Een maand geleden wandelde een kleine bruine beer doodgemoedereerd de tuin van de familie Logar in het Sloveense dorpje Podvrh (ineens waren de klinkers op) binnen. Hij zag er erg onderkomen uit, wellicht had zijn moeder hem in de steek gelaten. De vriendelijke familie besloot daarom de zorg van het drie maanden oude berenjong op zich te nemen.

Ze gaven hem zelfs een naam: Medo, wat Sloveens is voor beer. Beertje de beer, dus. Beetje inspiratieloos, maar niet getreurd: Medo heeft het geweldig naar zijn zin in zijn nieuwe omgeving. Hij heeft een eigen sofa om op te kauwen, hij ravot met zijn adoptievader Matavz en hij is de beste maatjes met de hond des huizes. Medo wil er nooit meer weg, en de familie Logar wil hem ook nooit meer kwijt.

Dolletjes, maar het probleem is dat Medo binnen afzienbare tijd een vervaarlijke volwassen bruine beer zal zijn, die de hond des huizes liever opeet dan ermee te ravotten. Daar heeft Matavz Logar rekening mee gehouden, beweert hij: hij heeft al een bouwaanvraag lopen om een groot stuk van zijn land te omheinen, zodat Medo er kan leven zonder iemand kwaad te berokkenen.

De Sloveense dierenbeschermers steigeren bij het idee en eisen dat Medo terstond uit zijn pleeggezin wordt weggehaald en naar een dierentuin wordt overgebracht. Die strijd om het hoederecht over het berenjong houdt al weken de Sloveense samenleving in de ban. Misschien is co-ouderschap een optie.