Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Clementine
Beeld/dichters/kunstschilders
22-11-2009
Ditk De Keizer
Dirk De Keyzer
Grande Madame, 2006
Bronze
74 x 31 x 25
mooi toch...
Dirk De Keyzer, geboren te Sleidinge bij Gent in 1958.
Reeds meer dan twintig jaar zoekt hij zijn eigen weg in het beeldhouwerbestaan.
Aanvankelijk onderging hij het lot van elke beginnende kunstenaar, werkte hard en moest wachten op erkenning.
Verbeten ging hij door met het enige waar hij naar eigen zeggen voor in de wieg gelegd was.
Beelden maken is voor Dirk De Keyzer geen keuze maar eerder een voorbestemming.
Hoewel hij zijn technische aanleg ook kan gebruiken bij het verwezenlijken van zijn creaties, blijven de momenten van boetseren voor hem de grootste uitdaging vormen, en geven ze hem bij het aanschouwen van de afgewerkte resultaten ook de grootste genoegdoening.
Tot in de negentiende eeuw was Philips Wouwerman een groot kunstenaar die gewild was bij burgers en vorsten in heel Europa.
Tegenwoordig zijn de schilderijen van Wouwerman vooral bekend bij kenners en verzamelaars.
Met een lezing in het Mauritshuis wil de Vrije Academie Wouwerman wederom bij het grote publiek introduceren.
Daarvoor worden paarden ingezet!
Op het merendeel van Wouwermans werken zien we veldslagen, jachtpartijen, paardenstallen, hoefsmederijen of legerkampen.
Stuk voor stuk onderwerpen waarin paarden de hoofdrol spelen.
Door die onderwerpkeuze leverde Wouwerman een originele bijdrage aan de Nederlandse schilderkunst.
Maar door hem louter als paardenschilder te bestempelen, doen we Wouwerman tekort.
Naast landschappen schilderde hij religieuze schilderijen en een aantal voorstellingen waarin hij een gelukkige synthese tot stand bracht tussen het genrestuk en landschap.
Aubrey Beardsley
Engels tekenaar, illustrator en schrijver, 21 augustus 1872, Brighton, Engeland 16 maart 1898, Menton, Frankrijk.
Aubrey Vincent Beardsley was een invloedrijk kunstenaar wiens werk wordt gerekend tot de stroming van de art nouveau en het symbolisme. Beardsley is vooral beroemd geworden door zijn illustraties van epossen, sages en bijbelse verhalen als Salomé, die hij heel consequent in zwart-wit met hier en daar een steunkleur, overwegend lineair op het papier zet.
In de geest van het fin de siècle cultiveerde hij de lelijkheid tot een meedogenloze esthetiek van de decadentie, zoals Beaudelaire deed in zijn Fleurs du Mal.
In zijn eigen woorden: I struck out a new style and method of work which was founded on Japanese art but quite original. (It is) extremely fantastic in conception but perfectly severe in execution.
Hij had een bepalende invloed op de heropbloeiende Europese boekillustratie rond 1900, maar ook op latere grafische vormgevers.
Beardsley heeft tijdens zijn korte carrière van ruim 6 jaar wel honderden zwart-witillustraties in de art-nouveaustijl weten te produceren. Zijn werk gaf de decadentie van het fin de siècle weer wat er toe leidde dat hij al op jonge leeftijd berucht was.
Kenmerkend voor het werk van Beardsley zijn de forse, simpele compositie met zwierige lijnen, en de sterke contrasten tussen licht en schaduw, die laten zien hoe ook het werk van deze kunstenaar is beïnvloed door de destijds sterk verbreide Japanse kleurenhoutsnede.
Belle haleine - Eau de voilette
inscrit et daté 'Rrose Sélavy 1921' (sur l'étiquette de la boîte de parfum)
boîte ovale en carton de couleur violette, bouteille de parfum en verre
Hauteur: 16.5 cm. (6½ in.)
Largeur: 11.2 cm. (4 3/8 in.)
Réalisé avec le concours de Man Ray à New York, 1921
...............Beautiful Breath: Water Voilette is de humoristisch titel die Marcel Duchamp heeft gegeven tot het werk dat hij geproduceerd (met de hulp van Man Ray) in het voorjaar van 1921, une belle haleine. Op het eerste gezicht lijkt het niets meer dan een gewone fles parfum uit geschikt voor een mondspoeling kan geven van haar gebruikers - zoals aangegeven door het label - een grote adem. We weten nu dat om zijn werk te creëren, Duchamp de op de markt gebrachte parfumfles van het Huis Rigaud in Parijs in 1915 voor haar parfum een zwoele lucht, de grote favoriet was en nummer éen in de verkoop van parfums Onder de advertenties die zijn uitgegeven, kunnen we zien een jonge vrouw licht gekleed droeg haar neusgaten het parfum fles (figuur 1), een geur die verdampt gesymboliseerd door een voluptueus zwaaien in de lucht. .
De jonge vrouw lijkt een diep adem te halen, de ogen gesloten en het hoofd achterover gegooid iets, wat suggereert dat de geur afrodisiacum kwaliteiten heeft, de bedwelmende dampen....
Dante Gabriel Rossetti
by William Holman Hunt
oil on canvas, 1853
Dante Gabriel Rossetti
Eigenlijk Gabriel Charles Dante ROSSETTI, Engels schilder en dichter, (12-5-1828 in Londen, 9-4-1882 in Birchington-on-Sea, Kent),
Mede-oprichter van de groep der Pre-Rafaëlieten.
Hij was de zoon van de Italiaanse dichter Gabriele Rossetti. Rossetti's familie was cultureel erg actief.
Zijn vader gaf les in Italiaanse taal en cultuur in Londen. Hij was politiek vluchteling geworden, hij was in Italië niet welkom meer.
De zus van Rossetti werd één van de belangrijkste lyrische schrijfsters uit die tijd en zijn broer was een toonaangevend criticus.
Vanaf zijn veertiende jaar stond al vast dat Rossetti kunstenaar zou worden.
Rossetti's belangstelling ging vooral uit naar Dante, Shakespeare en de Arthurlegendes.
Ook was hij een groot bewonderaar van Edgar Allen Poe.(wordt vervolgd)
Chaïm Soutine Smilowitchi, Wit-Rusland, 1893 - Parijs, 9 augustus 1943)
Portret van Soutine door Modigliani ( 1916 ) olieverf
Chaim Soutine heeft met zijn droevige, vervormde schiderijen de abstract-expressionisten die na hem kwamen erg geinspireerd. Modigliani heeft in een dronken bui een keer opgemerkt dat de wereld rond zijn ogen danste als in een landschap van Soutine. Een onschuldig grapje want Modigliani waarderde Soutines kunstenaarsschap enorm. Toen hij doodziek was zei hij tegen zijn dokter : Maak je geen zorgen, met Soutine laat ik je een geniaal man na'.
De collectie van M vertelt het verhaal van Leuven vanuit de kunsten.
Ze wordt het vertrekpunt voor alles wat in het nieuwe museum gebeurt. De opstelling is herdacht en telt tal van primeurs. Belangrijke 'vergeten' stukken krijgen de plaats die ze verdienen. Helemaal nieuw is het prenten- en tekeningenkabinet.
M toont oude en nieuwe kunst geïnspireerd door de veelzijdigheid van Leuven. De historische kunststad Leuven.
De toekomstgerichte en innoverende kennisstad Leuven.
Het vertrekpunt is de eigen collectie. Die concentreert zich vooral rond de kunstproductie in Leuven en Brabant van de middeleeuwen tot de 19e eeuw. Ze vertelt het verhaal van de stad vanuit de kunsten.
De collectie moet vanaf nu hedendaagse kunstenaars en tentoonstellingsbouwers inspireren tot prikkelende inzichten.
A - De eerste zalen van het nieuwe museumgebouw zijn opgebouwd rond de sterkste verzamelingen: de late gotiek en de 19de eeuw. Bij de selectie van de werken gold maar één criterium: kwaliteit. Alleen topstukken krijgen een vaste plaats.
B - De archeologische afdeling krijgt een jeugdige vormgeving. Ze is een belangrijke aantrekkingspool voor schoolbezoeken. Startpunt zijn een prehistorische crematie en twee begravingen. Er worden speciaal interactieve elektronische programma's over onze voorouders ontwikkeld.
C - Helemaal nieuw is het intieme prenten- en tekeningenkabinet. Dat krijgt een onderkomen in de woning Vander Kelen. M stelt driemaandelijks een tiental werken voor uit haar - quasi onbekende - verameling prenten en tekeningen. In september bijten ongeziene werken van bekende namen als Anto Carte, James Ensor en Eugène Laermans de spits af.
D - In de woning Vander Kelen staan de toegepaste kunsten centraal in een aantal stijlkamers. Het gebouw wordt volledig gerestaureerd. Tijdens het voorafgaande onderzoek zijn in de centrale gang onvermoede decoratieve muurschilderingen ontdekt. Ze dateren waarschijnlijk uit de 18de eeuw en geven extra glans aan de stijlkamers.
Primeurs
De vernieuwde opstelling presenteert ook enkele primeurs. Het gaat om stukken uit de collectie die nu pas werden (her)ontdekt of waarvan de grote waarde nu pas wordt onderkend.
Een paar voorbeelden:
*
De monumentale atelierplaasters (19de eeuw) van Constantin Meunier krijgen eindelijk een vaste plek in het museum.
*
Het perkamenten ontwerp van de torens van Sint-Pieter (16de eeuw) lag jarenlang in het depot te verkommeren. Een aangepaste conservatiebehandeling maakt een permanente blikvanger van de unieke werkstuk.
*
Op de zolder stond een albasten retabel (1610) stof te vergaren. Het stond eertijds opgesteld in de Sint-Annakapel van het Celestijnenklooster in Heverlee. Er bestaan nog amper enkele van dergelijke retabels. De restauratie en een prominente plek in de opstelling zijn dus terecht.
Schapenkop van
Anton Mauve 1855-1865 17 x 20 cm schilderij olieverf op paneel
Anton Mauve wordt op 18 september 1838 in Zaandam geboren.
Op zeventienjarige leeftijd gaat hij in Haarlem bij de dierenschilder Pieter Frederik van Os in de leer. Van 1858 tot 1868, zijn leertijd en de eerste jaren van zijn kunstenaarsschap werkte Mauve voornamelijk in Haarlem. s Zomers schilderde hij in de vrije natuur in Oosterbeek.
In 1871 vestigde hij zich in Den Haag, waar hij een van de succesvolste schilders werd van de Haagse School en een centrale figuur in het Haagse kunstleven.
Hij was mede-oprichter van de Hollandsche Teeken Maatschappij en jarenlang bestuurslid van de kunstenaarsvereniging Pulchri Studio. Na 1882 bracht hij zijn zomers door in Laren om te schilderen en in 1885 vestigde hij zich daar definitief.
Hij liet er een huis bouwen dat tegenover het huidige Singer museum staat. Mauve werd vaak gekweld door neerslachtigheid en in 1888 stierf hij, nog voor zijn 50ste verjaardag.
Anton Mauve was een van de beroemdste schilders van zijn tijd, en zijn werk werd verkocht over de hele wereld. Later werd hij vooral bekend als degene die zijn neef Vincent van Gogh begeleidde bij zijn eerste stappen als schilder. Hoewel Van Gogh steeds aangaf veel aan Mauve te danken te hebben, liepen hun opvattingen over kunst en kunstenaarschap sterk uiteen, zozeer zelfs, dat het tot een breuk kwam.
Mysterie van de gevluchte pianiste :
olie op doek
130 x 130 cm
Wim Ricourt, een uit Zelzate afkomstig kunstenaar.
Ricourt werd geboren op 29 september 1963 en studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent.
Vanaf 1985 volgt dan een indrukwekkende lijst van deelnames aan tentoonstellingen waar hij zijn dynamiek in vorm, lijn en kleur aan de wereld kond kan doen.
Yvan De Backer van Absolute Art Gallery verwoordt het als volgt:
"De confrontatie met zijn gedurfde, kleurrijke composities van materieverf en zijn passionele uitstraling overweldigde ons zodanig dat een samenwerking op lange termijn niet kon uitblijven. Zowel zijn werk als zijn expressievorm getuigde van een opmerkelijk groot talent en een bijzonder communicatieve kracht."
Zo verliep de kennismaking in de galerie en zo is ook de reactie van de recensent bij het bekijken van al dat fraais.
Want inderdaad, de bewogenheid die Ricourt in zijn werk weet te brengen, zijn gedrevenheid die hij ons voorhoudt, geven zichtbare kenmerken weer in een oeuvre dat bol staat van artistieke kunde en passievolle kunst.
Expo Wim Ricourt "Jamais adolescent"
Tentoonstelling van 12 / 09 - 11 / 10 /2009 in
Absolute Art Gallery BRUGGE
Ivan de Verschrikkelijke en zijn dode zoon op 16 november 1581
Ilja Repin (5 augustus [O.S. 24 juli] 1844 - Kuokkala (Finland, nu Repino, Rusland), 29 september 1930) was een Russisch kunstschilder. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van De Zwervers (Peredvizjniki), een Russische kunstenaarsgroep die tot het Realisme wordt gerekend. De Russische kunstenaar Ilja Jefimovitsj Repin (ook gespeld als Rjepin) werd in augustus 1844 geboren in Tsjoegoejev. Ilja groeide op in een arm gezin en leerde schilderen van de icoonschilder Bunakov. Vanaf 1864 studeerde hij aan de kunstacademie in Sint-Petersburg. Ilja Repin werd in 1870 op slag beroemd met zijn sociaal-kritisch werk "Boerlaki" (Boottrekkers op de Wolga). Hij kreeg een beurs, waardoor Repin het zich kon veroorloven om een studiereis naar Parijs en Italië te maken. Schilder van de Russische ziel
Naast commentaren op sociale gebeurtenissen (o.m. Religieuze Processie in Kursk Gubernia, 1883) schilderde hij historieschilderingen. Het schilderij Ivan de Verschrikkelijke bij het lijk van zijn zoon uit 1885 werd voor het eerst tentoongesteld in de Salon in Parijs; verschillende vrouwen vielen flauw door de intensiteit van het werk. Uitzonderlijk goed zijn zijn portretten van kunstenaars, schrijvers en wetenschappers, onder andere van, twee van zijn vrienden, Modest Moessorgski (1881) en Leo Tolstoj (1887) (alle in de Tretjakov-Galerij te Moskou).
Repins werk werd, juist door zijn sociaal-kritische werk, door de Sovjetautoriteiten bestempeld tot voorbeeld van de Sovjet schilderkunst, het socialistisch realisme. Andersoortig werk was niet toegestaan (zie ook Schilderkunst van de Russische Revolutie). Daarom was zijn werk in de Sovjet-Unie enigszins controversieel; enerzijds werd hij als groot (zo niet de grootste) kunstschilder vereerd, anderzijds werd hij verfoeid vanwege de verplichting vanuit de Communistische Partij om te schilderen zoals Repin.
Alberto Giacometti
Alberto Giacometti (Borgonovo (Italië), 10 oktober 1901 - Chur (Zwitserland), 11 januari 1966) was een Zwitsers surrealistisch beeldhouwer en schilder. Hij speelde een belangrijke rol in het existentialisme. Veel van zijn mens- en diersculpturen kenmerken zich door een smal, 'breekbaar' uiterlijk.
Giacometti volgde een opleiding aan de kunstacademie in Genève. In mei 1920 bezocht hij de Biënnale van Venetië, die hem zeer inspireerde. Vanaf 1922 leefde en werkte hij in Parijs, in de wijk Montparnasse. Hij verkeerde daar in het gezelschap van onder andere de schilders Joan Miró, Max Ernst en Pablo Picasso en de schrijvers Samuel Beckett, Jean-Paul Sartre, Paul Eluard en André Breton. Zijn eerste expositie volgde in 1927 in Zürich. Gedurende de Tweede Wereldoorlog leefde Giacometti in Genève waar hij zijn latere echtgenote Annette Arm ontmoette. Na terugkeer in Parijs trouwden zij in 1949 en brak Giacometti's meest productieve periode aan met zijn vrouw als muze en voornaamste model.
Al snel kreeg Giacometti enkele belangrijke exposities, waaronder in de Pierre Matisse Gallery in New York. Tijdens de Biënnale van Venetië van 1926 ontving Giacommetti de Grote Prijs van de Beeldhouwkunst. Hij overleed in 1966 aan de gevolgen van een hartziekte en chronische bronchitis. Hij werd begraven te Borgonovo, dicht bij zijn ouders. Tegenwoordig is zijn werk te vinden in de collecties van vele belangrijke musea.
geestelijk en artistiek leider van het Realisme, wist voortdurend schandalen uit te lokken met zijn schilderijen.
Hij koos bij voorkeur onderwerpen die geen enkele status hadden en voerde deze dan uit op een formaat dat tot dan alleen maar gebruikt werd voor verheven historiestukken of religieuze onderwerpen.
Daarbij had hij ook nog een heel directe stijl van schilderen waarbij de verf dik opgebracht werd.
Reden genoeg in die tijd om hem te verdenken van revolutionaire of zelfs anarchistische activiteiten.
Gustave Courbet was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het Realisme, een richting in de schilderkunst die de dagelijkse werkelijkheid en gewone mensen tot onderwerp nam, in plaats van verheven mythologische of historische scènes.
Het nieuwe was vooral dat deze 'gewone' situaties of voorwerpen geen bijzaak maar hoofdonderwerp in het schilderij waren, en vaak op groot formaat werden afgebeeld.
Zijn manier van schilderen is spectaculair:
Courbet bracht de verf in brede vegen op met behulp van een paletmes.
Biografie
Gustave Courbet,
geboren op 10 juni 1819 te Ornans, was een zoon van een boer in die streek.
In 1840 ging hij naar Parijs.
Al gauw na zijn aankomst in Parijs waar hij rechten had moeten gaan studeren, maakte Courbet zijn entree in het atelier van de succesvolle academieschilder Charles Steuben.
Dit atelier stond in het hart van het Quartier Latin, waar Courbet een paar jaar later zelf een atelier zou inrichten.
Hij zou later verklaren dat hij noch van deze noch van enige andere leermeester iets had geleerd.
Met een karakteristiek zelfvertrouwen besloot hij zijn eigen leermeester te worden en begon hij aan een cursus 'schilderen naar model' aan de 'vrije' (dat wil zeggen docentloze) Académie Suisse.
Ook ging hij de werken van Spaanse, Venetiaanse en Hollandse meesters in het Louvre kopiëren.
Courbet voltooide zijn zelfonderricht in zes jaar hard werken, veel inspannender dan de doorsnee academieopleiding.
Zijn voortgang gedurende deze vroege jaren is moeilijk in kaart te brengen.
Veel van zijn vroege studies zijn verloren gegaan, andere werden later gewijzigd of van een verkeerde datum voorzien.
De nog bestaande werken variëren enorm in kwaliteit, stijl en uitvoering.
Net als andere jonge kunstenaars profiteerde hij van de kortstondige liberalisering van de Salon door de Republiek.
Het jaar 1848 markeerde het eind van de periode van zijn leertijd en van zijn jeugdige hang naar Romantiek. Hijzelf dateerde later het begin van zijn rijpe Realistische periode vanaf dit jaar. Zijn selfmade opleiding had de basis gelegd voor zijn latere realisme
1.Le Désespéré, (1843-45) , olieverf op doek, 45 x 54 cm, particuliere collectie.
2.La Femme dans les vagues (1868)
Émile Gallé (Nancy, 4 mei 1846 - Nancy, 23 september 1904)
was een Franse glasmaker en meubelontwerper die zijn thuisbasis had in zijn geboorteplaats. Zijn favoriete motief, dat hij dan ook veel gebruikte in zijn werk, was de plant. Ook kwamen er veel insecten motieven in voor. Het glas is één- of veelkleurig gedecoreerd met sierlijke natuurmotieven.
Gallé maakte gebruik van verschillende technieken:
* kleurloos kristalglas met emailschildering;
* verrerie parlante, glazen met dekkend geschilderde decoraties die een stemming symboliseren geïnspireerd door de poëzie;
* opaque, halfdoorzichtig glas met dekkend geschilderde decoraties;
* marquetterie de verre, inlegwerk van glas-in-glas;
* opgelegd glas met tussen twee lagen een door een etsprocedé aangebrachte voostelling;
* opgelegd glas in een grovere uitgave, met sjablonen gemaakt.
Gallé paste de opgelegde-glasmethode ook veel toe in lampen.
Op onze terugreis van Roquemaure kwamen we voorbij Auvers-sur-Oise een pittoresque dorpje waar heel wat beroemde kunstenaars hun stekje hadden gevonden:
Auvers-sur-Oise is een klein dorpje in de buurt van Parijs dat vooral bekendheid heeft gekregen omdat een groot aantal wereldberoemde kunstenaars er een deel van hun leven hebben doorgebracht.
De meest sprekende namen zijn Daubigny, Cézanne en Van Gogh.
Van Gogh verbleef er maar een zeer korte periode, maar was er op artistiek vlak uitzonderlijk productief. Hij maakte er niet minder dan 70 schilderijen waarvan sommige tot de belangrijkste van zijn hele oeuvre worden gerekend.
Vincent en zijn broer Theo liggen allebei begraven op de begraafplaats van Auvers-sur-Oise. In de Auberge Ravoux is een klein museum ingericht.
Coucher de Soleil
Charles-Francois Daubigny (1817 - 1878)
Op ons doorreis naar Roquemaure zagen we het schilderachtig dorpje van Renoir stil en verlaten , zoals wij er zoveel tegenkwamen op ons reis
Essoyes
Atelier van Renoir
Pierre-Auguste Renoir (Limoges, 25 februari 1841 - Cagnes-sur-Mer, 3 december 1919) was een Frans impressionistisch kunstschilder.
Zijn vader, een kleermaker met een groot gezin, vestigde zich in 1845 in Parijs.
Al op zijn dertiende werkte Renoir als leerling-schilder. Hij schilderde bloemen op keramiek.
Toen dit proces werd geautomatiseerd moest hij overstappen op andere objecten.
In 1862 sloot hij zich aan bij de Atelier Gleyre van Marc-Charles-Gabriel Gleyre en maakte kennis met Claude Monet, Alfred Sisley en Frederic Bazille, later ontmoette hij ook Camille Pissarro en Paul Cézanne.
Hij exposeerde voor het eerst bij de Parijse salon in 1864; daarna weigerde de jury zijn werk, tot in 1867 zijn Lise werd geaccepteerd, een portret van zijn model en minnares Lise Trehot.
In 1867 woonden Renoir en Monet bij Bazille. In de jaren daarna deelde hij een studio in Parijs met Bazille. Jonge kunstenaars poseerden daar voor elkaar.
De zomer van 1869 bracht hij door met Monet in Bougival aan de Seine.
Gezamenlijk werkten zij daar de principes van het impressionisme verder uit. In de jaren '70 werkte hij in Argenteuil en Parijs en nam deel aan de exposities van 1874, 1876, 1877 en 1882.
Renoir ondervond eerder erkenning dan zijn vrienden.
In 1879 en 1880 stuurde hij verschillende portretten in voor de Salon.
Demoiselles d'Avignon
Pablo Picasso, 1907
olie op doek
243,9 × 233,7 cm
Museum of Modern Art, New York
Les Demoiselles d'Avignon is één van de bekendste werken van Pablo Picasso (1881-1973). Het is geschilderd in een periode van negen maanden gedurende 1906 en 1907, toen Picasso zich had teruggetrokken in een klein dorpje in de Pyreneeën. Toen hij het zijn avantgardevrienden liet zien, vielen ze stil.
Alleen Matisse brak in lachen uit. In 1916 werd het in een privésalon getoond. De naam van deze salon werd toen tijdelijk veranderd van "Le bordel d'Avignon" naar "Les Demoiselles". Het doek werd pas in 1937 voor het eerst in het openbaar getoond. In 1939 kocht het Museum of Modern Art in New York City het. Daar hangt het nu nog.
Het doek was zo anders dan alles wat er tot die tijd was geschilderd, dat het vriend en vijand verbaasde toen Picasso het eindelijk aan de buitenwereld toonde. Veel kunsthistorici menen dat Les Demoiselles d'Avignon het eerste werk was van de 20e eeuwse schilderkunst. Het is één van Picasso's bekendste werken en tevens één van de eerste uit zijn kubistische periode, hoewel het label van het kubisme door veel kunstkenners in twijfel getrokken wordt. Het wordt derhalve ook wel gezien als een proto-kubistisch werk dat behoort tot het primitivisme. Het schilderij is olie op doek en meet 243,9 x 233,7 cm.
Zelfportret van Picasso
Les Demoiselles d'Avignon
Het doek toont vijf prostituees die de kijker aanstaren.
Opvallend is dat de dames er weinig aantrekkelijk uitzien (evenals het fruit op de voorgrond) en nogal vreemde lichamen hebben. Enkele van de vrouwen zijn gebaseerd op prehistorische Iberische beelden of Afrikaanse maskers.
Picasso zorgde ervoor dat allerlei (volgens de normen van zijn tijd) met elkaar vloekende elementen in het schilderij naast elkaar geplaatst werden. Zo contrasteren de ronde vormen van de vrouwen met overdreven puntig geschilderde lichaamsdelen. Daarnaast botsen de kleuren met elkaar, evenals de voor- en de achtergrond.
Uit schetsen van Picasso blijkt dat hij eerst ook een matroos en een geneeskundestudent wilde schilderen, waarbij de matroos als klant staat afgebeeld en de geneeskundestudent waarschijnlijk als symbolische waarschuwing tegen syfilis, een geslachtsziekte die rond de eeuwwisseling veel slachtoffers maakte.
De titel van het werk is bedacht door André Salmon, de organisator van de eerste tentoonstelling waar Les Demoiselles d'Avignon te zien was. Les Demoiselles verwijst naar "jongedames", maar men bedoelt er soms ook prostituees mee. Avignon had niets te maken met de Franse stad, maar verwees naar Carrer d'Avinyo, een straat in Barcelona in de buurt van de woning van Picasso, die bekend stond om de bordelen die er gevestigd waren. Picasso noemde het werk overigens nooit bij deze titel; hij noemde het Le bordel ("Het bordeel") en bleef het zijn hele leven zo noemen.
Vanaf 1385 woonde en werkte hij in de Franse stad Dijon. Hoewel in Frankrijk in die tijd de Laatgotische Internationale Stijl nog in volle bloei was, streefde Sluter ernaar figuren te creëren die veel levendiger waren dan de werken van andere beeldhouwers uit die tijd in Frankrijk en het Noorden.
Zijn meest beroemde werk is de Mozesput met de zes profetenfiguren Mozes, David, Jeremia, Zacharia, Daniël en Jesaja (1396-1404).
De Mozesput bevindt zich in het voormalige kartuizerklooster Chartreuse de Champmol in Dijon.
Rene Magritte
Belgische , tekenaar, illustrator, schrijver en cineast, geboren 21 november 1898 te Lessen - overleden 15 augustus 1967 in Schaarbeek, Brussel.
Na een periode van zoeken in de richting van het kubisme en het futurisme kwam hij, vnl. door zijn bewondering voor De Chirico's werk, tot een van de meest typische vormen van het surrealisme. Zijn potloodtekening Le jockey perdu (1925; thema later diverse malen verwerkt in schilderijen) wordt beschouwd als de beslissende wending. Het symbolisme en het werk van Xavier Mellery en Fernand Khnopff, het werk van schrijvers als Baudelaire, Verlaine, Mallarmé en Poe en volksboeken (Fantômas, Arsène Lupin, Rouletabille) behoren eveneens tot de bronnen van zijn bevreemdende, fantastische beeldenwereld
Zijn oeuvre is vrij homogeen. De voorwerpen en personages zijn meestal afgebeeld in een pijnlijk accurate, gladde en scherpe schilderwijze. De dagelijkse, vertrouwde dingen worden op een onthutsende manier met elkaar geassocieerd. Door het negeren van de normale verhoudingen en van de fysieke eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen of lichamen tracht Magritte het beeld dat men zich van de realiteit vormt, te verstoren. De afbeelding wordt op logische wijze onlogisch gemaakt en de titels van zijn composities houden geen verband met het zichtbare tafereel. Ondanks de onverwachte associaties is Magrittes werk geenszins speels; evenmin heeft het een humoristische inslag. De erotiek is een van de belangrijkste thema's, maar het bourgeoiselement is ten minste even belangrijk.
Kenmerken: Bizarre verbeeldingskracht, liefde voor het oude schildersambacht (waardoor zijn werk een magisch-realistisch aspect krijgt). De idee komt op de voorgrond. Hij schildert droombeelden, ontstaan uit een zich steeds hernieuwende wereld van de verbeelding, waarin magie, dood en erotiek domineren. Zijn werk vond vooral veel weerklank in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Magritte maakte ook wandschilderingen, in het Casino te Knokke en in het Congrespaleis te Brussel. Werk te Antwerpen, Brussel, Londen en New York.