bergaf rijden om dat plaatsje in tenemen. De wagen stond er en we gingen wandelen tot aan de oever van de Isar. Dan zei mijn zus:Zeg zoek een cafe op,ik moet gaan wteren. Ik daarop:Das altaid tzelfde,golle moet oek zoeveel pissen. In dat lokaal bestelde ik een pint en een cola.Alez die was rap leeg in nam er nog ene-ja dat waren er van een halve liter.Ik moest ook gaan wateren.Ik kwam terug en ik keek per toeval naar de deur en ik zag een politie man schrijven waarop ik tegen mijnzuster:Zie,zemme der wer iene.Ne stoemme kloet die verkierd stoa. Alez de drank was op en ik betaalde en wij gingen naar buiten en ik zag mijnen auto staan met een beleke van goe gdrag en zede achter mijn ruitewissers.10 Mark boete.Ik wat kauwgom in mijn mond en zo rap mogelijk naar de politie. De bediende:Gij Belg verkeerd gestaan en ge gaat betalen. Ik daarop:Ja,maar ik moest dringend naar de wece. Hij:Hier ik scheur het kapot.Rij door ge moet niet betalen en ga van die 10Mark een drinken en tot ziens. Ik zo rap mogelijk daar weg.Die 10 Mark heb ik dan in het cafe van de statie van ons vakantiedorpke etwee pinten gedronken en den overschot in speelautomaat gestoken en ik had geluk een gewin van 100Mark. En terug naar dat politebureel dat moet nog altijd gebeuren
Zoals beloofd het verhaal van de pinkstertent. Ja zoals reeds in ander verhaal,had ik gezegd dat wij er waren in 1979 het 1200 jaar feest. Mensen die had leren kennen in vorige vakantiejaren-ik ben daar sinds 1977-hadden mij uitgenodigd om een pint te komen pakken in de feesttent op het golfterrein. Wij er naar toe,maar in plaats ven de wagen gingen we de vier kilometer te voet.Een goed gedacht zal later blijken. Wij kawam daar aan.Amai wat een grote tent.Wel zeker plaats voor wel duizend mensen. Ik wou juist een plaats zoeken of de mensen van het klein kioskske van ons stationnetje riepen ons om bij hen te komen zitten.Wij werden als de Belgische vrienden voorgesteld aan anderen. Ik kreeg onmiddellijk een grote pint van een liter,mijn zus ook maar die drinkt niet.Een slokske deed ze.We zaten daar al een tijdje toen een man in ons gezelschap kwam zitten.Hij gaf me een klop op de schouders:Ha Belg zijt gij daar terug en ge hebt je liefke meegebracht.Het was een stamgast van stationscafe.Ik maakte hem er op attent dat het mijn zuster was-allez een vande..- Hij zei tegen mijn zus:Ik ben Sepp.Maler Sepp.En tot het meisje dat de tafels bediende:He geef ons nog ene. Laat ons drinken op Bayern en Belgie. Ik dronk,maar wat was dat mijn glas bleef vol.Ik moest even naar de plaats waar mannen alleen naar toegaan.Plaats maken voor een volgend biertje.Toen ik er terugwas zag ik het,maar werd niet boos:eenmaal die Sepp eenmaal mijn zus en ook anderen deden het.Het gals werd per keer leeggemaakt in de mijne,ja zo bleef die vol. Ik ging naar de toog en ik kwam terug met half haantje met een broodje en heeft dat gesmaakt. Een andere kwam terug met een grote schotel met stukken kaas en mosterd. Een ander kwam met radijzen die met een toestel heel fijn langgesneden was. Na een tijdje moesten we terug voor het avondeten. na het avondeten dat ik genomen had met twee potten bier maar van een halve liter ben ik snel in het bed gegaan en 20.00 lag ik te slapen. Maar nu drink ik niet meer ook niet minder.Alez geen alcohol(mag niet van de dokter) de groetjes Tjenneke