Als één persoon lijdt aan waanvoorstellingen, dan heet dat krankzinnigheid.
Als één persoon lijdt aan waanvoorstellingen,
dan heet dat krankzinnigheid.
Als veel mensen tegelijk lijden aan
waanvoorstellingen, dan noemt men dat religie.
Een Amerikaanse arts en evolutionair-antropoloog John Hartungheeft een opmerkelijk essay geschreven over
evolutie en de bijbelse geschiedenis, waarbij hij ook de keerzijde belichtte van de vijandigheid jegens niet-groepsleden.
Heb uw naaste lief had een andere betekenis dan we er nu
aan menen te moeten verbinden. Het betekende alleen Heb andere joden lief.
Hartung vertelt
over een ontstellende studie verricht door George
Tamarin. Deze Israëlitische psycholoog legde
meer dan 1000 Israëlitische schoolkinderen van 8-14
jaar het verhaal voor van de val van Jericho in het boek Jozua (6:
16-24)
[ ] Alles in
de stad sloegen zij met de ban, mannen en vrouwen, kinderen en grijsaards,
runderen, schapen en ezels, een prooi voor het zwaard.[ ] De stad met al wat
erin was, staken zij in brand; al het goud en zilver en de voorwerpen van brons
en ijzer voegden zij bij de schat van het huis van Jahweh.
En[ ] Jozua
zei tot het volk: Nu schreeuwen! Jahweh levert de stad aan u over. De stad en
al wat er in is, moet door de ban aan Jahweh gewijd worden[ ]het goud en het
zilver en alle voorwerpen van brons of ijzer zijn Jahweh toegeheiligd; ze
moeten bij de schat van Jahweh gevoegd worden.
Tamarin stelde de kinderen toen een
eenvoudige ethische vraag: Denk je dat Jozua en de
Israëlieten goed werk deden of niet?
Ze moesten
kiezen tussen
A (geheel mee eens)
B (gedeeltelijk mee eens)
C (geheel oneens)
De resultaten
liepen tamelijk uiteen: 66% was het helemaal
met Jozua eens.
26% helemaal oneens
Een veel
kleiner percentage (8%) vormde met gedeeltelijk eens de middenmoot.
Hieronder
volgen 3 typerende antwoorden van groep
A (geheel eens):
Volgens mij deden Jozua en de Zonen
van Israëlgoed werk, en wel om de
volgende redenen: God had hun dit land beloofd en toestemming gegeven het te
veroveren. Als ze het niet hadden aangepakt of niemand hadden gedood, dan zou
het gevaar hebben bestaan dat de Zonen van Israël zouden zijn geassimileerd met
de gojim.
Volgens mij had Jozua gelijk toen hij
dat deed, al was het maar omdat God hem had opgedragen die mensen uit te roeien
zodat de stammen van Israël niet met hen vermengd konden raken en zo hun
slechte gewoonten zouden overnemen.
Jozua deed er goed aan Jericho te
veroveren omdat de mensen die daar woonden van een ander geloof waren, en toen
Jozua ze doodde roeide hij hun geloof uit.
De rechtvaardiging
van de genocidale slachting van Jozua is in elk antwoord godsdienstig van aard.
Zelfs de kinderen uit de C-categorie,
die het totaal met Jozua oneens waren, omkleedden hun keuze soms met verkapt
religieuze redenen. Zo was er een meisje dat het niet eens was met Jozuas
verovering van Jericho omdat hij daartoe de stad had moeten binnengaan:
Ik vind dat slecht, omdat Arabieren
onrein zijn en als je een onrein land betreedt, word je zelf onrein en word je
vervloekt net als zij.
Twee andere
respondentjes die het volkomen afwezen, deden dat omdat Jozua alles verwoestte,
ook het vee en de huizen, in plaats van die intact te houden als buit voor de
Israëlieten:
Volgens mij deed Jozua het niet goed,
want ze hadden de dieren voor zichzelf kunnen houden.
Volgens mij deed Jozua het niet goed,
want hij hadde huizen van Jericho
kunnen laten staan; als hij die niet had verwoest, hadden de Israëlieten er
kunnen wonen.
De kinderen
in Tamarins experiment waren jong
genoeg om onschuldig te zijn. Vermoedelijk waren de wrede standpunten die ze
ten beste gaven, de meningen van hun ouders of van de culturele groep waarin ze
werden opgevoed.
Ik neem aan
dat de kans erin zit dat Palestijnse kinderen, die opgroeien in hetzelfde door
oorlog verscheurde land, zouden komen met gelijkwaardige opinies van
tegenovergestelde strekking. Die overwegingen stemmen me droevig.
Ze lijken de
immense macht van religie aan te tonen, en
vooral van de godsdienstige opvoeding van kinderen,om verdeeldheid onder de
mensen te zaaien, en om historische vijandschappen en geërfde vendettas in stand
te houden. Ik kan er niet omheen dat twee van de drie kenmerkende antwoorden
van groep A die Tamarin noemt,
verwijzen naar het onheil van assimilatie, terwijl het derde het doden van
mensenrechtvaardigt om de religie van
anderen uit te roeien.
Tamarin gebruikte een fascinerende
controlegroep in zijn experiment.
Een andere groep van 168 Israëlische
kinderen kreeg
namelijk dezelfde tekst uit het boek
Jozua voorgelegd, maar in dat verhaal had hij de naam Jozua vervangen door generaal Lin en in plaats van Israël
voerde hij een Chinees koninkrijk van
drieduizend jaar geledenop.
Slechts 7% keurde het gedrag van generaal Lin goed,
terwijl 75% het afkeurde. Met andere
woorden, als de loyale houding van de kinderen t.o.v. het Jodendom geen factor
meer is in hun overwegingen, schaart de meerderheid van de kinderen zich achter
het ethische standpunt dat de meeste moderne mensen zouden innemen. Het
optreden van Jozua was een daad van barbaarse genocide. En dat verschil zien
kinderen al jong. Het was religie die het verschil uitmaakte tussen
het veroordelen en het billijken van volkerenmoord.