Ik ben Van Camp Alfons, en gebruik soms ook wel de schuilnaam fonne - ennof - fons - alfons - fonsvc - alfie en ook alfonsvc.
Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is gepensioneerde politieman.
Ik ben geboren op 29/12/1935 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: voetbal - genealogie - zwemmen - tennis en geschiedenis en foto's over Antwerpen.
Wandelen in oud Antwerpen Vertrek op de Grote Markt en aankomst op Grote Markt.
Onze wandeling begint op de Grote Markt waarvan de west-zijde wordt ingenomen door het Stadhuis.
Het is één van de oudste voorbeelden van Italiaanse renaissance in de Nederlanden. De eerste geleding van de topgevel wordt versierd met 3 wapenschilden : links dat van het hertogdom Brabant, in het midden dat van koning Filips II en rechts het wapen van het markgraafschap Antwerpen. Tussen deze 3 vergulde wapens staan in 2 rondboognissen beelden die de deugden van de stad uitbeelden, nl. rechtvaardigheid en wijsheid. Eén bouwlaag hoger staat in een centrale nis een O.-L.-Vrouwebeeld van de hand van Filips De Vos uit het einde van de 16° eeuw.
Voor het stadhuis, waar tot 1882 de Vrijheidsboom stond, staat het bronzen standbeeld van Jef Lambeaux. Het dateert uit 1887 en stelt Brabo voor die de hand van de verslagen reus wegwerpt.
Voor de geïnteresseerden : Brabo heeft te Antwerpen nog 3 broers. Eén op de putkevie van Quinten Metsijs (Handschoenmarkt), één boven op het Loodswezengebouw, en één op een huis aan de Cogels Osylei, alle drie afgebeeld in Romeinse krijgsuitrusting.
Volgens een 15° eeuwse auteur, Willem van Berchem uit Nijmegen, verklaart de naam Antwerpen als Handwerpen en maakt de Romein Silvius Brabo (Brabant) tot repliek van de zwaanridder. Hij laat hem de toleisende reus Druwoen Antigoon verslaan waardoor het land tussen Rijn en Schelde vrij zal worden en Brabant heten. De oude Antwerpse bekommernis om de vertolde Schelde, de enige uitgang naar zee, open te houden, komt hier tot uiting. Daarom werd de Brabofontein op dezelfde plaats geplaatst waar men de vrijheidsboom plachtte te planten.
Aan de noord- en zuidzijde van de Grote Markt bemerken we de gildenhuizen, zoals in het nr 5 het "Cuypershuis" met zijn natuurstenen renaissancegevel waarop een driehoekig ponton met het vergulde beeld van St.-Matthias, de patroon van de kuipers. In het nr 7 het huis "Spaengien" met het romantisch ruiterstandbeeld van Sint-Joris met de draak. Verder aan het nr 21 het huis "den Beer" met zijn gevel in harde blauwsteen.
Aan de andere zijde van de Grote Markt vindt men "het Gulden Schaap" en "St.-Jacob" tot één huis samengevoegd (nr 24). Verder aan het nr 38 nog het huis "de Balans" en aan het nr 40 het huis "Rodenbach".
We verlaten de Grote Markt langs de zijde van het Stadhuis. Op de hoek van de Suikerrui, in één mooi aangelegd tuintje, het bronzen beeld van de Buildrager van Constantin Meunier van rond 1885, met als tekst "Arbeid - Recht".
Men herdenkt hier het heldhaftig verzet van de havensjouwer tegen de V-wapenaanvallen 1944-1945, nl. de "bibbergeld"-episode, van daar het parool "Arbeid Vrijheid".
Nu steken we de Suikerrui over richting Hoogstraat waar we in de nrs 3 en 5 respectievelijk de huizen "den Baers" en "den Houten Hondt" aantreffen.
We nemen nu rechts de smalle Kleine Pieter Potstraat met vooraan rechts "den Granaatappel" (nr 21). Aan het einde van de straat komt men in de Grote Pieter Potstraat, waar men naar links gaat. Van waar de naam Pieter Pot ? De straten danken hun naam aan de Dordrechtse zakenman Pieter Pot, die zich in 1415 in Antwerpen vestigde, en op zijn grond een kapel, toegewijd aan Sint-Salvador oprichtte samen met het latere aalmoezenhuis. Van dit alles rest nog het eenvoudig zaalkerkje met puntgevel (nr 13). Verderop aan het nr 24 is "den Hopsack" gelegen, met zijn mooie spiegelboogdeur en ovalen bovenlicht. Op het einde van de straat, boven aan een pakhuis, ziet men nog de resten van een houten hijsinstallatie.
Vervolgens slaan we links af de Vlasmarkt in. Op het einde van de straat slaat men rechts af, opnieuw de Hoogstraat in. Op de straathoek een gekroond O.L.V.-beeld met kind aan de hand. In het nr 62 het huis "den Peerboom" met onder de ramen van de eerste verdieping de bas-reliëfs van taferelen die het leven van Sint-Jozef en van de Heilige Familie voorstellen.
Alvorens links af te slaan, de Heilige Geeststraat in, houden we een halt bij het
Sint-Julianusgasthuis (Hoogstraat 70-72), dat tot doel had arme vreemdelingen op doorreis in Antwerpen gedurende enkele nachten te herbergen. Hieruit ontstond de traditie van de jaarlijkse Pelgrimstafel, waarbij op Witte Donderdag een maaltijd wordt aangeboden aan 12 pelgrims of aan 12 armen van de stad.
In de H. Geeststraat vindt men in het nr 9 huis "Draecke" één van de gaafst bewaarde Antwerpse patriciërswoningen.
Voorbij de bocht van de H. Geeststraat komt men dan op de Vrijdagmarkt. In het midden van het plein staat op een sokkel een beeld van de H. Catharina,
patrones van de oude-klerenkopers.
In de hoek van het plein het "Plantin Moretusmuseum" met boven de ingangspoort een cartouche van de hand van A. Quellin uit 1640, een passer, het kenteken van Plantin, geflankeerd door 2 figuren die een kroon vasthouden boven het devies van Christoffel Plantin "Labore et Constantia"( door arbeid en volharding).
Via de Leeuwenstraat en even de Reyndersstraat komt men in de Pelgrimstraat. De Pelgrimstraat werd genoemd naar de 13° eeuwse herberg "De Pelgrom" waarvan Jan Heyns, de schoonvader van Q. Matsijs, de uitbater was.
Via een smalle doorgang komt men in de "Vlaaikensgang",
waar toonzalen voor antikwiteiten en een restaurant zijn ondergebracht, zonder aan de intieme sfeer te raken. Onmiddellijk bij het binnenkomen ondergaat men de rust van een oase in de drukke binnenstad. Langs de smalle gang en 3 binnenplaatsjes komt men uit op de Oude Koornmarkt. A. Lattin zegt met recht : "prachtige straat door haar lijnrichting, haar gevels en haar stadsbeelden".
Via één van de tegenoverliggende straatjes komt men op de Handschoenmarkt met zijn prachtige O.L.V.-kathedraal, de grootste gotische kerk van de Nederlanden, met zijn 123 (ten noorden) en zijn 65 meter (ten zuiden) hoge torens. Net als de Groenplaats (Groen kerkhof) ook een voormalige begraafplaats, maar dan het "Klein of Steenen Kerckoff" genoemd vanwege de kasseien. In de 16° eeuw stonden er kraampjes voor handschoenenverkoop. De uit de 1490 daterende putkevie
zou van de hand van Q. Matsijs zijn en bekroonde vroeger de bornput voor het oude Stadhuis. Quinten werd op dit kerkhof begraven. Tegen de gevel van de kerk hangt nog een replika van zijn grafsteen. Tegen de zuidtoren van de kathedraal, staat een beeldengroep van de hand van Jef Lambeaux, die een werkplaats met steenkappers voorstelt.
Via de Jan Blomstraat, eens Molengat of Rioolstraat geheten, komen we dan op de Groenplaats, het vroegere kerkhof van de kathedraal. In het midden van het plein staat het bronzen standbeeld van
Pieter Pauwel Rubens.
Rond dit standbeeld is er heel wat te doen geweest. Omtrent 1843 versiert het wel de Groenplaats, maar het heeft een hele tijd geduurd alvorens men een geschikte plaats voor het beeld van de grootste aller Vlaamse schilders gevonden had. Men wilde het op het toenmalige Burchtplein, anderen wilden het weer elders. Toen men het tenslotte wilde onthullen op het Burchtplein bleek het dat de gieterij niet klaar was en men onthulde dan een voorlopig plaasteren model. Toen men met het bronzen beeld aankwam viel het van de wagen. Zodat men met onze Rubens nog al wat last heeft gehad voor hij goed en wel op zijn voetstuk stond. Rubens staat er afgebeeld in de kledij van ambassadeur en heeft enige zinnebeelden der schilderkunst aan zijn voeten.
Langs de St.-Pieterstraat komt men op de Melkmarkt en wandelen we verder tot men rechts de Wijngaardstraat ingaat, zo komt men op het Hendrik Conscienceplein, dat lange tijd de naam "Jezuïetenplein" droeg. De naam ligt voor de hand. De ouwe heer zit een beetje afwezig naar de
duiven te kijken.
Hij rust hier uit na zijn volk te hebben leren lezen en koos hiervoor een stoel voor de gevel van de Stadsbibliotheek. Het standbeeld van Hendrik Conscience is van de hand van F. Joris. Het meest in het oog springend is echter de rijk versierde, barokke St.-Carolus Borromeuskerk.
De gevel is opgetrokken in Balegemse zandsteen en blauwe hardsteen voor de hoofdgeledingen. De monumentale deur wordt geflankeerd door rondboognissen waarin de beelden van St.-Petrus en St.-Paulus prijken.
We verlaten nu het Hendrik Conscienceplein langs de doorgang naast de kerk om zo in de
Wolstraat te komen . Ga nu even naar links, steek de straat over, maar let op het tramverkeer, en open de eenvoudige deur aan het nummer 37. Lees het straatnaambord boven de deur, nl. "Bontwerkersplaats",waar sinds 1422 het godshuis van de pelsmakers was. Achter deze deur een prachtig zicht op de plaats.
Bij het buitenkomen gaan we naar links tot op de Wijngaardbrug om daarna rechts de St.-Katelijnevest in te wandelen. Van hieruit kan men de hoge kerktoren van Carolus Borromeus zien.
Vervolgens nemen we links de Lange Nieuwstraat, doch werpen onze blik even naar rechts in de Korte Nieuwstraat, waar we
een prachtige calvarieberg opmerken.
Links vooraan in de Lange Nieuwstraat aan de nummers 3-5, het voormalig St.-Niklaasgodshuis met zijn Sint-Niklaasplaats.
Centraal op het pleintje staat een waterput met pomp en een hardstenen pompzuil waarop een witstenen beeld van St.-Niklaas.
Juist tegenover de St.-Niklaasplaats, rechts in de Lange Nieuwstraat bevindt zich de
Schippersbeurs (nr 14 ) met bovenaan een bas-reliëf van een schip. Onmiddellijk rechts ziet men in de Borzestraat de Handelsbeurs, dat eens het centrum was van de handels- en geldmarkt.
We wandelen verder tot aan de St.-Jacobstraat en slaan hier links af, waar we de conturen van de Sint-Jacobskerk opmerken.
Aan de Sint-Jacobsmarkt gaan we rechts, passeren het Frans Halsplein met het beeldje van het
"Oasemannetje", die zijn jas opent en zijn hart laat zien. De tekst op de sokkel : "er zit een hart onder mijn jas" met verwijzing naar de Bond Zonder Naam, om vervolgens links de Lange Sint-Annastraat in te wandelen. Aan de rechterzijde van de straat bevindt zich het klooster der grauwzusters (nr 7), die zich op het einde van de 17° eeuw te Antwerpen vestigden om de pestlijders te verzorgen. Op de eerste verdieping onder het baldakijn een Franciscusbeeld, een kopie van het beeld van Sint-Franciscus van Assisië.
In de Korte Sint-Annastraat heeft men een goed zicht op de Van Straelentoren,
die 6 verdiepingen telt. Van Straelen was de vroegere burgemeester en schepen van Antwerpen.
Van de vroegere gebouwen en de uitkijktoren blijft alleen de originele buitengevel langs de Korte Sint-Annastraat en de Van Straelentoren over. Het torenpaviljoen, in renaissancestijl, werd getekend door de stadhuisarchitect Cornelis Floris. Op de toren wijst een gulden draak de wind, de draak verwijst naar de familie van de moeder van Van Straelen die behoorde tot de Antwerpse schepenfamilie Draeck. In 1567 werd Van Straelen op last van de hertog van Alva onthoofd en zijn goederen werd verbeurd verklaard.
Langs de Rozenstraat komt men op de Ossenmarkt. Midden op het plein een O.L.V.-beeld op een hoge arduinen pijler.
In de aangrenzende Rodestraat, het Begijnhof (nrs 39-41), met boven de laat-barokke toegangspoort, in een rondboognis, het beeld van de Heilige Begga. Hier is nog voldoende bezienswaardig materiaal en hystorische herinneringen voorhanden om er een tijdje aangenaam te vertoeven.
In de kerk zelf kunnen we rechts in de kruisbeuk de "Kruisafneming" van Jordaens en links " De bespotting van Christus" van Adam Van Noort bekijken. (Nota auteur : de kerk is alleen te bezichtigen elke woensdag van 11.00 uur tot 14.00 uur).
In de kapel bemerken we het beeld (18° eeuw) van de z.g. "Sprekende God" Zoals George Van Cauwenbergh beschrijft in zijn "Gids voor Oud Antwerpen", verhaalt de legende dat dit beeld tijdens de komst van de Fransen in 1798 tot een biddend begijntje zei : "Draag mij in de kelder" wat het mensje eigenhandig deed. Na het vertrek van de snoodaards waren er 3 sterke mannen nodig om het terug op zijn plaats te krijgen.
Wanneer we terug buiten komen zien we helemaal links in een hoekje tegen de kerkgevel een "pisseintje" of "urinoir"
Wat staat dat daar te doen en wat moesten de Begijntjes daar mee beginnen ? De uitleg is simpel, nl. dat in die tijd een Belgische wet voorschreef dat aan ieder kerkgebouw zo'n ding moest staan.
Rond de tuin, staan huisjes in traditionele bak -en zandsteen en tellen 2 verdiepingen.
Via opnieuw de Ossenmarkt en de Lange Winkelstraat komt men aan de voormalige kloosterkerk van de anonciaden, die vooral gekend waren als gasthuisverzorgsters.
Vervolgens gaan we naar links, de Grote Kauwenberg in, om even later rechts de Prinsstraat te nemen, waar de Universitaire Faculteiten St.-Ignatius zijn gelegen. De kern hiervan wordt gevormd door het "Hof van Liere". Arnold Van Liere (burgemeester-koopman) was eigenaar van dit pand en het was speciaal ingericht voor hoge gasten, en kreeg de naam mee van "Prinsenhof". Hierdoor kreeg de straat eveneens de naam van Prinsstraat. Een goed gekozen naam voor een schitterende woning met liefst een lange voorgevel die 72 meter meet.
In de Prinsstraat gaan we naar links, de Gratiekapelstraat in, om op het einde van de straat, rechts, in de Keizerstraat te gaan. In deze straat aan de nrs 21-23 de "Keizerskapel of St.-Annakapel".
Aan de nrs 10-12 het "Rockoxhuis". Dit was vermoedelijk de gewezen woning van burgemeester Nicolaas Rockox, de oude. Hier kan men een prachtige kunstcollectie bewonderen.
Verder in de straat hebben we nog aan het nr 8 "Het Frans Snijdersstraat", genoemd naar de schilder Frans Snijders.
en aan het nr 9 het knappe huis Delbeke, verworven door Baron August Delbeke in 1897. Bekijk de barokke gevel en de originele toegangspoort met een bas-reliëf - 2 zeepaarden en hun menners - toegeschreven aan Artus Quellin (17° eeuw).
Aan de Ambtmanstraat gaan we naar rechts, en bekijken we de huizen genummerd van 4 tot 14, nl. "De Groote Lely" eens bewoond door Willem van Halmale, ridder en amman van Antwerpen. De Amman, zoals de sinjoren hem noemde, was zeer lang een van de voornaamste stedelijke ambtenaren die in burgerlijke delicten namens de hertog recht sprak, in tegenstelling tot de Schout die de criminele processen leidde. Nu is de Groote Lely verdeeld in 3 huizen, nl.: "De Kleijne Lely" en "de Twee Halve Lelyen". Vervolgens komen we alzo in de Mutsaertstraat .
Hier bevindt zich het Koninklijk Academie voor Schone Kunsten of kortweg "Academie"
(nr 31), opgericht in 1662 door David Teniers.
We slaan opnieuw links af, de Minderbroederstraat in, waar in het nr 22 het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven is ondergebracht.
Aan de Minderbroedersrui gaan we naar rechts tot aan de Lange Koepoortstraat, waar we even de straat volgen om onmiddellijk rechts de Zwartzusterstraat in te wandelen. In de zijstraat, links, de Stoelstraat met houten gevel (nr 11), de enige houten gevel die nog bestaat.
Terug in de Zwartzusterstraat komt men aan het klooster der Zwartzusters (nr 25), die zich in hoofdzaak met ziekenverzorging bezig hielden. We vervolgen onze weg tot aan het einde van de straat en komen alzo op de Veemarkt, waar zich de Sint-Pauluskerk bevindt, de voormalige kerk van de dominicanen of predikherenorde.
met een uitzonderlijk rijk kunstwerk. Via een portaal in de kerk, met aan weerszijden de beelden van St.-Paulus en St.-Dominicus, komen we op een oude begraafplaats van het klooster waar een
"Calvarieberg" werd ontworpen.
Langs de Veemarkt en de Vleeshouwersstraat komt men aan het Vleeshuis. Via de trappen van de Repenstraat dalen we naar beneden naar de Palingbrug en gaan we onder het gewelf door tot op de Burchtgracht, doch draaien onmiddellijk naar rechts om even de "Calvarie" te bekijken op de Drie Hespenstraat.
Langs de Vleeshuisstraat komt men op de Jordaenskaai waar men een prachtig zicht heeft op het Steen
en Lange Wapper, de schrik der dronkaards.
Deze komt 's nachts tevoorschijn en achtervolgt de dronkaards. Eerst als een klein mannetje, maar hij kan zichzelf steeds groter en groter maken, tot hij boven de huizen uitsteekt. Als de dronkaard, hijgend en zwetend, thuiskomt kijkt Wapper door het raam naar binnen.
Soms vermomt hij zich als een klein kind om moedermelk te kunnen drinken. Als een moeder dit kind meeneemt om te verzorgen en in een wiegje te stoppen, laat Lange Wapper zichzelf zo groot groeien dat hij niet meer in de kamer past.
Boven de poort bevindt zicht het vergane beeldje van Semini (betekent zaad).
Dit zou een Frankisch afgodsbeeldje zijn dat vooral een bijzondere belangstelling had bij de Antwerpse dames, die hem een kindje kwamen afbedelen. Fallisch vruchtbaarheidssymbool dus, maar door de Jezuïeten van zijn voornaamste attribuut beroofd. Semini's kinderen en meer nog "godsjumenas" zijn ook vandaag nog typerende Antwerpse krachttermen.
Langs de Palingbrug en de Krabbenstraat komt men in de Kuipersstraat om alzo in de Oude Beurs aan te komen. Rechts in de straat aan de nrs 8-10 "De Spiegel"
dat bewoond werd door personen en families met aanzien, die nauw verbonden zijn met de geschiedenis van de stad.
Via de Wisselstraat komen we dan terug aan ons beginpunt dat tevens het einde is van deze wandeling.
Wij hopen dat U genoten heeft van deze boeiende wandeling en verwachten U voor een volgende wandeling.
Alfons Van Camp
Nota van de auteur: vele bezoekers en lezers van mijn blog, zullen opgemerkt hebben dat sommige foto's en teksten reeds vervat en besproken werden in afzonderlijke wandelingen (wandelingen van 1 tot en met 25). Aangezien de meeste bezoekers aan Antwerpen, de verschillende wijken niet kennen, werden de wandelingen "wandelen in oud Antwerpen" en "wandeling voor de toerist" speciaal voor hen in het daglicht geplaatst. Bronnen : - Gids voor Oud-Antwerpen van George Van Cauwenbergh en - Stichting Monumenten -en Landschapszorg v.z.w. i.s.m. stad Antwerpen - Wikipedia - De foto's, op enkele uitzonderingen na, komen uit eigen beheer van Alfons Van Camp
Een wandeling voor de toerist : van Centraal Station via Grote Markt en terug -
een WANDELING in Antwerpen : van Centraal Station, via De Keyserlei, Meir, Groenplaats, Grote Markt en terug.
Wanneer men het Centraal Station verlaat komt men op de De Keyserlei, gekend als de "Champs Elysées" van Antwerpen. We bevinden ons nu in het Statiekwartier, de eens zo beroemde wijk met zijn talrijke cafés, clubs -en stripbars. Hier bevond zich ook het Mekka van de film. Na het faillissement van baron Heylen, die alleenheerser was met al zijn opgekochte filmzalen, verviel deze wijk en moesten talrijke filmzalen plaats maken voor zaken, zoals Mac Donald's; Megamarkt, e.a. We gaan nu richting leien en bekijken rechts van de De Keyserlei het UGC-concern, eens was hier de beroemde Cinema Rex gevestigd die na de oorlog getroffen werd door een V-bom, tijdens de gedraaide film "Buffalo Bill" en waarbij talrijke Britse soldaten en burgers het leven lieten.
Wandelen we nu verder in de richting van de leien, dan zien we rechts op de hoek van de De Keyserlei en de Frankrijklei de "Antwerp Tower" en om de hoek, een 50 meter verder het "Operagebouw" .
De opdracht voor de bouw werd door burgemeester Jan Van Rijswijck gegeven in 1899 onder impuls van componist Peter Benoit. De architecten Alexis Van Mechelen en E. Van Averbeke werden hiervoor aangesteld. Uiteindelijk werd het gebouw tussen 1904 en 1907 opgetrokken. Vroeger was hier een overdekte markt, nl. de "Cité".
Wij steken nu de Frankrijklei over, via het verkeerslichten en de voetgangersovergang, zodat we op de Teniersplaats belanden. Hier worden we opgewacht door "David Teniers ".
Schilder van de levensvreugde, was de stichter van de Antwerpse akademie. Het standbeeld werd gemaakt door Jaak Ducaju, leraar aan de akademie.
Vooraleer de Leysstraat in te wandelen bewonderen we de beide prachtige gebouwen op de beide hoeken van de Tabaksvest. 1951.
Het standbeeld van Antoon Van Dijck, sinds 1901 opgesteld in de 'Geuzenhofkes' (Franklin Rooseveltplaats) wordt daar weggenomen en zal tot midden jaren zestig in het stadsmagazijn aan de Desguinlei 'opgeborgen' staan. Na een verblijf op een privédomein in Schilde wordt het beeld in 1982 voor restauratie teruggehaald. Op 9 juni 1983 zal het onthuld worden op de Meir.
Allereerst was dit werk van beeldhouwer Leonard De Cuyper (1808 - 1891) op de 'Museumplaats' ingehuldigd (15 augustus 1856). (Bron : Kroniek 008 - Antwerpse geschiedenis). Kijk ook even naar het standbeeld op de hoek van de Jezus -en Leysstraat, nl. dit van Lodewijk van Bercken,
die vanop jeugdige leeftijd in 1476 een middel uitvond om diamant te bewerken. Een standbeeld dat bezwaarlijk een blikvanger kan genoemd worden, want het prijkt op de eerste verdieping van het hoekhuis. Diamant is reeds van oudsher een bron van Antwerpens welvaart.
Van hieruit hebben we reeds een gezicht op de alomgekende winkelstraat "Meir", de winkelstraat bij uitstek Hier kan men 's namiddags, bij mooi weer, over de koppen lopen, dit in tegenstelling met 's avonds, dan is er geen "kat" te zien. De Meir, "Mere of Meyr" komt voort van een moeras of stilstaand water, een poel dat zich in de nabijheid van de Huidevettersstraat bevond. Volgens ingenieur-architect Hans Janssen van EAP architecten-bureau is de Meir : "in feite meer dan zomaar een winkelparadijs. Ook architecturaal is de straat een unieke belevenis. Dat komt omdat ze een vrijwel aaneengesloten geheel vormt van chique, statige gevels die in verschillende, grote bouwstijlen zijn opgetrokken"". Links van de straat, naast de l'Innovation", bevindt zich de vernieuwde Stadsfeestzaal die 7 jaar geleden afbrandde. De buitengevel werd bewaard en gerestaureerd, evenals de binnenzijde. Het is het "pareltje" van de Meir. De moeite om hier eens binnen te gaan en het mooie plafond en interieur te bekijken. Een must. Deze zaal zal door vele oude sinjoren wel in hun geheugen gegrift blijven als de zaal waar alle stadsscholen hun einddiploma van het Lager Onderwijs moest halen, wat gepaard ging met menige commotie Het stadsbestuur heeft hier werkelijk iets moois gepresteerd. Het interieur is gewoon prachtig en gezellig. Bij het binnenkomen van de zaal wordt men overweldigd door het
prachtig plafond.In het midden is er een rondpunt, een bar waar men rustig kan verpozen en langs alle zijkanten werden winkels ingevoegd. Via de monumentale marmeren trap
komen we op het balkon waar eveneens winkels en zelfs een restaurant werd geopend. Van hieruit heeft men nog een mooier zicht op het interieur. Langs de roltrappen belanden wij bij supermarkt "Delhaize" en megawinkel "Saturn", en nog vele andere winkels, zoals "Blokker", "Casa", enz... Er werd zelfs een uitgang voorzien naar het Hopland, wat goed gezien is, want van hieruit kunnen we de moderne winkels bekijken vooral in de verder gelegen Schuttershofstraat. Een modestraat die in is en waar men tegenwoordig wil zijn. Bij het verlaten van de stadsfeestzaal gaan we links verder op de Meir, maar houden even halt aan kledingzaak C & A. Wie herinnert zich nog cinema "Roxy" ? Deze zaal bevond zich waar nu de "C & A" gevestigd is. Juist aan de overzijde, op de hoek met de Eikenstraat, bevindt zich het "Osterriethhuis",
wordt terecht beschouwd als een van de mooiste oude patriciërshuizen van de metropool en als een van de meest karakteristieke voorbeelden van de rococostijl in onze streken. Het is het laatste grote werk van de Antwerpse architect Jan Peter van Baurscheit de Jonge (1699-1768). In 1749 kreeg deze de opdracht van weduwe Melchior Jozef van Susteren, geboren Régine-Thérèse du Bois, om een oud herenhuis gelegen op de Meir te verbouwen en uit te breiden. Voor die tijd behoorde dit gebouw toe aan Geronimo en Alonzo d'Espinoza, die het in 1560 hadden gekocht. Later, in 1649, werd het huis eigendom van Jacomo Carenna, een rijke Milanese handelaar en kunstliefhebber. Deze gaf het interieur een weelderig uitzicht.
Bekijk ook de gevel boven de kledingzaak "W.E."
Een prachtige gevel van het huis dat in de 19° eeuw ten onrechte voor de woning van Rubens werd gehouden, maar wel aan zijn familie langs moeder's kant (Maria Pijpelinckx) toebehoorde. Het bovenste gedeelte werd behouden maar in de loop der tijden veranderde het gelijkvloers eerst van supermarkt "Priba" tot kledingzaak "W.E.".
Als we nu de hoek omdraaien bevinden wij ons op de "Wapper". Bekijk even de prachtige "Arend".
Misschien werkt de fontein en zijn de terrasjes van café "Bistro" druk bevolkt. (Spijtig genoeg is de fontein in de winter niet in gebruik en blijven de terrasjes van Café "Bistro" ongebruikt) Rechts van ons op de Wapper, zien wij nog een prachtige gevel, nl. de zijgevel van de Fortis Bank van de Meir.
Aan de overzijde ligt daarentegen het "Rubenshuis". Als jullie wat meer tijd hebben bij een ander bezoek een must om het te bezoeken. Op 1 november 1610 kocht Pieter Pauwels Rubens een pand gelegen aan de Vaartstraat op de Antwerpse Wapper, om er een eigen woning en atelier in de richten, naar eigen ontwerpen. Het duurde wellicht nog tot in 1615 vooraleer hij de woning kon betrekken, maar hij bleef er wonen en werken tot aan zijn dood op 30 mei 1640. Men betreedt het pand via de grote poort en men belandt op de binnenkoer. De blikvanger is onbetwistbaar de majestatische, barokke portiek, die de binnenkoer afsluit van de tuin.
Gaan we nu terug de Meir op dan zien we links achtereenvolgens de prachtige gebouwen van
"De Fortis Bank"
en "Het Koninklijk Paleis".
Voor dat het Koninklijk Paleis zijn bestemming kreeg, stond het in de Antwerpse geschiedenis bekend als het "Hotel van Susteren" naar de bouwer van dit huis. Peter van Baurscheidt was er de bouwmeester van. De voorgevel, die men algemeen als één der schoonste van gans het land beschouwt, is geheel opgetrokken in Bentheimer zandsteen. die zeer fijn van korrel is en nu, na 2 eeuwen, een weergaloze schone tint gekregen heeft. De steenblokken zijn ook zeer merkwaardig door hun uitzonderlijke afmetingen. Ongeveer naast boekhandel "de Slegte" was vroeger het Sint-Jans-Berchmanscollege gevestigd. Dit gebouw bestaat niet meer en zijn hier nu luxeappartementen. Traditie gaat dus plaats maken voor een "trendy" toekomst. Het oorspronkelijk gebouw uit 1889 dat zicht bevindt aan de achterzijde is bijna integraal gebleven. Even verder aan onze lnkerzijde bemerken we een gezellige gaanderij de "Meir's Square". Te midden
van deze galerij bevindt zich "Mendy's" , waar men van alle drukte gespaard blijft en rustig iets kan drinken of eten. Zij loopt door tot in de Huidevettersstraat Aan de overzijde volgt de ene winkel naast de andere zich op en heeft men geen ogen genoeg om rond te kijken.
Aan het einde van de Meir, zien we recht op de Boerentoren of KBC-toren,
een betonnen mastodont van 87,50 meter hoogte (andere informatiebronnen spreken van 87 meter) Vanaf 1928 het bankgebouw van de Kredietbank met zijn kubistische toren, de eerste wolkenkrabber van Europa. De bank moest het vooral van landbouwers hebben en de Sinjoor doopte hem al onmiddellijk als "Boerentoren". Op sommige dagen kan men het gebouw betreden tot de hoogste verdieping waar men een prachtig panoramisch uitzicht heeft over de stad. Op het gelijkvloers worden er regelmatig tentoonstellingen gehouden. We vervolgen onze weg, links van de Boerentoren, en bevinden ons nu op de Schoenmarkt of de Kerckhofstrate, Tien Gebodenstrate (naar huizen Eerste Gebod, Tweede Gebod, enz...), rue Bonaparte, rue de la Préfecture. Kunt U nog volgen ? Allemaal benamingen voor dezelfde Schoenmarkt Een weinig verder gaan we op Pelgrimstocht in het nummer 8,
het"schoenmakerskapelleke" De Antwerpenaren gaven het kapelleke deze naam omdat de beoefenaarsters van het oudste ambacht hier bij voorkeur kwamen mediteren Even verder op de hoek met de Geefstraat zien we een gebouw waarvan de meeste Antwerpenaren het bestaan niet kennen. Dit eerbiedwaardig bisschoppelijk paleis tart de moderne tijd van supermarkten en dergelijke. Tot in 1878 vergaderden de Belgische Provinciegouverneurs hier en voor het eerst ook de Provincieraad, waarvoor zelfs een zaal voor werd geïnstalleerd. In deze vergaderzaal, uitgerust met de stoelen van de eerste Belgische Senaat, zetelde tijdens de eerste wereldoorlog het Duits Krijgsgerecht.
Wanneer we nu voorzichtig de straat oversteken bemerken we rechts een groot plein, nl. de
Groenplaats met het standbeeld van Rubens. Rond dit standbeeld is er heel wat te doen geweest. Omtrent 1843 versiert het wel de Groenplaats, maar het heeft een hele tijd geduurd alvorens men een geschikte plaats voor het beeld van de grootste aller Vlaamse schilders gevonden had. Men wilde het op het toenmalige Burchtplein, anderen wilden het weer elders. Toen men het tenslotte wilde onthullen op het Burchtplein bleek het dat de gieterij niet klaar was en men onthulde dan een voorlopig plaasteren model. Toen men met het bronzen beeld aankwam viel het van de wagen. Zodat men met onze Rubens nog al wat last heeft gehad voor hij goed en wel op zijn voetstuk stond. Rubens staat er afgebeeld in de kledij van ambassadeur en heeft enige zinnebeelden der schilderkunst aan zijn voeten. Van hieruit kan men mooie foto's maken van Onze Lieve Vrouwe Toren. De Groenplaats was vroeger langs alle kanten omringd door een sluitingsmuur rond het aldaar gelegen kerkhof Onze-Lieve-Vrouwe. Deze plaats staat voor gezelligheid, toeristen die er rond-kuieren, terrasjesbezoekers, jongelui die rondhangen rond het standbeeld van Rubens. de duiven die er vrolijk rondhuppelen en op sommige dagen kan men er genieten van de muziek voortgebracht vanop de kiosk. In één woord "gezelligheid" is er troef. Voor jullie een mogelijke rustplaats De blikvanger is echter het prachtige zicht op de O.L.V.-kathedraal Ondergronds is er het Metrostation "Groenplaats", waar de trams in alle richtingen van de stad, en Linkeroever, vertrekken. Tevens kan men er via de roltrappen het GB-warenhuis bezoeken en kan men op het gelijkvloers rondneuzen in de talrijke winkels in het winkelcentrum. Maar dat is misschien voor een andere keer.
We kruisen het plein diagonaal naar links, en nemen de uiterste linkse straat, de Jan Blomstraat, ook het Molengat of Rioolstraat geheten, met zijn vele pizza-restaurantjes. Aan het einde van de Jan Blomstraat,
tegen de zuidkant van Onze-Lieve-Vrouwkerk,
zien we een beeldengroep : "Het monument van de Torenbouwer van Pieter Appelmans"
naar de hand van Jef Lambeaux, die een werkplaats met steenkappers voorstelt.
Wij zijn nu aangekomen op de Handschoenmarkt en bewonderen het mooie hoofdportaal van deze
kathedraal, getekend door Fr. Durlet, en uitgevoerd door J. De Boeck en J.B. Van Wint, van 1903 tot 1906. Het is precies een kantwerk in steen (Nota auteur : De kerk is te bezichtigen van maandag tot vrijdag van 10/17 uur/ zaterdag van 10/15 uur en op zon -en feestdagen van 13/16 uur. Toegangsprijs per persoon is 2 Euro). Tevens kunnen wij hier de vele restaurants en souvenirswinkels opmerken. De Kathedraal of O.L.V.-kerk is alleszins de schoonste der Antwerpse kerken. De kerk is 117 meter lang en 65 meter breed en wordt door 125 zuilen gedragen. De toren is 123 meter hoog. Men heeft de toegang tot de toren langs 622 treden (volgens G. Cauwenbergh in zijn boek "Gids voor Oud Antwerpen" : 616 + een ijzeren ladder). De beiaard die we misschien nu horen, is samengesteld uit 47, in 1973 in Nederland, gerestaureerde klokken. De O.L.V.-kerk is rijk aan kunstschatten. Van een schrijn van indrukwekkende kunstwerken met maar liefst 4 Rubensschilderijen en bekijk de tal van beelden, schilderijen o.a. de 2 meesterwerken van
Rubens, de "Kruisverheffing" en de "Kruisafneming".
Alles in deze kerk is merk -en bezienswaardig en het loont de moeite om er even te vertoeven. Terug buiten de kerk kunnen we de "putkevie" rechts van ons, de put van "Quinten Metsys , uit 1490
bewonderen.
Boven de put op het smeedwerk staat een Brabo in volle uitrusting.(wordt later besproken) en gaan links het De Quinten Matsijsdoorgang in.
Op het einde van dit doorgangetje gaan we naar lins en betreden wij de Oude Koornmarkt met haar verscheidene interessante gevels die het straatbeeld bepalen. Aan het nr 16 "De Vlaaikensgang".
Ga gerust binnen en ge wordt ondergedompeld in een oase van rust. We volgen de route tot aan het einde, waar we tijdens ons bezoek verschillende stadia van restauratie kunnen bewonderen. Wij verlaten nu deze gang langs de Pelgrimstraat en gaan rechtaf de Reyndersstraat in. Links van de straat de "Grote Witte Arend", ga hier binnen en ontdek de kapel. Aan het kruispunt gaan we naar rechts de Hoogstraat in, volgen deze tot aan het kruispunt met Oude Koornmarkt en gaan via de voetgangersovergang richting Stadhuis en Brabo op de Grote Markt.. Wij bemerken onmiddellijk dat dit het hart is van Antwerpen en ook de meeste gefotografeerde plaats met zijn prachtig Stadhuis , omgeven door mooie gildenhuizen en centraal het Brabofontein.
Wij nemen eerst het prachtige Stadhuis, dat één van de grootste voorbeelden van Italiaanse renaissance is in de Nederlanden onder loupe. Het bijzonderste gebouw der Grote "merct" dat tamelijk bekend is. Het werd gebouwd volgens de plannen van Cornelis de Vriendt, genaamd Floris. In 1565 werd het plechtig ingehuldigd. De topgevel is versierd door 3 wapenschilden, links dat van het hertogdom Brabant, in het midden dat van koning Filips II en rechts het wapen van het markgraafschap Antwerpen. Tussen deze 3 vergulde wapens staan in twee rondboognissen beelden die de deugden van de stad uitbeelden, nl. rechtvaardigheid en wijsheid. Een bouwlaag hoger staat in een centrale nis een O.L.Vrouwebeeld van de hand van Filips de Vos uit het einde van de 16° eeuw. Het eerste stadhuis werd omstreeks 1400-1410 opgericht. En het heeft er gestaan tot rond 1561, wanneer met de bouw van het tegenwoordige prachtige gebouw werd begonnen. Men ziet er prachtige muurschilderijen. Vooral de Leyszaal wekt de algemene bewondering. Bij een bezoek aan het stadhuis zal men ook vooral aandacht schenken aan de prachtige beeldhouwwerken in hout en marmer die er aanwezig zijn, de schone eretrap, de eeuwenoude ouderwetse schouwmantel, waarvan de meeste ware kunststukken zijn. Voor het Stadhuis, waar tot 1882 de Vrijheidsboom stond, staat nu het bronzen standbeeld van Jef Lambeaux. Het dateert uit 1887 en stelt Brabo voor die de hand van de verslagen reus Antigoon wegwerpt. Enkele Gildenhuizen, die het stadhuis omgeven, zijn nog authentiek, zoals het "Cuypershuis" (Nr 5), het vroegere ambachtshuis van de kuipers dat dateert uit 1579. Het Sint-Matthiasbeeld, de patroon van de kuipers bevindt zich op het driehoekig fronton van de gevel. Een andere gevel, juist ernaast in het nr 7, het huis 'Spaengien" is eveneens mooi om te bekijken met het romantisch ruiterstandbeeld van St.-Joris met draak, van Jef Lambeaux. Loop maar gerust rond en neem Uw tijd om al deze prachtige gebouwen, waarachtig geschiedenis verscholen zit, te bekijken.
We verlaten nu de Grote Markt richting Suikerrui en gaan in de richting van de Schelde. Deze Suikerrui ontving haar naam van de suikerzieders en bakkers die er woonden. Op het plantsoen, langs de zijingang van het Stadhuis, stond vroeger een huizenblok van het Paardenstraatje en wordt ingenomen door Meuniers "buildrager", de havensjouwer, die het heldhaftig verzet tegen de V-wapenaanvallen 1944-45, de "bibbergeld-episode" herdenkt. Vandaar de tekst op de sokkel "Arbeid en Vrijheid".
We gaan nu verder tot aan de Ernest Van Dijckkaai, waar men een goede kijk heeft op de Linkeroever, en slaan rechts af. Alvorens dit te doen bekijken we op de hoek met de Ernest Van Dijckkaai het mooie "Hansahuis" Dit huis werd gebouwd door de Duitse koopman-bankier Malinckrodt. Bovenaan de afbeelding van Rijn en Schelde in de vorm van baardige oude heren. Aan de kant van de Kaasstraat wenkt de "scheepvaart". Bekijk eveneens de beelden van de forse vrouwen op de gevel, vermoedelijk een echte 'Rubenstrek'.
Via de verkeerslichten steken we over tot op het Steenplein, begeven ons tussen de 2 leeuwen tot op het zuiderterras, waar Minerva de Romeinse oorlogsgodin ons opwacht. Van hieruit hebben we een mooi zicht op de Schelde, de slagader van Antwerpen. Hier kunnen we gerust de tijd nemen om te pauseren op één van de banken van het terras. Na genoten te hebben van het Scheldezicht dalen we af naar het Steenplein, waar we eveneens kunnen uitrusten, en bekijken het standbeeld van Lange Wapper, de schrik der dronkaards.
De kwelgeest komt 's nachts tevoorschijn en achtervolgt de dronkaards. Eerst als een klein mannetje, maar hij kan zichzelf steeds groter en groter maken, tot hij boven de huizen uitsteekt. Als de dronkaard, hijgend en zwetend, thuiskomt kijkt Wapper door het raam naar binnen.
Soms vermomt hij zich als een klein kind om moedermelk te kunnen drinken. Als een moeder dit kind meeneemt om te verzorgen en in een wiegje te stoppen, laat Lange Wapper zichzelf zo groot groeien dat hij niet meer in de kamer past.
We bestijgen de helling naar de ingang van het Steen en zien het halfvergane beeldje van Semini (volgens sommige bronnen de oudste Antwerpenaar). Semini betekent "zaad" en zou een Frankisch afgodsbeeldje zijn, dat bijzondere belangstelling kreeg van de Antwerpse dames, die hem een kindje kwamen afbedelen. Fallisch vruchtbaarheidssymbool dus, maar door de Jezuïeten van zijn voornaamste attribuut beroofd. Semini's kinderen en meer nopg "godsjumenas" zijn ook vandaag nog typerende Antwerpse krachttermen.
Onder de boog komen we op de binnenplaats van het Steen, waar een kruisbeeld staat opgesteld, dat herinnert aan de verdwenen Gevangenisstraat en Brug.
De veroordeelden moesten hier hun bekentenissen, vaak onder folteringen afgedwongen, bevestigen op herroepen.
We dalen nu de helling terug af en gaan onmiddellijk naar links, gaan via de houten trapjes over de waterkeringsmuur, steken het zebrapad over en begeven ons naar links op de Ernest Van Dijckkaai naar de richting noord. Wie een mooie foto wil maken van het Steen, gaat even naar rechts tot aan de stenen trappen, waar Willem Ogier zijn standplaats heeft gekregen. Willem Ogier (1618-1689) schoolmeester, factor van "De Olijftak" te Antwerpen, schreef tonelen, die de 7 hoofdzonden behandelden, nl. Gulsigheydt (1639) - Hooveerdigheydt (1644) - Gramschap (1645) - Onkuysheydt (1645) - Haet en Nijdt (1647) - Traegheydt (1677) en Gierigheydt (1678).
Eens de foto genomen dalen we trappen terug af en volgen de Ernest Van Dijckkaai tot aan de eerstvolgende rechts gelegen straat (of plaats), zodat wij recht tegenover de Palingbrug staan.
We wandelen er onder door en komen uit op de Burchtgracht. We gaan onmiddellijk naar rechts de helling op tot op de "Drie Hespenstraat" waar zich de "Bloedberg bevindt".
Deze beeldengroep is van de hand van Cornelis Van Dael (1741).
We nemen nu de Repenstraat, dat is de straat met de grote trappen naast het Vleeshuis.
Wist U dat zich hier de "Poesje" bevindt ? De Poesje van de Reep, met zijn zowat 250 stangpoppen waaronder o.a; de Neus, Schelle en Kop, is de enige overlevende van een hele reeks, wanneer wij de Poppenschouwburg Van Campen buiten beschouwing laten.
Hier in de omgeving bevindt zich op de hoek van de Palingbrug en de Krabbenstraat het Antwerpse restaurant "Jan zonder Vrees". Gaat er eens binnen en ontdek van achter in de zaak het prachtige glasraam met de legende van Jan zonder Vrees. Een folkloristisch figuur uit het boek geschreven in 1910 door Constant De Kinder. Een populaire jeugdroman rond de figuur : "De wonderlijke lotgevallen van Jan zonder Vrees". Jan werd geboren te Antwerpen in 1410, meer bepaald in het "Krabbenstraatje". Opgevoed door grootmoeder Neeltje, een visverkoopster. Hij was ijzersterk en kwamop voor de zwakkeren. Iedereen bewonderde hem en noemden hem "Sterke Jan" of "Jan Onversaagd". Jan was van niemand bang "mensch noch dier, hel noch duivel" . De enige die hem in bedwang kon houden is Neeltje. Bij gevechten met mensen die zich in zijn gevoel onrechtvaardig gedrag kwam hij steeds als overwinnaar uit de bus.
Eens boven gekomen komt men aan het "Vleeshuis".
Bekijk de handen, die onder het gewelf staan. met een uitgang in de Lange Doornikstraat.
We gaan naar rechts en komen in de Oude Beurs, waar we links inslaan. Aan de nummers 8-10, kunnen we de inkompoort van het huis "De Spiegel" bekijken. Een echt "Spaans deurke". Het bas-reliëf van de deur stelt een vrouw met kinderen voor die zich in een spiegel bekijkt.
We gaan nu rechts de Wisselstraat in en komen alzo terug op de Grote Markt. Hier slaan we links af richting Kaasrui, steken de tramsporen over en nemen de Wijngaardstraat. Via het gewelf komen we op het Conscienceplein met zijn Stadsbibliotheek, het standbeeld van de dichter en de Carolus Borromeuskerk.
Men waant zich hier precies in een stukje Italië. De grandioze gevel van de kerk brengt U in de zuiderse sfeer. De indrukwekkende gevel is rechtstreeks geïnspireerd door die van de veertig jaar oudere moederkerk van de orde te Rome: de Gesù of Jezuskerk, opgetrokken door Giacomo della Porta. Zo is deze voor Antwerpen toen hypermoderne kerk in feite een nieuwe versie van een ouder model. Bij een barokgebouw is vooral de gevel van tel. Deze moet de aandacht van de voorbijgangers trekken. Hier is het effect sterker en grandiozer dan bij de talloze barokke gevels te Rome omdat alle beschikbare middelen worden aangewend. De gevel is opgetrokken in Balegemse zandsteen en blauwe hardsteen voor de zuilen en hoofdgeledingen. De monumentale deur wordt geflankeerd door rondboognissen waarin de beelden van Sint-Petrus en Sint-Paulus prijken. Het plein, dat gedurende lange tijde de naam "Jezuïetenplein" droeg, is natuurlijk genoemd naar de schrijver die zijn volk leerde lezen en kreeg hier een plaatsje
voor de Stadsbibliotheek om uit te rusten. Hier kan hij rustig het publiek en de Carolus Borromeuskerk aanschouwen. In een passage in de Atlas van Antwerpen van Roger Binnemans en George Van Cauwenbergh lezen wij dat de toren van Sint-Carolusspijts zijn bescheiden afmetingen de mooiste baroktoren is in Vlaanderen, en wel één der mooiste van heel de wereld. Men had Hendrik Conscience nooit beter kunnen plaatsen dan onder het portaal van onze hoofdbibliotheek. Hij immers leerde zijn volk lezen. Onze Vlaamse romanschrijver is afgebeeld in zittende houding, met de pen in de hand. F. Joris heeft de grijsaard meesterlijk weergegeven.
We verlaten nu het plein via de Hoofdkerkstraat richting Wolstraat, maar gaan eerst even rusten in de Antwerpse staminé "De Quinten". Bij het verlaten van het café gaan we links naar de Wolstraat. Steek nu de straat over, maar let op het tramverkeer, en opent de eenvoudige deur aan het nummer 37. Lees het straatnaambord boven de deur, nl. "Bontwerkersplaats",
waar sinds 1422 het godshuis van de pelsmakers was. Achter deze deur een prachtig zicht op de plaats Wij eindigen hier deze uitstap. Gaan een 20tal meter terug in de Wolstraat. Hier kunnen we de tram nemen richting Centraal Station. Aan de 4° halt, dat is Koningin Astridplein, verlaat U het tramrijtuig en U bent terug aan het Centraal Station. Wij hopen dat U een aangename en gezellige dag heb gehad, hopelijk niet te vermoeiend en hopen jullie een volgende maal terug te zien om de stad Antwerpen verder te ontdekken.
N.B. : meerdere begeleidende foto's zullen eerstdaags ingevoegd worden.