Ik ben Hellemans Karl, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Cladonia.
Ik ben een man en woon in Schilde () en mijn beroep is Zoeken naar verwondering.
Ik ben geboren op 19/05/1938 en ben nu dus 86 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zie link naar Natuurgidsen Schilde.
Natuur
en natuurbeleven
25-07-2011
Zachte dravik
De "Zachte dravik" (Bromus hordeaceus) kan tot 1 meter groot worden. De ganse pluim van de bloeiwijze wordt maar 10 cm of is zelfs armbloemig te noemen als er maar één aartje (trosje bloemen) op staat. Opvallend is dat de bloempjes in een aartje zo dik samen staan en allemaal genaald zijn. Dit maakt het ook weer goed herkenbaar. De pluim hangt ook meestal wat naar beneden door dat gewicht van die trossen bloemen en heeft ook een "zacht" aanvoelen. (Even op de foto klikken om te vergroten!
"Gewone glanshaver" (Arrhenartherum elatus) kan tot 1,5 m groot worden. De ganse pluim wordt wel 20 cm. De bloemen zelf staan met 2 soms met 4 samen en hebben een geknikte naald. Hier maakten we een opname van het bovenste van een pluim en zien de naalden uitsteken en ook hier en daar meeldraden hangen. De gehele pluim heeft een uitzicht dat aan "haver" doet denken en heeft ook een "glanzend" voorkomen. De naam is dus wel goed gekozen!
Dit zijn een viertal trosjes bloemen of aartjes van het "Engels raaigras" (Lolium perenne) dat gemakkelijk kan herkend worden. De gans aar (van 3 tot 30 cm) is samengesteld uit verschillende trosjesbloemen (8 tot 10 samen). Hier zien we een viertal trosjes bloemen samen . Zij staan zijdelings langs de stengel van de aar en zijn niet genaald. Komt vooral voor op voedselrijke en sterk bemeste gronden. (In tegenstelling met het Reukgras). Het wordt sinds eeuwen opzettelijk ingezaaid als veevoeder. Even op de foto klikken om te vergroten.
Het "Reukgras" (Anthoxantum odoratum) is een gras dat de sterkste geur van hooi kan weergeven als men er op wrijft. Ook de wetenschappelijke naam "odoratum" (= geurend) is hier een aanduiding voor. Men vind het tamelijk veel in graslanden, vochtige heide, bosranden en wegbermen die toch niet te veel stikstof bevatten. Het wordt beschouwd als een bewoner van een goede bodem. Ook de bloeiwijze is mooi! Hiet zien we een deel van een aartje met de meeldraden die naar buiten hangen. Deze zijn een 3à4 mm groot. (Even op de foto klikken om te vergroten).
Ook de "zegge's" zijn te bewonderen. Doorgaans moet men deze wel van wat dichterbij gaan bekijken. Deze "Blaaszegge" (Carex vesicaria) Heeft urntjes in zijn vrouwelijke aar staan die 7 tot 9 mm kunnen zijn en schuin afstaan. Gelijdelijk gaan ze uit in een +/- 2 mm lange snavel. Dat kunnen we hier wel zien op de foto (even klikken om te vergroten). Van boven steken hier en daar nog de drie stijlen van de vrouwelijke bloem er nog uit! Deze planten staan wel op meer vochtige terreinen. In "bijlage" nog een meer gedetailleerde opname.
"Gele lis" (Iris pseudocarotus") is een plant die nogal zeer bekend is. Men vind het aan waterkanten, in moerassen maar ook als tuinplant langs de vijvers. Deze foto is alleen verassend omdat we niet dikwijls in de bloem zelf gaan zien en er dan deze prachtige tekening in terugvinden. Het is een aanrader om dat een volgende keer zeker eens te doen! Even klikken op de foto om te vergroten!
Het "Echt duizendguldenkruid" (Centaurium erythraea) heeft ook nog een oud-Nederlandse naam van o.a. "Koortsbloem". Bij inwendig gebruik heeft de plant een aansterkende en koortswerende werking. "Duizendgulden" is ook een verwijzing naar de kostbaarheid van de plant. Bij de Galliërs was hij zeer in trek en hij werd ook heel de middeleeuwen door gekweekt. Om zijn bittere smaak werd hij ook verwerkt in vermouth. Zijn wetenschappelijke geslachtsnaam komt dan weer van de centaur ( een paard-mens) Cheiron die er volgens de legende een voetblessure van Herakles mee behandeld zou hebben..Bijzonder is echter ook dat de meeldraden van de bloem bij het loslaten van hun stuifmeel "kurkentrekkervormig" oprollen. Hier ook te zien (even klikken op de foto om te vergroten). In "bijlage" nog de afbeelding van een andere bloem met "getorste" meeldraden!
Deze "Graswortelvlinder" (Apamea monoglypha) is ook een ruige verschijning en een in de nacht actieve vlinder. Deze zou wel in één generatie in een seizoen verschijnen. Speciaal is ook wel dat de rupsen van deze vlinder (zoals de naam laat vermoeden) van de wortels van grassen leven. Men vind deze rupsen dan ook niet dikwijls! (Even op deze foto klikken om te vergroten en ook op de "bijlage" om een tweede opname te bekijken)
Deze "Eekhoorn" (Stauropus fagi) is een in de nacht actieve vlinder en deze vlinders verschijnen gedurende een lange periode zodat men zich afvraagt of het soms om meerdere generaties zou gaan. De voorvleugels zijn grijsbruin met een lichtere vleugelbasis en vaak met een donker, door een lichte zigzaggende lijn begrensd middenvlak. Tijdens de rust (zoals hier) worden de achtervleugels onder de voorvleugels naar voren geschoven zo lopen de kleuren en de tekening wat door. Wel in zijn geheel een ruige verschijning! In "bijlage" nog meer een detailopname van de achterzijde van deze vlinder. (Even op "bijlage" klikken).
Van de "Veldsalie" (Salvia pratensis) namen we ook één bloem in het visier. De bloemkroon heeft vele klieren (zeker even op de foto klikken om te vergroten om deze te kunnen zien). De kleur is blauwpaars,( zelden lichtblauw, roze of wit). Het is een prachtige bloem uit de 'lipbloemenfamilie' Zij is op matig vochtige en kalkrijke grond te vinden. De "Veldsalie is ook een bloem van de rode lijst en staat er vermeld als kwetsbaar. Zij dan ook beschermd.In "bijlage" (even op klikken) nog een opname van de bloemen in symmetrie.
Het "Wilgenroosje" (Chamerion angustifolium) heeft een hele bloemtros. Wij namen er één bloem uit! Deze bloem kan wel 2 à 3 cm zijn in middelijn. De bovenste kroonbladen zijn iets breder dan de onderste en zijn licht purper (soms ook wit). De meeldraden evenals de stijl steken uit en buigen tenslotte naar omlaag. De stijl zien we hier in vier delen gesplitst. Een tamelijk algemene soort bloemen op vochtige tot droge zandgronden. In "bijlage" nog een opname van één bloem uit de ganse tros. (Even op "bijlage" klikken)
Deze "Rietlandwimperzwam" (Scutellina umbrorum) is maar maximaal 1 cm in doorsnede. De schijf is mooi oranjerood met een roodbruine buitenzijde en heeft maar korte haren aan de buitenrand. Hij is te vinden als een saproyt op hout of de kale bodem vaak in de buurt van riet. Er zijn verschillende soorten van wimperzwammetjes! Deze heeft wel die korte haren en is niet zo groot! (Even klikken op de foto om te vergroten!)
Deze "Ananasgal" wordt veroorzaakt door de Ananasgalwesp (Andricus foecundatrix). Ze onstaat doordat deze galwaesp haar eitje in een bladknop van de Zomereik deponeert. Tegelijk wordt er ook een enzym ingespoten die deze schubvormige groei veroorzaakt. In deze gal ontwikkelt zich een eivormige binnengal waarin de verpopte galwesplarve zit. In augustus of september wordt deze binnengal naar buiten gewerkt en schiet deze gal er ook plotseling uit. Hieruit wordt een vrouwelijke galwesp geboren in het voorjaar, die dan ook in het voorjaar eitjes in de bloemknoppen gaat leggen waaruit dan mannetjes én vrouwtjes uitkomen. Tenslotte zullen dan deze vrouwtjes na paring een eitje in de bladknoppen gaan leggen. Zo is dan deze ingewikkelde ciclus rond! In "bijlage" nog een opname van Ananasgallen.
Er zijn soms toch vissen te ontdekken in onze waterlopen, zelfs een rode karperachtige dachten we. In de "Molenbeek" in Kessel was hij te zien samen met nog donker gekleurde karpers. Een maand later zagen we ook zo'n rood exemplaar in de anti-tankgracht te Schilde! Verrassend!In "bijlage" een donker exemplaar.
De "Grote ratelaar" (Rhinanthus angustifolius) is een tamelijk zeldzame plant die een "half-parasitaire" relatie lijkt te hebben met grassen. Hij heeft groene bladeren waarmee hij wel aan fotosythese doet maar lijkt zijn voedingsstoffen en water aan de wortels van grassen te onttrekken. Bijzonder is ook dat de tanden aan de bovenlip +/- 2 mm lang zijn en wat langer dan breed. Zij hebben ook een paarse of lila kleur. Even op de foto klikken om te vergroten, dan is dit wel merkbaar. Ook in de foto in "bijlage" waar we één bloem afzonderlijk namen is dit goed te zien. Even op die "bijlage" klikken.
De "Weidekringzwam" (Marasmius orealis) is ook nu in volle zomer te vinden in graslanden. Hij is zoals hier te zien: lederkleurig-geel tot okerbruin. (Even klikken op de foto om te vergroten). Na drogen kan hij echter ook wit worden! Meestal is er ook een middenbult. De steel is taai en witachtig tot okerbruin. Zoals de naam ook aangeeft kan hij in "heksenkring" groeien. Hij zou ook eetbaar zijn, vooral geschikt in soepen maar men raadt wel aan alleen de hoeden te gebruiken , de steel is zeer taai! In "bijlage" nog een opname met bovenzicht.
De "Spikkelsteelveldridderzwam" ( Melanoleuca verrucipes) wordt al vrij zeldzaam aangeduid. Hij groeit vooral op houtsnippers en is wel te herkennen aan de zwartbruine schubjes op de steel die een witte achtergrond hebben. De hoed kan tot een 11 cm groot worden en is wat verdiept. Een bovenzicht van de hoed vindt u in "bijlage". (Even op "bijlage" klikken).
Deze "Rozekever" (Phyllopertha horticola) bevond zich juist in het midden van een bloem van de Rimpelroos (Roza rugosa). Zij zijn te vinden op allerlei bomen en struiken maar dus ook op roze-struiken als Hondsroos en Rimpelroos. De larve zou zich te goed doen aan graswortels!Hierbij nog een opname in "bijlage" waar de kever te situeren is op de Rimpelroos waar we hem aantroffen. Op deze foto even klikken om te vergroten en op "bijlage" om de andere foto te zien.
De "Koninginnepage" (Papilia machaon) is niet zo zeldzaam maar men komt hem toch niet veel tegen. Het moet ook nog wat koud zijn anders vliegt hij ook onmiddellijk op als men hem wil benaderen. De soort brengt wel twee en onder gunstige omstandigheden wel drie generaties voort op één seizoen! Zij komen op verschillende soorten schermbloemigen voor zoals: Kleine bevernel, Venkel, Pastinaak, Peen,en Melkeppe. Het is wel een van onze prachtigste vlinders. In "Bijlage" nog een opname.(Even op klikken).
Nog een mooie "roest" op de onderzijde van het blad van de Moeraspirea de "Moerasspirearoest" (Triphragmium ulmaniae). Het lijkt wat op de hier onderstaande "Eglantierroest" toch is het een verschillende gezien het een andere waardplant is, onderzoek heeft dit vastgesteld. Hij lijkt in zijn verder fasen nog een gele en een zwartbruine fase te doorlopen. Het blijven ingewikkelde verschijningsvormen! (Even kliken op de foto om te vergroten).