Die zag dat paardrijden wel zitten. Met Vurose is ze jaren naar de rijverening geweest die in het begin onder leiding stond van de baron van de Wall Bake ja die met dat hese stemmetje. Ik vond het in het begin geen stijl. Ik had ook wel willen paardrijden. Op een keer toen Vurose al opgezadeld stond deed ik ook een poging. Hij had pas drie stappen gedaan of hij ging er vandoor. Ik vloog er af onder de kersenboom en bleef met mn voet in de stijgbeugel hangen. Lach niet .die schoot gelukkig los, maar ik had hem wel verzwikt. Pa heeft me een week lang naar school moeten brengen. De hele klas stonk naar de azijn die in de watten onder mijn rekverband zat. Ik heb nooit meer behoefte gehad om paard te rijden. Ik was voorgoed genezen. Maar Diny dan, zul je misschien denken. Is die er dan nooit afgevallen. Natuurlijk viel Diny er ook wel eens af. Ik zie haar er nog zo af duiken in een mesthoop die langs de kant van de weg stond. Maar ze kroop er zo weer op een niets ding dat was het en dat is ze nog steeds. Vurose was geen gemakkelijk paard. Soms ging ze voordat ze naar de rijvereniging ging met haar het aardappelland op en liet haar eerst een half uur door het losse zand draven. Dan was die de eerste kuren kwijt. Toen ze later aan concoursen meedeed had ze de gewoonte om vlak voor de hindernis bijna te stoppen en dan alsnog te springen. Diny had Wim ook eens te pakken. Toe Wim hol ij et peerd effen vaste? Wim deed dat gehoorzaam. Diny draait zich om en Vurose begint gelijk te steigeren en Wim ging mee de lucht in. Hij weet het nog! Die rijvereniging heeft haar toch wat meer opgeleverd, want ook Ben Wagenvoort zat er op. Ja . en zo is het gekomen . Ben en Diny! Nog steeds hebben ze een paard: Storm, die zn naam eer aan doet. Och, et is toch zon lief peerd, zegt Diny. "Maor dr is wat met em gebeurd. Hee wil gien zadel op hemmn. Dan brekt e de hele boel af"! Ben heeft zo nog wat te doen! Eva heeft wel eens het idee om hier bij ons een grotere pony te hebben, maar ik moet er niet aan denken dat er iets met haar gebeurt. Nee,.. paardrijden doet ze maar bij de manege wij houden het bij de Shetlandertjes.
Op De Boomgaard groeiden we verder op met veel planten, maar vooral ook met veel dieren. Juno was de waakhond. Die zat meestal in de ren met een hok erin. Het was een lichte herder. Echt te vertrouwen was hij niet. Ik heb in elk geval een litteken bij mn oog er aan overgehouden. Voordat wij er kwamen wonen was hij ook geen kinderen gewend. Na Juno kwam Max en later Sacha. Die zaten volgens mij bijna nooit in die ren ..misschien s nachts. De katten waren echte boerderijkatten. Muizen vangen dat moesten ze. Die katten kreeg je echt niet te pakken. Ook hier moesten we ze telkens bij de melkzeef wegjagen tijdens het melken. Pas nadat onze Miesje naar De Boomgaard verhuisd was kwam er wat handzamer soort bij. Dat melken gebeurde begin jaren 50 nog helemaal met de hand. Ieder keer wanneer er een emmer vol was werd die door de zeef op de melkbus geschonken zodat er geen vuil bij kon komen. Er waren 10 melkkoeien, meer konden er ook niet in de stal. Ze stonden s winters vast met kettingen aan een lerenhalsband, maar ze zagen er allemaal heel tevreden uit vooral als ze gevoerd werden. Op de deel stond de mangelmölle. Die werd door een motor aangedreven en daar werden de mangels (voederbieten) in gesneden. Het rook er altijd lekker naar koe! Alleen wanneer er persvoer gevoerd werd was de geur zeg maar gerust stank.. wel wat minder aangenaam. Die kreeg je ook bijna niet uit je kleren. Op verjaardagen werd er wel lacherig over gedaan. Zo van Aj bij de dokter in de wachtkamer zit krieg ij vanzelf de ruumte. Of Was het nog druk bij de dokter in de wachtkamer? Och nee alleen een paar boeren! In het voorjaar gingen de koeien naar buiten en begon de grote schoonmaak van de stallen en de deel. Eerst werd alles een dag in de week gezet en dan begon het schoon schrobben. De muren werden gewit en het onderste stuk van de muren werd mooi zwart geteerd. En als dan het hooi binnen werd gebracht rook het ècht heel lekker. In de hoek op de deel was vroeger ook een paardenstal en daarnaast stonden de kalfjes. Die roken wel het allerlekkerst. En nee .schapen had pa niet, maar toen Henk en Johan opgroeiden kwam er wel een geit Heidi, genoemd naar Heidi uit de bergen. En er is zelfs nog een pony geweest. Maar nee zon paardenliefhebber als pa was . nee de beide jongens hadden niks met paarden. Van Johan mochten later Jos en Joanne alle sporten doen.... als het maar geen paardrijden was!
Op De Boomgaard anno 1950 is er een heel andere tuin strakker en keurig ingedeeld. Terwijl er op De Haar een eenvoudige cottagetuin met groentetuin was, is hier bij de aanleg een vakman aan het werk geweest. De vader van pa was nl tuinman op Kasteel Het Medler. Toen Pa en tante Hanna indertijd De Boomgaard kochten, ging hij daar samen met pa een stijlvolle Franse tuin van maken met een flinke boomgaard zoals je dat aan een boerderij met deze naam wel verplicht bent. Het werd een tuin die ingedeeld is met buxusheggetjes. Vooraan een paar vakken voor eenjarigen en in het middenvak een mooie groep rozerode rozen. Alles is symmetrisch aangelegd. Aan beide kanten zijn groepen met meisjesogen, floxen, irissen en montbretias geplant, die door mama, waarschijnlijk vanwege de kleur, Willemientjes genoemd werden. Wat hebben Diny en ik daar vaak bloemen geplukt om de stoel van een jarige te versieren! Achteraan tegen de wei aan beide kanten stonden prachtige schapekophortensias. Aan de rechterkant stond dan een hele rij bessenstruiken, rode, witte en zwarte èn een perziken- en pruimenboom. Aan de linkerkant was een rij rabarber en daar waren ook die mooie pioenen van opoe neergezet. Links en rechts van deze tuin was ook een groentetuin. Ik vond het leuk om pa te helpen met bonen poten. Maar toen echter de tuinen met gazon met borders in de mode kwamen wilde mama dat ook ..eeuwig zonde! Je snapt het zeker al. Er kwàm in1962 een groot gazon met twee perebomen en vaste planten aan de achterkant!En er kwam een grasmaaier.... Joke heeft nu toch weer mooie buxusvakken gerealiseerd met rozen. Behalve de appelbomen in de boomgaard stonden er langs de weg perebomen, Jutteperen en stoofperen. Maar onze trots waren toch de kersen meikersen, spekkersen en de lekkere zwarte Spaanse kersen. Er was ook een vogeltjeskerseboom om de vogels te lokken zodat ze van de rest af zouden blijven. Dat was geen succes zodat er van alles geprobeerd werd om die vogels op een andere manier weg te krijgen. Er werden van die alluminium stroken opgehangen hielp even. In de Spaanse kersenboom werd een vogelverschrikker, genaamd Dorus, gezet dat hielp ook even. Maar de spekkersen waren het grootste doelwit van met name de spreeuwen. Die waren zó lekker en werden bovendien geweckt en in bowl gebruikt net als de morellen. Die te zuur waren om zo te eten. Daar zat nooit een vogel in. Het meeste succes had opa Bijenhof. Wanneer de spekkersen rijp waren zette hij zich onder de boom en iedere keer wanneer er vogels in de spekkersen doken trok hij aan een touw dat aan een bel boven in de boom was vastgemaakt. De kersen van toen zijn allang weg evenals de boomgaard. Wat nu echter zo leuk is, is dat Johan bij de aanleg van zn Vekabo Camping heel veel fruitbomen heeft geplant waarvan ook veel oude rassen. En .bij mijn keetje heb ik een nostalgisch tuintje gemaakt met .. buxus.
Van alle tuinen bij de huizen waar ik na de tijd van De Boomgaard woonde was die bij juffr. van der Meulen het prettigst. Een tuin met een boom midden op het gras en achterin een groente tuin een echte leeftuin. Maar pas in Aalten kregen we een tuin waar we zelf wat aan moesten doen. We wilden graag een rijtje rode rozen naast het pad in de voortuin. Die werden daar door een bevriende hovenier geplant. Het zag er nog niet echt uit zo in maart. Op een morgen komen we buiten en zien tot onze verbijstering dat alle rozen afgeknipt zijn. Wat later komt Wim de hovenier tegen en die zegt: Heb je gezien dat ik de rozen gesnoeid heb? Wisten wij veel. In Hengelo woonden we op een benedenflat en het grote grasveld en de rozenperken ook rood werden door de plantsoenendienst keurig onderhouden. Pas aan de Marnixstraat hadden we onze eerste echte eigen tuin, waar we een hele nieuwe voortuin aangelegd hebben volgens een voorbeeld van een voortuin op het noorden. Ik herinner me de prachtige clematis die met honderden kleine bloemen in het voorjaar naast de voordeur in bloei kwam, de rhododendron en de skimmias. Hier kocht ik ons eerste tuinboek: De tuin het hele jaar door. Toen we eenmaal aan de Kuifmees in Emmen woonden begonnen we aan een echte uitdaging: het aanleggen van een heidetuin mèt prieel en paadjes met houtsnippers. We hadden met onze buren André en Siny een vrachtwagen met olifantenmest uit de dierentuin besteld. Met vereende krachten werden die enorme keutels over de tuin verdeeld en er onder gewerkt. Van pa kregen we een stermagnolia die nu nog bij ons bij de vijver staat. Ook voor het huis was het een aardig stukje tuin. Hier hebben we ons kunnen uitleven. We hebben er veel van geleerd, ook hoe het niet moet. Ik zal nooit meer houtsnipperpaadjes aanleggen dat loopt zo rottig! Nu aan het Schoolpad met onze grote landschappelijke tuin hebben we nog wel het prieel nagebouwd bij de wei. Van daaruit kun je zo fijn naar de ponys en vroeger ook de schapen kijken. s Zomers maken we daar vaak een kampvuurtje en zitten er nog tot in het donker met de honden aan onze voeten. Eens hebben we er zelfs geslapen toen het heel warm was. Ik had de kussens en dekbed uit de caravan gehaald en daar ons bed van gemaakt. Scott en Kim lagen aan ons voeteneind en de ponys Katja en Bartje stonden de hele nacht bij het gaas vlakbij ons. Het sliep prima. We werden alleen wel wat vroeg wakker omdat de dauw ons dekbed vochtig had gemaakt. Het is bij die ene keer gebleven. Maar wie weet
Alles wat groeit en bloeit heeft altijd al mijn interesse gehad. Van de tuin bij "De Haar" kan ik me de heg met het gietelingnest herinneren dat waarschijnlijk door de kat leeggevreten werd. Heel voorzichtig keken we iedere dag even...opoe en ik. " Zachjes heur.. iej mot hééél stille wean... iej mag 'et nös niet verstoor'n". Toen... op een dag waren de kleine vogeltjes gewoon weg...! "Dee smerige katte...", zei opoe. Maar ook de prachtige witte pioenrozen met een klein rood spikkeltje er in. Opoe had het altijd over de hof als ze de tuin bedoelde en zong dan van het kleine kleutertje...wat doe je in m'n hof. Als de forsythia in bloei stond had mama het over het gele gevaar en met de vleisbloem'n in de spoorsloot bedoelde ze het wilgenroosje. Diny en ik groeiden daar op met Trixie de boerenfox en een paar katten, die steeds bij de melkzeef op de melkbus vandaan gejaagd moesten worden. Opa had vier of vijf koetjes en Koos, het dikke, sterke Belgische trekpaard. Diny is nog besmet geraakt met tbc, maar de bacil had zich helemaal ingekapseld. Later op de lagere school kregen we nl van die krasjes en bij haar liepen die op en moest ze röntgenfoto's laten maken. Het was wel heftig toen Koos naar de slager ging. In 1950 trouwde mama immers met pa en behalve wij met z'n drieën gingen ook opoe en opa, die toen achter in de zestig waren mee naar "De Boomgaard". Pa had al een paar Gelderse paarden voor het werk en daar kon Koos niet bij. Het heeft tranen gekost. Eén van de hoefijzers is toen verzilverd en heeft altijd met een rose strikje boven de slaapkamerdeur van opoe en opa gehangen. Ik denk dat tante Hermien dit bedacht heeft. Dat ik altijd al zo gek op schapen ben geweest, stamt blijkbaar ook uit die allervroegste jeugd. Ik kan me de sterke ram wel herinneren met z'n driehoek van stokken om z'n nek. Dat was bedoeld tegen het uit de wei breken. Maar daar kon het toch niet van zijn. Een jaar of zes geleden stuurde tante Hermien me een fotootje van mama met een lam waar Gerke en ik als 2 jarigen mee aan het knuffelen waren. Toen begreep ik het. Als ik nu een schaap ruik word ik nog steeds helemaal warm van binnen. En honden.... ja...iedereen die deze weblogs volgt hoef ik niets meer te vertellen.
Vier jaar na de logeerpartij kwam ik dus in Hattem wonen. Ik logeerde de eerste paar dagen bij de fam. Aartsen, maar per 1 september 1962 begon mijn baan aan de Van Heemstraschool en kwam ik bij de fam. Sobering in huis...eigenlijk werd ik daar een soort lid van de familie. Ik heb het er erg goed gehad. Met Sietse ging ik iedere week naar een avond van het Rode Kruis. Dineke zat nog op de huishoudschool en was een heerlijke puber. Albert heb ik het eerste jaar weinig gezien, maar de verhalen beloofden veel goeds. Ha...! En mevr. Sobering was een lieve schat die haar gezin met stevige hand bestuurde. Ze zat in het Oranje Comité en met Koninginnedag liep ze mee in de optocht...ik denk zelfs achter de Chr. Muziek aan. Met Jan Gerrit Aartsen ging ik af en toe 's ochtends zwemmen. Het zwembad was gewoon een uitgegraven gat., een natuurbad heet zoiets. De kikkervisjes zwommen ahw zo je badpak in. Dat vond ik wat minder... Roelie, net zo jong als ik en met dezelfde opleiding was m'n steun en toeverlaat in goede èn minder goede tijden. Wat hebben we toen veel lol gehad,.... of niet Roelie?! Ineens werd oom Jan mijn baas en dus op school meneer Aartsen. Op school keek hij ook anders...enigzins uit de hoogte kon hij de hele school overzien. Iedere morgen stond hij op het hoge gedeelte van het plein te kijken hoe we de kinderen netjes twee aan twee in de rij zetten en daarna naar hun klas begeleidden. Toen Wim na een half jaar in beeld kwam was die perplex dat ik toch zo'n goede indruk van de beste man had en toen hij wat later in de tijd hem Achterhoeks hoorde praten met pa en mama wist hij niet hoe hij het had. Hij had niet zulke beste ervaringen...ook geen slechte, maar meer die "uit de hoogte" houding van meneer Aartsen was het wat hij zich juist herinnerde. Het klinkt niet erg vriendelijk, maar weet je dat hij vroeger ...heel stiekem...Aadje Rooiepoep werd genoemd.... Dat scheen met de kleur van zijn jas te maken te hebben. Ik heb het niet meer meegemaakt, maar er is mij uit betrouwbare bron gemeld dat hij vroeger naar school kwam met een soort bolhoed en een wandelstok. Die hing hij in de klas. Je moet het niet verder vertellen, maar toen Wim in de hoogste klas zat heeft hij eens, toen "het hoofd" aan de telefoon geroepen werd, de bolhoed opgezet en met de wandelstok in het rond gedraaid net zoals Charlie Chaplin deed. De klas grinnikte voluit, maar hield ook de adem in. Hij werd betrapt en zijn actie werd hem niet in dank afgenomen. Er volgden geen represailles...misschien kon meneer Aartsen er toch de lol van inzien. Toch had diezelfde meneer Aartsen wel vertrouwen in deze Wim, want als er een envelop met geld naar het postkantoor gebracht moest worden, mocht hij dat vaak doen. Niemand anders liep zo hard heen en terug als hij.
Het huis van de familie van der Kolk aan de Dorpsweg vlak naast de van Heemstraschool, zoals het er vroeger uitzag met die kleine ruitjes.
Het stadhuis van Hattem
De Dijkpoort Hattem is één van de oude Hanzesteden en ademt de sfeer van vroeger nog steeds uit.
In 1964 nam oom Jan afscheid als hoofd van de van Heemstraschool in Hattem om inspecteur het Chr. Onderwijs in Gorkum te worden. Dit jongetje heet ook Gerhard. Dat bracht me toen ik in verwachting was op het idee om Gerard naar Gerhard om te buigen wanneer het een jongetje zou worden! In Vorden kende ik maar één Gerard en die liep altijd met dikke snotterbellen onder z'n neus!!
Mijn allereerste kennismaking met Hattem dateert uit 1958. Ik was vijftien. Samen metGerke ging ik logeren bij haar Oom Jan en tante Bei. Oom Jan was de broer van onze oom Sjoerd, de kleermaker. Hij kon prachtig vertellen over een ridder, Heer Diederik. Tante Hermien liep niet zo met hem weg, want hij gedroeg zich soms alsof hij daar aan de Stationsweg nog thuis woonde. Als hij het koud had greep hij gewoon een trui van broer Sjoerd uit de kast. Tante Bei was vroeger verpleegster geweest en was een heel slank, bijna fragiel vrouwtje, maar heel hartelijk. Ze liep altijd op hoge hakjes. Ze vertelde tijdens onze logeerpartij dat ze vroeger in de verpleging die hakjes eerst niet mocht dragen. Ze liep echter zo slecht op platte schoenen dat het toch toegestaan werd. Het zou me niet verbaasd hebben wanneer ze een freule geweest zou zijn. In de grote vakanties kwam de familie vaak met de fiets naar Vorden. Ze logeerden dan bij Opa en opoe Aartsen. Die woonden vlakbij de kleermakerij aan de Wilhelminalaan. Deze keer gingen we dus met hen mee op de fiets..We fietsten over Deventer, daar gingen we de brug over en verder ging het over de Werverdijk langs de IJssel naar Hattem. Jan Gerrit was net zo oud als wij, Hans een paar jaar jonger. Ik kan niet anders zeggen...het was een gezellige logeerpartij. Alleen... Gerke voelde zich 's zondags niet lekker. Tante Beitske bleef bij haar thuis en ik ging met oom Jan en de jongens naar de grote Hervormde Kerk. Op een gegeven moment kwamen ze onverwacht in de benen. Ik haastte me om ook te gaan staan, maar nee... dat was alleen voor de mannenbroeders. Ik schaamde me natuurlijk, want ik dacht dat iedereen naar me keek. Het was de eerste keer dat ik met een gastenboek te maken kreeg. Het werd verondersteld dat Gerke en ik daar iets in zouden schrijven. Het kostte toen enige zweetdruppeltjes, maar het is gelukt! Het was al met al een leuk uitje en Hattem heeft een goede indruk achtergelaten. Toen ik op de Kweekschool m'n diploma had gehaald en ik nog aan het denken was of ik wel of niet verder zou gaan voor de hoofdacte, belde oom Jan. Er waren drie vacatures op de school waar hij "Hoofd" was. En of ik zin had om te solliciteren. En zo is het dus gekomen.
Hattem heeft op muzikaal gebied nog meer te bieden voor zijn inwoners èn omgeving. Het Chr. Mannenkoor D.E.V. gooit hoge ogen. Ik weet dat Kasper Spannenberg daar vaak als solist bij optrad. Mooie stem...... daar word je stil van. Er is ook nog Hattems Mannenkoor. Daar kwamen we pas achter toen we ergens in Noord Wales op een boerencamping een familie tegenkwamen uit Hattem met een tent die èn aan de Dorpsweg woonde èn waarvan de man van de tent bij Het Hattems Mannenkoor zingt. Het werd 's avonds al best koud, maar ze speelden zich warm met badminton of dronken even wat bij ons in de caravan. Gezamenlijk beleefden we de wilde paardenvangst. Er was een jong paard uit de buurt losgebroken en liep zomaar op de camping bij ons tegen de caravan aan te duwen. En zij stonden daar met een toch kwetsbare tent!! Het paard werd uiteindelijk weer door de buurman gevangen! Dan is er natuurlijk Jubilate Deo, een groot koor waar Ben en Niesje allebei al sinds ze getrouwd zijn hun beste stemgeluid aan geven. Iedere woensdagavond gaan ze naar "de zang". En ze kunnen wat. De Messiah...Die Krönungsmesse en het Requiem van Mozart. Er is ook nog een Oratorium Vereniging Con Amore en dan natuurlijk Kleinkoor Canto dat net als Jubilate onder leiding staat van Jaap Neuteboom. Een paar maanden terug heeft Kleinkoor Canto zelfs nog opgetreden in een kathedraal in Londen. De reis had nogal wat voeten in aarde, want de trein naar Calais was stampend vol. Toen ze verder wilden bleek dat een vriend van Ben, Piet Schuijn en eveneens buurman bas in het koor, z'n pas vergeten was. Nou ja...zonder dat kom je Engeland echt niet in. Hij moest hem best ophalen. Piet heeft die nacht niet geslapen, maar de andere morgen was hij wel in Londen en zong met hun koor de sterren van de hemel! Er schijnt ook nog een koor te zijn of geweest zijn dat "Looft den Heer" heette. Vroeger deed dat vaak mee aan allerlei concoursen. Ze hadden ook een trouwe supporter: Henneman. Ze kwamen eens thuis na een grandioze overwinning en ook Henneman zei: "Wi'j gaot heel Hattem deur. Ze zult weten dat wi'j 'ewonnen heb"! En daar gingen ze dan..Henneman zong al marcherend uit volle borst: Looft den Heer..1.2.3... gaat nooit verlo.ho.ren.. Looft den Heer..1.2.3... staat bovenaan!
Moeder van der Kolk in de tuin zoals die er toen uit zag. Opa Barink hielp hem onderhouden.
Behalve de Christelijke Muziek Vereniging telt Hattem nog meer muziekmakers. Je hebt er ook nog fanfares: de Arbeiders Muziekvereniging "Ontwaakt" en één genaamd "Ons Genoegen". En.... dan hebben we nog de blaaskapel "De Kleikloeten". Toen ik vroeger in Hattem mijn eerste baan aan de van Heemstraschool had gingen we met de hele school op Koninginnedag naar de Markt. Daar bij het Stadhuis werd het Wilhelmus gespeeld en gezongen. En dan werd er door de burgemeester een gelukstelegram voorgelezen, bedoeld voor onze koningin. En dan volgden de spelletjes op de markt en om de Grote Kerk. Intussen was moeder van der Kolk al heel druk geweest. Al die muziekcorpsen deden 's morgens al hun ronde door het hele stadje. Dat begon al heel vroeg. Om de beurt stopten ze dan op Dorpsweg 4 en werd iedereen van koffie voorzien. Daar was ze goed in...in het verzorgen van een natje en een droogje voor van die grote groepen. 's Avonds kwamen de Kleikloeten aan de beurt en was het hossen en nog eens hossen. Weet je niet wat dat is? Hossen .....? Dan wordt er door iedereen arm in arm, met grote slingers dus, door het stadje gelopen. Dat gaat er meestal nogal vrolijk aan toe. Lachen! Ik ben al eens in de drukte een schoen verloren. Daar ben ik trouwens een expert in. In die tijd reed ik bijna ieder weekend met de trein heen en terug naar Vorden. Pa bracht me ook wel eens naar de trein in Zutphen. Ik kwam een keer wat laat aan op perron twee en kon nog net in de goederenwagon springen. Ja dat mocht van de conducteur! Hij hees me er zelf in. Ik verloor alleen m'n schoen...ja alweer. Een schoen met een queenyhakje.. bleef achter op het perron. Paniek! Een man van de NS op het perron hoorde m'n noodkreet en riep dat hij hem met de volgende trein naar Deventer zou nasturen. Ik hinkelde in Deventer de trein uit en mocht bij het NS personeel een kopje koffie drinken tot m'n schoen er was. Ze kunnen bij mij geen kwaad meer doen ...die lui van de NS!
Op bezoek bij Piet en Marijke in hun mooi verbouwde boerderij in de Morvan. Marijke kookt héél lekker!
Ooit was Wim lid van de Christelijke Muziekvereniging Hattem. Na de eerste beginselen kreeg hij de Engelse hoorn als muziekinstrument. Het lijkt wel of de muziek er bij alle Hattemers ingebakken zit. Ze zijn allemaal min of meer muzikaal. Vader Gerard, Wim en Piet waren alledrie lid van de Chr. Muziek. Vaak waren er concoursen. Er moest flink geoefend worden... ook met het in de pas lopen. Dat bleek nog niet mee te vallen. De verhalen over alle missers van met name Daan de Graaf worden nog regelmatig opgedist. "Allemaal mis...kijk naar Daan...dat is de enige die goed loopt! Ze hadden een vaandeldrager: Potten Hannes. Toen ze eens gewonnen hadden op een concours zei die enthousiast:'" Jonges wi'j gaot achter het vaandel an heel Hattem deur. Ze zult weten dat wi'j ewonnen heb". De meesten hadden daar niet zoveel zin meer in. Toen Potten Hannes linksaf met het vaandel de Markt op liep doken de anderen gauw rechtsaf richting repetitielokaal. Piet heeft de meeste muziekgenen meegekregen wat betreft het instrumentale gebeuren. Hij speelt veel instrumenten, maar zijn specialiteit is de Bügel, een moeilijk te bespelen instrument. Daar moet je veel amazuur voor hebben...wat het ook betekenen mag! In militaire dienst, bij de politiekapel van Schiedam, later de Veluwse Brassband, een zelf opgerichte band voor bruiloften en partijen, die Piet heeft er wat af gespeeld! Nu woont hij met Marry met veel plezier in de Morvan en geeft les aan een combo, waaronder een saxofoon. En iedere dag speelt hij op z'n piano. Ook hun beide jongens Peter en Rob zijn bijzonder muzikaal. Toen in Hengelo de Chr. Muziek daar hoorde dat Wim voor z'n varen ook Engelse hoorn had bespeeld in Hattem had hij in een mum van tijd zo'n ding in huis. Maar nee...hij had er geen zin meer in. Al dat oefenen!! Maar hij zingt graag. In de kerk zitten we vaak in de buurt van een mevrouw met een mooie zuivere stem. Samen zingen ze dat het een lieve lust is. We kennen haar niet eens bij naam, maar als we haar ergens zien lopen zeggen we tegen elkaar:"Hé...zie je dat....de zangeres"! Tijdens zijn werkzaam leven wilde Wim nooit bij een koor...ja weer dat oefenen hè..! Nu zingt hij bij de Eemslander Shanty's èn het Chr Mannenkoor Valerius. Hij slaat geen keer over, zelfs vanavond niet! Mieke, hun dirigente heeft wegens gezondheidsproblemen haar stokje aan de wilgen moeten hangen. Heel jammer. Ze had al die mannen goed onder de duim. Ze gingen voor haar door het vuur! Ook Henry en Ben hebben mooie geoefende stemmen. Moeder van der Kolk zelf heeft nog steeds een goede stem al wordt dat in "De Bongerd" niet altijd op waarde geschat. Ze zit vaak te zingen of te fluiten wanneer ze zich wat verveelt! Vroeger werd er na de kerkdienst nog wel eens geoefend met een groepje o.l.v. meneer Dijkema. Pa van der Kolk vond dat helemaal niks en wanneer Zijn Siet na het afgesproken half uurtje nog niet terug was ging hij haar halen. Volgens de jongens spuugde hij van kwaadheid bijna zijn gebit uit wanneer hij zei:"Ik kom Siet nu halen, een half uur is een half uur... we gaan nu wandelen naar de bos"....!
De Korte Kerkstraat in Hattem, getekend door opa Gerard van der Kolk
In Hattem hebben veel mensen een bijnaam. Er wonen b.v veel Keyls. En om dan aan te geven welke je bedoelde werd er een bijnaam aan vast gekoppeld. Zo had je een Keyl die "de Zoere[" genoemd werd en ook een Keyl die " Bart deTaoje" heette. Dan was er nog een "Derkien de Konte". Derkien had weer een dochter .... "Jeanette de la Conté", was waarschijnlijk een wat chiquer typje! Dan was er ook nog een Mulder, genaamd "Gait de Koe" en den "Amerikaander". Iemand noemden ze om één of andere reden de "Strontkleppe", maar er was ook een "Goldkeerl". Neef Jan van der Kolk was er net zo één als Ben. Altijd in voor een humoristische opmerking. Toen hij een Hattemer voorbij zag lopen die heel erg trok met zijn been...werd die al gauw door Jan... Mefiboseth genoemd ( hij is geraakt aan zijn heup!) Toen moeder van der Kolk nog niet zo lang getrouwd was wilde ze de vuinisman iets vragen. Iedereen noemde hem Jan Maoten. Ze vroeg heel netjes: "Meneer van de Maten....."? Die antwoordde: "Ja...vrouw van der Kolk...je zegt het wel heel netjes maar eigenlijk heet ik....". In de Gasthuissteeg waar de jongens alle vier geboren zijn woonde ook een familie "Meussie". Tenminste... zo werden ze door iedereen genoemd. Ze heetten in het echt: De Weerd. Het was een apart slag volk. Wim is ooit door één van de grotere meiden achterna gezeten. De jongens waren daar in de steeg aan het voetballen en de bal ging Wims kant op "Hé... schup 'em es terugge", riepen ze. Maar Wim schopte hem precies de andere kant op. Dat had hij nou niet moeten doen! Ale van Meussie werd daarna zo kwaad dat die Wim twee keer Hattem rond achterna gezeten heeft. Wim wilde wel lopen ..en heel hard ook!
Nadat hij met de rijlessen ook een nieuw horloge en een trainingspak had opgespaard stopte Wim. Want deze vader van drie zonen ging weer aan de studie. Hij had ondertussen al een poging gedaan om de beginselen van het Frans onder de knie te krijgen. Dat bleek echter een druppel op een gloeiende plaat. Duits zou ook handig zijn, maar daar had hij het volgende op gevonden. Met Herr Elzasser, een inspecteur van de TÜV uit Duitsland had hij een afspraak gemaakt. Hij zou zich zo goed mogelijk in het Duits uitdrukken en Herr Elzasser zou hem, telkens wanneer hij iets echt verkeerd zei, verbeteren. Zo liepen ze samen alles al pratend en verbeterend te inspecteren in de Pijpenbuigerij. Ik kan je verzekeren dat hij nu gemakkelijker Duits spreekt dan ik. Hij gebruikt geen enkele naamval, terwijl ik het allemaal zo perfect mogelijk probeer te doen. Op het gebied van kwaliteit had hij al heel wat certificaten en diplomas verzameld, maar nu kwam het echte grote werk! In de avonduren ging hij de Stork- HTS volgen. In drie jaar tijd had hij geen tijd voor iets anders. Alleen volleybalde hij nog. Er werd serieus geblokt. Minstens 1 keer per week zat Wim met twee jonge mannen die bij ons in de buurt woonden aan de grote tafel te blokken. De beide Klazen, beiden MTS-ers, vonden het wel gezellig bij ons en zij hielpen Wim met een soort hogere wiskunde. De laatste avond voor de vakantie kwamen ze dan met een kratje bier en een fles wijn voor mij aanzetten Moselblümchen. Ken je dat..? Aan het eind van de avond was alles op. Ik weet nog dat ik begon te lachen toen ik de trap op kroop en dat ik nog lachte toen ik in bed lag! Het heeft geen van drieën windeieren gelegd. Wim werd Chef Afname. Maar zijn grootste beloning is toch wel een originele koperen plaat van één van de eerste Storkketels uit 1909. Hij kreeg die van inspecteur Buis van het Stoomwezen. Storkdirecteur Ketel- en Apparaten Bouw dhr Scheffer vond dat die plaat bij hem op kantoor hoorde te hangen. Via slinkse wegen heeft hij vaak geprobeerd Wim die bijzondere plaat afhandig te maken. Een laatste poging deed hij nog in 1983 toen Wim het bij Stork voor gezien hield. Tot dan had het achter zijn bureau op de muur gehangen. Wim was niet te vermurwen. Hij had hem persoonlijk gekregen. Uit! De plaat ging mee naar Emmen en hangt nog steeds op een ereplaats bij ons in de kamer! "Later" mag deze bijzondere plaat naar het Stork Museum. Klaas Renting kreeg een leidinggevende functie bij een bedrijf in Coevorden en de andere Klaas bij de NAM. En alle drie wonen ze nu........ in Emmen en omgeving!
Nog een wens, maar nu van ons beiden: vakantie in Wales en/ of Schotland! Hier picknicken we op één van de Summer Isles ten westen van Ullapool.
Weet je wat mij nou zo mooi lijkt, zei Wim heel heel lang geleden. Een gasfornuis met een oven waarin zon kijkraampje zit. Toen we trouwden ging zijn wens in vervulling. Hij had als kind nog een wens. Hij hoopte ooit nog eens in een auto te mogen rijden. In Hattem reden er nog maar drie. Alleen dokter van Haeringen, de burgemeester èn de notaris hadden er in die tijd één! Die wens kwam al eerder uit, want af en toe huurden we een auto om een dagje uit te gaan. Dat vonden we allebei geweldig. Toen we dan eindelijk met een beetje hulp van pa zelf ons eerste kevertje kregen kon zijn geluk niet op! Maar zijn wensen hielden niet op . Hij wilde uiteindelijk ook zo graag zelf rijlessen geven. Nu hadden we in Hengelo een buurman die een rijschool had: De Centrale. Wim keek er wel eens verlekkerd naar wanneer buurman weer met een leerling op pad ging. Ik kan me niet herinneren hoe het kwam, maar op een gegeven moment maakten ze een praatje èn ..Wim mocht laten zien wat hij kon. Zo heeft hij meer dan een jaar lang een avond in de week en zaterdags rijles gegeven. Tussendoor kwam hij snel even thuis koffie drinken. Hij zorgde er altijd voor dat hij gedoucht en gepoetst op pad ging. Zijn eerste klant zaterdags was een dame. Als die bij Wim in de lesauto stapte, zuchtte ze soms en zei:Meneer van der Kolk wat ruikt u weer lekker! Irish Moss was het...vond ik ook lekker. Ja .Wim houdt van lekkere luchtjes. Voor zn laatste verjaardag kreeg hij van beide schoondochters een lekkere eau de toilette. Hij vindt ze allebei even lekker hij kan niet kiezen! Met zn rijlessen spaarde hij lekker. Daarmee vervulde hij weer een nieuwe wens: een autoslipcursus. In Reutum werd die gegeven. Hij kwam opnieuw enthousiast thuis met zn certificaat: hij kon veilig slippen. Na die tijd draaide hij vaak enthousiast rondjes op een gladde weg tot groot plezier van de jongens, maar voor mij had het niet gehoeven! Een jaar of tien geleden heeft hij dat nog eens dunnetjes over gedaan, maar dit keer met alle drie de jongens. Vlak bij ons is nl ook een slipbaan. Ze hadden de dag van hun leven! En zo blijft er altijd wat te wensen!....
Onze aller- aller-eerste vakantie als gezin ging naar Markelo. Het was mei 1969. Piet en Marry woonden nog in Schiedam. Piet was daar politieagent. Hij kon daar heel beeldend over vertellen. Wij hadden Gerhard en Rick al en zij Peter en Bertje, zoals hij toen nog genoemd werd. We besloten spontaan om samen in Markelo een huisje te huren. We bereidden ons daarop voor tijdens een weekend in Schiedam. Ze woonden daar boven in een flat. De hele zaterdagavond hebben we gekaart...tot in de kleine uurtjes. De kinderen sliepen als rozen. Maar de volgende morgen waren de boys wel op tijd wakker. Er klonken vreemde geluiden vanuit de keuken. Tegelijk namen we poolshoogte. Daar zaten Gerhard en Peter op het aanrecht, de benen in de gootsteen, zich onder de kraan schoon te spoelen. Ze zaten onder de eierstruif. Ze hadden de koelkast open en dicht gedaan en op één of andere manier was er wat mis gegaan. "Dat heeft Peter nog nooit gedaan", sprak Marry. Gerhard natuurlijk net zo min, maar ja....met z'n tweeën bedenken ze meer. Eigenlijk was er niet eens zoveel voor te bereiden en met de box voor Rick ingeklapt op het dakje van onze Volkswagen en verder helemaal afgeladen reden we begin mei naar het zomerhuisje in Markelo. We hebben daar met z'n allen een geweldige week gehad met schitterend weer. De kinderen kropen bijna naakt in het rond. We zagen de unieke samenwerking tussen Piet en Marry wanneer er weer een kind de boel ondergespuugd had. Na een week was het jammer genoeg voorbij. We vertrokken weer richting Hengelo en Piet en Marry naar Schiedam. We konden onze spullen niet meer in het kleine kevertje krijgen. Daarom klapte Wim de box maar uit op het dak en wat niet meer in de auto kon werd daar gewoon ingekiept. Piet en Marry schijnen dit beeld van die opengeklapte box vol spullen op het dak van dat kleine Volkswagentje nog steeds niet kwijt te zijn.
Samen met broer Piet in de Morvan. Aan een oude boerderij is altijd wel wat op te knappen.
Wim is geen echte klusser. Hij heeft wel bijna overal verstand van op technisch gebied dan. En wanneer er een oplossing gezocht moet worden ergens voor is hij net als zijn broer Ben. Hij slaapt niet rustig voordat hij die gevonden heeft. Maar timmeren of metselen /tegelen daar houdt hij niet van. Nee hij is niet voor bouwvakker in de wieg gelegd! In de Marnixstraat heeft hij zich, meer uit noodzaak, goed gehad. Daar heeft hij de keuken vernieuwd. Alle apparaten konden er onder en in de hoek een compleet afgetimmerde plek voor een grote gasboiler! Er werd een klein muurtje weggebroken, maar daar had hij een mannetje voor, ook om het weer netjes af te werken. Maar de troep die afgevoerd moest worden èn de stof die het allemaal met zich meebracht zit me nog vers in het geheugen! Nee wij houden niet van verbouwen. Wim kan daarentegen met verve vertellen hoe en hoe snel Geert en Henk de oude badkamer er uitgebroken hebben, terwijl hij met zn voet int gips zat, ik op schoolkamp was en er een nest met jonge honden van moeder Kim en inderdaad een nog jonge vader Scott naast de open haard te vinden was! De vloer, de tegels, een muurtje met deurkozijn en het bad, alles ging eruit. En het lag allemaal op de kar voor het Wereldkampioenschap voetbal op de tv om half negen begon. Nu moet er een nieuwe opslagplek voor het hout van de houtkachel getimmerd worden, maar Wim zucht. Daar wacht ik al twee jaar op. We kunnen nog geen nieuw hout inslaan. Het oude geïmproviseerde afdak, dat Mark ooit in een vakantie voor ons gemaakt had, is nu in elkaar gezakt. Nu heeft Wim toch weer een mannetje gevonden. Eerst voor advies , maar warempel die wil ook helpen timmeren. Hoi!
Wim houdt niet van plagen ook niet van even stoeien. Ooit heeft hij in een onverwacht dolle bui met Henry gestoeid. Die heeft 14 dagen met een dikke neus en een blauw oog gelopen. Hij heeft dan zo de schrik te pakken dat hij nooit weer gestoeid heeft. Hij kende zijn eigen kracht niet! Nee . en plagen kan hij ook niet. Daar houdt hij gewoon niet van. Hij komt niet op het idee. En geplaagd worden is al helemaal niks voor hem. Ik wel. Ik kan het niet laten. Maar aan Wim is weinig eer te behalen. Wanneer je hem onverwacht aan een kietelbeurt onderwerpt kijkt hij alleen verbaasd. Niks an. Ooit aan de Jan Voermanstraat ligt hij boven te slapen gewoon overdag. Anda komt langs . Gezellig! Ik vraag Gerhard ( ik denk dat hij een jaar of vijf was) of hij papa even wakker wil maken. Anda komt op het lumineuze idee om te zeggen:Neem de gieter maar mee..... Waarom, vraagt hij nog. Nou gewoon een beetje bij zn nek gieten. Dan wordt hij vanzelf wakker", zeg ik dan. Ha ha...! Gerhard doet dat en giet Wim een beetje..of misschien een beetje veel water in de nek. Die haalt van pure schrik zo uit dat het bij Gerhard brullen geblazen is. Anda kiest gelijk het hazenpad! Wim is zeer ontstemd. Nee na die tijd ben ik met Wim wat voorzichtiger geworden. Bij de jongens heb ik meer sukses. Die heb ik al wat achterna gezeten met de sproeier of lekker doorgekieteld. Gillen jongens! Dat is toch veel leuker. Wanneer met mooi zomerweer Klaas en Sanny met Ipe en Renny van de partij zijn is het helemaal feest. De gieter wordt aan de droogmolen gehangen met de tuinslang er in. Het waterballet kan beginnen. Zelfs Wim ontdooit dan, al houdt hij zich wat afzijdig. Gerhard kan jammer genoeg ook aardig tegen kietelen, net als Rick. Met Mark is het een ander verhaal. Daar moet ik mee uitkijken! Als die wat groter is pakt hij me gelijk terug. En wanneer ik de sproeier bij het auto wassen of de tuin sproeien per ongeluk laat uitschieten richting Mark, is hij er ogenblikkelijk bij om me die sproeier afhandig te maken. Een dondersteen! Ja en dan weet je het wel. Dan ben ik aan de beurt om te gillen!
Tante Gerritje zei eens terwijl ze Mark zn schoolfoto zag toen hij een jaar of 9 was: Wat liekt den toch op oe! Ik heb dat vroeger nooit zo duidelijk gezien. Maar nu ik die schoolfoto van mij weer zie, snap ik haar! Mama zei wel eens: Kiek toch es .Mark zet de bene net zo neer as Wim. Dat zag ik toen ook. Ach ieder kind is een mengelmoes van voorouders van beide kanten. Van Gerhard werd gezegd dat hij een echte van der Kolk is. In Aalten ging ik bij mensen op bezoek met hem en die zeiden:"Je kunt wel zien dat het er één van jou is...hij heeft dezelfde ogen"! Toen Rick net geboren was zag ik eerst zn vrij uitgesproken neus: een echte Egginks-neus dacht ik nog. Nu is het een keurige neus geworden. En .. hij heeft zn eigen droge humor net als Wim. Ooit zei Wim eens in een vakantie in Badenhard toen Rick niet door wilde eten met zn Brinta: Rick .die is zo lui den moj de pap nog in de bek spieën! Zonet belde Rick even: "Het is hier operatie zwembroek"! Hij doelt op de verwarming die even hoog is gezet nadat Wim de boel bij hem ontlucht en bijgevuld heeft. Moet je wel snappen! Toen Mark opgroeide ontdekte ik dat hij zich net zo gedroeg als ik vroeger, maar dat ik dat later niet meer durfde. Hij zegt gelijk wanneer hij iets niet wil of dat hij er anders over denkt. Gerhard lijkt qua karakter veel op Wim doortastend als het nodig is en trouw, maar zegt niet alles wat hij denkt. Toen Johan vroeger als peutertje van de keldertrap viel..liep mama huilend de andere kant op om pa te roepen en opoe raapte hem toen op. Ik zie hem nog zitten met tranen in zn oogjes en een groot verband om zn hoofd bij opoe op schoot. Ik loop ook het liefst weg bij dat soort ellende. Wim niet. Die pakt gelijk aan .doet wat gedaan moet worden. Gerhard ook. Toen we in Hengelo aan de Marnixstraat woonden was ik in de ban van wol spinnen en verven met natuurlijke materialen. Ik leerde hele klassen spinnen met de spintollen die Wim voor me gemaakt had. Van Johan en Joke kreeg ik een hele zak met bladeren van de walnotenboom. Daarmee kreeg de wol een hele mooie bruine kleur. Die bladeren moesten eigenlijk eerst gedroogd worden, want ze waren nat en dan zou de boel gaan schimmelen. Dat deed ik dus in de oven van het gasfornuis op een heel lage stand. Even later keek ik even. Daar vloog toen gelijk de boel in brand. Ik gilde: O..o . brand de bladeren. Gerhard was toen denk ik 11 jaar. Hij liep naar het fornuis deed de ovendeur dicht en draaide het gas uit! Wat was ik blij met hem!
Wat is dit? Het dekseltje van de suikerpot ligt onderin de theepot. Wim gaat siaasappels persen en thee zetten. O dat is gisteren al gebeurd. Ik wilde de deksel op de theepot doen en toen had ik de verkeerde deksel in mn hand te laat. Ik wil nog zeggen:Lach niet! Maar Wim lacht me niet zo gauw uit. Die is alleen verbaasd over de stommiteiten die ik zelfs op 64-jarige leeftijd nog al eens uithaal. Nee .aan uitlachen heb ik een hekel. Daar kan ik slecht tegen. Wanneer ze me vroeger wel eens uitlachten om mn naam Heintje, vond ik dat verschrikkelijk. Ha ha Heintje Davids ha ha! Deze Heintje was een klein gezet vrouwtje met knalrood aangezette lippen en een spraakwaterval van hier tot gunder. Pa en mama zijn eens op Koninginnedag naar een avondje met Heintje Davids geweest. Was ze eigenlijk een zus van de grote Louis Davids?.... Het enige wat mama ervan zei de volgende morgen was: Foi foi, wat een mense, maor greun o wat greun! Daarmee bedoelde ze dat Heintje erg pikant uit de hoek kon komen. Nee ik kon er slecht tegen om met haar vergeleken te worden. Toen ik een jaar of 17 was wilde ik wat gaan afvallen wat met weinig moeite ook lukte. Ik fietste toen iedere dag naar Doetinchem wat een uur heen en een uur terug betekende. Maar toen ik eens voor pa uit liep op het land om te helpen zei hij iets van: D'r is nog zat an blieven zitt'n. Wat later had hij het over betonstampertjes waarmee hij mijn benen bedoelde. O o wat leuk! Daar word ik zo giftig van. Jij bent ook zo gauw op je teentjes getrapt, zegt Wim wel eens. Ik ben vaak in gedachten als ik onderweg ben. Lang geleden ben ik al eens toen ik uit school kwam gewoon achter op een stilstaande vrachtauto gefietst. En zeer dat het deed. Ik was helemaal verdoofd, maar denk maar niet dat ik het thuis vertelde. Toen ik dinsdag naar het zwembad ging, reed ik gewoon door richting Scheperziekenhuis en had het toen pas in de gaten. Ik vertelde het toen ik thuis kwam maar zei er gelijk bij: Lach niet. Maar Wim lachte niet. Die schudde alleen zn hoofd.
Weten jullie eigenlijk dat wij vroeger best wel sportief waren? We zijn bijna altijd op volleybal of gym geweest. Op een bepaald moment toen we nog aan de Jan Voermanstraat woonden moest toch nog meer aan de conditie gewerkt worden, vond Wim. Vlakbij ons in het Weusthagbos was een trimbaan. Die zouden we dus gaan benutten. Iedere dag wanneer Wim thuis kwam stond ik in trainingspak klaar en gingen we in looppas naar de trimbaan. Ik kon Wim natuurlijk nooit bijbenen, bleef achter die hoge palen haken waar we al trimmend overheen moesten springen en lag dan al gauw in de modder. "Laten we ieder ons eigen tempo maar aanhouden", stelde Wim toen voor. Aan het eind zat ik onder de blauwe plekken...met een smerig trainingspak en was afgepeigerd. En dan moesten we ook nog eten. Nee..dat trimmen heeft Wim daarna nog een poosje alleen volgehouden, maar toen was het ook voor hem finito! Toen we aan de Marnixstraat gingen wonen hadden we leuk contact met een bevriend collega-gezin met drie meisjes, de familie Wind. De mannen vonden het een leuk idee om in de Luchthal een baan te huren om met ons vieren te gaan tennissen. Eerlijk gezegd leek dat tennis me wel wat, maar de jongens mee..... dat was even wat anders. "Geen probleem wij nemen onze meiden ook mee. Die vermaken zich echt wel". Dus wij gingen met z'n allen naar de Luchthal. De drie meisjes begonnen ogenblikkelijk te tekenen en te kleuren, niet te geloven! Die boys van ons wilden niet tekenen of stripboekjes lezen. In een tennishal waar de ballen over en weer vlogen, wilden zij ook met de bal. Ze liepen ons constant voor de voeten en voor mij was het plezier om te leren tennissen er al gauw af. Wim was echt pissig...die had er geen last van, maar ik kon me niet concentreren en deed alles verkeerd. Klaar....afgelopen...tennis...nee! Nee laat mij maar gewoon volleyballen op een vaste avond met ons eigen ploegje, met Betsy en Marijke. Wat hebben we een plezier gehad! Wim was bij een fanatieke Volleybalvereniging en kon zich hier helemaal uitleven. Je weet wel ...iedere week trainen en zaterdags een wedstrijd. Soms ging de hele ploeg na de wedstrijd mee om er een avondje sauna aan vast te knopen. Nu.... is Wim actief bij twee koren, de Eemslander Shanty's en het Mannenkoor Valerius, een ander soort ontspanning. En ik....ga aquajoggen...lekker bewegen in het water. Ook leuk...toch?
Zoals Ben en Niesje de laatste 10 jaar in hun vakantie op ons huis en menagerie passen, gebeurde dat 30 jaar geleden ook al een paar keer, maar dan met de kinderen. Ze ontdekten dat de omgeving van de Marnixstraat in Hengelo vele leuke kanten heeft. Volgens mij speelde het Kristalbad daarbij een hoofdrol. Paul Sietse deed hier z'n eerste zwemslagen. Gerard was en is de moppentapper van de familie. Hij houdt gewoon niet op. Hij heeft ook een bepaalde opmerkingsgave. Toen hij op de kleuterleeftijd was kwam hij met Niesje langs het Groene Kruisgebouw in Hattem, waarop aan de buitenkant inderdaad een groot groen kruis zit. Vroeger ben ik daar met Gerhard nog naar het Zuigelingenbureau geweest. Het was in de Paastijd en Gerard had vast goed opgelet bij de bijbelverhalen over Pasen. Plotseling zegt hij tegen Niesje: "Ik weet waar ze de Here Jezus naar toe gebracht hebben....". Niesje is benieuwd: "Nou"? "Hier....kijk...naar het Groene Kruis"! Een tijdje later zien ze dat een stel jongens wat wild bezig zijn om een groot hekwerk te vernielen door er met brommers hard tegen aan te rijden. Hij heeft het bekende bordje er op zien zitten, kijkt naar de grote vernielers en vraagt aan Ben: "Mag dat wel van meneer Heras"? Ook met Catharina was het vroeger wel eens zweten . Niesje zat eens met haar in de trein met tegenover zich een man met een hele grote rode neus met een pukkel. Niesje dacht nog even van...laat ik maar niks zeggen....misschien ziet ze het niet. Maar Catharina had het opgemerkt en deelt de meneer gewoon mee: "Meneer...u hebt een hele grote pukkel op uw neus"! Daar sta je toch mee uit! Toen ik eens met de jongens naar Velp ging toen Diny en Ben daar woonden, kocht ik kaartjes voor de trein en meldde voor de kinderkaartjes hoe oud de kinderen waren. "Mark is 3, Rick is 5 en Gerhard is 7 jaar", waarop Gerhard het afmaakte..."en mijn moeder is 29".
__Ben en Niesje met een paar van de kleindochters. ---Oud Hattem is mooi gebleven