Ik ben De Decker François, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Bandietje 1974.
Ik ben een man en woon in (Belgie) en mijn beroep is ex binnenvaartschipper /bevrachter.
Ik ben geboren op 02/07/1922 en ben nu dus 102 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: varen , bootreizen , knutselen , mechanica , elektronica ....
ex koloniaal kapitein
ex pleziervaarder
flipperke
varen
22-03-2013
Maar we moeten optimistisch zijn , deze keer verliep alles vlot zonder problemen en hier laat mijn lange termijngeheugen mij in de steek ... hoelang ik hier op dit mooie maar grillige riviertje heb doorgebracht dat kan ik bij benadering niet zeggen . Ik had wel een logboek maar met het vele verhuizen is er veel verloren gegaan , ook foto's ... maar goed ondertussen staat de tijd niet stil en komt het einde van onze term in zicht en voor het gemakkelijk te maken gaat mijn laatste reis rechtstreeks van Kikwit naar Kinshasa . Ook dat verloopt naar wens en zo zijn we weer waar we begonnen zijn en hier eindigt dan het hoofdstuk Congo . In 1953 zijn we met het vliegtuig naar hier gekomen en we zullen met de boot terug gaan ( 1956 ) , ik had gekozen voor een mixcargo , deze nemen maar een beperkt aantal passagiers mee , dat is gezelliger . Wij vertrekken vanuit Matadi met de MAR DEL PLATA en met een tussenstop in Tenerife arriveren we uiteindelijk in Antwerpen waar men ons staat op te wachten . De reis over zee was ook tamelijk goed verlopen , soms wat ruw maar dat hoort erbij ... Het is ook weer een geweldige ervaring zo een zeereis en alles bij mekaar was het allemaal heel leerzaam , ik ben er blij geweest te zijn en gezond te zijn terug gekomen ! Nu hebben we nog lang betaald verlof tegoed , wij zullen trachten er het beste van te maken voor we verder zien ... eerst voor woonst gezorgd en een wagen aangeschaft , want we zullen wel wat bezoekjes moeten afleggen en dan rustig van het leven genieten , wachtend op wat komen zal .
Maar laat ons de dingen niet vooruit lopen en eerst zien hoe we in Kikwit geraken . Ongeveer halfweg het trajekt leggen we aan en maken we kennis met een daar wonende koloniaal , een koppel uit Kortrijk , ze hebben daar een bedrijf en het zijn zeer vriendelijke mensen , we worden al uitgenodigd om de avond bij hun door te brengen . Het was zeer gezellig en we zullen dat verder ook in de toekomst doen , 's morgens gaan we verder na te zijn uitgewuifd door onze
nieuwe kennissen en zo gaat het verder , de andere posten zijn meestal Portugezen . Zo komen wij op bestemming zonder hinder en zo volgt de ene reis de andere op tot het einde van mijn term . Op één van de afvaarten moeten wij een afgedankte stoomketel opladen , deze lag een eind land inwaarts en die moesten wij eerst
tot aan het water zien te krijgen en dan op de barge laden . Dat was niet vanzelfsprekend want alles moest uitterhand gebeuren en met de middelen die we hadden , maar uiteindelijk is het toch gelukt en in de afvaart hadden we een paar hinderlijke passen , dan ging de sleep voor anker en moest er met de boot achterwaarts afdrijvend gepeilt worden voor de doorgang te vinden en op de kaart te zetten met een paar aanknopingspunten aan de wal en dan de sleep weer oppikken en het er dan maar op wagen , wat niet altijd lukte .
Op het laatste moment kreeg ik nog bericht dat ik de gehospitaliseerde kapitein moest meenemen naar Banningville en dan maar vertrekken met drie barges op sleeptouw , dit werd dan mijn eerste reis als gezagvoerder , dus eindelijk kapitein ! Nog even overleggen met de kapitein van de passagierboot en dan kopvoor naar beneden , alles verliep tot hier naar wens tot om een uur of tien mijn passagier wakker werd en even kwam zien waar we al waren , de man keek achterop en verschoot dat al de kajuiten van de sleep nog intakt waren en ik heb de telegraaf niet éénmaal gehoord zei hij . Ik zei " waarom moesten die eraf misschien " ? Ik snapte wel waarom want de rivier was erg bochtig en met momenten vaarden wij gewoon onder een dak van bomen . Maar goed verder geen komentaar en de reis verliep verder vlot en we kwamen heelhuids in Banningville na onderweg wat te hebben gelost en geladen , dit alles gebeurde uit ter hand en bij aankomst stond mijn echtgenote en dochter mij al op te wachten want ik was al enkele dagen onderweg en dan kon er worden ingescheept na eerst nog wat opgeruimd te hebben . De boot was voorzien van een teak dek , dat werd iedere dag gebriekt ( schuren met puimsteen ) en dat was nodig want we liepen altijd blootvoets aan dek , de bemanning was daar niet zo gelukkig mee , maar ik had een goede ploeg ... het wonderbare was dat ze me allemaal kenden want mijn reputatie was me voor gegaan , hoe ? Zeker met de tamtam . Na enkele dagen waren we goed gesetteld en vertrokken wij voor de eerste opvarende reis met drie barges geladen op waterstand want de rivier is erg wispelturig wat de waterstand betreft en ook de zandbanken verplaatsten zich geregeld in die mate waar je opvarend vaart is in de afvaart niet meer geldig . Maar goed dat is voor later laat ons eerst maar eens naar boven kruipen , want dat is het " erg langzaam " en onderweg wordt er weer gelost en geladen en iedere avond werd de boot vol gestouwd met hout voor de ketels , de reis neemt dan ook verschillende dagen in beslag en je bent helemaal op uzelf aangewezen , verantwoordelijk voor de lading en het stouwen ervan op de verschillende stopplaatsen . Ook het uitbetalen van de lonen van de bemanning en zelfs dokter spelen hoorde erbij .
Zo ging het dan weer een ganse tijd verder , er was
onder de nieuwe kapitein een goede verstandshouding , soms kwam het voor dat
we
met verschillende boten in één post lagen , dan
werd er een avondje gebuurd met de nodige drank en versnaperingen , dat was
wel
gezellig .
Soms tot in de vroege uurtjes ( zodat we s'morgens
te laat vertrokken en schreven we in het logboek als reden dat het wel eens
mistig kon zijn ;-) ... ) . Zo ging de tijd weer voorbij tot op een dag bij
aankomst in Kinshasa , ik orders kreeg over te stappen op een passagierboot naar
Banningville ,
een post op de Kwilu , daar werd mij een
gastenverblijf toegewezen met alles er op en er aan tot een boy toe die voor ons
moest zorgen en
waken .
s' Morgens na de eerste nacht kwam er een planton
me zeggen dat ik een valies moest klaarmaken want ik zou worden opgehaald door
een
chauffeur dewelke mij naar Kikwit zou brengen dwars
door de brousse , we hebben er de ganse dag over gedaan en wat een dag
!!!
Toen we in Kikwit aankwamen was ik geradbraakt ...
( door de slechte staat van de wegen in de brousse ) .
De order was een sleepboot en drie barges op te
halen , daar de kapitein gehopitaliseerd was , de Kwilu rivier was misschien wel
een mooie rivier
maar voor mij totaal onbekend . Hopelijk had de
kapitein zijn navigatiekaart goed bijgewerkt gehouden ... wat later bleek dat
niet het geval te zijn .
Maar eerst maar naar de betreffende boot gaan
kijken en dat was een ramp , daar was niet in te wonen , er lag van alle rommel
tot dierenkoppen toe ,
" die man was denkelijk een jager " en de stank was
niet te harden !
Dan maar even de chef de secteur opgezocht , na dat
deze de boot had gezien kon ik overnachten op een passagierboot dewelke in de
haven lag , want
de boot zou eerst worden opgekuist en ontsmet
worden alvorens ik kon vertrekken.
Ik maakte kennis met de kapitein van de
passagierboot en dat kwam mij goed uit , de man had al wat ervaring op de Kwilu
en die kon mij al een beetje
wegwijs maken , want de Kwilu bleek een zeer
grillig riviertje te zijn en dat bleek later ook het geval te zijn
.
Na de schoonmaak van de boot zou ik dan kunnen
vertrekken , maar de kajuit was ontsmet met creoline en daar was niet in te
overnachten ...
Maar laat ons eerst kennismaken met de boot , deze
was een kleiner type wel ook op stoom en twee onafhankelijke raders , wat wel
veel beter
manouvreeraar was . Ik had het geluk een goede
stuurman te hebben die de rivier en de posten waar we moesten bevoorraden ,
laden en lossen goed kende .
In de afvaart was het meestal goederen van
kolonisten meenemen en naar de benedenloop brengen .
Niet wetende hoelang de wal dienst zou duren had ik mij een tweedehands wagen aangeschaft om de omgeving van Leopoldstad nu Kinshasa te verkennen , wat later ook weer een missing zou blijken maar ondertussen hebben we d'r toch van genoten . Hoelang dit heeft geduurt dat kan ik bij benadering niet vertellen want ik had er nooit een dagboek op nagehouden , dus alles wat ik
neer pen komt uit het lange termijn geheugen van een 90 jarige en daarom houd ik het ook zo beknopt mogelijk en dan om van het ene karwijtje naar het andere te zijn verhuisd kwam de tijding dat ik kon gaan varen , wat je niet echt varen kunt noemen ... Want mijn eerste vergunning gaf mij het recht om als kapitein te varen op een schip niet voorzien van mechansche stuwkracht , een sleepschip dus en aan iedere sleep hing de blanke kapitein als eerste aan de sleper om de rest van de sleep " en dat waren dan nog verschillende schepen ( barges ) " in goede banen te leiden en het eerste trajekt was over de Congostroom van Leopoldville ( nu Kinshasa ) naar Port- Franqui . De Congostroom ( zaire ) is een mooie rivier , 4373 km lang en 3000 km bevaarbaar , maar niet over de ganse breedte bevaarbaar , daarom is ze ook voorzien van betonning . Spijtig genoeg was de rivier bezaaid met water hyacinten en aangezien er ook s' nachts werd gevaren was het soms erg moeilijk om de ton tussen de bloemen te lokaliseren op de radar . In de opvaart werd in Kwamouth , waar de kasai rivier in de zaire stroomde , voor anker gegaan om te ontgroenen om de kasai rivier niet te besmetten met de hyacinten , de sleper was een radarboot met twee raders achterop en aangedreven op stoom door hout gestookte ketels , daarom moest iedere dag een post worden aangedaan om de hout voorraad aan te vullen . Daardoor duurde de reis ook enkele weken , afhankelijk van de waterstand maar dat was op het ogenblik mijn zorg nog niet , ik ben nu enkel kapitein op de V1 , dat is een 80 meter lang schip met 8 gesloten ruimen met gang tussenin , de bemanning bestond uit 1 stuurman , 2 sondeurs ( dat zijn handmatige diepte meters ) , 1 boy , 4 dekzwabbers ( matrozen ) en de woning was primitief , ramen enkel voorzien van vliegengaas en luiken . Gedurende de reis , zeker de eerste maal had m'n ogen tekort , het was een hele nieuwe ervaring . Spijtig hadden we in die tijd nog geen digitale camera om al dat moois vast te leggen en zo gingen weer verschillende maanden en reizen voorbij . En wanneer ik op één van de reizen in kinshasa toekwam wist de chef de beach mij te vertellen alsdat de man waar ik mijn wagen had aan verkocht was afgedankt en op het punt stond te vertrekken en hij was op de vlieghaven bezig mijn wagen te verkopen dewelke ik hem op afbetaling had verkocht en nog niet was afbetaalt . Ik heb dan de wagen van de chef geleend , ben naar de vlieghaven gereden en kwam juist op tijd om te voorkomen dat mijn wagen werd verkocht , dus die missing was dan voorlopig weer opgelost . Dan kwam de tijd dat ik mijn brevet kreeg om met schepen met mechanische voortstuwing te mogen varen . Ik werd dan geplaatst als tweede kapitein op een radarboot in 24u dienst met aflossing om de 4u en met dezelfde vaarroute , de 1ste was een bekwaam en ervaren man die er enkele dienstjaren had opzitten , hier kon ik zeker nog wat van leren , want met een radarboot met niet onafhankelijke raders varen en manouvreren was niet zo simpel , daar was zeker wat ervaring voor nodig en ook het varen met een sleep bestaande uit verschillende barges achter en naast elkaar was geen kinderspel en zeker niet bij nacht . Dan waren alle stuurmannen achterop verdwenen , dan was het niet altijd simpel om ze binnen de tonnen te houden , maar goed we zijn klaar met het ontgroenen en gaan de rivier kasai opvaren ( 1150 km ) , deze was grilliger dan de Congostroom . Zowat in de helft van het traject is er een versmalling genaamd " de swinburnpas " in de opvaart kan het soms nog met volle sleep , hangt van de kapitein van de sleper en het eerste schip in de sleep af , maar stroomafwaarts was het praktisch niet te doen ... de pas heeft een dwarse stroming en dan moet de sleep voor anker en wordt per schip of twee doorgelegt . Ik heb het wel eens meegemaakt met de ganse sleep , in overleg met de kapitein , maar het was niet simpel . Na weer enkele reizen moest ik weer overstappen op een andere boot , hetzelfde type , andere kapitein ... maar dat ging allemaal vlot .
Alles verloopt verder naar wens zonder al teveel
problemen en op een zonnige dag ergens in mei denk ik , lagen wij te wachten op
vervoer in
Antwerpen Loobroekdok , het was de laatste tijd
niet erg rooskleurig in de binnenvaart zeker niet voor kleine schepen
.
We lagen daar bij vrienden en er werd wat
gebuurd en er werd over het één en ander gepraat en die man vertelde mij dat hij
een
aanvraag had gedaan voor Belgisch Congo
.
Hij was al een tijdje bezig en hij trachtte mij te
overhalen om mee te gaan en dus ook mij kandidaat te stellen en ik moest nu een
brief
schrijven en hij zou mee gaan om te zien of ik hem
wel poste en dat gebeurde ook . Maar ik had met hem een weddenschap aangegaan
dat ik binnen de maand ofwat in Congo zou zijn .
Een paar dagen na het posten van mijn brief werd ik
in Brussel ontboden voor het afleggen van een examen en 23 juli zette ik mijn
voeten
op Congolese bodem , van mijn vriend nog geen
spoor dus ik had mijn weddenschap gewonnen , maar ik zat wel met een schip dat
moest
verkocht worden en heb dan de volmacht gegeven aan
mijn geldschieter om het te verkopen en gelukkig gebeurde dat de dag voor ik
vertrok .
We zouden dat wel regelen bij mijn terugkeer , dus
na 3 jaar , dat was de duur van mijn kontrakt , mijn vriend arriveerde een paar
maand later ,
maar in Congo moesten wij nog een examen afleggen
... ik had dat al achter de rug en mijn vriend werd gebuist en was zo terug in
Belgie ,
mij achterlatend maar goed ... ik had er geen spijt
van .
Ik werd weer een ondervinding rijker , mijn vrouw
en dochter waren mee dus everybody happy . Het was lage waterstand op de
Congostroom , dus moesten we even wachten om te gaan varen en ondertussen moest
ik allerhande karwijtjes
opknappen o.a. het laden en lossen van de schepen
controleren en met de havenboot de schepen verleggen inden nodig .
De havenboot dat was een geval appart ( de boot
noemde Maluku ) , de boot was versiert met autobanden rondom en dat was wel
nodig , de boot
werd aangedreven door een dirrekt omkeerbare AWA
motor , dus geen koppeling en de bediening gebeurde met een telegraaf ,
hiermede gaf men
orders door naar de machine kamer die de machinist
moest uitvoeren .
Om een achteruit te bekomen wordt de motor dan
eerst stil gezet , de nokenas gekeerd en de motor terug gestart , dat gebeurde
met geperste
lucht . Maar het gebeurde als men achteruit vroeg
dat de machinist verscheen in de machinekamerkap , zijn armen in de lucht stak
en zei geen lucht,
dus geen achteruit en daarom dus die autobanden en
dat was een belevenis op zich ... !!
Wij hadden een woning toegewezen gekregen , niet de
grote luxe maar comfortabel , dus we hadden het naar wens , wel met de
onvermijdelijke
hinder van allerhande ongedierte ... te veel om op
te noemen en wat last van de hitte , maar ja dat hoorde erbij en maar afwachten
wat verder zou komen .
Maar al die tijd heb ik wel steeds voeling gehouden
met de scheepvaart , dat is mijn geluk en het water lokt nog steeds
.
Op een dag kreeg ik een aanbod om voor mijn eigen
te beginnen ( als zelfstandige dus ) , in de vorm van een
motorscheepje van 150 ton , voorzien van een GM
motor van 165 PK , wat aan de hoge kant is wat later zal blijken .
Maar de prijs is aanlokkelijk en bij de eigenaar af
te betalen , kleine nette woonst en we zijn daar dan maar mee gestart en
dat heeft een hele tijd goed gelopen tot ik
tot de vaststelling kwam dat de motor meer verbruikte alsdat ik
kon
verdienen .
Dan heb ik mij tot de eigenaar gewend met de vraag
of hij het goed vond dat ik een lichtere motor in het schip plaatste en
hij zag geen bezwaar , hij zei dat het mijn schip
was , dus doe maar ...
Na wat rondkijken heb ik kontakt genomen met een
werkhuis dewelke motoren in schepen plaatsten en we kwamen overeen
voor een ruil , mijn motor tegen een vernieuwde
lichtere motor + de nodige aanpassingen aan het schip op een tijd van 30
werkdagen .
Ik had eens poolshoogte genomen bij een sleepboot
dewelke daar in reparatie lag en die man beweerde dat alles naar wens verliep
,
wat later een fabeltje leek , want de 30 dagen
werden 3 maanden , met de nodige ergernis .
Ik zal er niet verder over uitwijden en
uiteindelijk is het toch gelukt met veel zelf te doen en het werd tijd , want de
kas geraakte leeg ...
maar het ergste moest nog komen .
Ik nam vervoer aan van graan met bestemming
Herbiere op het centrumkanaal , na lossing ging ik mij melden bij de DRB (
dienst voor
regeling der binnenvaart ) en groot was mijn
verwondering als ik daar een aangetekend schrijven vond van de eigenaar dewelke
mij in
gebreken stelde , daar ik een minderwaardige motor
in zijn schip had geplaats en onmiddelijk mijn schuld moest aflossen
.
Dat heeft mij geleerd dat alles op papier moet
staan en ondertekend , want praten vult geen gaten ... maar om zomaar
dirrekt het nodige
kapitaal te vinden was niet vanzelf sprekend , maar
uiteindelijk is het me dat toch gelukt ook met de nodige ergernis wat later zal
blijken .
Maar we doen verder , moeten niet bij de pakken
blijven zitten en achter regen komt zonneschijn .
We zijn begonnen in 1949 en zijn nu al een aantal
jaren bezig , we zijn nu in 1953 .
En dat gebeurde dan ook en na lossing kreeg ik
orders om in Dombasie zout te laden voor Antwerpen en als we
dan uiteindelijk in Antwerpen waren toegekomen
stelden we vast dat we bijna 6 maanden verder waren , dus een
reis van lange duur .
Ik had daar geen last van , want zolang we in
Frankrijk vertoefden kreeg ik een toeslag op mijn loon ... maar na 2
jaar
lang reizen , Rhein en Frankrijk , sluis in sluis
uit had ik er genoeg van en of het zo moest zijn ,dat weet ik niet maar ik
kreeg een aanbieding om als gerant een privaatclub
open te houden in Brussel , meer bepaalt in Schaarbeek .
Een privaatclub van het MNB ( Mouvement national
Belgé ) zijnde een club van de witte brigade, het verzet tijdens de
bezetting , dat was ook weer een nieuwe ervaring
maar we wagen het erop .
Alles is nieuw ook de mensen waar ik mee in
aanraking kom , de meeste hebben binding met het leger van lagere en
hogere rang .
De mentaliteit was zeer verschillend met de
varenden en dat was de grootste hindernis , voor de rest viel het wel mee
,
maar ook hier geen geluk want na zoveel jaar werd
de club opgedoekt en moest ik maar weer naar wat anders uitzien
.
Maar het schip was in erbarmelijke staat en zeker
de woonst , dus het eerste werk was deze bewoonbaar te maken
alvorens te verhuizen en hij moest ook nog uit het
water , zo verliep er weer een hele tijd alvorens we het schip
in bezit namen .
Er waren meerdere schepen die onder het beheer van
het sequester vaarden en die zorgden dan ook voor het vervoer ,
er was een walkapitein in dienst en die bezorgde
ons orders .
Als we aan de werf klaar waren dan moesten wij
eerst nog naar Gent voor een motor revisie , dit gebeurde bij ABC werkhuizen
,
waar de motor was gebouwd .
Als alles klaar was dan werden eerst een paar
binnenlandse reizen gedaan als proef , dan begon het grote werk ... en dat
was
voor mij ook weer allemaal nieuw , de motor ... een
tweetact diesel 2 cyl. 80PK werd met lonten en geperste lucht in
bedrijf gebracht , dat alles was een koud kunstje
.
Dan kreeg ik orders om in Auvelais piriet (
kopererts ) te gaan laden voor Duisburg op de Rhein , dat was voor mij ook weer
het
grote onbekende en ik was ook nog niet in het bezit
van de nodige papieren ( rheinpatent ) .
Gelukkig werd er in die tijd nog niet zo nauw
gekeken , maar de 80PK voor een spits geladen op 2,10 M diepgang dat was
niet vanzelfsprekend .
Gelukkig viel ik bij een buurman van dezelfde firma
met een zwaardere motor en die nam mij mee op sleeptouw tot de
bestemming , daar gingen natuurlijk wel een paar
dagen overheen .
De bestemmeling was de Kupferhutte , het lossen
gebeurde met reusachtige grijpers die net in het schip pasten , na
lossing
lade ik op dezelfde plaats zinkoxide " hetwelke
gloeiend heet in het schip kwam en zo erg dat er van tijd tot tijd moest geblust
worden .
Het blussen gebeurde met dezelfde grijpers , de
lading was bestemd voor Balenwezel en dat heeft zich verscheidene malen herhaalt
,
ondertussen had ik wel in Antwerpen een examen
gedaan voor het bekomen van een Rheinpatent en gekregen , dat was ook
weer
voor mekaar .
De volgende verrassing was in Mol , zand laden met
bestemming Basel ( Zwitserland ) , dit wel binnendoor Frankrijk , ook weer
een
grote onbekende , het was in de zomer va 1947 en
snikheet ... tot overmaat van ramp was er een stremming op het kanaal en
aan
de voet ( tunnel ) van Foug kwamen wij vast te
zitten en dat voor lange tijd .
De vaart verderop was leeg gepompt en er viel lange
tijd geen druppel water , hoelang we daar gelegen hebben weet ik bij
benadering
niet meer te vertellen .
Ik ga hier niet over uitwijden wat we in die
tussentijd allemaal hebben uitgespookt om de tijd te doden .
Maar op een gegeven moment konden wij opschuiven
tot in Nancy en daar zat het weer dicht , de bestemmeling : een glasfabriek
wachtte ondertussen op zijn lading in die mate dat
er werd besloten de lading over te laden op het spoor en het langs die weg ter
bestemming te brengen .
Dat opende weer andere mogelijkheden waar ik
gebruik van maakte , door mij in Brussel bij het
arbeidsbureau aan te melden als chauffeur . De
man achter het loket bekeek mijn paspoort en zegde : meneer U bent verkeerd ,
het is hier
voor chauffeurs .
Ik zei : dat weet ik , maar daar kom ik ook voor !
Als het zo zit zei de man , ga dan maar zitten ,
wat wenst U : zwaar of licht , ik zei : geef mij
maar zwaar en ik dacht bij mezelf , dat kan tegen een
stootje en zo kwam ik in een depot van het Engelse
leger terrecht in Machelen bij Vilvoorde .
Als ik die mastodonten zag staan moest ik even
slikken , maar we kregen ruimschoots de tijd om
op adem te komen , want in het begin diende we
enkel als bijrijder .
Er werden in verschillende steden defecte
vrachtwagens opgehaald en die werden gesleept
( met verschillende aan elkaar gekoppeld ) en we
moesten dan in de gesleepte voertuigen gaan zitten
om mee te sturen en te remmen waar het nodig was .
We waren met vijf chauffeurs , vier beroeps en één
leek ( ik natuurlijk ) , maar alles verliep vlot en
na een bekwaamheidstest te hebben moeten
ondergaan kwam dan het grote werk " de tanktransporters ",
maar dat viel ook mee .
Want we dienden in het begin enkel als begeleider ,
dus tijd genoeg om te zien hoe het in zijn werk ging .
Deze Diamondherkules hadden 8 versnellingen
verdeeld over 2 versnellingskasten .
De tweede was voor het zware werk , we moesten in
de Ardennen gestrande tanks gaan opladen en dat
ging soms niet vanzelf , in smalle straten was het
niet van de poes om er door te komen , maar ook dat hebben
we overleefd .
Na een tijd kwam ook hier weer een einde aan , daar
ook deze depot werd verplaatst .
Ondertussen zitten we al een eind in 1945 en het
leven begint zich te normaliseren , zodat ik er stilaan begin
aan te denken om terug mijn beroep als schipper op
te zoeken en ook dat lukte .
Na wat rond bellen had ik beet in de vorm van een
motorscheepje van 150 ton , voorzien van een Industrie motor,
het motorscheepje noemde " Sylvia " ,
weer een onbekende ... maar de kennismaking verliep
vlot , alles was naar mijn zin behalve de baas ...
Ik ga hier over uitwijden maar na een viertal
maanden hield ik het voor bekeken en ging weer terug naar
mijn schoonouders .
Nu zullen we de kat uit de boom kijken en er tijd
voor nemen , af en toe ging ik eens naar Antwerpen en liet mezelf
eens zien op de schippersbeurs .
We belanden in 1947 en tijdens één van die bezoeken
werd mij een plaats aangeboden als schipper op een
motorspits , genaamd " Paloma " van de dienst van
het sequester .
Dat zijn schepen die werden aangeslagen door het
Duitse leger en nu terug onder Belgisch staatsbeheer komen ,
het schip lag in Boom bij de scheepswerf L .
Dewinter , waar het was gebouwd .
Dan maar proberen wat anders te vinden , ondertussen ging ik mijn licht opsteken bij een bevriend garagehouder
en na een paar weken kreeg ik van hem een bekwaamheidsattest , dan heb ik prompt een aanvraag gedaan aan het ministerie van verkeer en ik kreeg mijn rijbewijs opgestuurd .
We waren met een vijtal checkers .
Na enige tijd werd ik gepromoveerd naar chief
checker en kwam hierdoor op het bureel terrecht .
Doordat er in deze opslagplaats allerhande eetbare
goederen waren opgeslagen en de mensen lang
vele dingen hadden moeten missen , werd er al eens
wat mee gesmokkeld dat was normaal . Maar als het de spuitgaten begon uit te
lopen werd er bij de uitgang afgetast , degene die achterop stonden
en het zagen , die lieten alles vallen ... zodat
als de laatsten buiten waren , de grond bezaaid lag met
allerhande eetwaren .
Maar door het feit dat ik mij nu in een
bevoorrechte positie bevond , ving ik al wel eens het één en ander op
en zo wist ik wanneer er een razia zou plaats
vinden en kon ik de anderen waarschuwen op een afgesproken
code en werd er bot gevangen .
Na enkele maanden werd de opslagplaats opgeruimd en
verplaatst naar Breda , zo kwam hier ook weer een
einde aan .
Dan komt de dag van de blijde intrede van de
verlosser , dan was het feest , de mensen waren uitgelaten en
er werd gebedeld voor sigaretten en chocolade ...
maar het was nog niet voorbij .
Dagelijks vlogen er nog V1bommen over en op een dag
viel er één niet zo ver van ons , het was nacht en er
kwam een Engelse soldaat bij ons terrecht , hij was
in de buurt waar de V1 was gevallen in een aalput
terrecht gekomen .
Je kunt je voorstellen hoe die er uitzag en de
stank die hij meebracht .
Die werd prompt gewassen en verschoond ... die is
dat nooit vergeten, want nadien kwam hij geregeld op
bezoek en dat kwam mij goed uit , van beroep was
hij leraar dus telkens als hij langs kwam was het engelse les .
Bij ons was de schade beperkt , de plafonds waren
naar beneden gevallen en wat ruiten gesneuveld , maar weer
stond de tijd niet stil . De geallieerden hadden
een bedrijf in St.Amands bezet om als opslagplaats te dienen en
alles goed en wel maar er moest ook brood op de
plank komen en William " zo noemde onze gast " had mij
ondertussen al zo goed onderwezen dat ik dacht : "
ik ga maar eens een kijken of ze mij konden gebruiken .
Ik werd aangenomen als chekker en ik was dus
verantwoordelijk voor de in - en uitgaande goederen .
Het was een nare ervaring , we gingen aardig tekeer
... mensen van de overzijde vertelden mij later dat
ze mijn vlak hadden gezien en dat terwijl wij in de
woning zaten en tussen twee raids in zijn we dan
maar in de schuilkelder gegaan " dewelke zich
vlakbij bevondt " het verdere verloop afwachten .
De dag nadien zijn we dan gaan laden en als ik mijn
vrachtbrief kreeg stelde ik vast dat ze mijn bestemming
hadden verandert zodat ik toch naar de Franse kust
moest , maar dat zinde mij helemaal niet en temeer daar
ik vaststelde dat ik een lek had .
Juist op het moment dat ik dat vaststelde kreeg ik
controle van een beamte en dat beviel hem helemaal niet en
hij verdacht mij van sabotage om niet naar de kust
te moeten .
Maar het lek was waarschijnlijk van de explosie
ontstaan , we lagen nu te wachten aan het Muidensas en in de
namiddag werd een chemisch bedrijf in Rieme
gebombardeerd en de noorderwind dreef het gas in onze richting
met als gevolg dat we weer naar de dichts bijzijnde
schuilkelder moesten vluchten want ademhalen werd moeilijk ,
zeker mijn vrouwtje had het erg lastig
.
Onder de grond ging het wat beter , mijn ouders
waren net in de buurt en daar ik vreesde te worden opgepakt
hebben wij nog diezelfde avond ons hebben en houden
over gezet bij mijn ouders en in de nacht ben ik naar
mijn baas gegaan om hem op de hooge te brengen van
de toestand en te vertellen waar zijn schip zich bevond .
Hij maakte geen bezwaar , dus afwachten wat het
verder wordt .
De dag nadien zijn we met de François , dat was het
scheepje van mijn ouders naar Baasrode gevaren waar ik
mijn bezit heb overgebracht bij mijn schoonouders ,
daar zaten we voorlopig gerust .
Mijn schoonmoeder was vroedvrouw , dus mijn
vrouwtje was in goede handen en de tijd gaat verder zonder zich
om ons te bekommeren , zo kwam stilaan de tijd dat
mijn dochter werd geboren .
Ondertussen was de aftocht van de bezetter begonnen
, iedereen bleef wijselijk binnen om de aandacht niet te
trekken , het was zielig om te zien : te voet , per
fiets ... er bleef van de fiere weermacht niet veel over .
De Cyrille was voor die tijd al een vrij modern
schip met salonroef voor de stuurhut en een moderne
viertact motor , de woning was mooi afgewerkt in
acajoe en parket vloer .
Wij hebben er dan ook een mooie tijd op beleefd ,
ondertussen was mijn echtgenote in blijde verwachting ,
we zijn nu in Gent aangekomen en lagen met het
ledige schip aan de Muide langs de Terneuzenlaan .
Waar we lagen te wachten op een lading , maar Gent
was een beruchte beurs , de beursmeester liet geen
weigering toe als het uw beurt was moest ge kiezen
, passen was uitgesloten .
Wat het meeste voorkwam was zand voor de Franse
kust , voor de verdedigings werken van het bezettingsleger ,
maar de schepen werden op de vaart naar de
bestemming geregeld beschoten door de Engelse jachtvliegtuigen .
Om aan dat gevaar te ontsnappen had ik me een
doktersattest bekomen om niet naar de kust te moeten en ik
mocht dus een binnenlandse reis aannemen , maar
terwijl we daar lagen te wachten werd Gent of meer bepaald
Merelbeke gebombardeerd en we kregen ook ons deel ,
een bom was net naast het schip in het water beland en ontplofte
onder het schip .
Die mensen waren nog zo vriendelijk een flinke
brand ( voorraad ) kolen voor de schipper te laten liggen
tot mijn groot genoegen , die zouden goed van pas
komen zoals later zou blijken .
In Obourg lade ik een lading cement voor
Oppitter " een klein dorpje op de Zuid Willemsvaart " , er was
daar
een buurtwinkeltje dus ik ging daar wat
boodschappen doen .
Nu vroeg ik de uitbater of hij soms een konijn voor
mij kon versieren ... die man vroeg waar ik vandaan kwam en
niet wist dat het oorlog was . Ik zeg " ja dat weet
ik zeker , maar ik heb kolen in de aanbieding " , hola zei de man
:
"hoe groot moet dat konijn zijn " en we hebben dan
ook lekker konijn gegeten .
Het leven was mooi , we waren voldaan en gelukkig
.
Toen ik na 6 maanden ging afrekenen , kreeg ik tot
mijn verwondering 1000 Fr. drinkgeld , dus was ik in het voordeel
en mocht dan ook zo verder doen . Maar ja de
tijd gaat verder en de maanden vliegen voorbij en aan alles komt een einde , ook
aan de Lemavi 1.
Het werd tijd voor verandering en verbetering ...
dit kwam er aan door een aanbieding van een Gentse reder , zijnde
een
motorspits 38 m lang , 350 ton groot , prachtige
woonst en goede motor en vrije vaart voor 1800 Fr. maandloon .
Ik moest er dan ook niet lang over nadenken , we
waren ondertussen al in het jaar 1944 belandt en de oorlog liep
stilaan
naar zijn einde , maar het ergste moest nog komen
.
Mijn maidentrip begon in Terhagen met bestemming
Molenbeek , dat was een goed begin , niet te ver en weinig sluizen
.
Alles verliep naar wens en zo ging het dan verder
... eens naar hier en eens naar daar .
Mijn vrouwtje was vlug van aannemen, dus alles
veliep naar wens .
Maar de tijden waren hard om fatsoenlijk rond te
komen met dat loon , dat was erg krap en ik ging dan ook eens
met mijn baas praten . We kwamen tot een
oplossing en wel als volgt , hij liet mij 6 maanden vrij om zelf mijn werk te
zoeken onder voorwaarde ,
dat ik na die tijd meer zou hebben verdiend
.
Als wanneer ik in steen bleef varen was
dat voor mij geen groot voordeel , het was oorlog en met baksteen kocht ge
geen boter of eender wat , mijn laatste reis
baksteen ging dan van Rumst naar La Louviere .
Wanneer ik daar steen had afgeleverd kon ik in
Manage kolen laden , maar er waren wat problemen ... het schip was 130
ton
groot en de aangeboden tonnage was 140 ton en die
moesten mee , na veel memmen kreeg ik de reis . Ik nam hiermee een groot
risico want ik was over mijn ijkschaal geladen en dat mocht niet , maar ik had
het voordeel dat het
schip een kelderdek had en mijn gangboorden stonden
dan ook volledig onder water .
Maar het was oorlog en kolen was goud , het werd
nog beter toen ik ter bestemming kwam in Nimi .
Ik ontdekte dat de afnemer een faiencerie was , dus
een aardewerk fabriek en toen ik daar uitgelost was en ik de baas
vertelde
dat we nog maar pas getrouwd waren , werd ik tot
mijn verwondering afgeladen met huisraad van ieder twaalf stuks , dus dat
kwam als geroepen . We zaten meteen in onze
huisraad tot nacht emmer toe .
Ik was niet zo pesimistisch en zag het allemaal wel
zitten , het duurde niet lang of ik
had betrekking gevonden als zetschipper op een
motorscheepje van 130 ton , de " Lemavi 1 " ,
voorzien van een monocilinder glooikop kromhout
motor van 35PK en dat voor een loon van
1100 Belgische franken per maand .
Het lag op mij te wachten in Kl.Willebroek , we
zijn dan met het weinige dat we bezaten ,
met een driewieler bakerfiets en de bruid er boven
op naar Kl.Willebroek gereden en het
schip in bezit genomen .
Vanaf nu af begon voor mij het echte leven , ik
stond er alleen voor , van mijn moeder had ik
vijfduizend frank en voor 4 broden zegels gekregen
, dus we waren rijk en gelukkig .
Alles was nieuw en ik maakte voor de eerste keer
kennis met een motor die ik niet kende en
een gebruiksaanwijzing was er niet bij , dus
experimenteren , gelukkig had ik ook daar mijn ogen
goed de kost gegeven bij mijn ouders , want ook dat
was een kromhout motor bij hen aan boord ,
maar een 2 cilinder .
De behandeling was hetzelfde , dus geen paniek en
we zullen d'r eerst een nachtje over slapen
bij onze huwelijksnacht aan boord .
Het schip had zijn beste tijd gehad en comfort was
dus ver te zoeken , maar we waren niet zo
veeleisend , we hadden mekaar en tomorrow is an
other day .
De eigenaar , mijn baas dus , was een reder en
scheepsbevrachter te Boom en die zorgde dus
zelf voor een lading , deze bestond voornamelijk
uit baksteen uit de rupelstreek .
Mij bleef enkel de zorg het ter bestemming te
brengen .
Hier in het dorp is weinig te beleven buiten eens naar de bioscoop , als hij open is en bij één van deze gelegenheden heb ik daar een meisje leren kennen . Maar het wordt wat moeilijker nu we terug gaan varen als ik haar wil zien , ik van overal waar we gemeerd liggen de verplaatsing naar Baasrode met de fiets zal moeten doen en dat kan dichtbij zijn of ver weg , maar ja het kan niet anders en ge moet er wat voor over hebben he ! We lagen ook wel eens dagen en soms weken in Antwerpen en dan ging ik daar ook wel eens uit en bij één van deze gelegenheden kwam ik mijn jeugdliefje weer tegen en het klikte weer meteen en na wat te hebben gedanst en gedronken , heb ik haar dan ook vergezeld naar hun schip ergens in de haven . Het was een moeilijke situatie voor mij , maar na een goed gesprek en een kusje hebben wij de episode afgesloten en gingen we elk onze eigen weg . Maar het bleef toch wat hangen en ik zal nooit weten of ik de goede keuze heb gemaakt , dus ben ik maar blijven fietsen en dat nog een lange tijd ... Van tijd tot tijd kon ik mij eens veroorloven met de trein te gaan als ik wat gespaart had en het was ook niet even gemakkelijk met de verbindingen , want het trein verkeer liep ook mank , maar aan al die ellende komt ook een einde en dat in 1942 , dan zijn we getrouwd . Niet met de goedkeuring van mijn moeder , want het was een meisje van de wal , wat moest ik daarmee als schipper , maar ja liefde is toch blind zoals men zegt .