(Dit is een deel van het verhaal van Bill Owen, een ex-ouderling en ex-Getuige die het pedofiel schandaal bij de Getuigen heeft geopenbaard enkele jaren geleden)
Waar anders kunnen wij naartoe gaan?Johannes 6; 68
Dit is natuurlijk een parafrase van een uitspraak gemaakt door Jezus discipelen wanneer zij geconfronteerd werden met de keuze hem te verlaten.Ik heb vaak aan deze uitspraak gedacht het afgelopen jaar.Twee weken geleden, vond ik een simpel antwoord in het verhaal van
Dumbo.
Het verhaal van Dumbo gaat over een kleine olifant die geweldig grote oren had.Hoewel zijn moeder heel erg van hem hield, lachte iedereen hem uit omwille van zijn misvorming.Op een dag overtuigde een circusaap Dumbo dat hij kon vliegen als hij een magische veer in zijn slurf stak en flapte met zijn oren.Het werkte!Als deel van een circus act werd Dumbo een sensatie.Hij was de enige vliegende olifant in de hele wereld.Nu had hij plots vele vrienden.Zolang hij maar die magische veer behield, zou hij beroemd blijven.Op een dag werd een hoge toren gebouwd voor Dumbo om eraf te springen.Nu gebeurde het toen hij de top bereikte dat hij ontdekte dat hij zijn magische veer was kwijtgespeeld.Toen hij trachtte naar beneden te gaan, stopte de aap hem en zei hij dat de magische veer een complete leugen was.Hij zei dat zijn vermogen tot vliegen van hemzelf kwam en dat de veer gewoon een middel was om zijn zelfvertrouwen op te krikken.Dumbo weigerde dit te geloven maar in zijn poging zich te verwijderen van het platform, schoof hij uit en viel eraf.Het was nu vliegen ofwel sterven. Dumbo flapte met zijn oren en snel ontdekte hij dat hij kon vliegen zonder de magische veer. Het vermogen tot vliegen had hij al die tijd bezeten.Nu besefte hij dat hij was voorgelogen in verband met die veer.
Hoe past dit nu bij de uitspraak: Waar zullen we naartoe gaan? Wat ik heb geleerd de laatste twaalf maanden (aldus Bill Owen) is dat je om te leven in eer en integriteit, je geen ouderling, dienaar in de bediening of zelfs maar een verkondiger moet zijn.Ik ben veel gelukkiger met wat ik heb bereikt in het laatste jaar dan in de 20 jaar die ik diende als ouderling.Ik was ervan overtuigd dat ik de magische veer van goedkeuring van het Wachttorengenootschap nodig had om een goede persoon te zijn of een voldoeningschenkend leven te leiden.Ik leef nu al een jaar zonder goedkeuring van de Wachttoren en bemerk dat ik veel gelukkiger ben nu ik vecht voor waarheid en voor rechtvaardigheid.Ik kan niet langer het gezelschap verdragen van Getuigen die het Wachttorenleiderschap blind verdedigen en ondersteunen, een leiderschap dat pedofielen beschermt en kinderen pijn doet.
Steeds wanneer je spreekt met Getuigen (die het wellicht goed bedoelen) komen ze af met het argument zoals hierboven wordt aangehaald in Joh 6; 68.Allee, zeggen ze, Petrus heeft toch nadrukkelijk gezegd tot wie zullen wij heengaan?Gij hebt woorden van eeuwig leven.Dus, waarom de organisatie van Jehovahs Getuigen verlaten? Zij alleen hebben woorden van eeuwig leven!!!!!!!!!!!!!!!!
Maar Petrus vertelde niet tegen Jezus dat het Genootschap woorden van eeuwig leven heeft, maar GIJ, JezusZo simpel is het .
Wij willen altijd weer, dat de mensen om ons heen zich aan ons aanpassen.Alleen wanneer iemand aan onze voorwaarden voldoet en zich binnen onze kaders beweegt, willen we met iemand te maken hebben.We weigeren iemand te aanvaarden, zoals hij of zij is. Op dit punt lopenop verschillend niveau allerlei relaties tussen mensen stuk.
Aan mensen die aan anderen hun eigen patroon willen opdringen schreef de apostel Paulus eeuwen geleden: Aanvaard elkaar, zoals ook Christus ons aanvaard heeft. Die woorden zijn vandaag nog even actueel als eeuwen geleden.Bij Christus kunnen we terecht, zoals we zijn.Wie dat ervaren heeft, leert een ander te aanvaarden, zoals die ander is.
In een Afrikaans verhaal wordt verteld over een aap en een kikker.Ze kwamen elkaar voortdurend tegen op een pad in het bos.Op een avond vond de kikker, dat het niet bij deze incidentele ontmoetingen mocht blijven.Hij nodigde daarom de aap uit voor een feestmaal.Zo zouden ze elkaar beter kunnen leren kennen.
Toen de aap op de afgesproken tijd gekomen was en ze op het punt stonden te gaan eten, viel het de kikker op, dat de aap zulke zwarte handen had.Hij zei tegen zijn gast, dat hij zo onmogelijk de maaltijd met hem gebruiken kon en hij verzocht hem om eerst zijn handen schoon te maken.De aap ging naar een beek die in de buurt was, maar hoe hij zijn handen ook waste, ze bleven precies even zwart als ze waren.Hij begreep, dat er van de maaltijd niets meer kwam en teleurgesteld ging hij naar huis.
Daar liet de aap het evenwel niet bij.Hij besloot de kikker voor aap te zetten.Op zijnbeurt nodigde hij de kikker uit om nu met hem de maaltijd te gebruiken.Toen de kikker bij de aap kwam, zag hij tot zijn schrik, dat de maaltijd op een tak, hoog in de boom geserveerd was.Volgens de aap hoefde dat geen bezwaar te zijn en door de aap geholpen, liet de kikker zich op de tak hijsen.Bibberend van hoogtevrees zat de kikker op de tak.
Voor het begin van de maaltijd had de aap nog één opmerking.Hij zei tegen zijn gast, dat het hem onmogelijk wasom de maaltijd te gebruiken met iemand die niet net als hij rechtop zat.De kikker wilde zich niet laten kennen en ging rechtop zitten.Op hetzelfde moment viel hij naar beneden en begreep, dat hij de maaltijd wel kon vergeten. Hij was het nu die teleurgesteld naar huis ging.
Is ons geloof werkelijk met vuurbestendige materialen gebouwd?
Laat een ieder er op blijven toezien hoe hij (op het fundament) bouwt.
I.De parabel van Paulus:
Paulus vergeleek in zijn eerste brief aan de gemeente Korinthe het opbouwen van geloof in medegelovigen met het optrekken van een gebouw.Hij schreef:
Want wij zijn Gods medewerkers.Gijlieden zijt Gods akker, die wordt bebouwd, Gods gebouw.Overeenkomstig de onverdiende goedheid van God die mij gegeven werd, heb ik als een wijs bestuurder van werken een fundament gelegd, maar iemand anders bouwt erop; laat een ieder er echter op blijven toezien hoe hij daarop bouwt.Want geen mens kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, namelijk Jezus Christus.Bouwt iemand nu op het fundament goud, zilver, kostbare stenen, houtsoorten, hooi, stoppels, ieders werk zal openbaar worden, want de dag zal het aan het licht brengen, omdat het geopenbaard zal worden door middel van vuur; en het vuur zelf zal uitwijzen hoe ieders werk is.Indien iemands werk dat hij erop gebouwd heeft blijft, zal hij een beloning ontvangen; indien iemands werk verbrandt, zal hij verlies lijden, maar hijzelf zal gered worden; doch indien dit zo is,[zal het zijn] als door vuur heen. l Kor 3 ; 9-15
Paulus had als een wijs bestuurder van werken gedurende zijn 18 maanden durende verblijf in Korinthe bij zijn medegelovigen beslist een stevig geloofsfundament gelegd.Omdat hij een aan de paal gehangen Christus predikte (1 Kor 1; 23) en onderwees dat Jezus de centrale figuur in Gods voornemens is(2 Kor 1; 20) had hij bij zijn Korinthische medegelovigen het best denkbare fundament voor hun geloof gelegd: Jezus Christus!
Omdat Paulus door Jezus als zendeling aangesteld was, moest hij na zijn kortdurende bezoek aan Korinthe weer verder reizen om tot anderen te prediken die nog nooit over Jezus Christus gehoord hadden.Vandaar dat Paulus het afbouwen aan andere gelovigen moest overlaten.Bij dat afbouwen werd blijkbaar door sommigen slordig werk geleverd.Om het probleem te belichten, stelde Paulus twee soorten bouwmaterialen tegenover elkaar: goud, zilver en kostbare stenen (zoals marmer en graniet) aan de ene kant, en hout, hooi en stoppels aan de andere kant.Een gebouw kan opgetrokken worden uit duurzame en vuurbestendige materialen; of het kan haastig worden opgezet, waarbij waardeloze en brandbare materialen worden gebruikt.
Waarom vond Paulus dat sommige van zijn Korinthischemedegelovigen niet goed op zijn fundament Jezus Christus voortgebouwd hadden?Zoals uit de context blijkt, was in de gemeente Korinthe verdeeldheid ontstaan.Sommigen zeiden: Ik behoor bij Paulus, terwijl anderen beweerden: Ik behoor bij Apollos?Het probleem kwam dus hier op neer:Omdat zij te veel waarde hechtten aan het navolgen van mensen, hadden enkele leden van de gemeente Korinthe geen sterke, innige verhouding met God ontwikkeld.Daarom was het geloof van vele Korinthische gelovigen- figuurlijk gesproken met brandbaar hooi gebouwd (vergelijk 1 Kor 1 en 3.)Hun geloof was niet tegen vuur opgewassen.Over welk vuur had Paulus het?Hij had het hier over het vuur van geloofsbeproevingen, zoals druk, verleidingen en twijfels.Met dit soort beproevingen wordt elke gelovige tijdens zijn leven veelvuldig geconfronteerd.Deze beproevingen wijzen uit hoe ieders werk is.
Hoe kunnen we Paulus parabel in deze tijd praktisch toepassen?Het antwoord zal u wellicht verbazen.In De Wachttoren een tijdschrift uitgegeven door de Getuigen van Jehovah) van 1 november 1998 werd op pagina 12, paragraaf 15, op deze vraag het volgende antwoord gegeven:
Wanneer wij bijbelstudenten onderwijzen, dienen wij nooit mensen boven Jehovah God te stellen.Het is niet ons doel hen te onderwijzen dat zij ons als de voornaamste bron van wijsheid bezien.Wij willen dat zij voor leiding naar Jehovah, zijn Woord en zijn organisatie opzien.
En in de Wachttoren van 1 november 1984 werd op pagina 12, paragraaf 19, hiermee in verband het volgende commentaar gegeven:
Houd in gedachte dat een leerling heel gemakkelijk een te hoge dunk van zijn leraar ontwikkelt.(Vergelijk Handelingen 10; 25,26 en Openbaring 19; 10.)Indien wij paleizen willen bouwen, moeten wij oppassen dat wij geen navolgers van mensen bouwen.In plaats daarvan moeten wij onze leerlingen helpen een intieme verhouding met Jehovah te ontwikkelen
Hoewel bovenstaande raad kennelijk gegeven werd aan de individuele Jehovahs Getuige die in de huizen van mensen bijbelstudies leidt, dient ook de raadgever zelf, namelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf deze bijbelse raad op zichzelf van toepassing te brengen (vergelijk Rom 2; 21).Waarom?Omdat deze slaaf zelf ook een bijbelonderwijzer is, zoals bijvoorbeeld duidelijk blijkt uit het artikel Gebruik je wat je hebt? van Onze Koninkrijksdienst van augustus 1989 op pagina 3, paragraaf 5 en 6:
Sinds de jaren 70 van de vorige eeuw is de hedendaagse christelijke gemeente progressief voorwaarts gegaan in de richting van een helderder begrip van Jehovahs Woord.In de loop der jaren is er een grote verscheidenheid van vragen gerezen die duidelijke antwoorden vereisten.De getrouwe en beleidvolle slaaf heeft in zulk voedsel te rechter tijd voorzien. (Mattheus 24; 45)Stuk voor stuk zijn de vragen grondig in het licht van de bijbelse waarheid onderzocht en is er specifieke leiding voor Jehovahs volk verschaft.Al deze inlichtingen zijn aan ons doorgegeven door middel van de publikaties van de theocratische organisatie, vooral via het tijdschrift De Wachttoren.
Bij het doorkijken van wat er in de loop der jaren is gepubliceerd, wordt duidelijk dat de publikaties van het Genootschap onderwijs hebben gegeven over vrijwel elk bijbels onderwerp dat bij ons opkomt.Leerstellige kwesties zijn grondig geanalyseerd.Beginselen die het christelijk gedrag besturen zijn duidelijk omschreven.En de vereisten om het grootse predikingswerk ten uitvoer te brengen zijn zorgvuldig uiteengezet.Als resultaat is er tot ieders nut een rijkdom aan bijbelse inlichtingen bijeengebracht.De ingebonden jaargangen van De Wachttoren en Ontwaakt/bijvoorbeeld bevatten een schat aan onderwijs.Als wij De Wachttoren- en Ontwaakt/-jaargangen van 1960 tot en met 1988 zouden bezitten, zouden wij in feite een 58-delige encyclopedie hebben vol belangrijke schriftuurlijke kennis als ook informatie over ontelbare andere onderwerpen.In de rubriek Vragen van Lezers zijn vele honderden vragen onderzocht.Wij kunnen nauwelijks een onderwerp noemen dat niet op de een of andere manier in een van de publikaties is behandeld.In overeenstemming daarmee is het, wanneer wij in een of ander speciaal opzicht leiding nodig hebben, gewoonlijk eenvoudig een kwestie van ons herinneren wat in het verleden onder onze aandacht werd gebracht.
Omdat de apostel Paulus zei: Laat één ieder er op blijven toezien hoe hij[op het fundament] bouwt(1 Kor. 3; 10), en wereldwijd gezien jaarlijks vele duizenden broeders en zusters, die jarenlang door de slaaf onderwezen zijn, de organisatie om diverse redenen verlaten, vinden onze schrijvers dat de volgende vraag gerechtvaardigd is en een eerlijk antwoord behoeft: Bouwt de slaaf ons geloof met vuurbestendige materialen?
II.Onze loyaliteit als Jehovahs getuigen:
In de hierboven aangehaalde Wachttoren van 1 november 1984 (pagina 12, paragraaf 20) wordt uitgelegd welke hoedanigheden door de vuurbestendige materialen het goud, zilver, marmer en graniet afgebeeld worden: geloof, wijsheid, onderscheidingsvermogen, waardering, liefde en loyaliteit.Het citaat vervolgt door te zeggen:
Zulke hoedanigheden zijn noodzakelijk,wil iemand in een sterke, innige verhouding tot Jehovah God staan.Deze hoedanigheden vormen de persoonlijkheidsstructuur die wij moeten proberen op te bouwen in degenen die wij onderwijzen.
Loyaliteit is inderdaad een belangrijk en steeds terugkerend thema in de bijbel en onze lectuur.Als je de themas loyaal en loyaliteit in de Wachtower Library 2001 intypt, dan kom je vele verwijzingen uit de bijbel en onze lectuur tegen. In onze zangbundel is zelfs een lied (nummer 38) aan dit belangrijke thema gewijd.De tekst van het lied met de titel loyaliteit tonen (Psalm 18; 25) gaat als volgt:
(1)God bezit een ijvrig volk nu, dat zijn naam met vreugde draagt, een gemeente die loyaal blijft, toegewijd en onversaagd.Van een welvoorziene tafel voedt hun geest zich met Gods raad, want zij willen God behagen met hun denken, woord en daad.
(2)De gemeente die loyaal blijft, staan ook wij loyaal terzij, ondersteunen trouw haar arbeid, t zij bij goed of kwaad getij.Wij bewaken haar belangen, zorgen dat geen kwaad haar raakt; en als ooit gevaar zou dreigen, wordt door ons alarm gemaakt.
(3)Help loyaal uw vele broeders, ook die nieuw zijn of niet sterk, in de dienst en bij hun studie; bied hun hulp bij al hun werk.Daar wij één familie vormen, heerst er nimmer achterdocht, maar in ons contact met broeders blijven wij aan hen verknocht.
(4)Onbetrouwbaar is de wereld.Blijf daarom altijd loyaal jegens ieder wie dit toekomt; Satan wordt zo telkenmaal als een leugenaar gebrandmerkt, maar Jehovah krijgt gelijk.Dit bereidt Jehovah vreugde en ons wacht zijn Vrederijk.
Dit lied bestrijkt alle terreinen waarop we onze loyaliteit kunnen tonen:Het gaat over loyaliteit jegens Jehovah (eerste refrein) en jegens zijn gemeente die loyaal blijft (tweede refrein), over loyaal onze broeders helpen (derde refrein), en over loyaal blijven jegens ieder wie dit toekomt (vierde refrein).Hoewel de genoemde terreinen hun betrekkelijke belangrijkheid hebben, is er uiteraard één terrein dat het allerbelangrijkste is.De belangrijkheid van dat terrein is dan ook niet relatief maar absoluut!
Welke is dat?Elk broertje of zusje in de zaal kent het juiste antwoord: Onze loyaliteit aan Jehovah.
De vraag die we nu willen onderzoeken, is de volgende: Onderwijst de slaaf ons om in alle gevallen eerst aan Jehovah loyaal te zijn?Waarschijnlijk zullen vele broeders en zusters dat een ongepaste vraag vinden, maar vanwege het grote belang van een onverwoestbaar, vuurbestendig geloof stellen we hem toch.
Op pagina 12 van Wachttoren van 1 augustus 1997 wordt terecht het volgende opgemerkt:
Nog een subtiele vorm van deloyaliteit is misplaatste loyaliteit.Ware loyaliteit in de bijbelse zin staat niet toe dat wij welke trouw maar ook boven onze loyaliteit aan Jehovah God stellen.Veel joden in de eerste eeuw hielden hardnekkig vast aan de Mozaïsche wet en het joodse samenstel van dingen.Toch was Jehovahs tijd gekomen om zijn zegen te doen overgaan van die opstandige natie naar de natie van het geestelijke Israël.Slechts betrekkelijk weinigen waren loyaal aan Jehovah en gingen mee met deze uiterst belangrijke verandering. Zelfs onder ware christenen wilden sommige judaïsten persé terugkeren naar die zwakke en armzalige elementaire dingen van de Mozaïsche wet, die in Christus vervuld was (Galaten 4; 9 5; 6-12; Filippenzen 3; 2,3; (wij cursiveren).
En op pagina 229 van het artikel Wat komt eerst- uw Kerk of God? in de Wachttoren van 15 april 1970 staan een aantal vragen die gericht worden tot katholieken of protestanten die bezorgd zijn over de geestelijke situatie in hun kerk:
De meeste gelovigen maken zich zorgen over de huidige crisis in de Katholieke Kerk en ook in de protestantse religies.Hun reacties verschillen evenwel naar gelang van het type van gelovige dat zij blijken te zijn.Bij sommigen komt God op de eerste plaats en is hun kerk slechts een middel dat wordt gebruikt om hem te aanbidden;Bij anderen is hun kerk een doel op zichzelf geworden, terwijl ze zelfs belangrijker dan God en zijn Woord, de bijbel, wordt geacht.Welk standpunt neemt u in?Wat komt in uw hart en geest op de eerste plaats- uw Kerk of God?
Op dezelfde pagina wordt verder gesproken over
gelovigen die hun kerk trouw blijven uit loyaliteit aan de religie waarin zij werden opgevoed.
Hun houding is: Goed of verkeerd, het is mijn religie!Denkt u hier ook zo over?Indien ja, dan bent u ongetwijfeld een loyaal persoon.Aan wie bent u echter meer loyaliteit verschuldigd: - aan uw kerk, of aan God?Nu de aarde zo vervuld is van ongeloof, dient u ervoor geprezen te worden dat u uw geloof hebt behouden, maar waarin dient u geloof te stellen- in een religieuze organisatie, of in God?Waarom gaat u naar de Kerk?Toch in de eerste plaats omdat u in God gelooft?
Het artikel doet een beroep op verontruste katholieken en protestanten om op zoek te gaan naar de ware religie.Indien dit artikel enkele verontruste kerkgangers geholpen heeft om uiteindelijk Jehovahs getuige te worden, dan mag je op grond van de vragen UIT dit artikel ervan uitgaan dat bij deze broeders en zusters God op de eerste plaats komten dat zij een religieuze organisatie slechts als een middel zien om hem te aanbidden.Bij hen is een religieuze organisatie geen doel op zichzelf geworden, en ze vinden een religieuze organisatie niet belangrijker dan God en zijn Woord, de bijbel.God komt in hun hart en geest op de eerste plaats.Ze bezitten niet de houding: Goed of verkeerd, het is mijn religie.Ze zijnloyaler aan God dan aan een religieuze organisatie en stellen veeleer geloof in God dan in een religieuze organisatie.
Hoewel het logisch was dat in het onderwijs van de slaaf de bovenstaande houding op consistente wijze zou doorklinken, worden in de lectuur en in lezingen vanaf het podium regelmatig uitspraken gedaan die zonder enige finetuning- inzoomen op de noodzaak van loyaliteit aan Gods zichtbare organisatie.Zoals de hierboven aangehaalde Wachttoren van 1 augustus 1997 terecht benadrukt, [staat ] ware loyaliteit in de bijbelse zin ons niet toe dat wij welke trouw maar ook boven onze loyaliteit aan Jehovah God stellen.
Wanneer we toelaten dat we eerder geloof stellen in een organisatie dan in Jehovah, dan kunnen onthullingen over de fouten en tekortkomingen van deze organisatie geen spaan van dat geloof heel laten.Dat is blijkbaar gebeurd met duizenden broeders en zusters die de boeken van Raymond Franz, een voormalig lid van het Besturend Lichaam, gelezen hebben, of met hen die gestruikeld zijn over de onbevredigende wijze waarop het Genootschap de situatie rondom kindermisbruik in onze gelederen afgehandeld heeft.
Omdat een leerling heel gemakkelijk een te hoge dunk van zijn leraar ontwikkelt(vergelijk Handelingen 10; 25,26 en Openbaring 19; 10), moet zo iemand[dus ook de slaaf] oppassen dat [hij] geen navolgers van mensen bouwt.In plaats daarvan moet [hij zijn leerlingen] helpen eenintieme verhouding metJehovah te ontwikkelen (vergelijk met De Wachttoren van 1 november 1984, pagina 12, paragraaf 19).Het dient [daarom ook] niet het doel [van de slaaf] te zijn om [Jehovahs getuigen] zo te onderwijzen dat zij[de slaaf] als de voornaamste bron van wijsheid gaan bezien (vergelijk met De Wachttoren van 1 november 1998, pagina 12,paragraaf 15).Zou de slaafdat wel doen, dan kun je zeggen dat de slaaf met hout ,hooi en stoppels bouwt.Hieronder kunt u hiervan een voorbeeld vinden:
5. III. De Vaststaanders of Standvastigen:
Misschien hebt u nog nooit van de Vaststaanders of Standvastigen (Engels: Standfasters) gehoord, omdat in onze lectuur slechts summier over hen gesproken wordt.Op de paginas 16 en 17 van De Wachttoren van 15 maart 1996 wordt in het artikel De toets op loyaliteit doorstaan naar hen verwezen in het volgende citaat:
Wij komen nu op het punt van loyaal zijn aan Jehovahs zichtbare organisatie.Wij zijn beslist loyaliteit verschuldigd aan Gods organisatie met inbegrip van de getrouwe en beleidvolle slaaf, door middel waarvan de christelijke gemeente geestelijk wordt gevoed (Mattheus 24; 45-47).Veronderstel eens dat er iets in de Wachttoren-publikaties verschijnt wat wij op dat moment niet begrijpen of waar wij het niet mee eens zijn.Wat zullen wij doen?Er aanstoot aan nemen en de organisatie verlaten?
Dat hebben sommigen gedaan toen De Wachttoren vele jaren geleden het nieuwe verbond toepaste op personen die tijdens het Millenium op aarde zouden leven.Anderen namen aanstoot aan wat De Wachttoren eens over de kwestie inzake neutraliteit zei. Indien degenen die over deze kwesties struikelden loyaal aan de organisatie en hun broeders en zusters waren geweest, zouden zij op Jehovah hebben gewacht om deze aangelegenheden te verduidelijken, hetgeen hij op zijn bestemde tijd heeft gedaan.Bijgevolg houdt loyaliteit in dat wij geduldig wachten totdat de getrouwe en beleidvolle slaaf een verder begrip publiceert.(door ons onderstreept)
Bovenstaande onderstreepte zin verwijst naar deze Vaststaanders die tijdens de Eerste Wereldoorlog de Wachttoren-organisatie verlieten, omdat het Genootschap toentertijd niet strikt aan neutraliteit vasthield.Zij vonden broeder Rutherfords aanbeveling om in de lente van 1918 VS-oorlogsbonnen (war bonds) te kopen lafhartig, ja zelfs een daad die het oogstwerk onteerde.De Standfasters vonden namelijk dat een christen militarisme op geen enkele wijze mocht ondersteunen.De oproep in The Watch Tower om op 30 mei 1918 deel te nemen aan een dag van gebed en smeking in verband met de afloop van de wereldoorlog was in hun ogen een gruwel.
Het Verkondigers-boek schrijft over die tijd het volgende ( pagina 191 en 192):
Hoewel zij ernaar streefden te doen wat volgens hen aangenaam in Gods ogen was, namen zij niet alleen een standpunt van strikte neutraliteit in.Wat zij deden, werd beïnvloed door de overtuiging, die ook door andere belijdende christenen werd gedeeld, dat de hogere machten door God waren geordineerd zoals de King James Version het onder woorden brengt (Rom 13; 1 ).Zo werden, in overeenstemming met een proclamatie van de President van de Verenigde Staten, de Bijbelonderzoekers er in The Watch Tower toe aangespoord om op 30 mei 1918 deel te nemen aan een dag van gebed en smeking in verband met de afloop van de wereldoorlog.
Tijdens de oorlogsjaren verschilden de omstandigheden waarin afzonderlijke Bijbelonderzoekers terechtkwamen.De wijze waarop zij deze situatie aanpakten, verschilde eveneens.Aangezien zij zich verplicht voelden de gestelde machten, zoals zij de wereldse regeerders noemden, te gehoorzamen, gingen sommigen met geweren en bajonetten de loopgraven aan het front in.Maar met de schriftplaats Gij zult niet doden in gedachten, schoten zij met hun wapen in de lucht of probeerden gewoon een tegenstander het wapen uit de hand te slaan. (Ex. 20; 13, K.J)Enkelen zoals Remigio Cuminetti in Italië, weigerden een militair uniform aan te trekken.(zie jaarboek over Italië)De Italiaanse regering maakte destijds geen uitzondering voor iemand die wegens zijn geweten geen wapens wilde opnemen.Hij heeft vijfmaal terechtgestaan en is in gevangenissen en in een krankzinnigengesticht opgesloten, maar zijn geloof en vastberadenheid bleven onwankelbaar.In Engeland kregen sommigen die om vrijstelling vroegen, werk van nationaal belang toegewezen of werden bij een non-combattantencorps ingelijfd.Anderen, zoals Pryce Hughes, namen een standpunt van strikte neutraliteit in, ongeacht welke gevolgen dit voor hen persoonlijk had.
Op zijn minst op dat punt leek het bericht dat de Bijbelonderzoekers in het algemeen opbouwden, niet helemaal op dat van de eerste christenen, zoals beschreven in The Rise of Christianitydoor E.W. Barnes die meldde: Een nauwkeurig overzicht van alle beschikbare inlichtingen toont aan dat tot de tijd van Marcus Aurelius [Romeins keizer van 161 tot 180 G.T.] geen christen soldaat werd, en geen soldaat, na christen te zijn geworden, in militaire
dienst bleef.
De hierboven geciteerde Wachttoren van 15 maart 1996 zegt feitelijk dat de Standfasters loyaal aan de Wachttoren-organisatie hadden moeten blijven totdat Jehovah de aangelegenheid verduidelijkt had.Broeder Karl Klein, die tot aan zijn dood in januari 2001 lid van het Besturend Lichaam was, verwijst in zijn levensgeschiedenis (zie pagina 21-27 van De Wachttoren van 15 juli 1989) eveneens naar deze Standfasters.
Kort na mijn doop in 1918 werd mijn loyaliteit jegens mijn mede-Bijbelonderzoekers op de
proef gesteld.De Eerste Wereldoorlog woedde, en hoewel de vooraanstaande broeders ten onrechte gevangen waren gezet wegens de oorlogskwestie, zagen degenen die destijds de leiding hadden, niet volledig in dat christelijke neutraliteit noodzakelijk was.Enkelen die het strijdpunt duidelijk inzagen, namen aanstoot en scheidden zich van de Bijbelonderzoekers af.Zij noemden zich Standvastigen en zij waarschuwden mij dat als ik bij de Bijbelonderzoekers bleef, ik het voorrecht om tot de kleine kudde van Jezus gezalfde volgelingen te behoren, zou verspelen (Lukas 12; 321).Hoewelmijn moeder zich nog niet had opgedragen, was zij degene die mij hielp de juiste beslissing te nemen; ik kon mij niet voorstellen dat ik degenen in de steek zou laten van wie ik zoveel had geleerd, en daarom besloot ik aan de Zijde van de Bijbelonderzoekers te blijven.Het was in werkelijkheid een beproeving op loyaliteit. Sindsdien heb ik veel soortgelijke beproevingen op loyaliteit waargenomen.Wanneer er fouten worden gemaakt, schijnen degenen die in hun hart niet volledig loyaal zijn, deze aan te grijpen als een excuus om met de waarheid te breken.- Vergelijk Psalm 119; 165.
Wat opvallend is, is dat broeder Klein hier nergens spreekt over loyaliteit jegens God loyaliteit aan wat juist is, of over loyaliteit aan het eigen geweten.Hij heeft slechts over één soort loyaliteit, namelijk loyaliteit aan de Bijbelonderzoekers (zoals Jehovahs getuigen toentertijd bekend stonden).Broeder Klein geeft ook eerlijk toe dat de Standvastigen het strijdpunt duidelijk inzagen.
Het Genootschap heeft altijd onderwezen dat het gezalfde overblijfsel vanwege haar geschonden neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog bloedschuld op zich geladen heeft en dat ze door haar geschipper in gevangenschap aan Babylon de Grote terechtgekomen is.Op pagina 114 van het boek
s Mensen Redding uit Wereldbenauwdheid Nabij! staat het volgende te lezen:
Op een overeenkomstige wijze moesten de leden van het hedendaagse overblijfsel van het geestelijke Israël zich aan het einde van de Eerste Wereldoorlog op 11 november 1918, toen zij nog steeds als mensen op aarde waren en de naoorlogse periode begon, met betrekking tot hun weg en hun gedachten veranderen.De tijd waarin zij zich in het gebied van Babylon de Grote bevonden en zich niet meer geheel en al in Gods gunst verheugden, was bijna ten einde, en het werd voor hen de juiste tijd om over hun gebreken en tekortkomingen met betrekking tot Gods aanbidding en dienst na te denken.Zij waren wegens het bloedvergieten en de gewelddaden van de Eerste Wereldoorlog onder een gemeenschapsverantwoordelijkheid gekomen.Zij moesten Jehovah zoeken en in gebed Zijn naam aanroepen.
En verder op de paginas 187 en 188 van hetzelfde boek stond het volgende te lezen:
In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918 G.T.) verrichtten sommigen van het overblijfsel van het geestelijk Israël non-combattante dienst in het leger van hun land en maakten zich aldus
medeschuldig aan het in de oorlog vergoten bloed.Maar in 1939, het jaar waarin de Tweede Wereldoorlog uitbrak, verklaarden het overblijfsel van het geestelijk Israël en de grote schare met schapen te vergelijken metgezellen, ongeacht welke nationaliteit zij hadden, dat zij in alle conflicten van deze wereld absoluut neutraal zouden blijven.Hun standpunt werd in het artikel Neutraliteit in The Watch Tower van 1 november 1939 (Nederlandse oorlogsuitgave van eind maart 1945) uiteengezet.Sindsdien zijn zij nooit van dit standpunt afgeweken.
Zoals uit bovenstaand citaat blijkt, heeft het Genootschap net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog haar eerder ingenomen standpunt herzien, en verklaarde ze in de Watchtower van 1 november 1939 dat Jehovahs getuigen in alle conflicten van deze wereld absoluut neutraal zouden blijven.
Hun nieuwe standpunt was toen precies gelijk geworden aan dat van de Standfasters in de Eerste Wereldoorlog.
Dit interessante stukje geschiedenis werpt helder licht op het brandbare materiaal waarmee de slaaf soms bouwt: loyaliteit aan het Wachttorengenootschap wordt als het belangrijkste beschouwd.Het is blijkbaar niet belangrijk wie bijbels gezien gelijk heeft, maar wie loyaal aan de organisatie is.
Individuele broeders en zusters die deze relevante waarheid inzake neutraliteit eerder dan het Genootschap begrepen hadden, worden als deloyaal veroordeeld.In de Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985 worden de Vaststaanders onder het thema afval(ligheid) , zelfs een afvallige groepering genoemd.Waarin waren de Vaststaanders dan afvallig?
Ze kunnen alleen technisch gezien als afvalligen van het Wachttorengenootschap beschouwd worden, maar niet als afvalligen in de bijbelse zin des woords.Volgens De Wachttoren van 15 maart 1996 hadden de Standfasters loyaal aan het Wachttorengenootschap moeten blijven, ook al haalden ze zich daarmee volgens het s Mensen Redding-boek bloedschuld en goddelijk misnoegen op hun hals.Het moge duidelijk zijn dat, wanneer het Genootschap zijn leden vraagt loyaliteit aan de organisatie te stellen boven loyaliteit aan Jehovah, loyaliteit aan wat juist is en loyaliteit aan hun eigen geweten, ze met hout, stoppels en hooi bouwt.
Organisaties zijn slechts middelen waardoor personen hun krachten bundelen om een gemeenschappelijk doel te verwezenlijken.De Wachttoren-organisatie, die onze krachten bundelt bij de wereldwijde prediking van Gods koninkrijk, bestaat uit miljoenen getrouwe broeders en zusters, die Jehovah naar hun beste vermogen trachten te dienen.Zij zijn onze Loyale Liefde meer dan waard.Omgang met hen spoort ons beslist aan tot liefde en voortreffelijke werken (Hebr 10; 24,25).Omgang met onze broeders en zusters helpt ons tot rijpe en sterke christenen te groeien en zo te blijven.Wanneer we samenkomen zijn we in de gelegenheid om elkaar aan te moedigen en te verzekeren van de liefde die Jezus volgelingen zou binden en kenmerken.Ja, we zijn dan in de gelegenheid om onze broeders en zusters ervan te verzekeren dat ze kostbaar en dierbaar- ja, dat ze speciaal zijn. . Onze loyale liefde voor Jehovah en zijn dierbare schapen maakt ons geloof zo sterk als graniet, één van de vuurbestendige materialen waarover Paulus in zijn brief aan de gemeente Korinthe sprak.
IV.Waarom onszelf op dit gebied onderzoeken?
De reden waarom wij de moeite gedaan hebben om dit onderwerp te analyseren wordt in 1 Korinthiërs 3; 13-15 uitgelegd: Ieders werk zal openbaar worden, want de dag zal het aan het licht brengen, omdat het geopenbaard zal worden door middel van vuur en het vuur zelf zal uitwijzen hoe ieders werk is.Indien iemands werk dat hij erop gebouwd heeft blijft, zal hij een beloning ontvangen; in dien iemands werk verbrandt, zal hij verlies lijden, maar hijzelf zal gered worden; doch indien dit zo is, [zal het zijn] als door vuur heen.Wij geloven op grond van de bijbel dat uiteindelijk één ieder van ons nu of in de toekomst voor de ultieme vraag komt te staan: Ben ik een navolger van mensen of vanJehovah en Jezus?Alleen het geloof van navolgers van Jehovah en Jezus is vuurbestendig en zal niet door vuur verbrand worden.Daarom is het verstandig om de kwaliteit van ons geloof te onderzoeken en ons de vraag te stellen: Bouw ik mijn geloof met vuurbestendige materialen?