xml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />xml:namespace prefix = w ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:word" />
Een waterdrager vervoerde twee kruiken welke op een stuk hout over zijn schouders hingen. Maar één van de twee had een barst. Terwijl de ene kruik al het water bijhield van de bron tot in het dorp, verloor de andere onderweg altijd de helft van haar inhoud.
Dit duurde ongeveer 2 jaar en de drager leverde dus tijdens zijn reizen slechts anderhalve (1 ½) kruik water in plaats van 2.
De perfecte kruik was fier want zij deed haar job zonder te falen.
Maar de beschadigde kruik was depressief want zij wist dat zij maar de helft deed van wat er van haar verwacht werd.
Op een dag zei ze aan de kruikendrager: ik voel me schuldig, ik wil me verontschuldigen.
Waarom? vroeg de kruikendrager.
Ik kan maar de helft van mijn water leveren omwille van die barst waardoor de andere helft verloren gaat. Jij doet zoveel moeite, maar door mijn fout kan je maar de helft leveren van wat er van jou verwacht wordt.
De kruikendrager raakte hierdoor ontroerd en antwoordde: Denk er niet meer aan en kijk, terwijl we naar huis gaan eens naar de mooie bloemen die langs de weg groeien. Onderweg ziet de oude kruik heel veel mooie bloemen die schitteren in de zon, en dat maakt haar blij. Toch voelt ze zich nog altijd schuldig omdat ze weer de helft van haar lading verloren is.
Dan zegt de kruikendrager tegen de kruik: Heb je gezien hoeveel mooie bloemen er langs jouw kant van de weg stonden en bijna geen langs de andere kant? Ik heb altijd al geweten dat je water verloor, maar ik kon er voordeel uit halen. Langs jouw kant van de weg heb ik bloemen gezaaid, en jij hebt ze tijdens de rit water gegeven. Zonder jou had ik nooit zulke mooie bloemen gehad.
Moraal van het verhaal
Wij hebben allemaal barsten, letsels en onvolmaaktheden. Wij zijn allemaal min of meer beschadigde kruiken. Sommigen onder ons zijn iets minder door hun leeftijd, anderen blinken niet uit door hun intelligentie, weer anderen zijn te klein, te groot, te dik of te mager, maar het zijn juist deze onvolmaaktheden die onze levens rijk en interessant maken.
We moeten de anderen nemen zoals ze zijn en zien wat er goed is in hen.
Er zijn altijd overal positieve dingen te vinden.
Er zit veel goeds in ieder van ons. Denk maar eens aan al die verschillende mensen die jouw leven bevolken. Zonder hen, zou je leven je leven niet zijn.
|