Vergeten groenten Zeekraal.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zilte zeelucht op je bord
Flirten met de waterlijn Langs de Europese en Noord-Amerikaanse kustlijnen groeit sinds eeuwen de zeekraal, levend op het ritme van de getijen. Het is een zeegroente die veel weg heeft van een mini-cactus: sterk vertakte, vlezige stengels, maar dan zonder de stekels, die maximum zo'n 20 cm hoog worden. Zeekraal is verwant aan biet en spinazie, en er bestaan verschillende soorten van. Ze kan best wat zout verdragen en gedijt in het zeewater in zogenaamde schorren: begroeide, buitendijkse gebieden die onder invloed staan van eb en vloed. Zeekraal wordt ook door verschillende dieren erg gesmaakt, op begraasde schorren niet in het minst door vee. Ook vogels zijn er dol op. De zeekraalkokermot is een piepklein vlindertje dat haar eitjes op de zeekraalplant legt. Voor het zich tot een vlinder ontpopt zal het jonge rupsje zich tegoed doen aan jonge zeekraaltakjes, om vervolgens de zeekraalstengel als koker gebruiken.
Van armenvoedsel tot delicatesse Om één of andere reden kreeg de Griekse held Theseus zeekraal voorgeschoteld voor hij Ariadne uit de klauwen van de monsterlijke Minotaurus redde. Ook in Europa is de zeekraal (Salicornia europea) blijkbaar niet van gisteren: zij duikt al op in de kroniek van Zeeland uit 1751 als de "vrucht deezes Land". Vandaag maakt zeekraal samen met haar broertje lamsoor opgang in supermarkten als een nieuwe delicatesse. Lange tijd werden deze zeegroenten beschouwd als voedsel voor arme mensen, die het naar hartelust konden plukken. Dat is niet langer zo: momenteel zijn het specialiteiten waarvan je maximum vijf kilogram per dag mag oogsten voor eigen gebruik. Zeekraal en lamsoor hebben trouwens een mooie toekomst voor zich. Met de groei van de wereldbevolking en het schaarser worden van zoetwater, onderzoeken wetenschappers welke gewassen geïrrigeerd kunnen worden met zeewater. Geen van de top vijf gewassen die door mensen gegeten worden (tarwe, maïs, rijst, aardappelen of sojabonen) kan zout verdragen. Zeekraal is als zogenaamde halofyt (zoutminnende plant) toleranter, en kan om die reden vlotter ingeschakeld worden in de "zoute landbouw". De groente is geschikt als veevoer en uit haar zaad kan een nootachtige olie gewonnen worden. Ook duurdere restaurants hebben zeekraal en lamsoor ontdekt. De vraag is groter dan het aanbod, waardoor veel zeekraal uit Bretagne moet worden aangevoerd. Goedkoop is zeekraal niet. Het plantje wordt met de hand geoogst, want wegens de glibberig zachte ondergrond van de schorren is het niet mogelijk om machines in te zetten.
In de keuken Zeekraal smaakt naar de zee, hoe kan het ook anders. Zowel de blaadjes als de stengel zijn krokant, aromatisch, en doen denken aan een zilte zeebries. De groente is erg zout en als je ze gebruikt in gerechten hoef je geen zout meer toe te voegen. Om eventueel de ergste zoutsmaak weg te nemen, kan je de groente een paar uur in ijskoud water laten staan. In restaurants zal je deze delicatesse vaak vinden als garnering bij visschotels, maar de veggie-minnende fijnproevers kunnen ze aan vele andere gerechten toevoegen. Je kan zeekraal koken in water voor een kleine tien minuutjes, of je kan de groente rauw verwerken. Gebruik ze bijvoorbeeld overal waar je normaal algen zou gebruiken, met dat verschil dat zeekraal een aangenamere textuur heeft en lekker crunchy is. Je kan ze combineren met andere groene groenten, of zelfs met gebakken of gegratineerde aardappeltjes. Zeekraal laat zich ook toevoegen aan soep als garnituur, en vooral aan salades. Of gebruik ze als aperitiefhapje: gewoon heel kort opkoken, verfrissen en dan op een schaaltje plaatsen voor bij een glaasje witte wijn of champagne.
Voor je de zeekraal gebruikt, was je ze even en controleer je best vooral de onderste vertakkingen, waar wel eens een harde stam kan inzitten. Je kan de groente vier à vijf dagen bewaren in de koelkast.
|