Fotografeer nu voor later, maar weet ook dat later NU is ! KLIK OP DE FOTO VOOR EEN VERGROTING
03-03-2006
FIRENZE- PALAZZO PITTI -BOBOLITUINEN
Het paleis met de naam Palazzo Pitti was in de vijftiende eeuw de residentie van de koopman Luca Pitti, die dit bouwwerk in de periode van 1440-1458 liet bouwen. De structuur is een vierkant geheel, dat gelijk was zowel in hoogte als diepte. Het gebouw heeft drie verdiepingen en is via drie ingangen op de begane grond bereikbaar. In latere jaren zijn er twee vleugels aan het bouwwerk toegevoegd.
Het paleis is ook enige tijd de residentie geweest van de Italiaanse koninklijke familie.
Tegenwoordig is in dit paleis de Gallaria Palatina gevestigd, een galerie met vele schilderijen van beroemde Italiaanse schilders, maar bijv. ook van Antoon van Dijck en Rubens.
Achter dit paleis liggen de wereldberoemde Boboli-tuinen. Toen de familie Medici het paleis in 1550 aankocht, werd er tegelijkertijd ook begonnen met de aanleg van het park, dat oorspronkelijk 320.000 vierkante meter omvatte en tegen de helling van de Boboliheuvel werd aangelegd. Hierdoor zijn er ook hoogteverschillen te overbruggen tijdens een bezoek aan deze tuinen. Het is ontworpen door de tuinarchitect Niccolò Pericoli. Zijn ontwerp zou als voorbeeld dienen voor vrijwel alle koninklijke tuinen in Europa met inbegrip van Versailles. In de loop der eeuwen werden de tuinen ook voorzien van vele kunstwerken, fonteinen en beeldhouwwerken. Daarnaast is er een amphitheater en een koffiehuis (1774) en tref je er vijvers aan.
De Ponte Vecchio is één van de oudste bruggen in Italië en heeft een lange geschiedenis. Al omstreeks 120 n. Chr. liep de oud Romeinse weg, Via Cassia, hier op het smalste punt van de Arno via een brug over de rivier. Net als veel andere Italiaanse bruggen is ook deze brug meerdere malen herbouwd op dezelfde plek. In 1333 werd zelfs de stenen brug door het water van de Arno weggevaagd en werd in 1345 begonnen met de bouw van een nieuwe brug en op die constructie is de huidige brug gebaseerd.
In de dertiende eeuw begonnen de eerste handelaren en handwerkslieden zaken te doen op deze brug. In het begin waren dat vooral smeden en leerlooiers en later de slagers. De winkels werden in het begin symmetrisch aan beide kanten van de brug gebouwd, maar in latere jaren waren de eigenaren vrij om naar eigen behoefte aan te bouwen of te verbouwen. Dat is duidelijk aan deze brug te zien, als je die aan de buitenkant waarneemt.
In 1565 werd de bouw voltooid van een doorgang boven de winkels voor de regerende elite, zodat deze zich niet tussen het gewone volk moest begeven om zich van het Uffizi naar het Palazzo Pitti (waarover later meer) te verplaatsen. Deze doorgang wordt de Corridoio Vasariano genoemd.
De slagers moesten in de zestiende eeuw het veld ruimen op last van Ferdinand I, omdat zij stankoverlast veroorzaakten en de Arno vervuilden met hun afval. Sindsdien kent deze brug een lange galerij met veel goudsmeden en juweliers, die het beeld van de brug domineren met hun mooie etalages, waaraan toeristen zich vergapen.
Eén van de vele bezienswaardigheden in Firenze is de kathedraal met de welluidende naam Santa Maria del Fiore. Deze op drie na de grootste kathedraal van Europa is ook het meest dominerende symbool van deze stad en staat midden in het historische centrum. Naast de kathedraal staat de Campanile, de klokkentoren.
In 1296 werd met de bouw begonnen, maar uiteindelijk heeft de bouw enkele eeuwen geduurd. In de verschillende bouwfasen werd het oorspronkelijk bouwplan meerdere malen gewijzigd door de verschillende bouwmeesters. Aan het einde van de vijftiende eeuw kwam er voorlopig een einde aan de bouw en werd de lantaarn op de top van de koepel voltooid.
De koepel heeft een diameter van 45,50 meter en het hoogste punt van de grond tot de top is 91 meter.
De 14e eeuwse Campanile bestaat uit verschillende soorten marmer en wordt wel beschouwd als één van de mooiste ter wereld en heeft een hoogte van 85 meter.
Doordat de kathedraal in het historische centrum staat is het niet mogelijk een totaalbeeld van deze kathedraal te fotograferen. Vandaar een aantal deelfoto's.
Economische bloei gaf de bovenlaag van de bevolking de gelegenheid om van het leven te gaan genieten en werden kunsten en wetenschap door de rijken ondersteund. De Middeleeuwen behoorden in de vijftiende eeuw tot het verleden en de klassieke beschaving van de Oudheid werd herontdekt : De Renaissance deed haar intrede. Onder invloed van het humanisme, de ontdekkingsreizen, de wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen, wordt de aandacht voor de mens als individu steeds groter.
Was Frankrijk in de Middeleeuwen het centrum van de kunst en architectuur, het was Italië, en met name Firenze, dat het centrum werd van de Renaissance.
Kunstenaars als Leonardo da Vinci ( Mona Lisa), Michel Angelo (David) en Botticelli zijn namen die je in dit verband vaak tegenkomt.
In de Uffizi-musea tref je veel kunst aan uit deze periode. Botticelli is vooral bekend geworden door zijn schilderij De geboorte van Venus, waarvan we hier een reproductie bijvoegen. Op de onderstaande afbeelding een detailopname van dit meesterwerk.
Detail van het meesterwerk van Botticelli's "De geboorte van Venus". Het beeldt echter, ondanks de naam, niet de geboorte af van Venus (uit zeeschuim), maar haar aankomst op een grote drijvende schelp op het eiland Cythera. Eén van de Italiaanse Euromunten toont ook een detail van dit werk, namelijk het hoofd van de godin.
Ik kreeg een foto van Marianne Timmer, onze gouden winnares op de Olympische Winterspelen in Turijn, onder ogen en vond de gelijkenis met de Venus van Botticelli treffend. Reïncarnatie ?
Na Carrara staat Firenze ( Florence) op ons reisprogramma, de hoofdstad van Toscane. Deze stad ligt aan de rivier de Arno en telt ongeveer 400.000 inwoners. Het is de bakermat van de Renaissance en daardoor een van de bekendste cultuursteden van Europa.
De stad werd in het jaar 59 gesticht door afgezwaaide Romeinse soldaten, die het de naam Florentina gaven. In het Latijn betekent dit moge zij bloeien.
Die wens is vooral verhoord door het koopmans- en bankiersgeslacht van de Medici, dat de stad regeerde vanaf de 15e eeuw tot 1737. De meeste leden van dit geslacht hadden een grote belangstelling voor zowel schilder- en beeldhouwkunst als ook voor architectuur en literatuur. Rijk geworden als kooplieden en bankiers wisten de Medici steeds meer politieke macht te verwerven en hun fortuin te vergroten. Daarnaast bracht dit geslacht ook nog drie pausen voort en twee koninginnen van Frankrijk.
Het belang van Firenze als handelsstad blijkt onder meer uit het feit, dat de plaatselijke munt, de Fiorino dOro ( Gouden Florijn) , zijn naam ontleende aan veel andere munten, zoals de Hongaarse forint en de Nederlandse gulden, die in het begin ook Gulden Florijn heette.
Ook hier duikt de naam van Michel Angelo weer op. Hij huurde in zijn tijd een kamer in Carrara en reed vele malen op een muilezel de bergen in om zijn marmer ter plekke uit te zoeken. Een bekende uitspraak van hem is:
De ware beeldhouwer voegt niets toe, zoals dat met klei gebeurt, maar bevrijdt door hakken de sculptuur uit de steen. Het beeld verbergt zich al in het oermateriaal, het idee ervoor zit in het hoofd van de kunstenaar, en het is zijn opgave om beide te verenigen.
Onbewerkt marmer is dan ook een vormgevend element in de beelden van Michel Angelo: het opzettelijk onvoltooid laten van het kunstwerk.
Op bijgaande foto is de reusachtige zaagmachine te zien, die een enorm marmerblok al bijna voor driekwart heeft doorgezaagd. De zaagsnede wordt nat gehouden opdat de zaag niet te heet wordt.