Inhoud blog
  • Tot slot
  • Moderator/Godsdienstleraar
  • Engeland: Oxford
  • Amsterdam vervolg
  • Amsterdam
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Mijn favorieten
  • SeniorenNet.be
  • www.altavista.nl
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Jezus sprak:"wie mij ziet,ziet de Vader"
    En ook: "Wat staart gij naar boven?"
    Onder de mensen is God te zoeken, in U en in Mij. Nergens anders. Draag het Idee God uit in je eigen omgeving. dat is een opdracht aan het wezen mens.
    Foto
    Godsbeelden
    de mens als beeldhouwer van god
    26-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huissleutel vergeten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De pastoor en de huishoudster waren voor veertien dagen op vacantie en de kapelaan had het rijk alleen. De pastoor had in het restaurant van het dorp afgesproken dat de kapelaan daar zijn maaltijden zou gebruiken. De kapelaan kende de eigenaar en wist dat hij goed onthaald zou worden. De pastoor betaalde!!
    Ook de pastoor had zijn rijbewijs gehaald en zich een DAF aangeschaft. Een nieuwe auto met een automaat.
    De eerste keer dat hij met de auto wilde wegrijden reed hij een vuinisbak omver en botste hij tegen de heg van de overburen.
    De kapelaan hoopte dat het hier bij bleef want de pastoor was wel met de auto op vacantie gegaan.
    De huishoudster was ook toe aan een lange vacantie en de kapelaan had haar geadviseerd gelijk met de pastoor te gaan .
    Gelukkig nam ze zijn advies aan en vertrok naar familie ergens in Drente.
    Tussen de koster en de kapelaan boterde het goed,ze konden het samen reuze goed vinden. Ook met een potje biljarten in het gemeenschapshuis van de parochie. Eigenlijk had de kapelaan ook een beetje vacantie en was hij niet afhankelijk van opdrachten van de pastoor en de nukken van de huishoudster.
    Het was op een mooie warme dag dat hij na een huisbezoek thuis kwam en tot de ontstellende ontdekking kwam dat hij zijn huissleutel niet bij zich had. Vergeten mee te nemen. Hij had zijn toog aangelaten op huisbezoek wat hij anders nooit deed. De sleutel zat nog in de zak van zijn broek. En die broek lag op de stoel in zijn slaapkamer op de eerste verdieping.
    Hoe nu binnen te komen?
    Even kijken of de tuindeur mogelijk open stond, niet dus.
    Ook via de kerk geen toegang.
    Wat nu gedaan?
    Toen zag de kapelaan tot zijn opluchting dat hij het kleine raam van zijn slaapkamer had openstaan. Misschien dat de koster een ladder had en hij voor de kapelaan door dat raampje wilde kruipen.
    Gelukkig was de koster thuis en had hij een ladder.
    Maar voor geen geld durfde hij zo hoog te klimmen om dat raampje binnen te klimmen. Dat moest een ander maar doen of de kapelaan zelf. Maar  ja in toog?
    Samen zetten ze de ladder uit en deze reikte net tot het raam.
    De kapelaan zag niemand in de omgeving die hem verder kon helpen, dus vatte hij moed om zelf "zijn Cavarieberg" te bestijgen. In toog klom hij naar boven, langzaam om niet van de treden te struikelen.
    Soms trapte hij even op de onderkant van zijn toog maar verder ging de tocht naar boven goed. Eindelijk was hij bij het raampje en zag dat dit wel erg klein bleek. Op de laatste trede van de ladder staand schoof hij lanzaam maar zeker over het kozijn van het raampje naar binnen. Op zijn handen en buik belandde hij tenslotte op de vloer van zijn slaapkamer. Buiten klapte de koster in zijn handen en riep "pak nu wel direct je huissleutel kapelaan".
    Snel deed de kapelaan de deur van de pastorie open en liet de koster binnen. "We hebben wel een borrel verdiend koster, vind je niet?".  "Wel twee", zei deze.

    26-09-2006 om 14:20 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zeer boze huishoudster
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De kapelaan was geestelijk adviseur van de plaatselijke voetbalvereniging en hij ging zo af en toe met het eerste elftal mee bij een competitie-wedstrijd.
    Het elftal had geen al te hoge klassering en speelde in de onder- afdeling van de KNVB.
    Zelf had de kapelaan voor en tijdens zijn studie bij een eerste klasser gespeeld, toen er nog geen betaald-voetbal bestond.
    Het was wel in de tijd dat Wilkes en Rijvers in het buitenland prof-voetballer waren geworden en niet meer voor het Nederlandse elftal mochten uitkomen. In Nederland bestond er inmiddels wel een alternatieve betaalde voetbalbond. Later zou de KNVB zelf overgaan tot het betaalde voetbal en fuseren met de alternatieve bond.
    De eersteklas-competitie was in die tijd de hoogste ranking.
    Vanaf zijn vijfde jaar speelde de kapelaan al voetbal en altijd in de voorhoede, meestal als midvoor of linksbinnen.
    Toen de trainer vernam dat hun geestelijk adviseur goed kon voetballen, wilde hij de kapelaan graag in zijn team opstellen.
    De kapelaan wilde daar echter niet aan beginnen, omdat de pastoor dan op zondag altijd het lof 's-middags zou moeten doen.
    Maar zo een enkele keer meevoetballen zag hij wel zitten.
    En op een middag was het dan zover dat de kapelaan zijn entree in het eerste elftal zou maken.
    Het voetbalveld grensde aan de tuin van de pastorie, dus de kapelaan kon zich thuis omkleden en door de tuin het veld betreden. De pastoor zou die dag het lof doen.
    De huishoudster was het totaal oneens met de kapelaan. Hij hoorde ook naar het lof te gaan en zich niet te verlagen om dan voetbal te gaan spelen met spelers die nooit in de kerk kwamen.
    Hij moest dan zelf maar zijn voetbalkleding wassen, zij zou het niet doen. De pastoor probeerde de boel te sussen maar liep tegen het harde pantser van de huishoudster op. Eigenlijk had hij de kapelaan best willen zien voeballen.
    Toen de kapelaan het voetbalveld betrad kreeg hij de indruk dat er nauwelijks mensen naar het lof zouden gaan want het aantal toeschouwers was meer dan normaal.
    Dat kreeg hij later ook te horen van de boze huishoudster: "U moest U schamen, de parochianen kwamen wel naar U kijken en niet naar God".
    De kapelaan ook niet van gisteren repliceerde,"weet je dan niet dat ik als gezalfde van de Heer min of meer God vertegenwoordig en dus ook op het voetbalveld?".
    Maar zijn vuile wasgoed nam hij maar mee naar zijn ouders.  

    24-09-2006 om 14:26 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.een zeer geschrokken pastoor
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De kapelaan had zijn rijbewijs gehaald en in het bezit gekomen van een prachtige tweede hands auto, een Renault Dauphine. Zo een die je in die tijd nog aan kon slingeren als hij van binnenuit niet wilde starten. Ook de banden waren nog van dien aard dat zij luchtbanden bevatten die spoedig lek gereden konden worden. De kapelaan was er erg blij mee en vol trots liet hij zijn auto aan de pastoor en de huishoudster zien.
    De huishoudster liet duidelijk blijken dat zij het maar niets vond. De kapelaan een auto en de pastoor nog op de fiets. Dat klopte niet. De pastoor echter feliciteerde de kapelaan met diens nieuwe bezit en zei te overwegen ook zijn rijbewijs te halen en een Daf te kopen.
    De Commissaris van de Provincie had bij de Deken van het dekenaat een verzoek ingediend om de kapelaan te benoemen tot lid van een commissie "Tot Streekverbetering van het Oude Land". Zodoende moest de kapelaan nogal eens naar de hoofdstad en het Provinciehuis  om met de andere leden overleg te plegen. Het doel van het overleg was te komen tot een reeks aanbevelingen die zouden leiden tot het optimaliseren van het tourisme in de streek en tot het komen van een strandpastoraat.
    De auto kwam dus net op tijd.
    Ook voor de pastoor die, samen met de kapelaan, was uitgenodigd om met andere pastores de verjaardag te komen vieren van de Deken.
    Dus stapten kapelaan en pastoor rond de klok van acht uren 's-avonds in de auto om op weg te gaan naar de pastorie van de Deken. Een groot gedeelte van de weg liep langs een lange en smalle dijk door de polder.
    Het werd een gezellige avond met wijn en allerlei hapjes en de stemming was vrolijk. Het was fijn om ook weer enkele  ex-medestudenten te spreken en ervaringen uit wisselen.
    Om half twaalf gingen pastoor en kapelaan op weg naar hun eigen pastorie.
    Op de lange en smalle dijk aangekomen liet de kapelaan het gaspedaal wat los, ook om dat het aardedonker was en hij nog niet zoveel rijervaring had.
    Plots zei de pastoor"stop, ik zie een fiets liggen op de dijk".
    De kapelaan remde af en reed wat terug naar de plaats waar de pastoor de fiets had zien liggen. "Ik ga kijken wat er aan de hand is, mogelijk ligt er iemand onderaan de dijk en heeft hij hulp nodig"
    De pastoor stapte uit en liep de dijk af om te zien wat er gaande was.
    De kapelaan had de pastoor nog nooit zo snel zien lopen en zeker niet een dijk op zien rennen. Snel stapte hij in de auto.
    "Vlug, wegwezen", riep hij.
    Het was duidelijk dat de pastoor erg geschrokken was en de kapelaan vroeg hem wat hij daar had gezien.
    Nog ontdaan, zei de pastoor met trillende stem:"ik heb een jong stel aangetroffen die met elkaar de liefde bedreven en bijna geen kleding meer aan hadden".
    "Gelukkig maar, beter dan een ongeluk", was het antwoord van de kapelaan.
    De pastoor keek hem aan, lachte toen en zei, "ze waren zo druk bezig dat ze mij niet eens hoorden of zagen".
      

    19-09-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie is het lijk?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was ongeveer elf uur in de avond dat er werd aangebeld.
    De huishoudster lag reeds op bed. Zowel kapelaan als pastoor liepen naar de voordeur om te zien wie op dat late uur aanbelde.
    De pastoor deed open en keek in het gezicht van een man, die hem zei mee te komen naar de voor de deur staande  auto. Achter het stuur zat een iets oudere man, die aardig zenuwachtig was."Wat is er aan de hand?", vroeg de pastoor. "Wij hebben een dode man gevonden en we dachten dat het goed was om bij u aan te bellen, zodat hij kan worden bediend met het sacrament van de stervenden". 
    Wat was er gebeurd?
    De twee mannen hadden op hun rit terug naar huis op de dijk iets zien liggen. Waren gestopt om te kijken en tot hun schrik zagen zij dat het een man was die daar doodstil lag.
    Zij zagen al gauw dat de man inderdaad niet meer in leven was. 
    Maar wat nu te doen? Zij meenden de man, die rond de tachtig jaren was, ook te herkennen. Dus dachten ze er goed aan te doen hem in de auto te leggen en naar zijn huisadres te rijden.
    Daar aangebeld, vertelden ze dat zij vader en opa Jan dood op de dijk hadden aangetroffen en dat hij nu in hun auto lag.
    "Maar dat kan helemaal niet, vader zit binnen te kaarten met twee vrienden". Wie was het dan? Mogelijk zou de koster het wel weten en dus vertrokken ze naar het huis van de koster. Die herkende de man echter niet en raadde aan naar de pastorie te gaan om de man het laatste sacrament te laten ontvangen.
    De pastoor streek  met zijn hand over zijn haren en zei tegen de kapelaan dat hij niet wist wat te doen. Mocht hij nu wel of niet het sacrament toedienen. De man was tenslotte niet stervende maar dood. De kapelaan vond dat de pastoor het wel moest doen al was het alleen maar voor de familie. Doch de pastoor wilde zekerheid omtrent zijn handelen. Tegen de de wachtende mannen zei hij dat hij even naar binnen moest om na te gaan of het nu wel dan niet kon. De pastoor bleef vijf minuten weg, tien minuten, een kwartier.......
    De mannen kregen er genoeg van, de kapelaan was inmiddels weer naar zijn kamer gegaan, stapten in hun auto en reden weg.
    Toen de pastoor na ongeveer een half uur terug kwam, ontdekte hij dat mannen en lijk  verdwenen waren. Die waren op weg naar het ziekenhuis, bleek later.
    In de loop van de volgende dag hoorde de kapelaan van parochianen hoe het verhaal over een rondtrekkend lijk al de ronde deed. En natuurlijk ook over de pastoor met diens scrupule.
    Overigens begreep de kapelaan niet waarom de politie niet was gewaarschuwd, die had toch eerst het lijk op de dijk moeten controleren op eventuele geweldsporen.
    "Maar ja, zo gaat dat zeker in deze parochie", dacht hij.

           

    12-09-2006 om 14:02 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord in de biechtstoel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Nog enkele dagen en dan was het Kerstmis, het feest van Jezus geboorte. Altijd een van de meest geromantiseerde feestdagen van de westerse wereld. De kerken waren als het ware uitverkocht met "gelovigen". Ook in de parochie van de kapelaan. De voorbereidingen waren intensief en de koster en diens vrouw waren waren hiermee belast. Vooral het opbouwen van een levensgrote kerststal kostte hen al een dag sjouwen en plaatsen.
    De donderdag en vrijdag voor kerst waren de dagen waarop de parochianen konden biechten. Dat gebeurde in een soort donker kamertje met een schot tussen aan de ene kant de priester en aan de andere kant de biechteling. De kapelaan had een zitplaats en degene die zijn zonden beleed kon alleen maar knielen. In het schot zat een opening met een soort tralie ervoor, waardoor gesproken kon worden. In onze tijd bestaat, zeker in Nederland, dit nog nauwelijks.
    Toen de kapelaan rond zeven uur in de avond naar zijn biechtstoel liep zag hij al een rij van ruim vijftig personen die op hem wachtten. Hij keek even tersluiks naar de biechtstoel van de pastoor en constateerde "nauwelijks bezoek voor hem." Enkele ouderen slechts. 
    Hij ging de biechtstoel binnen en deed zijn paarse stola rond zijn nek. Een soort lange das maar dan aan alle kanten even breed.
    De eerste zondaar trad binnen. Dat leverde de kapelaan geen schokkende mededelingen op. De meeste gelovigen hadden zogenaamde pekelzonden als: gevloekt, ruzie gehad, iets weggenomen, gelogen, iemand geslagen, sex met mezelf gehad, op zondag niet naar de kerk geweest, met voetballen mijn tegenstander expres nagetrapt.
    Nadat soort bekentenissen, zei men daar echt spijt van te hebben,bad de oefening van berouw en ging de biechtstoel uit met de zegen van de kapelaan en met de opgelegde straf van een aantal onze vaders en weesgegroeten te bidden.
    De kapelaan had een groot aantal parochianen hun zonden vergeven, toen het gebeurde.
    Aan de andere kant van de tralie knielde een jongeman, vaag zag de kapelaan de gestalte, zag dat hij jong was maar herkende hem niet. Zonder enige inleiding hoorde hij hem zachtjes zeggen:"ik heb een moord gepleegd". De kapelaan verstijfde  en wist even niet wat te antwoorden. De ander merkte dit en zei "U schrikt".
    "Ja", ik schrik hier erg van". 
    De kapelaan vroeg hem om wat meer te vertellen want in gedachten zag hij ergens een lijk liggen met steek-of schotwonden. Wat moest hij daar nou mee? Hij was gebonden aan het biechtgeheim en mocht er derhalve met niemand over praten. Dus ook niet met de politie.  De enige manier om wel justitie in te schakelen was de man te verzoeken mee te gaan naar de pastorie en daar zijn verhaal te laten vertellen.
    Maar goed zover was het nog niet en hij hoorde hem zeggen 'ik heb abortus laten plegen bij mijn vriendin".
    De kapelaan liet duidelijk een zucht van opluchting klinken en zei tegen de "moordenaar", "ik dacht even dat het om een echte moord ging". "Maar dit is toch ook een echte moord". De kapelaan wist wel dat de kerk dit inderdaad ook als moord aanmerkte maar toch....
    De jongeman zat er heel erg mee en had vooral behoefte om er met iemand over te praten. Vooral ook over zijn schuldgevoel.
    De kapelaan vroeg hem of hij er misschien buiten de biechtstoel ook met hem over wilde praten, mogelijk dat de kapelaan hem en zijn vriendin kon helpen met het verwerken van de daad.
    Dat wilde hij erg graag maar vroeg wel of God zijn daad kon vergeven. De kapelaan zei hem te vertrouwen op de goedheid en barmhartigheid van God en dat God heus wel wist dat radelooosheid de beweegreden was om abortus te plegen.
    Hij ontsloeg de jongen van zijn zonden en gaf een voorwaardelijke straf op; wanneer hij weer in grote problemen zou komen moest hij onmiddellijk de kapelaan bellen. Dat beloofde hij met een oprecht "dank u wel".
    De kapelaan werkte routinematig de rest biechtelingen af.
    Er was nog een vrouw, die biechtte elke dag sex met zichzelf te hebben. Dat begreep de kapelaan niet goed en vroeg waarom ze dan eigenlijk kwam biechten, als ze het morgen weer zou doen.
    Het antwoord was verbluffend. "Ik wil eigenlijk zeggen dat ik spijt heb van geen spijt te hebben. Ik ben verslaafd hieraan, wil het eigenlijk niet maar iets in mij dwingt mij daartoe".
    De kapelaan probeerde haar te begrijpen en zei dit ook.
    Vergaf de zonde, gaf een passende straf en vroeg haar deze daad niet meer te biechten. Hij vroeg zich trouwens toch af of dit nu wel echt  zondig was, je deed er niemand mee kwaad en beleefde er zelf plezier aan. Bovendien was het een vrouw en ging er dus geen zaad verloren. 
    Hij stapte de biechtstoel uit, ging naar zijn kamer, bad nog enkele gebeden uit zijn brevier en ging vervolgens onder de wol. Die nacht droomde hij van een rij van honderd biechtelingen voor de biechtstoel van de pastoor die hij daarna een week niet zou zien...........
     
     

     

    05-09-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huisbezoek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De parochie bestond uit acht kerkdorpen met een gemiddelde afstand tot elkaar van tien kilometer.
    Dat was altijd wel een stuk fietsen om naar de parochianen op huisbezoek te gaan. Het weer in ons land werkt vaak niet mee om droog aan te komen en daar had ook onze kapelaan mee te maken. En soms moest hij ook wel om de communie bij de zieken te brengen, weer of geen weer. Een auto en rijbewijs had hij ( nog ) niet, dus was het altijd fietsen.
    De pastoor vond dat de kapelaan zijn huisbezoek niet moest aan- kondigen want dan kon er wel eens een weigering tegenover staan. Alle parochianen moesten worden bezocht en zonodig bevraagd op hun niet ter kerke gaan.
    Daar was de kapelaan het volstrekt mee oneens. Hij vond het niet meer dan respectvol om zijn bezoek aan te kondigen en te vragen of zijn bezoek gelegen kwam.
    Hij had op het eind van zijn studie een handleiding geschreven over de aanpak van huisbezoek. Niet meer bij alle parochianen zo maar langs gaan maar van te voren contact opnemen en vragen of bezoek welkom zou zijn. Bovendien kon men dan te voren ook aangeven waarover men met de priester wilde praten. Zijn handleiding vond goede aftrek in de bisdommen en werd geplaatst in het Vademecum, een soort wegwijzer voor pastorale zorg in die tijd.
    De kapelaan zelf had in de parochie hiermee al gewerkt. In gesprekken met parochianen ook gemerkt dat zijn aanpak zeer op prijs werd gesteld. 
    Hij had gehoord dat de pastoor soms weinig tactvol was op zijn bezoeken en zelfs een keer het deksel van de koekenpan had opgetild om te zien of men op de vrijdag wel vis at.
    Het was in november dat de kapelaan op weg was naar een van de kerkdorpen waar hij enkele afspraken  had voor een huisbezoek. Hij had het weer niet mee en was drijfnat toen hij bij het eerste huis aanbelde. Nadat hij de huisbezoeken had gedaan ging hij weer opweg naar de pastorie. Het regende nu heel erg hard en ook enkele onweersslagen lieten zich horen.
    De kapelaan moest door de polder fietsen en was na enkele meters al drijfnat. Hij had er behoorlijk de pest in en vond op dat moment dat hij beter af zou zijn met een auto.
    Thuisgekomen moest hij alle kleding uittrekken, zelfs zijn hemd was drijfnat.
    Hij schreef direct een brief naar het bisdom met het verzoek om een geldlening voor de aanschaf van een auto. Nee had hij, ja kon hij krijgen. Hij belde ook een rijschoolhouder op voor een eerste autoles.
    Enkele dagen later kreeg hij bericht van het bisdom met het bedrag dat hij renteloos kon lenen en hij moest zelf maar kijken hoe en wanneer hij het bedrag kon teruggeven.
    De pastoor, die hij hierover vertelde stond verbaasd te kijken maar was zeer sportief in zijn antwoord: "zo, de pastoor op de fiets en de kapelaan straks in de auto". "Ik mag dan zeker wel met u meerijden als we door de pastoor van onze buurparochie worden uitgenodigd voor het veertigurengebed?"  

    01-09-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eeste bediening...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De kapelaan liep wat zenuwachtig naar het altaar om daar uit het tabernakel de ciborie met hosties te pakken en er een uit te nemen. Hij deed de hostie in een speciaal doosje. Zo'n doosje werd dan meegenomen op bezoek van de zieken , die dan thuis de communie konden krijgen. Nu was hij niet zenuwachtig om bij zieken op bezoek te gaan want dat had hij al meedere malen gedaan sinds de drie weken dat hij in de parochie was. Nee, hij had een telefoontje gehad om naar een boederij te komen, waar een man op sterven lag. Een vader van drie jonge kinderen, die een ernstige longaandoening had.
    De kapelaan moest daar het sacrament van de stervenden toedienen, zo heette dat sacrament toen nog. Hij nam het boekje mee waarin de gebeden stonden voor dit sacrament en ook voor ander sacramenten zoals , het huwelijk en het vormsel.
    Alle gebeden nog in het degelijke latijn. Zoals toen ook de H.Mis in het latijn werd gedaan. HetTweede Vaticaans Concilie had al wel een aantal besluiten genomen maar die moesten nog uitgewerkt worden. Een van de besluiten was de H.Mis in de volkstaal te doen en dat de priester dan niet meer met de rug naar het volk zou staan maar met zijn gezicht naar het volk de dienst zou doen. Er zou dan tevens een andere benadering van de H.Mis zijn. De term Misoffer werd vervangen door Eucharistieviering. Meer nadruk op het samen maaltijd vieren met de Heer dan op samen met Christus Zijn offer beleven.
    De kapelaan was hiervan een groot voorstander maar voor de pastoor was het een hele overgang.
    Maar nu ging de kapelaan op weg naar de stervende man en was hij behoorlijk zenuwachtig. Vooral om hoe de familieleden te benaderen en hen te troosten. Dat had hij in zijn opleiding niet geleerd.
    Toen hij binnen kwam met de groet "vrede zij aan dit huis", was het antwoord van de anderen:" en aan hen die binnentreden".
    De familieleden stonden allen rond het bed in afwachting van de komst van de kapelaan. Hij gaf ieder een hand en probeerde wat troostends te zeggen. 
    Hij pakte zijn boekje, de olie om te zalven en het doosje met de hostie. De stervende was echter niet in staat om te communie te gaan. De kapelaan, nog steeds niet op zijn gemak, begon met de gebeden nadat hij eerst moeizaam naar de bladzijden had gezocht van de bediening van het sacrament. Hij was zo haastig vertrokken, dat hij thuis geen tijd had om zich voor tebereiden.
    Midden in een latijnse tekst merkte hij dat er iets niet klopte.
    In plaats van het H.Oliesel toe te dienen, was hij bezig met het H.Vormsel. Daar werd ook wel aan zalving gedaan maar door de bisschop aan jonge kinderen van twaalf jaren. Een heel wat vrolijker sacrament trouwens.
    Hij probeerde ongemerkt de goede pagina's in het boekje te vinden en ging daarna vlug verder. Niemand had iets gemerkt en dat was dan weer het voordeel van het gebruik van latijn.
    Een week later werd hij opgebeld door de vrouw van de boer die hij had bediend. Met de man ging het een stuk beter, hij zat al weer de krant te lezen en wilde de kapelaan bedanken voor de zorgen die hij aan hem had besteed. De zalving had geholpen, zo dacht hij. 
    Een combinatie van Oliesel en Vormsel had wonderen verricht....
     

    26-08-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jehova-getuigen op bezoek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De bel van de pastorie ging met een luid kabaal over. Het was tien uur, de pastoor ging net aan de Hoogmis en de huishoudster woonde de dienst bij. De kapelaan rende naar beneden en opende de deur met de vraag of er ergens brand was.
    Twee personen stonden voor zijn neus, een wat oudere heer en een jonge vrouw. De kapelaan had zijn toog nog aan en de twee keken even verward naar diens uiterlijk. Maar dan namen zij al gauw het woord. "Zou u de Wachttoren eens willen lezen?"
    De kapelaan die wel iets wist over Jehova-getuigen en hun blad de Wachttoren, vroeg hen wat er in stond.
    "De echte boodschap van het christelijk geloof",kreeg hij te horen.
    "Daar zijn we dagelijks mee bezig",was het antwoord. "Maar als u met mij hierover van gedachten wilt wisselen, kom dan met mij naar boven".
    De getuigen van Jehova lieten zich dit geen twee keer zeggen, want meestal kwamen zij niet verder dan twee minuten voor de open deur blijven staan en dan ging de deur weer dicht.
    Opgewekt gingen zij dus  achter de kapelaan aan naar diens kamer. En die dacht:"die twee houd ik net zo lang vast tot zij zelf aangeven weer weg te moeten".
    De twee gingen zitten tegenover de kapelaan en staken direct van wal. Was hij inderdaad geïntereseerd in het woord van deze getuigen? "Ja", was het antwoord. Niet om hem te bekeren maar vooral om eens te weten wat hen dreef om lid te zijn van een dergelijke sekte. Hun antwoord kwam er op neer dat hun bekering tot dit geloof voortvloeide uit de overtuiging dat de bijbel letterlijk genomen moest worden. En als je de bijbel letterlijk verstond  en naleefde behoorde je tot de selecte groep van uitverkorenen die op het einde der tijden het paradijs zouden binnengaan. Dat zou de kapelaan dus niet halen als hij de bijbel te veel verbond met wetenschappelijke kennis. De kapelaan moest geloven dat God de wereld echt in zeven dagen had gemaakt en dat de aarde niet veel ouder was dan vierduizend jaren. Zo stond het in de bijbel en die loog niet.
    Hoe de kapelaan ook probeerde uit te leggen dat de bijbel in een bepaalde cultuur was geschreven en dat het om levens - en geloofservaringen van joden ging. En dat de schrijvers van de verschillende boeken van de bijbel leefden van de negende eeuw voor Cristus tot enkele eeuwen na Christus, vond geen genade bij zijn gasten. Aan hun letterlijke interpretatie van de bijbel viel niet te tornen, laat staan aan hun opvattingen over het uitverkoren zijn tot het paradijs.
    Er gingen ruim twee uren voorbij met het naar voren brengen van bijbelteksten en wat dat al niet te betekenen had voor hen die wel dan niet hierin geloofden.
    Het kwam er op neer dat zij heel fijn met de kapelaan konden praten maar dat het wel jammer was dat hij op het einde der tijden hen niet zou zien.
    Inmiddels was het twaalf uur geworden. De torenklok van de kerk sloeg zijn twaalf slagen en de twee stonden op uit hun stoel om te vertrekken. "Wij moeten terug naar ons busje, want om twaalf uur worden we opgehaald".
    Zij liepen de trap af en groetten de pastoor en de huishoudster, die net in he hal stonden. Die keken wat verbaasd naar de man en de vrouw en vroegen zich vast af wat die daar boven deden.
    Nadat de kapelaan de voordeur achter de getuigen van Jehova had gesloten, vertelde hij aan de pastoor de reden voor het bezoek en dat hij hen had vast weten te houden tot hun tijd om was."Prachtig", vond de pastoor "U hebt vast en zeker enkele parochianen behoed voor deze mensen".
    De kapelaan zelf dacht hierover na en zei: "dat weet ik niet, mogelijk dat ik er straks de schuld van krijg dat zij niet in het paradijs terecht zijn gekomen". Glimlachend liet hij een enigszins verward kijkende pastoor achter zich toen hij zijn kamerdeur sloot.

    24-08-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    23-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kennismaking...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De eerste preek werd door de parochianen goed onthaald.
    De kapelaan moest in twee diensten zijn preek houden, in die van de pastoor en in die van hemzelf. De koster sprak hem moed in want de kapelaan was wel wat zenuwachtig. De kerk zat altijd vol en de notabelen, waaronder de burgemeester, zaten vlak vooraan.
    De preekstoel stond een tiental meters van het altaar en was er een die beklommen moest worden met een trapopgang. Er was geen microfoon maar een echte ouderwetse overwelving om het geluid van de stem door de kerk te sturen.
    Er stonden ook nogal wat parochianen achter in de kerk, die zichzelf vergeleken met de tollenaars uit de bijbel. Maar de kapelaan wist dat als de preek niet direct aansloeg het volk achterin even een pauze buiten de kerkdeur zou houden. Zo ook het kerkkoor.
    Met goede moet trok de kapelaan zijn toog en superplie aan en ging op weg naar "zijn schavot", zoals de koster dat even verwoordde.
    De preek was uit het hoofd geleerd en alleen een klein briefje met aandachtspunten lag al op de rand van de preekstoel.
    "Beste parochianen", zo begon hij want aan "beminde gelovigen"
    had hij een hekel. De pastoor deed dat wel en dus had de kapelaan direct  de aandacht want dat was nog nooit gezegd in de kerk.
    Hij stelde zich voor, vertelde dat hij ook uit de provincie kwam en bijna op een steenworp afstand was geboren en getogen.
    Daarna kwam hij met een soort programma van hoe hij in de parochie zou gaan werken. Eerst kennismaken met de diverse verenigingen waarvan hij adviseur was, met enkele notabelen van de gemeente, mogelijk dat er belangstelling was voor het opzetten van bijbelse gespreksgroepen en natuurlijk hoe hij de huisbezoeken zou regelen. Voorts het bezoeken van de zieken en zij die in het ziekenhuis in de stad lagen. Hij vertelde ook dat hij veel aan sport had gedaan en vooral aan voetbal. Hij had vroeger nog wel eens gevoetbald tegen een elftal uit deze parochie in competitieverband. Hij vond het prachtig dat het voetbalveld van de club grensde aan de tuin van de pastorie, want dan kon hij als hij niet aan de beurt was om het lof te doen, ook eens op het voetbalveld komen kijken naar de verichtingen van het eerste elftal. Hij was tenslotte ook geestelijk adviseur van de voetbalclub.
    De kapelaan vertelde ook over hoe hij zelf in het geloof stond.
    Het gaat om de mensen en veel minder om de regels. Dat had hij
    geleerd van Jezus, die opkwam voor de de zwakkeren en zondaars van de samenleving. Niet dat je zomaar mocht zondigen maar wel dat je zondaars moest vergeven en ook lief moest hebben.
    Dat zou hij in de biechtstoel ook laten merken. Niet veroordelen maar vooral luisteren naar wat iemand te vertellen had en er samen proberen aan uit te komen.
    De kapelaan haalde veel teksten aan van Jezus en hij zag dat de boodschap over kwam.
    Na afloop van de dienst ging hij naar buiten om wat te praten met willekeurige parochianen. Daar vernam hij dat de preek behoorlijk afweek van die van de pastoor, die vooral het strenge naleven van de kerkelijke regels voorstond.
    Dat de kapelaan zich had voorgesteld en ook vertelde over zijn voetbalactiviteiten kwam hem op complimenten te staan van de sporters onder de kerkgangers. Iemand van de clubleiding vroeg zelfs of de kapelaan wel eens mee wilde voetballen.
    Dat wilde hij maar al te graag en hij zou wachten op een uitnodiging. Dat hem dit later in conflict zou brengen met de huishoudster lag op dit moment natuurlijk niet in zijn gedachten.
    De eerst zondag zat er bijna op. Om drie uur nog het lof doen en dan even naar zijn ouders bellen hoe het was gelopen.
    De volgende zondag zou hij zich nog lang herinneren.
    Een busje met vier getuigen van Jehova werd het dorp ingereden.
    En twee aan twee trokken de getuigen erop uit om zoveel mogelijk mensen van het dorp te bekeren.
    Ook aan de pastorie gingen de getuigen niet voorbij.....

    23-08-2006 om 11:23 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het begin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De kapelaan arriveerde op 1 augustus op de pastorie en werd daar door de pastoor van harte welkom geheten. De pastoor wees de kapelaan zijn kamers, studeerkamer en slaapkamer, en vertelde dat de huishoudster de kamers zou onderhouden.
    Wat de werkzaamheden betrof, zou de kapelaan de zorg hebben voor de jeugd en de plattelandsvrouwen. Samen met de koster was hij verantwoordelijk voor de aanwas en opleiding van misdienaars.
    Door de bisschop was de kapelaan ook benoemd als geestelijk adviseur van de boerenbond in de provincie en tot dekenaal assistent van de deken. De twee laatste benoemingen maakten hem onafhankelijk van de pastoor. Hij diende deze werkzaamheden te combineren met zijn parochiale bezigheden.
    De pastoor stond er op zelf de trouw-en rouwdiensten te verzorgen onder het motto: "de pastoor is het hoofd van de parochie". Later zou blijken dat ook de huishoudster aardig baas kon spelen en nog conservatiever was dan de pastoor. 
    "U doet de rest van de week de vroegmis om zeven uur, zondag het lof van drie uur en U hebt deze week ook de preekbeurt", zei de pastoor.
    "Verder eten we tussen de middag en avond samen. De huisdhoudster eet apart in de keuken".
    "U wilt natuurlijk nu uw kamer inrichten en uw boeken uitpakken en uw fiets kunt u beneden in de berging plaatsen".
    De pastoor wilde de deur uitlopen maar draaide zich nog even om met de mededeling:"ik noem u kapelaan en u noemt mij pastoor". 
    De kapelaan had zich de kennismaking wel iets anders voorgesteld dan deze formele ontvangst. Maar hij moest vooruit en zijn kamer op orde krijgen, dus aan de slag met uitpakken van dozen en het in elkaar zetten van het bureau.
    Na enkele uren stond alles op zijn plaats en vond hij het tijd ook eens kennis te maken met de huishoudster, die Mia heette.
    Zij was in de keuken voor de lunch aan het zorgen. Mia was een vrouw van tegen de vijftig en ongeveer even oud als de pastoor. Dus bijna tweemaal de leeftijd van de kapelaan.
    Een driftig aandoend vrouwtje met een uitstraling van "maak het mij niet te lastig". Maar op dat moment sprak ze: "fijn met u kennis te maken". En, "de lunch is om half een, dat is over vijf minuten. 's-Avonds eten we om zes uur".
    Dat was het en ze ging weer aan het werk.
    De kapelaan ging naar de eetkamer waar de pastoor al op zijn stoel bij tafel zat te wachten. "Uw kamer al op orde?" 
    Onder de lunch vertelde de pastoor wat over het reilen zeilen van de parochie en welke parochianen belangrijk waren voor de inkomsten. Ook deelde hij de kapelaan mede dat zijn salaris 60 gulden per maand bedroeg en dat hij zelf daarvan zijn kachel brandend moest houden. Geen vetpot dus.
        
    Na de lunch ging de kapelaan naar zijn kamer en ging zijn preek 
    voor de zondag voorbereiden, zijn eerste preek voor eigen parochianen. Het thema zou hij plaatsen onder de kop: "midden onder u staat hij die gij nog niet kent".
    Een kennismakingspreek, waarin hij iets over zichzelf zou vertellen  en zijn ambities voor deze parochie. Hij had er echt zin in om aan het werk te gaan.

    21-08-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BELEVENISSEN VAN EEN GODSDIENAAR.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vanaf vandaag laat ik U kennis maken met de belevenissen van een kapelaan in een platte-landsparochie, ergens in Nederland.Het is zijn eerste parochie en hij begint er dus als neomist. De parochie zelf is klein en heeft een pastoor en een kapelaan. De parochie bestaat vooral uit de boerenbevolking en de middenstand van het dorp. De pastoor is conservatief en heeft ernstige scrupuleuse eigenschappen, vooral op het gebied van het uitoefenen van zijn ambt en de bediening van de liturgie. Zijn theologiestudie was gebaseerd op de werken van Thomas van Aquino.
    De kapelaan, net afgestudeerd,is progressief en heeft theologie genoten onder
    de vlag van Prof.Edward Schillebeeckx.
    De enige overeenkomst tussen Aquino en Schillebeekcx is dat zij beiden behoren tot de orde van de Dominicanen.
    De kapelaan weet van zijn voorganger, dat de pastoor een heel aardige man is maar wel moeilijk om ambsthalve mee om te gaan.
    Dat zal ook blijken uit de gebeurtenissen die zich laten beschrijven als enerzijds om te lachen en anderzijds als om te huilen.
    Vooral om het toepassen van kerkelijke regels is de pastoor streng en op het gebied van de liturgie scrupuleus. Als hij de H.Mis doet en denkt de consecratie-woorden niet goed te hebben uitgesproken, begint hij opnieuw met de dienst. Niet direct tot genoegen  van de aanwezige parochianen.
    De pastoor heeft dan ook niet zoveel mensen bij de dienst. Ook het biechthoren van de pastoor is een crime voor veel mensen. Per biechteling trekt de pastoor er rustig een kwartiertje voor uit. De meeste biechtelingen gaan met de feestdagen dan ook naar de kapelaan. Die vraagt zich af waarom iedereen
    nu net met de feestdagen komt waardoor de rij met biechtelingen bij hem van voor in de kerk tot achter in de kerk loopt.
    Dat is de sfeer waarin de nieuwe kapelaan begint maar wel met goede moed en frisse zin.
    Het is begin jaren zestig van de vorige eeuw.


    20-08-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Godsuitdrukkingen in ons spraakgebruik
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In onze westerse samenleving hebben we in de loop van de eeuwen talloze spraakuitdrukkingen met het woordje god geïnplementeerd. Dit in tegenstelling tot de moslimwereld die een heilige huiver heeft om de naam van God zo maar te gebruiken zonder in een gebed te enten.
    Hier volgen in willekeurige volgorde een aantal van die godswoorden:

    - Gods wil
    - God verhoede
    - God betere
    - het water over Gods akker laten lopen
    - Gods hand
    - Gods toorn
    - Gods liefde
    - Gods barmhartigheid
    - God heeft gegeven, God heeft genomen
    - God zal dit vergelden
    - God zal je dit vergeven
    - God ziet alles
    - God straft onmiddellijk
    - voor God is niets te veel
    - om Gods naam..
    - zo helpe mij God almachtig
    - moge God je zegene
    - aan Gods woorden valt niet te twijfelen
    - goddeloos
    - godloochenaar
    - godshuis
    - godvrezend 
    - godvruchtig
    - godverdomme
    - godverdorie

    Vast en zeker weet de lezer ook nog wel een aantal uitdrukkingen met het woordje god en bovendien zal dat ook wel verschillen van land tot land en van streek tot streek.
    Ook hierin herkennen we onszelf als een "beeldhouwer van God".

     

    17-08-2006 om 10:19 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebedsgenezers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De Evangelische Omroep (EO) heeft een programma waarin onder leiding van die omroep een aantal mensen de wereld rondtrekt om bij gebedsgenezers genezing te vinden voor hun ziekte of kwaal.
    De groep bestaat uit een aantal dames en heren. Een dame is practisch blind, een dame heeft een chronische nekkwaal waardoor zij moeilijk haar nek kan draaien en een andere dame heeft een ziekte aan het reukorgaan waardoor zij niets kan ruiken.
    Een van de heren heeft psorias, een ander heeft het hiv-virus en heeft derhalve kans op aids, en weer een ander heeft uitermate last van zijn buitengewone holle voeten.
    Alle reden om er op uit trekken om voor genezing in aanmerking te komen. Een arts begeleidt de groep om te controleren of er ook daadwerkelijke veranderingen plaatsvinden bij de mannen en vrouwen die  bij de gebedsgenezers onderhanden genomen worden.
    Na een aantal afleveringen blijkt tot nog toe dat er niets is gebeurd.
    Gisterenavond, 10 augustus, liet de EO weer een aflevering zien.
    De plaats van handeling is in Zwitserland, vermoedelijk in Basel.
    In een grote ruimte komen mensen bijeen om genezing te vinden, zo ook de groep uit Nederland.
    De gebedsgenezer komt binnen met een microfoon op zijn hoofd, om goed verstaan baar te zijn, en begint zonder dralen direct met zijn praktijk. Die bestaat uit het roepen van de christelijke leus:
    "in naam van Jezus" genees deze persoon.
    Eerst komen er enkele mensen aan de beurt die inderdaad lijken te genezen onder de handelingen van de genezer. Iemand die nauwelijks kan lopen wordt heen en weer gedraaid, geduwd en met woorden gestimuleerd de benen hoog op te tillen en voorwaarts mars te gaan.
    En inderdaad zij ( het was een vrouw) zij liep.
    De gebedsgenezer zag in haar een vrouw wier geloof haar had gered. De groep uit Nederland werd toen welkom geheten en ieder mocht op beurt naar voren treden om bij de gebedsgenezer gehoor te vinden. De man met psorias werd al direct bij de handen gepakt en de genezer zei dat hij zijn handen onmiddellijk moest gaan wassen , dan zou de psorias al snel minder zijn. En in het hotel moest hij dan gaan douchen om de rest weg te krijgen. 
    Hij direct naar de kraan maar wat er ook gebeurde geen genezing. 
    De vrouw die blind was kwam toen aan de beurt en haar werd gezegd dat zij weer kon zien. "Welke kleuren zie je nu", werd gevraagd, doch het antwoord was teleurstellend want zij zag nog steeds niets. Waarschijnlijk te weinig geloof om te worden gered.
    De dame die niet kon ruiken mocht naar voren treden,er werd wat in haar neus geknepen een gebed uitgesproken en hup, zij moest nu kunnen ruiken. Een flesje met parfum werd onder haar neus geduwd en zij moest dit nu toch wel kunnen ruiken.
    Maar tot teleurstelling van haar en natuurlijk van de genezer, nog steeds niets te ruiken. Ook geen geloof aanwezig?
    De vrouw met de chronisch stijve nek met wel een groot geloof, dacht na behandeling te voelen dat zij haar nek beter kon draaien. Wel een teleurstelling dat de arts na controle constateert dat er geen verbetering heeft plaats gevonden.
    De groep uit Nederland is teleurgesteld dat het ook bij deze gebedsgenezer niet is gelukt  genezing te krijgen.
    Dan volgende week maar elders in de wereld proberen. 
    Het programma van de EO is aardig om te volgen en de voorlopige conclusie is dat er tot nu toe geen genezing heeft plaats gevonden.
    De vraag blijft dan: zal er wel iemand genezen?
    Zo niet, is er dan toch te weinig geloof aanwezig?
    Tot nog toe is de enige die er beter van werd de gebedsgenezer zelf en de mensen die als zijn helper optreden.
    Want voor niets gaat de zon op, ook bij hen.   

    11-08-2006 om 00:00 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Satan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In de wereld van de bijbel neemt satan een grote plaats in.
    Hij verschijnt al in het paradijsverhaal om Eva te verleiden en ook in verdere delen van het oude en nieuwe testament komt hij vaak uit de verf. Denken we ook maar weer terug aan het boek Job, waar hij als tegenstander van God op treedt.
    En ook aan Jezus die bezocht wordt door de satan, die Hem de wereld belooft als Jezus de satan wil aanbidden.
    In de middeleeuwen worden heksen verbrand als medestanders van de satan en duivels worden uitgebannen door duivelbezweerders. Een mooi thema ook voor de filmindustrie, met de exorsist.
    In onze wereld bestaan de dingen in tegenstellingen. Het ja bestaat alleen bij de gratie van het neen. Was er geen ja dan bestond er ook geen neen. Wit hoort bij zwart, donker bij licht, liefde bij haat, oorlog bij vrede, goed bij slecht en God bij Satan.
    Als God de goede kant is van het leven dan is de Satan de kwade kant. Eigenlijk is dit een soort strijd in de mens zelf, een worsteling tussen het goede in ons en het slechte. Wie wint er ?
    Als het goede wint dan heeft God ons geleid en wint het slechte dan heeft Satan ons verleid. Zo verklaren we zaken in ons zelf door ze buiten ons te plaatsen. God en Satan, symbolen voor het goede en het kwade. De symbolen nemen als het ware onze eigen
    verantwoordelijkheid af. Bidt tot  God en laat je niet verleiden door de duivel. God is inherent aan het paradijs, de Satan  aan de hel of het eeuwig brandende vuur. Vuur en vernietiging, paradijs en eeuwig leven.
    Wij, mensen, kunnen niet zonder symbolen leven. Ze schenken betekenis aan de wereld om ons heen en we gebruiken sommige symbolen graag. Denk aan de duif en de vrede en je hebt de vredesduif, denk aan het kruis en je hebt het lijden en de dood.
    Het is alleen belangrijk te onderkennen dat het slechts symbolen zijn. De duif brengt niet de vrede maar wij zelf!!
    Het bidden tot de gekruisigde Jezus brengt niet het goede maar wij zelf.
    Symbolen mogen niet uitlopen op symboolverheerlijking, gelijk in de tijd van Hitler. Dat herkennen wij maar al te goed.
    Symbolen wijzen ons de weg die wij hebben te gaan, verwijzen naar eigen verantwoordelijkheid. Symbolen die in strijd zijn met al wat menselijk is en door bepaalde groepen worden gebruikt om andere groepen uit te roeien of te discrimineren, wijzen we af.
    Zo kan ook God tot symbool gemaakt worden van kerken of godsdiensten, die Hem dan annexeren voor eigen gebruik.
    "Moge God"dit verhoeden................

    06-08-2006 om 19:59 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PROJECTIES
    Klik op de afbeelding om de link te volgen God is een projectie van ons menselijk verlangen naar volmaaktheid.
    Dat wat we zelf onmetelijk graag willen zijn maar juist in gebrekkige mate aanwezig is,
    projecteren we naar een God.
    Die kennen we alle volmaakte eigenschappen toe en bidden dan tot onze eigen projectie om die zelfde eigenschappen.
    Zien we in de wereld mensen die aan die volmaakte eigenschappen min of meer voldoen, dan spreken we van heiligen, van goeroes, van sjamanen, van profeten, van voorbeelden e.d. al naar gelang de godsdienst of religie die we zijn toegedaan.

    Jammer dat langzaam maar zeker er een verschuiving plaats vindt naar andere "heiligen", naar iconen die meer op prestatie en aanbidding uit zijn. Popsterren en diva's van het witte doek of beelscherm, voetbalhelden al of niet met kopstoot, sportidolen, politieke fanatiekelingen, enz, enz.
    Onze verlangens naar dit soort sterren met ook kenmerken wat in ons zelf aanwezig is als een latent verlangen, zijn in feite ook projecties van wat we zelf willen zijn.
    Ook een voetbalheld, ook een beroemd acteur, ook een machtig politicus.
    Belangrijk is na te gaan welke projecties aan wereldverbetering een bijdrage leveren.
    Een advies: begin bij jezelf!!!!!!!!!!1

    05-08-2006 om 14:37 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    31-07-2006 om 16:37 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het goddelijke zelf
    Karl Barth, een bekend Duits theoloog, stelde dat God niet is te kennen en te benoemen. Hij is de grote onbekende.Niet te vatten in beelden noch in woorden. Geen gevangene van wie ook!!
    Hij is een idee van ons maar ook denk ik in ons. We zouden dat het goddelijke zelf kunnen noemen. Onze opdracht is dat goddelijke zelf tot ontplooiing te brengen, zichtbaar in onze omgeving.
    Jezus van Nazareth toonde ons het goddelijke zelf dat in ieder van ons aanwezig is. De mens is zelf verantwoordelijk voor al wat hij laat gebeuren en is ook zelf verantwoordelijk om met gebeurtenissen die hem overkomen om te gaan.
    Jezus zei niet naar boven te staren, daar is niets te zoeken. Hij zei ook "wie mij ziet ,ziet de vader" In Jezus wordt zichtbaar wat in feite in ieder mens in potentie  aanwezig is. Het is een opdracht aan ieder mens dit  zichtbaar te maken. Voor Jezus volgelingen werd dit duidelijk toen bij hen als het ware het licht ging branden ( pinksteren ). Niet afwachten tot een God je zou helpen maar zelf op pad gaan. Bidden is een middel om tot jezelf te komen, na te denken over je menselijke opdracht tot rentmeesterschap. Bidden kan je leiden tot het goddelijke zelf. Maar hoe je bidt is niet belangrijk wel de stilte ervaren van wat je in wezen bent. Een wezen samen met andere wezens, op elkaar aangewezen en zonder wie geen echt bestaan is op te bouwen.
    Het goddelijke zelf leidt tot liefde, barmhartigheid, zorg, mededogen, vergeving , vrede, enz.
    Jerzus kwam in verzet tegen de de geordende macht van de joodse instantie. Tegen een instantie die God gevangen hield in regels. Dat leidde tot een ernstig conflict met de pharizeën, die regels rond de sabbath viering, de mozaïsche wet en het afdragen van de tienden van alles wat je had, streng bewaakten.
    Jezus zag dat in naam van God de joden aan deze regels gebonden waren en onderdanig aan de macht van de religieuze leiders. Dat was een grote inperking op de vrijheid van de mens maar ook van God die een gevangene was van het instituut. Daarbuiten was Hij immers niet te vinden.
    Zo is het eigenlijk ook nu met de R.K.Kerk van vandaag. Niet de menselijk vrijheid en verantwoordelijkheid staat voorop maar het nakomen van regels en kerkelijke geboden.
    Een kerk die bepaalt dat condooms verwerpelijk zijn in strijd tegen aids, dat het indruist tegen Gods wil. In strijd ook met de wetenschap die het wel mogelijk maakt om dit middel in te zetten om zo de schade te beperken.
    De pracht en praal van de kerk maar ook de machtsuitoefening is belangrijker dan de zorg voor de gebrekkige en noodlijdende. Die moet maar tot God bidden en op de kerk vertrouwen om mogelijk van zijn ellende af te komen. God wordt klein gemaakt en gebruikt als machtsmiddel. Daarom ook hier gesteld dat God tot een gevangene wordt gemaakt van een instituut, waartegen Jezus zich zo te weer stelde.
    Maar ook Boeddha en Confucius riepen op tot het ontdekken van het zelf en het "goddelijke" in je zichtbaar te maken.
    Ik denk het volgende:
    als de wereld oneindig goed zou zijn dan is het totaal aan goddelijke zelf volledig aanwezig. De wereld is punt Omega geworden en God wordt zichtbaar. Het idee God is voltooid en we kunnen met Jezus zeggen:"het is volbracht"
    We hebben nog een zeer lange weg te gaan...............

    31-07-2006 om 16:37 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heeft God nog toekomst?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ooit hebben de mensen uit hun mond God geboren laten worden, hebben het idee God ontwikkeld tot een anthromorphisch gegeven met velerlei menselijke eigenschappen. God ziet, God hoort, God heeft lief, God straft. Zo is God gedurende meer dan duizenden jaren telkens aangepast aan de eisen van de tijd. nu in de 21ste eeuw is God steeds bezig terrein te verliezen. Niet God redt de zieken maar de medische wetenschap, niet God houdt het water tegen maar het menselijk vernuft dat steeds betere waterkeringen bouwt.
    De secularisten beschouwen atheïsme als de onomkeerbare condition humaine van het wetenschappelijke tijdperk.
    In Europa lopen de kerken leeg en steeds meer raken de mensen en  ook de "gelovigen" er van overtuigd dat de mens tot veel instaat is en dat wetenschappelijke ontwikkelingen nog lang niet zijn uitgespeeld.
    Wij weten inmiddels ook dat we zelf instaat zijn de wereld te vernietigen door chemische middelen en allerlei soorten vernietigingswapens. Wij zelf hebben het heft in handen.
    In  het wetenschappelijk theologisch denken hebben nogal wat theologen uiteen gezet dat God nooit te grijpen en te begrijpen is . Hij is de Totaal Andere, Hij is niet te vatten in rationele termen en concepten. Karl Barth ( 1886-1968 ) was hiervan een component. 
    Ook Paul Tillich( 1868-!965  ) sprak zich hierover uit. Hij was het met de filosoof Nietzsche eens dat de persoonlijke God een schadelijk idee was en verdiende te sterven.
    Het concept van de persoonlijke God die zich met natuurlijke gebeurtenissen inlaat, maakt van God een natuurlijk object naast andere objecten. Een zijnde tussen andere zijnden.
    Wij mensen hebben inmiddels voor een goed deel afgerekend met zo'n persoonlijke God. Wij zijn vaak blij dat er een einde is gekomen aan zo'n willekeurige God die aan de ene kant rampen veroorzaakt en aan de andere kant zorgt dat een klein deel van de wereld in rijkdom leeft en sterft.
    En veel ex-gelovigen die in hun jeugd problemen met het geloof hebben gehad, vinden het een bevrijding om verlost te zijn van een God die hun jeugd terroriseerde. Gemengde huwelijken verboden, homofilie een zware zonde, voorbehoedsmiddelen taboe, sex een terrein die niet strookt met het celibaat van de priester, enz,enz.  
    Langzaam maar zeker verliest God terrein. Hoe zou het met Hem te stellen zijn in het jaar 4000? 

    23-07-2006 om 15:46 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de geboorte van God
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Op bezoek bij mijn dochter, vroeg mijn kleinzoon van 6 jaren of God ook geboren is. "Vraag maar aan opa, die weet er alles van af", zei mijn dochter.
    De kleinzoon heeft op school eens in de week godsdienstles van de juffrouw, die dan iets vertelt over God en Jezus. God wordt als vanzelfsprekend ter sprake gebracht als een vaststaand gegeven, die de wereld heeft geschapen met alles wat daarop aanwezig is.
    Een boeiend gegeven voor kinderen want het is iets mysterieus en geheimzinnigs. Want waar is die God nu te vinden?
    Voor mijn kleinzoon is God iets waarover hij nadenkt en vragen stelt; en God is voor hem niet zo van zelfsprekend als voor de juffrouw die Hem aan de kinderen probeert voor te stellen. Dus wellen er in de kleinzoon allerlei vragen over God op, die niet altijd gemakkelijk te beantwoorden zijn. Zo ook niet de vraag of God geboren is. De juffrouw had wijselijk gezegd vraag maar aan je moeder.
    En zo werd de vraag aan mij voorgelegd.
    Ja, hoe ga je die vraag dan beantwoorden en wel zo dat een kleine jongen van 6 jaren er ook iets van begrijpt.
    Dus begon ik eerst met een wedervraag:"waar kom jij vandaan?"
    Ik kom uit de buik van mama, was het antwoord. "Papa en mama hebben mij gemaakt". Gelukkig zei hij niet dat God hem gemaakt had.
    Ik heb hem toen het volgende  verteld.
    God is inderdaad geboren. Hij is geboren uit de mond van de mensen. Er zijn heel wat woorden die uit de mond van de mensen geboren worden. Weet jij ook een woord die uit de mond van de mensen geboren is, vroeg ik hem. "Ja", zei hij, "dat weet ik wel".
    En achter elkaar noemde hij op: konijn, vis, tafel, eten, drinken.
    Waarom zouden we die woorden gebruiken, vroeg ik hem toen.
    "Omdat we dan weten waarover we spreken". Ja, dat is zo vertelde ik hem. We gebruiken de woorden om met elkaar over hetzelfde te kunnen praten. We weten dan waarover we het hebben.
    Zo gebruiken we ook het woordje God. Ieder weet dan dat we spreken over iets waarover eigenlijk niets te zeggen valt. God is een woord meer niet. God is een woord waarmee we willen  aangeven dat niet alles in de wereld door ons te begrijpen is.
    "Dus als we niet weten waar de wereld vandaan komt, dan gebruiken we het woord God?"
    Daarmee was voor de kleinzoon zijn vraag beantwoord. Meer vroeg hij  ook niet. 
      

    14-07-2006 om 14:52 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het idee God in ons bestaan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Dit jaar, 2006, is het jaar van Rembrandt van Rijn. Het is 400 jaren geleden dat deze beroemde schilder werd geboren. Hij is natuurlijk niet zo maar bekend geworden. Daar is een heel proces van arbeid aan vooraf gegaan. Ook geloof in zichzelf hoorde bij dat proces. Waarschijnlijk ook doorzettingsvermogen en het kunnen luisteren naar zijn leermeesters.
    Nu 400 jaren later zijn zijn werken wereldberoemd en een vermogen waard.
    In zijn schilderijen, etsen en tekeningen leeft de meester voort.
    En sta je in het museum te kijken naar de nachtwacht, een zelfportret of naar de uitbeelding van zijn zoon Titus, dan zeg je al snel:"dat is een echte Rembrandt".
    Rembrandt is er niet meer maar ook weer wel. Hij leeft in het werk dat hij heeft nagelaten. Zo is hij over het graf heen geworden tot het Idee van de schilderkunst van Rembrandt.
    In feite geldt dit voor ieder werk. In een mooi meubelstuk zit de noeste arbeid van de meubelmaker. Ook al zie je de maker niet je zit als het ware wel op hem.
    De filosoof Plato vond dat het mooie en het schone in de wereld  waren afgeleid van het Idee Mooi en het Idee Schoon. Zo ook het goede en het goddelijke. Het idee Goed en het idee God. En de mens was voor hem een wezen met Ziel  en lichaam.
    En de ziel stond  dan voor het  onsterfelijke en het lichaam voor het stoffelijke.
    De ziel van Rembrandt leeft in zijn werken en wij zorgen er voor dat zijn kostbaar erfgoed niet verloren gaat. En is er eens een vandaal die een van de werken met een voorwerp te lijf gaat, dan wordt dat gezien als een misdaad tegen  het idee van de Kunst. Het vernielde werk wordt zelfs gepoogd te repareren.
    In feite kun je zo ook tegen Jezus van Nazareth aankijken, als een Idee van God.
    "Wie mij ziet, ziet de Vader", laat een van de evangelisten Jezus zeggen. Of Jezus het ooit zelf gezegd heeft is in feite niet belangrijk. In zijn werken herken je het Idee van het Goede, van de Liefde, van Barmhartigheid, van Vergeving, van Vrede en Gerechtigheid en van het Idee God.
    In feite hoef je niet op zoek te gaan naar God, je ziet Hem in Jezus van Nazareth. Verder valt er niets te zeggen over God zelf.
    Als dat wel zo is dan is het toch weer in termen van het gouden kalf dat we zelf maken en aanbidden met alle kwalijke gevolgen van dien.
    Onze opdracht is net zo goed om tegaan met de nalatenschap van Jezus als met die van Rembrandt van Rijn.  

    09-07-2006 om 13:50 geschreven door jeremias

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 27/11-03/12 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !




    Foto

    Foto

    Foto

    UW REACTIE IS VAN HARTE WELKOM!!!
    De filosoof Immanuel Kant:
    Jezus Christus is een idee of ideaal of voorbeeld, die of dat gepersonificeerd is. De historiciteit van deze persoon is overbodig en zelfs schadelijk. Jezus verpersoonlijkt het  ideaal van de menselijke zedelijke volmaaktheid. Geloven is dan primair een handelen pas daarna een "wetën".

    Foto


    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    zon_en_zweet_in_frankrijk
    blog.seniorennet.be/zon_en_

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!