Sedert de W.T.B.&T.S. (Wachttoren Bijbel & Tractaat Genootschap, weergegeven met W.T.) haar wetten heeft afgekondigd om het te verbieden een gesprek te hebben op geestelijk vlak met uitgesloten personen, is er een probleem gerezen in verband met de aanmaning van Paulus in zijn tweede brief aan de Thessalonicenzen, hoofdstuk 3; de verzen 14 en 15, waar we lezen: Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem ernstig vermanen als een broeder".
Om deze raad te kunnen opvolgen, die de procedure duidelijk maakt om de persoon in kwestie niet volledig te verwerpen, past het genootschap deze verzen toe voor minder ernstige gevallen dan deze die het noodzakelijk maken om iemand uit te sluiten.
De schuldige zal in zo'n geval eerder "getekend" worden. Aldus beweert de W.T., is de manier van optreden niet hetzelfde als de manier vermeld in 1 Kor. 5: 9-11.
Maar is dat wel zo???
Voor alle duidelijkheid schrijven wij deze teksten uit: In mijn brief heb ik U geschreven niet langer in het gezelschap te verkeren van hoereerders,niet [bedoelend] volledig [het gezelschap te mijden] van de hoereerders van deze wereld of de hebzuchtige personen en afpersers of afgodendienaars. Anders zoudt GIJ feitelijk uit de wereld moeten gaan.Maar nu schrijf ik U, niet langer in het gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser is, en met zo iemand zelfs niet te eten.
Uit de context van Thessalonicenzen kunnen we opmaken dat er sprake is van "ongehoorzaam zijn aan ons woord door middel van deze brief", een brief gezonden door een apostel van Christus.
Er is hier echter in geen geval sprake van iets dat van minder belang is!
De W.T. heeft er ook tegenwoordig zeker geen goed oog in indien een Getuige geen rekening zou houden met één van hun instructies of één van hun leerstellingen.
De Wachttoren publicatie van 15 april 1985 haalt op blz. 31 de volgende woorden van Paulus aan "gaat niet meer om met hem" ... en vervolgens zeggen ze: de andere christenen zullen hem niet volledig verwerpen. Dit is uiteraard in overeenstemming met de woorden van Paulus in 2 Thess. Hfst. 3 zoals hierboven vermeld "hem ernstig te blijven vermanen als een broeder".
Evenwel, door hun menselijk contact te beperken (en niet door het af te schaffen) was er nog een kans dat hij beschaamd zou worden...
Maar wat die Wachttoren publicatie niet erkent, of toegeeft, is dat de Griekse uitdrukking, gebruikt door Paulus, [SUNANAMIGNUSTHAI] om te stoppen met hem om te gaan" identiek hetzelfde woord is dat gebruikt wordt in 1 Kor. 5: 11 waar de Nieuwe Wereldvertaling van de Heilige Schrift (NW) het weergeeft met "niet langer in het gezelschap te verkeren".Dit kun je gemakkelijk zelf nagaan in de Kingdom Interlineair Translation (KIT):
Zie a.u.b. 1 Kor 5: 11 en vergelijk deze vers met 2 Thess. 3: 14
1 Kor 5 : 11weergave N.W.
Toukosmou ekseltein.11. Nun dè egrapsathe world.11. But
Theworldto come out. NowbutI wrotenow I am writing
Huminmèsunanamignusthaieanyou to quit mixing in
To younotto be mixing selves up withif evercompany with anyone
Tisadelfos onomadzomenosèpornoscalled a brother that
Anyonebrotherbeing namedmay befornicatoris a fornicator or a
è pléonèktèsèeidoololatrèsèloidorosgreedy person or an
or covetous (one)oridolaterorrevileridolator or a reviler
è méthusosèharpaks,tootoioutomédéor a drunkard or
or drunkardorsnatcher, to the such (one) .not butan extortioner, not
sunestiein.12tigarmoitouseven eating with
to be eating with.What for to me the onessuch a man. 12. For
2 Thessalonicenzen 3 : 14 :
enkakèsètékalopoiountes.14. ei13. For your part.
you should behave badly indoing fine.Ifbrothers, do not give
détisoukshupakoueitoologoohèmoonup in doing right.
butanyonenotis obeingto thewordof us
diatèsepistolès,touton14.But if anyone is
throughtheletter,this (one)not obedient to our word
sémeiousthemèsunanamignusthaithrough this letter keep this
be you putting sign onnotto mix up selves withone marked, stop associating
autoo,hinaentrapè15. kaiwith him, that he
himin order thathe might be turned in;andmay become ashamed.
mè hoos echtronhègeiste,alla15. And yet do not be consi-
notasenemybe you consideredbutdering him as an enemy, but
noutheteitehoosadelfon.continue admonishing him
Be you putting mind inasbrotheras a brother.
Er is echter geen verschil in kracht tussen die twee teksten. Het is telkens weergegeven met dezelfde belangrijkheid.
In beide gevallen worden christenen aangemoedigd om geen omgang te hebben met de personen die kwaad hebben gedaan, opdat deze personen mettertijd schaamte zouden tonen. (zie nota 77).
Er is genoeg tolerantie in de gemeente om persoonlijke verschillen te aanvaarden. De leerstellingen om Christus te identificeren als zijnde de Messias, zijn offerdood, zijn opstanding en zijn verheerlijking, de gave van redding door geloof, de tussenkomst van deH. Geest en het onderwijs van Christus alsook een goede moraal zijn allemaal stevige fundamenten en worden als essentieel beschouwd om lid te zijn van dit lichaam. (zie nota 78).
Maar in het extreme geval, wanneer een christen niet geloofde in bijvoorbeeld de opstanding, dan bezag men die christen als iemand wiens geloof was verzwakt en men nam maatregelen om zo'n persoon te helpen en men redeneerde met hem aan de hand van duidelijke schriftuurlijke bewijzen. Er was in het geheel geen sprake van dat men de persoon in kwestie ging beschuldigen of dat men overging tot een zuiverende actie beslist door een geestelijke rechtbank. (zie nota 79).
Noteer evenwel dat enkele punten zojuist aangehaald, ter attentie van het Besturende Lichaam (BL) werden voorgelegd en dat is nu meer dan 20 jaar geleden. Karl Adams, Edward Dunlap en ikzelf, Raymond Franz, moesten een voorbereiding maken voor een handleiding betreffende de procedures voor de organisatie. Ik moest me bezig houden met het deel dat ging over uitsluiting en al deproblemen die ermee te maken hadden.
Zoals reeds gezegd in het hoofdstuk 6. Redding door geloof,niet door werken pag.187 van dit boek (In search of Christian Freedom) schreef Karl Adams, die toen opziener was van het redactiecomité, aan President Knorr dat enkele veranderingen noodzakelijk waren. (zie nota 80). Karl zelf had van de juistheid van sommige punten, gewag gemaakt, zoals we kunnen zien op blz. 17 en 18 van zijn memo: "We hebben Matth. 18: 17 beschouwd als een rechtvaardiging voor uitsluiting. Jezus had gezegd dat als een mens weigerde "te luisteren naar de gemeente" we hem moesten beschouwen als een mens der natiën of als een belastinginner". Betekent dit dan dat we zo iemand maar moeten uitsluiten, zonder nog te zoeken naar een andere mogelijkheid? Jezus is er nooit mee gestopt om zo'n relatie te onderbreken en hij heeft nooit geweigerd om hen nog aan te spreken. De teksten uit 2 Thess. 3: 6, 14, 15 alsook 2 Tim. 2: 25, 26 en Jak. 5: 19, 20 kunnen ons helpen om beter Matt. 18: 17 te begrijpen.
In deze laatste twee teksten, worden dezelfde sterke uitdrukkingen gebruikt. Men zegt over zo'n personen dat ze in de strik van de Duivel zijn gevallen, en "levend gevangen zijn genomen om zijn wil te doen" en misschien een menigte van zonden hebben gedaan, wat inhoudt dat men vrij was om ze te berispen en ook ze te herstellen van hun fouten. Is dat niet wat we tegenwoordig zouden moeten doen? Een vriendelijke relatie of een intieme relatie wil nog niet zeggen dat we de persoon zijn verkeerd gedrag of gedachten goedkeuren. Het Griekse woord gebruikt in 2 Thess. 3: 14 weergegeven met "ga niet meer met hem om, is hetzelfde woord dat gebruikt wordt in 1 Kor.5: 11. Deze laatste tekst wordt gebruikt wanneer we een uitsluiting uitvoeren. Nochtans gebruiken we niet 2 Thess. 3: 14 op dezelfde manier alhoewel de uitdrukking dezelfde is. Indien we beweren dat we door een schriftuurlijke berisping of verklaring te geven we ons daardoor medeschuldig maken aan een geestelijke samenwerking, betekent dit dan niet dat als we getuigenis geven aan mensen van een ander geloof (de geestelijken inbegrepen) dat we dan geestelijk verbroederen met hen? Onze opvatting over uitsluiting, is ze werkelijk aan deze teksten onttrokken, of hebben we er zelf iets van gemaakt om het op een meer starre wijze onder de aandacht te brengen dan het in werkelijkheid zou moeten zijn?
(Einde van het MEMO)
Zoals bij andere gevallen, waren de bijbelse bewijzen sterk en stemden tot nadenken.
Het B.L(Besturend Lichaam). heeft hiervan een kort verslag gekregen, zoals bij een gewone vergadering. Maar het onder hun aandacht gebrachte document werd gelezen en de uitgedrukte meningen waren dat het opportuun zou zijn om veranderingen aan te brengen noch door middel van gebed noch door onderzoek van de schriftuurlijke bewijzen, maar simpelweg dat de door de broeder naar voor gebrachte zaak kon beschouwd worden als opportuun in vgl. met de organisatorische procedures. De traditionele zienswijze werd behouden.
20 jaar later werd het nog radicaler, nog strakker, in de mate dat het nog houdbaar is.
Nota's:
77 noteer evenwel dat als de discipelen spreken over een man die ruzie veroorzaakt zover gaand dat er aldus verdeeldheid zou zijn ontstaan, wel, de raad wordt hier gegeven om niet meer met zo'n mens om te gaan. In Titus hfst. 3: 10 betekent het Griekse woord weergegeven als "verwerp hem" weigeren op een dringend verzoek in te gaan "of" zoals Hebr. 12: 25 en Lukas 14: 19, 19 zegt, "u te willen verontschuldigen". Men begrijpt hier wel degelijk dat men zich excuseerde om niet langer het debat te moeten voeren.
78 Galaten2: 4, 5: "Maar vanwege de heimelijk binnengebrachte valse broeders, die waren binnengeslopen om onze vrijheid die wij in eendracht met Christus Jezus hebben te bespieden, ten einde ons volledig in slavernij te brengen 5 voor dezen zijn wij zelfs nog geen uur in onderdanigheid geweken, opdat de waarheid van het goede nieuws bij U zou blijven".
79 1 Kor. 15: 12-57. gelieve deze aanduiding in je eigen bijbel te lezen a.u.b.